Rechtbank den haag
Team handel - voorzieningenrechter
zaak- / rolnummer: C/09/648989 / KG ZA 23-480
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak in kort geding ter zitting van
19 december 2023
Vision Light Tech B.V. te Uden,
eiseres,
advocaat mr. B.P.J.M.L. Vliexs te Nijmegen,
IoLite-Vision B.V. te Uden,
gedaagde,
advocaat mr. R.G.M. van der Pas te Ulvenhout.
Partijen worden hierna respectievelijk aangeduid als ‘VLT’ en ‘IoLite’.
Aanwezig is mr. J.Th. van Walderveen, voorzieningenrechter, bijgestaan door
mr. J.J. de Jong, griffier.
Tevens zijn aanwezig namens VLT haar algemeen directeur [Naam 1] , vergezeld van mr. Vliexs, voornoemd, en namens gedaagde haar (indirect) bestuurders [Naam 1] , [Naam 2] en [Naam 3] , vergezeld van mr. Van der Pas, voornoemd.
Nadat partijen hun standpunten hebben toegelicht, over en weer hebben gereageerd op de standpunten van de wederpartij en vragen van de voorzieningenrechter hebben beantwoord, heeft de voorzieningenrechter de zitting voor korte tijd geschorst. Na hervatting van de zitting heeft de voorzieningenrechter met toepassing van artikel 29a Rv1 mondeling uitspraak gedaan. Deze luidt als volgt.
1 De gronden van de beslissing
1.1.
VLT vordert in deze procedure, verkort en zakelijk weergegeven, dat IoLite
(i) iedere inbreuk op het door VLT gehouden Benelux-merk met registratienummer 1485174 (hierna: het Merk) staakt,
(ii) het gebruik van de handelsnaam ‘IoLite-vision’ staakt, en
(iii) het gebruik van de kleur paars op de website van IoLite staakt.
1.2.
IoLite voert verweer tegen het gevorderde en concludeert tot afwijzing van de vorderingen met veroordeling van VLT in de op de voet van artikel 1019h Rv te begroten proceskosten.
1.3.
De vorderingen van VLT komen niet voor toewijzing in aanmerking. De voorzieningenrechter zal dat hieronder toelichten.
1.4.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter kan IoLite niet met succes een beroep doen op het ontbreken van spoedeisend belang bij de gevorderde voorzieningen wegens tijdsverloop. In verband met schikkingsonderhandelingen heeft VLT, ook namens IoLite, de rechtbank vóór de in eerste instantie op 13 juli 2023 geplande behandeling van het kort geding, verzocht de zaak aan te houden. Toen echter half september bleek dat partijen er onderling niet uit zouden komen, heeft VLT verhinderdata bij IoLite opgevraagd en vervolgens op 17 september 2023 de rechtbank verzocht een nieuwe mondelinge behandeling van dit kort geding te bepalen. Daarmee heeft VLT voldoende voortvarend gehandeld. Het feit dat de rechtbank de mondelinge behandeling van het kort geding pas vandaag, 19 december 2023 heeft (kunnen) laten plaatsvinden, is een omstandigheid waar VLT geen beslissende invloed op heeft gehad en die haar niet kan worden tegengeworpen. Evenmin kan de omstandigheid dat VLT in oktober 2023 een bodemprocedure heeft ingeleid bij de rechtbank Oost-Brabant haar worden tegengeworpen. Die omstandigheid doet er immers niet aan af dat de beweerdelijke inbreuk op het merk- en handelsnaamrecht van VLT nog altijd voortduurt, welke inbreuk als zodanig overigens in die bodemprocedure ook niet voorligt. Bovendien is in de bodemprocedure, mede gelet op het daarin door VLT gedane aanbod tot het leveren van bewijs door middel van het horen van verschillende getuigen, niet op (relatief) korte termijn een vonnis te verwachten.
1.5.
Van inbreuk als bedoeld in artikel 2.20 lid 2 aanhef en onder b BVIE2 is sprake als (één van) de tekens die IoLite gebruikt (hierna: de IoLite-tekens) gelijk zijn aan of overeenstemmen met het Merk en worden gebruikt met betrekking tot waren of diensten die gelijk zijn aan of overeenstemmen met de waren of diensten waarvoor het Merk is ingeschreven (dat wil zeggen waren en diensten in klassen 9, 11, 35 en 42), indien daardoor bij het in aanmerking komende publiek (directe of indirecte) verwarring kan ontstaan. De rechtbank zal de daarvoor in de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie ontwikkelde standaardtoets hanteren.3
Soortgelijkheid van de waren of diensten
1.6.
Tussen partijen is niet in geschil dat het Merk en de IoLite-tekens worden gebruikt voor identieke waren en diensten, dat wil zeggen advieswerkzaamheden en verkoopactiviteiten van VLT respectievelijk IoLite op het gebied van optische artikelen, meer in het bijzonder machine vision systemen.
Overeenstemming tussen het Merk en de IoLite-tekens
1.7.
De mate van overeenstemming tussen het Merk enerzijds en de betreffende IoLite-tekens anderzijds (zoals hieronder ter verduidelijking naast elkaar weergegeven) wordt beoordeeld door middel van een visuele, auditieve en begripsmatige vergelijking daarvan.
Het Merk
|
De IoLite-tekens
|
|
het door IoLite gebruikte logo (hierna: het IoLite-logo):
|
|
de door IoLite gebruikte handelsnaam (hierna: de IoLite-handelsnaam):
‘IoLite-vision’
|
1.8.
De voorzieningenrechter zal eerst het Merk met het IoLite-logo vergelijken en daarna ingaan op de vraag hoe de IoLite-handelsnaam zich tot het Merk verhoudt.
1.9.
Een visuele vergelijking leidt tot de conclusie dat er voorshands sprake is van een zeer geringe mate van overeenstemming. Daartoe neemt de voorzieningenrechter in aanmerking dat de in het Merk en het IoLite-logo voorkomende beeldelementen, die in beide gevallen links van de woordelementen zijn gepositioneerd en daardoor een bepaalde nadruk krijgen, geen relevante, in het oog springende gelijkenis vertonen. Wanneer de woordelementen worden vergeleken valt op dat het Merk uit drie zelfstandige naamwoorden bestaat die ook ieder met een hoofdletter worden geschreven. Geen van die drie woorden krijgt (visueel) enige nadruk. Het IoLite-logo bestaat daarentegen slechts uit twee woorden die door middel van een koppelteken met elkaar zijn verbonden. Het woord ‘IoLite’ krijgt daarbij door het gebruik van twee hoofdletters (de ‘I’ en de ‘L’) extra nadruk, temeer omdat het woord ‘vision’ zonder hoofdletter wordt geschreven. Verder stemmen de in het Merk en het IoLite-logo gebruikte lettertypes niet overeen. De enige visuele gelijkenis tussen de woordelementen in het Merk en die in het IoLitelogo is het gebruik van het als zodanig herkenbare woord ‘vision’.
1.10.
In het kader van de auditieve vergelijking zijn alleen de woordelementen van belang. Net als bij de visuele vergelijking stemt het woord ‘vision’ overeen. Daarbij komt dat bij de (Engelse) uitspraak van het IoLite-logo het element ‘Lite’ in het woord ‘IoLite’ dezelfde klank heeft als het woord ‘Light’ in het Merk. Daar staat tegenover dat de volgorde van de woord(element)en ‘vision’ en ‘Light’/‘Lite’ in het Merk respectievelijk het IoLite-logo omgekeerd is. Bovendien nemen de woorden binnen het Merk een andere positie in (vooraan) dan binnen het IoLite-logo (achteraan). Mede daardoor is het ritme van het vier lettergrepen tellende Merk anders dan dat van het vijf lettergrepen tellende IoLite-logo. Alles bij elkaar gezien is de voorzieningenrechter van oordeel dat het Merk en het IoLite-logo in auditief opzicht niet meer dan een lage mate van overeenstemming hebben.
1.11.
Ook vanuit begripsmatig perspectief komen de woorden ‘vision’ in het Merk en het IoLite-logo overeen. Daar houdt de begripsmatige gelijkenis tussen het Merk en het IoLite-logo echter op. Een en ander leidt naar voorlopig oordeel tot de conclusie dat er sprake is van een geringe begripsmatige overeenstemming.
1.12.
De tussenconclusie is dat de mate van overeenstemming tussen het Merk en het IoLite-logo (zeer) gering is.
1.13.
Dat wat hiervoor onder 1.9 tot en met 1.11 is overwogen omtrent de vergelijking tussen de woordelementen uit het Merk en het IoLite-logo is in gelijke mate toepasbaar op de vergelijking tussen het Merk enerzijds en de IoLite-handelsnaam anderzijds. Dat betekent dat naar voorlopig oordeel de mate van overeenstemming tussen het Merk en de IoLite-handelsnaam eveneens (zeer) gering is.
1.14.
De (zeer) geringe mate van overeenstemming tussen (het woordelement van) het Merk en (het woordelement van) de IoLite-tekens wordt in dit geval niet gecompenseerd door de hoge mate van soortgelijkheid van de waren en diensten waarvoor zij worden gebruikt. De voorzieningenrechter is dan ook van oordeel dat tussen het Merk en de IoLite-tekens geen verwarring is te duchten. Voor dat oordeel is van belang dat de in het Merk gebruikte woorden ‘Vision’, ‘Light’ en ‘Tech’ (dat laatste kort voor ‘Technology’) alle drie in aanzienlijke mate beschrijvend zijn voor de branche waarin VLT actief is en, daarmee, voor de waren en diensten die zij aanbiedt (optische instrumenten voor industrieel gebruik / machine vision systemen). Aan die woorden komt – ieder apart beschouwd – daarom geen onderscheidend vermogen toe. Gelet daarop dient enig onderscheidend vermogen van het woordelement van het Merk te worden toegerekend aan de specifieke combinatie van de woorden ‘Vision Light Tech’, dat in zoverre een (ondeelbaar) geheel vormt. Nu de woordcombinatie ‘IoLite-vision’ en de vormgeving van (het beeldelement in) het IoLite-logo sterk afwijken van de specifieke woordcombinatie ‘Vision Light Tech’ en de vormgeving van (het beeldelement in) het Merk, zullen zij ieder een verschillende totaalindruk wekken bij het relevante publiek, dat in dit geval – gelet op de specifieke (en kostbare) aard van de aangeboden waren en diensten – in hoge mate gespecialiseerd is en dus bovengemiddeld oplettend zal zijn.
