2. MAXIMUS GERECHTSDEURWAARDERS EN INCASSO B.V. te Barendrecht,
advocaat: mr. E.A.L. van Emden,
3. [naam 5], te [woonplaats 4] ,
advocaat: mr. E.A.L. van Emden,
gedaagden in de vrijwaringszaak,
Gedaagden sub 2 en 3 in de vrijwaringszaak worden hierna “Maximus c.s.” genoemd.
1 De procedure
1.1.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder het e-mailbericht van mr. Van Emden waarin zij verbetering verzoekt van het in deze zaak gewezen vonnis van 28 augustus 2024 (art. 31 Rv).
2 De beoordeling
2.1.
Maximus c.s. heeft de rechtbank verzocht om het vonnis van 28 augustus 2024 te herstellen, nu in het vonnis niet mr. Van Emden maar mr. Van Oijen (advocaat van eisers in de vrijwaringszaak) als advocaat van Maximus c.s. wordt vermeld, terwijl mr. Van Emden zich namens hen had gesteld en hen in de procedure heeft vertegenwoordigd. De overige partijen zijn in de gelegenheid gesteld zich over dit verzoek uit te laten. Zij hebben allen schriftelijk aan de rechtbank laten weten van mening te zijn dat het verbeterverzoek terecht is gedaan.
2.2.
De rechtbank is, met partijen, van oordeel dat sprake is van een kennelijke verschrijving. Mr. Van Emden heeft Maximus c.s. in de procedure bijgestaan, niet mr. Van Oijen. Het verzoek zal daarom worden toegewezen, een en ander zoals verder uitgewerkt in het dictum.
3 De beslissing
De rechtbank:
3.1.
verbetert het eerder tussen partijen gewezen vonnis van 28 augustus 2024 in die zin dat waar in de vermelding van partijen sub 2 en 3 in vrijwaring (Maximus Gerechtsdeurwaarders en Incasso B.V. en [naam 5] ) als advocaat mr. V.J.N. van Oijen is vermeld, dient te worden gelezen ‘mr. E.A.L. van Emden’;
3.2.
bepaalt dat deze verbetering onder de vermelding van de datum 4 september 2024 wordt vermeld op de minuut van het vonnis van 28 augustus 2024;
3.3.
gelast elk van partijen, voor zover zij dit niet reeds hebben gedaan, de ontvangen grosse dan wel het ontvangen afschrift van het vonnis van 28 augustus 2024 na ontvangst van dit herstelvonnis aan de griffie van de rechtbank te retourneren.
Dit vonnis is gewezen door (dhr.) mr. S.M. de Bruijn en in het openbaar uitgesproken op 4 september 2024.
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: