11 De beslissing
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, zoals hierboven onder 3.4 bewezen is verklaard, en dat het bewezen verklaarde uitmaakt:
medeplegen van met het oogmerk dat daarmee een misdrijf als bedoeld in artikel 138ab, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht wordt gepleegd, een technisch hulpmiddel dat hoofdzakelijk geschikt gemaakt of ontworpen is tot het plegen van een zodanig misdrijf, verwerven en voorhanden hebben;
ten aanzien van de feiten 2 en 6:
medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd
medeplegen van met het oogmerk dat daarmee een misdrijf als bedoeld in artikel 138ab, eerste lid van het Wetboek van Strafrecht wordt gepleegd, een computerwachtwoord, toegangscode of een daarmee vergelijkbaar gegeven waardoor toegang kan worden verkregen tot een geautomatiseerd werk of een deel daarvan, voorhanden hebben;
ten aanzien van de feiten 3 en 4:
medeplegen van computervredebreuk, meermalen gepleegd
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels, meermalen gepleegd;
medeplegen van gewoontewitwassen;
deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven;
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van 360 (DRIEHONDERDZESTIG) DAGEN;
bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk gedeelte van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
bepaalt dat een gedeelte van die straf, groot 313 (DRIEHONDERDDERTIEN) DAGEN, niet zal worden tenuitvoergelegd onder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op twee jaren vastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit,
en onder de bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde zich binnen drie dagen na het ingaan van de proeftijd meldt bij Reclassering Nederland op het adres Bezuidenhoutseweg 179 in Den Haag. De veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
geeft opdracht aan Reclassering Nederland tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde voorwaarde en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden. Voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
veroordeelt de verdachte voorts tot:
een taakstraf voor de tijd van 360 (DRIEHONDERDZESTIG) UREN;
beveelt, voor het geval dat de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de tijd van 180 (HONDERDTACHTIG) DAGEN;
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer 4] hoofdelijk toe tot een bedrag van € 4.837,67, bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 7 oktober 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt de verdachte tevens hoofdelijk in de proceskosten van de benadeelde partij, begroot op nihil, en de kosten die ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog gemaakt moeten worden;
legt aan de verdachte hoofdelijk de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 4.837,67, bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 7 oktober 2020 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling kan gijzeling worden toegepast voor 58 dagen, waarbij de toepassing van deze gijzeling de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet opheft;
bepaalt dat als de verdachte de toegewezen schadevergoeding deels of geheel aan de benadeelde partij heeft betaald, de verdachte niet verplicht is om dat deel te betalen aan de Staat en dat als de verdachte het toegewezen bedrag deels of geheel aan de Staat heeft betaald, de verdachte niet verplicht is om dat deel aan de benadeelde partij te betalen;
bepaalt dat als een van de mededaders de toegewezen schadevergoeding deels of geheel aan de benadeelde partij heeft betaald en/of de betalingsverplichting aan de Staat deels of geheel heeft voldaan, de verdachte niet meer verplicht is om dat deel te betalen of te voldoen;
bepaalt dat de benadeelde partij [slachtoffer 13] niet-ontvankelijk is in de vordering tot schadevergoeding;
veroordeelt de benadeelde partij in de kosten van de verdachte gemaakt ter verdediging tegen de vordering, begroot op nihil;
gelast de teruggave aan de redelijkerwijs als rechthebbende aan te merken persoon van het op de beslaglijst onder 3 genoemde voorwerp, te weten: 1 STK telefoontoestel (merk LG);
heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte.
Dit vonnis is gewezen door
mr. B.W. Mulder, voorzitter,
mr. P.G. Salvadori, rechter,
mr. D.L.S. Ceulen, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. M. den Besten, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 3 april 2023.