1.15.
Gelet op het voorgaande luidt de slotsom dat IoLite geen inbreuk maakt op het Merk van VLT als bedoeld in artikel 2.20 lid 2 onder b BVIE.
Inbreuk op handelsnaamrecht? Nee
1.16.
Hetgeen hiervoor over de vergelijking tussen het Merk en de IoLite-tekens is overwogen, waaronder het onder 1.14 overwogene omtrent het (beperkte) onderscheidend vermogen van de woordcombinatie ‘Vision Light Tech’ die VLT (ook) als handelsnaam voert, gaat evenzeer op in het kader van de beoordeling of sprake is van inbreuk op het handelsnaamrecht van VLT (als bedoeld in de artikelen 5 en 5a Hnw4). Onder verwijzing naar die overwegingen concludeert de voorzieningenrechter dat bij het in aanmerking te nemen publiek dat over specialistische kennis van het betreffende marktsegment beschikt en een hoog aandachtsniveau heeft, geen verwarring te duchten is tussen de handelsnaam van VLT en de IoLite-handelsnaam.
1.17.
Dat betekent dat IoLite geen inbreuk maakt op een aan VLT toekomend handelsnaamrecht.
1.18.
Tot slot vordert VLT dat IoLite het gebruik van de kleur paars op haar website (beschikbaar via <www.iolite-vision.nl>) staakt. Ter zitting heeft VLT verduidelijkt dat IoLite inbreuk maakt op de aan de website van VLT (beschikbaar via <www.visionlighttech.nl>) verbonden auteursrechten die aan VLT toebehoren, omdat de ‘look and feel’ van de website van IoLite door het gebruik van de kleur paars onnodig veel overeenkomt met de website van VLT. Zij grondt haar vordering op onrechtmatige daad in de zin van artikel 6:162 BW5 dan wel inbreuk op een aan VLT toekomend auteursrecht.
1.19.
De voorzieningenrechter volgt VLT niet in haar betoog. Zonder nadere toelichting van VLT, die ontbreekt, valt voorshands niet in te zien dat VLT over enig (alleen)recht op de kleur paars beschikt op basis waarvan zij het gebruik van die kleur door anderen, waaronder door IoLite, kan verbieden. Bovendien is de voorzieningenrechter op basis van de door VLT overgelegde screenshots van zowel de website van VLT als die van IoLite (zie de door VLT overgelegde producties 8 en 9) van oordeel dat beide websites ondanks het gebruik van de min of meer overeenstemmende kleuren blauw en paars, een duidelijk verschillende uitstraling hebben. Om in auteursrechtelijke termen te spreken heeft IoLite met (het ontwerp van) haar website (ruim) voldoende afstand genomen van (het ontwerp van) de website van VLT. Van onrechtmatig handelen door IoLite is geen sprake.
1.20.
De slotsom is dat alle vorderingen van VLT zullen worden afgewezen.
1.21.
VLT zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van dit geding. IoLite heeft aanspraak gemaakt op de redelijke en evenredige proceskosten zoals bedoeld in artikel 1019h Rv en ter onderbouwing van haar advocaatkosten een specificatie in het geding gebracht. De door haar opgevoerde advocaatkosten tellen op tot een bedrag van € 1.766,-.
1.22.
Deze zaak gaat om handhaving van intellectuele eigendomsrechten in de zin van artikel 1019h Rv. Om de redelijkheid en evenredigheid van de opgevoerde advocaatkosten te kunnen beoordelen, sluit de voorzieningenrechter aan bij de Indicatietarieven in IE-zaken (versie april 2017). De daarin vermelde tarieven worden geacht redelijk en evenredig te zijn. De voorzieningenrechter merkt de onderhavige zaak aan als vallend in de categorie eenvoudig, met een maximumtarief van € 6.000,-. Nu het gevorderde bedrag binnen het maximumtarief valt, zal dat volledig worden toegewezen. De advocaatkosten van € 1.766,- zullen worden verhoogd met € 676,- aan griffierecht, waarmee het totaalbedrag uitkomt op € 2.442,-.
1.23.
Onder de proceskosten vallen ook de niet afzonderlijk gevorderde nakosten. De nakosten worden begroot op het bedrag genoemd in het liquidatietarief civiel (€ 173,-). In geval van betekening worden een extra bedrag aan salaris (€ 90,-) en de explootkosten van betekening toegekend.
1.24.
Nu IoLite dat niet heeft gevorderd, ziet de voorzieningenrechter geen aanleiding om de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.