Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBDHA:2024:14819

Rechtbank Den Haag
17-01-2024
19-09-2024
09/219192.23 en 09/126895.21 (tul)
Strafrecht
Eerste aanleg - meervoudig,Op tegenspraak

voorbereidingshandelingen van wapenhandel, vuurwapenbezit, witwassen van een fiets, rijden onder invloed. Gevangenisstraf voor de duur van dertig maanden, waarvan tien maanden voorwaardelijk. Ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van tien maanden.

Rechtspraak.nl

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht

Meervoudige kamer

Parketnummer: 09/219192.23 en 09/126895.21 (tul)

Datum uitspraak: 17 januari 2024

Tegenspraak

De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:

[de verdachte] ,

geboren op [geboortedag] 1989 te Curaçao,

op dit moment gedetineerd in de penitentiaire inrichting te [plaats] , locatie: [locatie] .

1 Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden op de terechtzittingen van 4 december 2023 (pro forma) en 3 januari 2024 (inhoudelijke behandeling).

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. A.F. Baas en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsman mr. W.B.O. van Soest naar voren is gebracht.

2 De tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding, die is gewijzigd op de terechtzitting van 3 januari 2024. De tekst van de gewijzigde tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht. Kort gezegd wordt de verdachte verdacht van: 1) bezit van vuurwapens, 2) witwassen van een fiets, 3) rijden onder invloed van drugs en alcohol, en 4) de handel in wapens, subsidiair, de voorbereiding daartoe.

3 De bewijsbeslissing

3.1.

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het onder 1, 2 (impliciet) primair, 3 en 4 subsidiair, tenlastegelegde. Op nadere standpunten zal – voor zover relevant – hierna worden ingegaan.

3.2.

Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft zich ten aanzien van feit 1 en feit 3 gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. De raadsman heeft namens de verdachte vrijspraak van het onder 2 en 4 ten laste gelegde bepleit. Op nadere standpunten zal – voor zover relevant – hierna worden ingegaan.

3.3.

Vrijspraak feit 4 primair

De rechtbank is ten aanzien van het onder 4 primair ten laste gelegde feit, met de officier van justitie en de raadsman, van oordeel dat dit feit niet wettig en overtuigend is bewezen.

3.4.

Opgave van bewijsmiddelen (ten aanzien van feiten 1 en 3)

De rechtbank zal voor de feiten 1 en 3 met een opgave van bewijsmiddelen, als genoemd in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering volstaan. De verdachte heeft deze bewezen verklaarde feiten namelijk bekend en daarna niet anders verklaard. Daarnaast heeft de raadsman geen vrijspraak bepleit.

De officier van justitie heeft met betrekking tot deze feiten eveneens gerekwireerd tot bewezenverklaring.

De rechtbank gebruikt de volgende bewijsmiddelen:

Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL1500-2023271165 en PL1500-2023271173, van de politie eenheid Den Haag, districtsrecherche Den Haag-Zuid, met bijlagen (doorgenummerd pagina 1 t/m 401).

Ter zake van feit 1:

1. De bekennende verklaring van de verdachte ter terechtzitting van 3 januari 2024;

2. Het proces-verbaal van aanhouding verdachte, opgemaakt op 31 augustus 2023 (p. 11-15);

3. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 31 augustus 2023 (p. 99-101);

4. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 31 augustus 2023 (p. 118-120);

5. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 31 augustus 2023 (p. 121-123);

6. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 31 augustus 2023 (p. 124-126);

7. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 31 augustus 2023 (p. 141-144).

Ter zake van feit 3:

1. De bekennende verklaring van de verdachte ter terechtzitting van 3 januari 2024;

2. Het proces-verbaal rijden onder invloed, opgemaakt op 7 oktober 2023 (p. 388-392).

3.5.

Gebruikte bewijsmiddelen

De rechtbank heeft de wettige bewijsmiddelen met de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden als bijlage II aan dit vonnis gehecht.

3.6.

