2 De tenlastelegging
Aan de verdachte is bij dagvaarding I en bij dagvaarding II ten laste gelegd dat:
Dagvaarding I
1
zij op of omstreeks 27 april 2024 te ’s-Gravenhage tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een portemonnee, meerdere pinpassen, een identiteitsbewijs en/of een geldbedrag van 45 euro, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [naam 1] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2
zij op of omstreeks 27 april 2024 te ’s-Gravenhage tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een geldbedrag van 24,99 euro en/of 25,09 euro, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [naam 1] in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om
het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of haar mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat weg te nemen geldbedrag onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, door onbevoegd gebruik te maken van de pinpas van die [naam 1] en/of met de pinpas van die [naam 1] een of meerdere malen (contactloos) te betalen;
3
zij op of omstreeks 29 maart 2024 te ’s-Gravenhage tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een geldbedrag van 132,23 euro, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [naam 2] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of haar mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat weg te nemen geldbedrag onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, door onbevoegd gebruik te maken van de pinpas van die [naam 1] en/of met de pinpas van die [naam 2] een of meerdere malen (contactloos) te betalen;
4
zij op of omstreeks 11 maart 2024 te ’s-Gravenhage tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een portemonnee met inhoud, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [naam 3] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich
wederrechtelijk toe te eigenen;
5
zij op of omstreeks 3 april 2024 te ’s-Gravenhage tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een geldbedrag van 21,30 euro en/of 23,10 euro, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [naam 4] in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of haar mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat weg te nemen geldbedrag onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, door onbevoegd gebruik te maken van de pinpas van die [naam 4] en/of met de pinpas van die [naam 4] een of meerdere malen (contactloos) te betalen;
6
zij op of omstreeks 18 maart 2024 te ’s-Gravenhage tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een geldbedrag van 18,98 euro en/of 4,48 euro, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [naam 5] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of haar mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat weg te nemen geldbedrag onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, door onbevoegd gebruik te maken van de pinpas van die [naam 5] en/of met de pinpas van die [naam 5] een of meerdere malen (contactloos) te betalen;
Dagvaarding II
zij op of omstreeks 17 april 2024 te ’s-Gravenhage tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een geldbedrag van 31,90 euro, 11,00 euro en/of 11,05 euro, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [naam 6] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of haar mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat weg te nemen geldbedrag onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, door onbevoegd gebruik te maken van de pinpas van die [naam 6] en/of met de pinpas van die [naam 6] een of meerdere malen (contactloos) te betalen.
11 De beslissing
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de bij dagvaarding I, onder 1 en 4 ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte de bij dagvaarding I onder 2, 3, 5 en 6, en de bij dagvaarding II ten laste gelegde feiten heeft begaan, zoals hierboven onder 3.7 bewezen is verklaard en dat het bewezen verklaarde uitmaakt:
t.a.v. dagvaarding I, feit 2, 3, 5, 6 en dagvaarding II, telkens:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels;
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van 20 (TWINTIG) MAANDEN;
bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk gedeelte van de haar opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
bepaalt dat een gedeelte van die straf, groot 4 (VIER) MAANDEN, niet zal worden tenuitvoergelegd onder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op twee jaren vastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
en onder de bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich binnen veertien dagen na het ingaan van de proeftijd meldt bij de Reclassering Nederland op het adres Bezuidenhoutseweg 179, 2594 AH Den Haag. De veroordeelde blijft zich gedurende de proeftijd op door de reclassering te bepalen tijdstippen, zo frequent en zolang de reclassering dat nodig acht;
- zich laat behandelen door een zorgverlener, te bepalen door de reclassering, indien de reclassering dit wenselijk en passend acht. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
- zich inspant voor het vinden en behouden van betaald werk, met een vaste structuur. De dagbesteding draagt bij aan het voorkomen van delictgedrag;
- de reclassering inzicht geeft in haar financiën.
geeft opdracht aan Reclassering Nederland tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
- ten behoeve van het vaststellen van haar identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
wijst af het verzoek tot opheffing dan wel schorsing van het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte;
Vorderingen benadeelde partij [naam 2]
bepaalt dat de benadeelde partij [naam 2] niet-ontvankelijk is in de vordering tot schadevergoeding;
Vordering benadeelde partij [naam 5]
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij deels toe tot een bedrag van €23,46 en veroordeelt de verdachte hoofdelijk om dit bedrag, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 18 maart 2024 tot de dag waarop deze vordering is betaald, te betalen aan [naam 5] ;
bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk is in de vordering tot schadevergoeding;
veroordeelt de verdachte tevens hoofdelijk in de proceskosten van de benadeelde partij, begroot op nihil, en de kosten die ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog gemaakt moeten worden;
bepaalt dat als de mededader de toegewezen schadevergoeding deels of geheel aan de benadeelde partij heeft betaald de verdachte niet meer verplicht is om dat deel te betalen of te voldoen;
Schadevergoedingsmaatregel
legt aan de verdachte hoofdelijk op de verplichting om aan de Staat te betalen een bedrag van €23,46, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 18 maart 2024 tot aan de dag dat dit bedrag is betaald, ten behoeve van [naam 5] ;
bepaalt dat als het verschuldigde bedrag niet volledig wordt betaald of kan worden verhaald, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 1 dag; de toepassing van gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op;
bepaalt dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag aan de benadeelde partij de betalingsverplichting aan de Staat in zoverre doet vervallen, en dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag aan de Staat de betalingsverplichting aan de benadeelde partij in zoverre doet vervallen;
Vordering benadeelde partij [naam 6]
bepaalt dat de benadeelde partij [naam 6] niet-ontvankelijk is de vordering tot schadevergoeding voor wat betreft het materiële deel en wijst de vordering voor het overige af;
de inbeslaggenomen goederen;
gelast de teruggave aan [verdachte] van de op de beslaglijst onder 2 en 3 genoemde voorwerpen, te weten: een geldbedrag van €15,- en een geldbedrag van €110,26;
de vordering tenuitvoerlegging van een voorwaardelijk opgelegde straf;
gelast de tenuitvoerlegging van de straf, voorwaardelijk opgelegd bij voormeld vonnis van de politierechter in deze rechtbank d.d. 18 september 2023, gewezen onder parketnummer 09/222456-23, te weten een gevangenisstraf voor de duur van twee maanden.
Dit vonnis is gewezen door
mr. E.C. Kole, voorzitter,
mr. C.M.A. de Koning, rechter,
mr. L.E. van Zijl, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. F.A.M. Schuijt, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 23 augustus 2024.
mr. L.E. van Zijl is buiten staat dit vonnis te ondertekenen.
Bijlage A
Gebruikte bewijsmiddelen
Bijlage B
Lijst van inbeslaggenomen voorwerpen