Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBDHA:2023:21763

Rechtbank Den Haag
11-10-2023
12-02-2024
23/5106
Bestuursrecht
Voorlopige voorziening

voorlopige voorziening tegen het openbaarmakingsbesluit van de KSA. Geen spoedeisendbelang.

Rechtspraak.nl

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht

zaaknummer: SGR 23/5106


uitspraak van de voorzieningenrechter van 11 oktober 2023 in de zaak tussen


de rechtspersoon naar het recht van [verzoekster], uit [vestigingsplaats] (Malta), verzoekster

(gemachtigde: mr. M. van Weeren en mr. G.J.P. Pannekoek),

en

de raad van bestuur van de Kansspelautoriteit, verweerder

(gemachtigde: mr. drs. T.F. Prins en mr. K. Hollemans).

Inleiding

1.1

Bij besluit van 25 juli 2023 (openbaarmakingsbesluit) heeft verweerder besloten tot openbaarmaking van het besluit van dezelfde datum (boetebesluit), waarin verweerder een bestuurlijke boete van € 2.074.000,- aan verzoekster heeft opgelegd voor overtreding van de Wet op de Kansspelen.

1.2.

Verzoekster heeft bezwaar gemaakt tegen het openbaarmakingsbesluit. Ook heeft zij de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.

1.3.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

1.4.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 2 oktober 2023 op zitting behandeld, gezamenlijk met het verzoek met zaaknummer SGR 23/5105, inzake het boetebesluit. Na de zitting zijn de zaken gesplitst. In beide zaken wordt afzonderlijk uitspraak gedaan.

1.5.

Verzoekster en verweerder hebben zich op zitting laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

Waar gaat deze zaak over?

2. Verweerder heeft aan verzoekster een boete van € 2.074.000,- opgelegd omdat zij – kort gezegd – zonder vergunning gelegenheid heeft gegeven aan consumenten in Nederland om via haar website deel te nemen aan kansspelen.1 Verweerder wil het boetebesluit openbaar maken.2 Verzoekster is het daar niet mee eens. Zij heeft de voorzieningenrechter primair verzocht om het openbaarmakingsbesluit te schorsen, subsidiair om verweerder op te dragen de bestreden besluiten volledig te anonimiseren en meer subsidiair om verweerder op te dragen de bestreden besluiten niet openbaar te maken totdat verzoekster in de gelegenheid is gesteld om schriftelijk en gemotiveerd te mee te delen welke gegevens in het bestreden besluit openbaar gemaakt kunnen worden.

Wat is het oordeel van de voorzieningenrechter?

Is er sprake van een spoedeisend belang?

3. Een procedure bij de voorzieningenrechter is een spoedprocedure. Deze procedure kan alleen worden gevoerd als er een spoedeisend belang is, waardoor iemand niet kan wachten op een beslissing op zijn bezwaar- of beroepschrift. Voordat de zaak inhoudelijk kan worden behandeld, moet eerst worden beoordeeld of er sprake is van een spoedeisend belang bij het treffen van de gevraagde voorlopige voorziening.

3.1.

Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is er in dit geval sprake van een spoedeisend belang, omdat de openbaarmaking van het boetebesluit onomkeerbaar is.

Belangenafweging

4. De vraag of het boetebesluit openbaar mag worden gemaakt hangt samen met de beoordeling of verweerder terecht een boete (van dergelijke hoogte) aan verzoekster heeft opgelegd. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter leent de voorlopige voorzieningenprocedure zich in dit geval niet voor die beoordeling. De voorzieningenrechter zal dan ook alleen beoordelen of het belang van verzoekster bij toewijzing van de gevraagde voorziening, opweegt tegen het algemeen belang van verweerder bij afwijzing daarvan. Daarbij komt aan het algemeen belang een groot gewicht toe.

4.1.

Verzoekster heeft in dit kader aangevoerd dat openbaarmaking van het boetebesluit haar reputatie ernstig zal aantasten. De publicatie zal veel negatieve publiciteit tot gevolg hebben, waardoor verzoekster in een kwaad daglicht wordt gesteld. Het publiceren van de ongefundeerde beschuldigingen tast het vertrouwen van klanten, partners, investeerders en betalingsproviders in verzoekster aan. Dit kan tot gevolg hebben dat deze partijen minder snel in zee zullen gaan met verzoekster. Zeker nu er slechts 6 Nederlandse bezoekers geld hebben gestort in een account op de website van verzoekster zijn de gevolgen van openbaarmaking niet in verhouding tot de eventuele overtreding.

4.2.

De voorzieningenrechter stelt vast dat het boetebesluit is genomen in het kader van de wettelijke taak van verweerder toezicht te houden op de naleving van regelgeving en de daarmee samenhangende bevoegdheid om handhavend op te treden tegen overtreding van die regelgeving. Het past in het kader van deze toezichthoudende taak dat boetebesluiten worden gepubliceerd, zodat bekendheid wordt gegeven aan de wijze van uitvoering van deze taak en de consument wordt gewaarschuwd.3 Verweerder heeft er terecht op gewezen dat er een preventieve werking uitgaat van openbaarmaking van de besluiten. Ook heeft verweerder kenbaar gemaakt dat bij de publicatie van besluiten altijd wordt vermeld, of er rechtsmiddelen tegen de besluiten zijn ingesteld, of nog kunnen worden ingesteld. Daardoor is het voor derden duidelijk in hoeverre de besluiten door de bestuursrechter zijn beoordeeld en onherroepelijk zijn.

4.3.

Daarnaast heeft de voorzieningenrechter in de zaak SGR 23/5105 bij uitspraak van heden geoordeeld, dat het boetebesluit niet evident onrechtmatig is.

4.4.

Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft verweerder daarom in dit geval zijn belangen bij openbaarmaking van het boetebesluit zwaarder mogen laten wegen, dan het belang van verzoekster om geen nadelen te ondervinden door die openbaarmaking.

Conclusie

5. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.

Deze uitspraak is gedaan door mr. G.P. Kleijn, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M.H.T. van Bruggen, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op
11 oktober 2023.

griffier

voorzieningenrechter

Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

1 Artikel 1, eerste lid, aanhef en onder a en artikel 35a van de Wet op de Kansspelen (Wok).

2 Artikel 3.1. van de Wet open overheid (Woo).

3 Zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 22 februari 2017, ECLI:NL:RVS:2017:484 (rechtsoverweging 10).

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.