Bewijsoverwegingen

Ter zake van feit 2:

De rechtbank stelt voorop dat voor een bewezenverklaring van het in de delictsomschrijving van art. 420bis, eerste lid, onder b Wetboek van Strafrecht (Sr) opgenomen bestanddeel "afkomstig uit enig misdrijf", niet is vereist dat uit de bewijsmiddelen moet kunnen worden afgeleid dat het desbetreffende voorwerp afkomstig is uit een nauwkeurig aangeduid misdrijf. Wel is voor een veroordeling ter zake van dit wetsartikel vereist dat vaststaat dat het voorwerp afkomstig is uit enig misdrijf. Dat een voorwerp "afkomstig is uit enig misdrijf", kan, indien op grond van de beschikbare bewijsmiddelen geen rechtstreeks verband valt te leggen met een bepaald misdrijf, niettemin bewezen worden geacht, indien het op grond van de vastgestelde feiten en omstandigheden niet anders kan zijn dan dat het in de tenlastelegging genoemde voorwerp uit enig misdrijf afkomstig is.

Indien door het openbaar ministerie feiten en omstandigheden zijn aangedragen die een vermoeden rechtvaardigen dat het niet anders kan zijn dan dat het voorwerp uit enig misdrijf afkomstig is, mag van de verdachte worden verlangd dat hij of zij een concrete, verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring geeft dat het voorwerp niet van misdrijf afkomstig is. De omstandigheid dat zo een verklaring van de verdachte mag worden verlangd, houdt niet in dat het aan de verdachte is om aannemelijk te maken dat het voorwerp niet van misdrijf afkomstig is.

Indien de verdachte zo'n verklaring heeft gegeven, ligt het op de weg van het openbaar ministerie nader onderzoek te doen naar die verklaring. Mede op basis van de resultaten van dat onderzoek zal moeten worden beoordeeld of ondanks de verklaring van de verdachte het witwassen bewezen kan worden op de grond dat (het niet anders kan zijn dan dat) het voorwerp uit enig misdrijf afkomstig is. Indien een dergelijke verklaring is uitgebleven, mag de rechter die omstandigheid betrekken in zijn bewijsoverwegingen.

De rechtbank leidt uit het dossier en het onderzoek ter terechtzitting af dat de bij de verdachte in zijn slaapkamer aangetroffen fiets als gestolen stond geregistreerd. Een aangifte van diefstal maakt onderdeel uit van het dossier. Op grond hiervan acht de rechtbank het vermoeden gerechtvaardigd dat het voorwerp in de tenlastelegging uit enig misdrijf afkomstig is, wat betekent dat van de verdachte mag worden verlangd dat hij een concrete, verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring geeft dat het voorwerp niet van misdrijf afkomstig is.

De verdachte heeft verklaard dat hij niet wist dat de fiets gestolen was en dat dit ook uit geen enkele omstandigheid bleek. Hij heeft de fiets voor € 70,- van een vage bekende op straat gekocht. De fiets werd hem voor € 140,- aangeboden. Bij de aankoop van de fiets kreeg de verdachte geen sleutels en moest hij er zelf een slot op laten zetten.

De rechtbank is van oordeel dat de verklaring die de verdachte heeft gegeven niet als concreet, verifieerbaar en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijk kan worden aangemerkt en stelt daartoe het volgende vast. De verdachte heeft de fiets voor een ongebruikelijk lage prijs van € 70,- gekocht. Immers betrof de nieuwkoopprijs € 1.500,- en hoewel het een fiets uit 2015 betreft, was deze recent opgeknapt. Daarnaast heeft hij de fiets op straat, zonder slot of sleutels, van een ‘man uit de straat’ gekocht, wat naar een feit van algemene bekendheid een indicatie is dat het geen legale verkoop betreft. Ook het feit dat de verdachte nog 50% van de aangeboden prijs kon afdingen had een signaal voor hem moeten zijn dat de fiets uit misdrijf afkomstig zou (kunnen) zijn.

Het aldus door de verdachte geboden tegenwicht tegen de verdenking van witwassen geeft onvoldoende aanleiding tot een nader onderzoek door het openbaar ministerie. Er is daarom geen andere conclusie mogelijk dan dat het ten laste gelegde voorwerp onmiddellijk of middellijk uit enig misdrijf afkomstig is en dat de verdachte dit wist.

