Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBDHA:2023:15980

Rechtbank Den Haag
24-10-2023
25-10-2023
AWB 23/4655
Vreemdelingenrecht
Eerste aanleg - enkelvoudig

Bevoegdheid rechtbank. Er is geen besluit genomen over de uitschrijving van eiseres uit de VBL dan wel besluit waaruit blijkt dat de gezinsband is verbroken. De administratie uitschrijving door het COa uit de VBL is niet gericht op rechtsgevolg en ook niet aan te merken als een besluit. Rechtbank is niet bevoegd om van het beroep kennis te nemen.

Rechtspraak.nl
JV 2023/266

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen

Bestuursrecht

zaaknummer: AWB 23/4655


uitspraak van de enkelvoudige kamer van 24 oktober 2023 in de zaak tussen


[eiseres] , eiseres

geboren op [geboortedatum] ,

van Egyptische nationaliteit,

V-nummer: [nummer]

(gemachtigde: mr. N.B. Swart),

en

het bestuur van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COa), verweerder

(gemachtigde: mr. A.A. Wildeboer).

Inleiding

1. Deze uitspraak gaat over het beroep van eiseres tegen het besluit van verweerder dat de gezinsband is verbroken.

1.1.

Verweerder heeft met een e-mail van 9 mei 2023 een reactie gegeven op het beroep.

1.2.

Eiseres heeft met een brief van 19 mei 2023 de gronden van het beroep ingediend.

1.3.

Verweerder heeft op de gronden van het beroep gereageerd met een verweerschrift.

1.4.

Bij brief van 3 juli 2023 heeft (de gemachtigde van) eiseres een reactie ingezonden.

1.5.

De rechtbank heeft het beroep op 7 juli 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde van eiseres en de gemachtigde van verweerder.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank komt tot het oordeel dat zij niet bevoegd is van het beroep kennis te nemen. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij, aan de hand van de beroepsgronden van eiseres, tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.

3. De rechtbank gaat bij haar oordeel uit van het volgende. Eiseres is in 2015 met haar ouders naar Nederland gekomen. Een asielaanvraag is mede namens haar ingediend. Deze is afgewezen in 2016. Tevens is een terugkeerbesluit opgelegd. Het recht op opvang van eiseres is in 2018 van rechtswege geëindigd, waarna zij vervolgens met instemming van de DT&V naar een onderdaklocatie in een VBL1 is vertrokken. Eiseres volgt als jongvolwassene een Mbo-opleiding in [naam stad] en vanwege de reistijd tussen [plaatsen] verblijft zij doordeweeks in een gastgezin. In het weekend verblijft eiseres bij haar ouders op de VBL.

4. Eiseres komt met haar beroep op tegen het besluit van verweerder om haar uit te schrijven uit de VBL op 20 april 2023 en om haar opvang te beëindigen. Volgens eiseres gaat het om een feitelijke handeling met rechtsgevolgen. De rechtsgevolgen voor eiseres zijn dat met de uitschrijving door verweerder de gezinsband met haar ouders is verbroken. Eiseres wijst er in dat verband op dat zij jongvolwassene (nog steeds) gezinsleven heeft met haar ouders, ook al verblijft zij vanwege haar Mbo-opleiding en stage doordeweeks elders. Verder stelt eiseres dat op grond van het evenredigheidsbeginsel het aan verweerder is te motiveren om welke reden haar uitschrijving uit de VBL noodzakelijk zou zijn. Op de zitting heeft de gemachtigde namens eiseres haar standpunt nader toegelicht.

4.1.

Verweerder stelt zich op het standpunt dat er geen sprake is van een besluit waar de rechtbank kennis van kan nemen dan wel dat het beroep niet-ontvankelijk is. Verweerder stelt hiertoe dat zij geen besluit heeft genomen over de beëindiging van het onderdak van eiseres op de VBL. De administratieve uitschrijving van eiseres door verweerder is niet op enig rechtsgevolg gericht. Die uitschrijving is het gevolg van het oordeel van DT&V om eiseres niet langer buitenwettelijk onderdak op de VBL te verlenen. Het is DT&V die het onderdak van eiseres op de VBL heeft beëindigd en niet verweerder. Volgens verweerder dienen rechtsmiddelen tegen de beëindiging van buitenwettelijke opvang op de VBL aan de DT&V te worden gericht. Indien eiseres vindt dat met haar uitschrijving uit het buitenwettelijk onderdak op de VBL niet juist is, kan zij dat aanvoeren bij de DT&V en verzoeken om opnieuw toegelaten te worden tot de VBL. Verweerder stelt dat de rechtbank zich onbevoegd dient te verklaren.

Het oordeel van de rechtbank

5. De rechtbank ziet zich allereerst gesteld voor de vraag of zij bevoegd is van het beroep kennis te nemen. Op grond van artikel 8:1 van de Awb2 is het mogelijk om beroep in te stellen tegen een besluit. Uit artikel 1:3, eerste lid, van de Awb volgt dat een besluit een schriftelijke beslissing is van een bestuursorgaan die ziet op een publiekrechtelijke rechtshandeling.

5.1.

De rechtbank volgt het standpunt van verweerder dat zij geen besluit heeft genomen over de uitschrijving van eiseres uit de VBL dan wel een besluit waaruit blijkt dat de gezinsband is verbroken. Daarvoor is van belang dat, zoals verweerder in het verweerschrift heeft uiteengezet, de DT&V een besluit heeft genomen om eiseres niet langer buitenwettelijk onderdak op de VBL te verlenen. Verweerder heeft er daarbij terecht op gewezen dat het aan de DT&V is om te beoordelen of eiseres al dan niet tot de doelgroep van de VBL behoort. Of eiseres wel of geen aanspraak kan maken op buitenwettelijk onderdak op de VBL, wordt door de DT&V bepaald en niet door verweerder. Bovendien maakt verweerder, zoals in het verweerschrift is uitgelegd, alleen een administratieve melding van een vertrek uit de VBL en het is de DT&V die het vertrek van eiseres uit de VBL vaststelt. Dit betekent dat de DT&V oordeelt of dit vertrek aanleiding geeft tot beëindiging van het buitenwettelijke onderdak op de VBL.

5.2.

De rechtbank is met verweerder van oordeel dat de administratieve uitschrijving op 20 april 2023 het gevolg is van het oordeel van de DT&V dat eiseres niet meer tot de doelgroep behoort om haar nog (langer) buitenwettelijk onderdak op de VBL te bieden. De administratieve uitschrijving door verweerder is niet gericht op enig rechtsgevolg en is ook niet aan te merken als een met een besluit gelijk te stellen feitelijke handeling als bedoeld in artikel 72, derde lid, van de Vw 2000. De omstandigheid dat verweerder het buitenwettelijke onderdak op de VBL faciliteert, maakt het niet anders.

Conclusie en gevolgen

6. De rechtbank komt tot de conclusie dat zij niet bevoegd is om van het beroep kennis te nemen. Aan bespreking van de beroepsgronden over onder meer de gestelde verbreking van de gezinsband en dat eiseres niet meer bij haar ouders op de VBL kan verblijven, komt de rechtbank dan ook niet toe. Een oordeel daarover dient te worden gegeven in de beroepsprocedure met zaaknummer AWB 23/5245, die gaat over de uitschrijving door de DT&V van eiseres uit de VBL op 20 april 2023. In die zaak zal in een heropeningsbrief aan de staatssecretaris als procespartij worden gevraagd om de op de zaak betrekking hebbende stukken in te sturen. Na ontvangst van de stukken, krijgt de gemachtigde van eiseres de gelegenheid om de gronden van het beroep aan te vullen. Daarna zal de staatssecretaris worden gevraagd om een verweerschrift in te dienen. Vervolgens zal de zaak op een nog nader te bepalen datum op een zitting te worden gepland.

7. Verweerder hoeft geen proceskosten aan eiseres te vergoeden.

Beslissing

De rechtbank verklaart zich onbevoegd om van het beroep kennis te nemen.

Deze uitspraak is gedaan door mr. J.Y.B. Jansen, rechter, in aanwezigheid van mr. E.A. Ruiter, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.

griffier

rechter

Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen vier weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

1 Vrijheidsbeperkende locatie.

2 Algemene wet bestuursrecht.

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.