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1
hij op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 juni 2019 tot en met 13 juli 2021 te ’s-Gravenhage, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk dat daarmee een misdrijf als bedoeld in artikel 138ab, eerste lid, 138b of 139c wordt gepleegd,
een of meerdere technische hulpmiddelen, die (telkens) hoofdzakelijk geschikt gemaakt of ontworpen zijn tot het plegen van zodanig misdrijf, heeft verworven, ingevoerd en/of voorhanden heeft gehad, immers heeft hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, één of meerdere betaalfraudepanels/of phishingpanels gekocht en/of aangeschaft, in elk geval voorhanden gehad, welke voornoemde panels, ontworpen met het oog op gebruikers van Itsme en/of klanten van de Argenta Bank en/of Axa Bank en/of Belfius Bank en/of BNP Paribas en/of ING Bank en/of KBC Bank, (vervolgens) werden gebruikt om phishing en/of bankfraude en/of betaalfraude mee te plegen, waarbij gebruikers van voornoemde (digitale identiteits)applicatie en/of klanten van één of meerdere (hierboven genoemde) banken werden bewogen tot het afgeven van (inlog)gegevens, met welke (inlog)gegevens vervolgens wederrechtelijk werd ingelogd op de servers van de online bankieren omgevingen van de banken en/of voornoemde klanten;
2
hij op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 30 maart 2020 tot en met 13 juli 2021 te ‘s-Gravenhage, in elk geval in Nederland en/of in België, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, hetzij door het aannemen van een valse naam of van een valse hoedanigheid, hetzij door listige kunstgrepen, hetzij door een samenweefsel van verdichtsels,
een groot aantal (in ieder geval zo’n 1.183) perso(o)n(en), waaronder in elk geval:
- [slachtoffer 1] (dossier 1);
- [slachtoffer 2] (dossier 3);
- [slachtoffer 3] (dossier 4);
- [slachtoffer 14] (dossier 9);
- [slachtoffer 15] (dossier 10);
- [slachtoffer 16] en/of [slachtoffer 4] (dossier 27);
- [slachtoffer 5] (dossier 33);
- [slachtoffer 17] (dossier 70);
- [slachtoffer 18] (dossier 80);
- [slachtoffer 13] (dossier 97);
- [slachtoffer 6] (dossier 148);
- [slachtoffer 7] (dossier 156);
- [slachtoffer 8] (dossier 162);
heeft bewogen tot het ter beschikking stellen van gegevens, te weten:
- rekeninggegevens en/of
- pincode(s) en/of
- verificatiecode(s) en/of
- de (inlog)gegevens (gebruikersnaam en/of wachtwoord) en/of
- overige gegevens
voor het gebruik van Itsme en/of (internet)bankieren bij de Argenta Bank en/of Axa Bank en/of Belfius Bank en/of BNP Paribas en/of ING Bank en/of KBC Bank,
door - zakelijk weergegeven -
aan voornoemde (rechts)perso(o)nen een (SMS- en/of e-mail- en/of WhatsApp-)bericht te sturen, danwel ze via Google Ads naar een phishing site (toe) te lokken/leiden, waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich voordeed/voordeden als zijnde Itsme en/of de Argenta Bank en/of Axa Bank en/of Belfius Bank en/of BNP Paribas en/of ING Bank en/of KBC Bank,
en/of een (bonafide) verkoper op 2ehands.be,
waarbij men telkens in het bericht dan/wel (in geval van Google Ads) in de Google zoekresultaten werd bewogen een URL (link) te openen / op een URL (link) te klikken,
waarna voornoemde (rechts)perso(o)n(en) werd(en) doorgeleid naar een door verdachte(n) beheerde website, waar zij zijn bewogen tot afgifte van voornoemde gegevens;
3
hij op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 30 maart 2020 tot en met 13 juli 2021 te ‘s-Gravenhage, in elk geval in Nederland en/of in België, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen opzettelijk en wederrechtelijk is binnengedrongen in een geautomatiseerd werk of in een deel daarvan, te weten server(s) van de(beveiligde) internetbankieren omgeving|(en) van de Argenta Bank en/of Axa Bank en/of Belfius Bank en/of BNP Paribas en/of ING Bank en/of KBC Bank, althans een de(e)l(en) daarvan, waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) de toegang tot de geautomatiseerde werken heeft/hebben verworven met behulp van (een) valse sleutel(s),
- te weten de (inlog)gegevens benodigd voor het internetbankieren van geautoriseerde klant(en) van de Argenta Bank en/of Axa Bank en/of Belfius Bank en/of BNP Paribas en/of ING Bank en/of KBC Bank,
en/of
- door het aannemen van een valse hoedanigheid, te weten als zijnde een of meer geautoriseerde klant(en) van de Argenta Bank en/of Axa Bank en/of Belfius Bank en/of BNP Paribas en/of ING Bank en/of KBC Bank;
4
hij op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 30 maart 2020 tot en met 13 juli 2021 te ‘s-Gravenhage, in elk geval in Nederland en/of in België, tezamen en in vereniging met een ander(en), althans alleen, meermalen, althans éénmaal, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen één of meerdere geldbedrag(en), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan één of meerdere klanten van de Argenta Bank en/of Axa Bank en/of Belfius Bank en/of BNP Paribas en/of ING Bank en/of KBC Bank, waaronder in elk geval:
- [slachtoffer 1] (€ 1.119,79) (dossier 1);
- [slachtoffer 2] (€ 1.249,44) (dossier 3);
- [slachtoffer 3] (€ 955,20) (dossier 4);
- [slachtoffer 14] (€ 1148,23 en/of € 2.222,32 en/of 2.133,43) (dossier 9);
- [slachtoffer 15] (€2.476,57) (dossier 10);
- [slachtoffer 16] en/of [slachtoffer 4] (€ 2344,45 en 2493,22) (dossier 27);
- [slachtoffer 5] (€ 22.482,37) (dossier 33);
- [slachtoffer 17] (€ 2386,88) (dossier 70);
- [slachtoffer 18] (€1369,87) (dossier 80);
- [slachtoffer 13] (€ 2.439,12 en/of € 2.432,23 en/of € 2.413,22) (dossier 97);
- [slachtoffer 6] (€ 2351,57) (dossier 148);
- [slachtoffer 7] (€ 2012,-) (dossier 156);
- [slachtoffer 8] (€ 1.096,11 en/of € 2.306,50) (dossier 162);
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, immers heeft verdachte, tezamen en in vereniging, althans alleen, - zich (telkens) toegang verschaft tot de Argenta Bank en/of Axa Bank en/of Belfius Bank en/of BNP Paribas en/of ING Bank en/of KBC Bank (internet)bankrekening(en) van één of meerdere klant(en) van voornoemde bank(en), met gebruikmaking van aan deze klant(en) toebehorende (inlog)gegevens,- waarna verdachte en/of zijn mededader(s) één of meerdere geldbedrag(en) van de bankrekening(en) van voornoemde klant(en), heeft overgemaakt naar één of meerdere bankrekening(en) van zichzelf/henzelf en/of (een) derde(n);
5
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 30 maart 2020 tot en met 13 juli 2021, te ‘s-Gravenhage, in elk geval in Nederland en/of in België, tezamen en in vereniging met anderen, althans alleen, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, door van (een) voorwerp(en), te weten meerdere (grote) geldbedragen (van in totaal - in ieder geval - zo’n € 420.000,-), de herkomst en/of vervreemding en/of verplaatsing te verhullen en/of die voorwerpen te verwerven en/of voorhanden te hebben en/of om te zetten en/of van die voorwerpen gebruik te maken,
immers hebben verdachte en medeverdachten wederrechtelijk toegang verkregen tot de servers van de (beveiligde) internetbankieren omgeving van de banken van meerdere slachtoffers en hebben zij vervolgens (meermalen)
-de digitale banktegoeden omgezet in cryptocurrencies en/of deze vervolgens weer verder door geboekt en/of omgezet en/of;
-de digitale banktegoeden overgeboekt naar (meestal buitenlandse) bankrekeningen op naam van anderen (zogenaamde moneymules) en/of deze vervolgens weer verder door geboekt en/of omgezet;
welke geldbedragen - middellijk of onmiddellijk - van misdrijf afkomstig zijn, terwijl hij en zijn mededaders wisten dat die voorwerpen - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf.
6
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 20 september 2020 tot en met 8 februari 2021 te ’s-Gravenhage, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
1.183, althans meerdere, gebruikersnamen en/of (daarbij behorende) wachtwoorden en/of andere inloggegevens en/of daarmee vergelijkbare gegevens (ten behoeve van internetbankieren), waardoor toegang kon worden gekregen tot een (deel van een) geautomatiseerd werk, voorhanden heeft gehad, met het oogmerk dat daarmee een misdrijf als bedoeld in artikel 138ab, eerste lid, 138b of 139c Wetboek van strafrecht werd gepleegd, door op/in een betaalfraudepanel, in elk geval op/in een gegevensdrager, een lijst (met zogeheten “entries”) voorhanden te hebben met hierop/hierin voornoemde gegevens;
7
Hij, in de periode van 15 maart 2020 tot en met 13 juli 2021 te ’s-Gravenhage, in elk geval in Nederland en/of in België, heeft deelgenomen aan een organisatie,
die bestond uit verdachte en/of medeverdachte [verdachte 1] en/of haiku ( [verdachte 2] ) en/of ANO 026 / Jerry V2.0 en/of PHANTOM en/of 3AKABOUZ en/of EXP en/of meer andere personen,
welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven,
welke gericht waren tegen (klanten van) verschillende banken, te weten de Argenta Bank en/of Axa Bank en/of Belfius Bank en/of BNP Paribas en/of ING Bank en/of KBC Bank, namelijk:
- oplichting (artikel 326 Wetboek van Strafrecht) en/of
- het verwerven en voorhanden hebben van (een) computerwachtwoord(en), toegangscode(s) of daarmee vergelijkba(a)r(e) gegeven(s), waardoor toegang kan worden verkregen tot (een) (gedeelte van een) geautomatiseerd(e) werk(en) (artikel 139d Sr) en/of
- computervredebreuk (artikel138ab Wetboek van Strafrecht) en/of
- diefstal door middel van braak/verbreking, inklimming en/of een valse sleutel (artikel 311 Wetboek van Strafrecht) en/of
- gewoontewitwassen (artikel 420ter jo. 420bis Wetboek van Strafrecht).