De rechtbank komt daarmee tot een bewezenverklaring van het onder 2 ten laste gelegde opzetwitwassen.

Ter zake van feit 4 subsidiair:

De rechtbank stelt voorop dat bij de beantwoording van de vraag of het onder 4 subsidiair ten laste gelegde feit is bewezen, moet komen vast te staan dat de in de tenlastelegging omschreven voorwerpen, stoffen, informatiedragers, ruimten en vervoermiddelen (hierna: de middelen) bestemd waren tot het begaan van het misdrijf, zoals in de tenlastelegging omschreven. Daartoe dient te worden beoordeeld of de middelen afzonderlijk dan wel gezamenlijk, naar hun uiterlijke verschijningsvorm ten tijde van het handelen dienstig konden zijn voor het misdadige doel dat de verdachte met het gebruik daarvan voor ogen had. Voldoende is dat uit de bewijsvoering kan worden afgeleid dat de bewezenverklaarde gedragingen van verdachte strekten ter voorbereiding van dat misdrijf en dat zijn opzet op het begaan daarvan was gericht.​ (HR 20 februari 2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ0213 en HR 9 juni 2015, ECLI:NL:HR:2015:1503).

Uit het procesdossier en het verhandelde ter terechtzitting stelt de rechtbank de volgende feiten vast. Bij de staande houding van de verdachte is een vuurwapen aangetroffen en bij de doorzoeking van zijn woning zijn meerdere wapens (van categorie II en III van de Wet wapens en munitie) en munitie (van categorie III van de Wet wapens en munitie) aangetroffen. Daarnaast zijn twee Samsung telefoons onder de verdachte in beslag genomen. In een van de telefoons zijn meerdere foto’s aangetroffen waarop de verdachte te zien is met een vuurwapen in zijn hand. Op de aangetroffen foto’s zijn vuurwapens te zien die worden herkend als de vuurwapens die bij de verdachte zijn aangetroffen. Daarnaast zijn in de andere telefoon ook meerdere foto’s van vuurwapens aangetroffen. Bovendien zijn in deze telefoon diverse chatgesprekken aangetroffen van de verdachte met derden, veelal in het Papiaments. Een aantal van deze (vertaalde) chats gaan over de aankoop en (door)verkoop van vuurwapens, onderdelen van vuurwapens, munitie en tasers. In de chats worden onder meer prijzen genoemd en afspraken gemaakt om de wapens en munitie te laten zien.

Volgens de verdachte verzamelde hij wapens vanuit een fascinatie en was het zijn hobby. De chats over het verkopen of doorverkopen van wapens waren volgens de verdachte niet serieus bedoeld, maar om mee te “spelen”. Hij zou naar eigen zeggen nooit zijn overgegaan tot een verkoop.

De rechtbank acht deze verklaringen van de verdachte onaannemelijk.

De verdachte beschikte niet over vergunningen en/of erkenningen en de wapens lagen verstopt in tassen of zijn in een gitaarhoes aangetroffen in een kelderbox. Een groot deel van de aangetroffen wapens was geladen met bijbehorende munitie en zodoende klaar voor gebruik. De verdachte is actief benaderd met vragen over de mogelijkheid om een vuurwapen, taser of ander wapen te kunnen kopen en is zelf ook actief in het aanbod daarvan.

De rechtbank overweegt dat het samenstel van de aangetroffen hoeveelheid wapens, munitie en telefoons met expliciete chats over de aan- en doorverkoop van wapens en munitie naar algemene ervaringsregels en de uiterlijke verschijningsvorm zódanig in verband kunnen worden gebracht met - en gericht waren op de handel in wapens, althans de voorbereiding daarvan, dat het niet anders kan dan dat de verdachte zich met voorbereidingshandelingen van wapenhandel heeft beziggehouden in de tenlastegelegde periode.

De rechtbank is met betrekking tot het onder 4 ten laste gelegde feit van oordeel dat dit feit wettig en overtuigend is bewezen.

3.7.

De bewezenverklaring

De rechtbank verklaart ten laste van de verdachte bewezen dat:

1

hij op 30 en 31 augustus 2023 te 's-Gravenhage een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten:

- pistool, van een onbekend merk en/of type, kaliber 7.65mm en

- semiautomatisch pistool, van het merk Mauser, type P38, kaliber 9mm en

- hagelgeweer, van het merk Mossberg, type 500A, kaliber 12GA en

- omgebouwd gaspistool, van het merk Ekol, type Gediz, kaliber 9 mm kort,

zijnde telkens (een) vuurwapens in de vorm van een geweer, revolver en/of pistool - telkens met bijbehorende munitie - voorhanden heeft gehad;

2

hij op 31 augustus 2023, te 's-Gravenhage een fiets (merk: Cannondale Tessoro, framenummer: [framenummer] ), voorhanden heeft gehad terwijl hij, verdachte, wist dat dat voorwerp - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;

3

hij op 30 augustus 2023 te ’s-Gravenhage een voertuig, te weten een Volkswagen Polo (kenteken: [kenteken] ), heeft bestuurd, na gebruik van een of meer in artikel 2, van het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer, aangewezen stoffen als bedoeld in artikel 8, eerste lid van de Wegenverkeerswet 1994, te weten alcohol en cannabis, terwijl ingevolge een onderzoek in de zin van artikel 8 van genoemde Wet, het gehalte in zijn bloed bij iedere aangewezen stoffen vermelde meetbare stoffen 2,10 milligram per milliliter ethanol en 2,3 microgram per liter THC bedroeg, zijnde hoger dan de in artikel 3 van het genoemd Besluit, bij die stoffen afzonderlijk vermelde grenswaarde;

4

hij (op een of meer tijdstippen) in de periode van 13 augustus 2019 tot en met 30 augustus 2023 te Den Haag, in elk geval in Nederland, ter voorbereiding van een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, te weten het zonder erkenning ter beschikking stellen aan een ander en/of het verhandelen van één of meer wapens van categorie II en categorie III en munitie van categorie III, als bedoeld in de Wet Wapens en Munitie, telkens opzettelijk voorwerpen en informatiedragers, te weten mobiele telefoons en vuurwapens en munitie bestemd tot het begaan van dat misdrijf, heeft verworven en voorhanden heeft gehad.

Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd en gecursiveerd weergegeven, zonder dat de verdachte daardoor in de verdediging is geschaad.

4 De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5 De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6 De strafoplegging

6.1.

De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft ten aanzien van de feiten 1, 2 en 4 gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht, waarvan 10 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren en met oplegging van de bijzondere voorwaarden zoals door de reclassering geadviseerd. Ten aanzien van feit 3 heeft de officier van justitie gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een onvoorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 9 maanden.

6.2.

Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft zich namens de verdachte op het standpunt gesteld dat gelet op de Penitentiaire Beginselenwet en de regels die daaruit voorvloeien met betrekking tot voorwaardelijke invrijheidstelling, aan de verdachte een geheel onvoorwaardelijke straf moet worden opgelet. In geval aan de verdachte een gevangenisstraf wordt opgelegd voor de duur zoals geëist door de officier van justitie, zal de verdachte immers langer moeten wachten alvorens hij in aanmerking komt voor voorwaardelijke invrijheidstelling, in vergelijking met een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf.

6.3.

Het oordeel van de rechtbank

Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek op de terechtzitting is gebleken. De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.

Ernst van de feiten

De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan vier feiten. De verdachte werd staande gehouden wegens het rijden zonder verlichting. Bij deze staande houding werd duidelijk dat de verdachte onder invloed van alcohol en cannabis had gereden, terwijl hij geen rijbewijs had. Hoewel dit laatste niet ten laste is gelegd, acht de rechtbank het wel kwalijk dat de verdachte onder die omstandigheden achter het stuur is gaan zitten. Hij heeft hiermee immers de verkeersveiligheid van anderen in gevaar gebracht.

Daarnaast bleek bij de staandehouding dat de verdachte een vuurwapen op zak had. Bij de doorzoeking van zijn woning een dag later werden ook andere (vuur)wapens met bijbehorende munitie aangetroffen. Bovendien heeft de verdachte deze wapens en munitie, alsmede twee telefoons, voorhanden gehad met het doel om in wapens te handelen. De verdachte heeft hiermee een bijdrage geleverd aan het ongecontroleerde bezit van wapens en munitie. Dat brengt een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen met zich en leidt tot gevoelens van onveiligheid in de samenleving. Het is immers een feit van algemene bekendheid dat het voorhanden hebben van een vuurwapen met munitie gemakkelijk kan leiden tot het gebruik ervan. Dat is des te meer het geval bij de handel in wapens. Het doel om een wapen daadwerkelijk snel te gebruiken vloeit ook voort uit een van de chats waaraan de verdachte deelnam. De rechtbank rekent het de verdachte aan dat hij kennelijk ondanks deze grote gevaren, slechts zijn eigen financieel gewin voor ogen heeft gehad.

Strafblad

De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafblad van de verdachte van 1 december 2023. Hieruit blijkt dat de verdachte in 2019 is veroordeeld voor overtreding van de Wet Wapens en Munitie en dat hij wegens een veroordeling in 2023 voor een Opiumdelict in een proeftijd liep.

Persoon van de verdachte

De rechtbank heeft kennisgenomen van een reclasseringsadvies over de verdachte van 28 november 2023, waaruit volgt dat de verdachte – hoewel zijn leven op praktisch gebied op orde lijkt te zijn – telkens de verkeerde keuzes maakt waardoor hij met politie en justitie in aanraking komt. De reclassering adviseert daarom bij een veroordeling een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen waarbij aan de verdachte een meldplicht, de verplichting tot deelname aan een gedragsinterventie cognitieve vaardigheden en de verplichting tot meewerken aan middelencontroles als bijzondere voorwaarden worden opgelegd.

Strafoplegging ten aanzien van feiten 1, 2 en 4

Gelet op hetgeen hierboven is overwogen en met name gelet op de ernst van de feiten, is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden volstaan met een lichtere of andere sanctie dan een straf die deels onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt. Verder acht de rechtbank een deels voorwaardelijke gevangenisstraf passend, enerzijds om de ernst van de gepleegde feiten tot uitdrukking te brengen en anderzijds om te bewerkstelligen dat een oplossing wordt gevonden voor de problematiek van de verdachte en zo de kans op recidive terug te dringen.

Naar het oordeel van de rechtbank komt de ernst van de feiten en de andere omstandigheden waarmee de rechtbank rekening houdt, voldoende tot uitdrukking in de door de officier van justitie geëiste straf en de rechtbank acht deze straf ook passend en geboden. De rechtbank zal daarom aan de verdachte een gevangenisstraf opleggen voor de duur van 30 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, met oplegging van de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering.

Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.

Strafoplegging ten aanzien van feit 3

Gelet op hetgeen hierboven is overwogen acht de rechtbank een onvoorwaardelijke rijontzegging voor de duur van 9 maanden passend en geboden.

7 De vordering van de benadeelde partij/de schadevergoedingsmaatregel

[naam] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces en vordert een schadevergoeding van € 3.621,00, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.

7.1

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijk verklaring van de benadeelde partij in haar vordering.

7.2

Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft zich namens de verdachte op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard dient te worden in haar vordering. Ten aanzien van de gestelde geleden schade ten aanzien van de gestolen fiets merkt de raadsman op dat onbekend is of de benadeelde partij de fiets terug heeft gekregen en derhalve of zij daadwerkelijk schade heeft geleden.

7.3

Het oordeel van de rechtbank

De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in de vordering, aangezien aan de benadeelde partij niet rechtstreeks schade is toegebracht door het bewezenverklaarde feit. Immers is niet bewezen dat de verdachte de fiets van de benadeelde partij heeft gestolen, maar het witwassen van de fiets. Aldus kan de rechtbank niet vaststellen dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden door het handelen van de verdachte.

Dit brengt mee dat de benadeelde partij moet worden veroordeeld in de kosten die de verdachte tot aan deze uitspraak in verband met zijn verdediging tegen die vordering heeft moeten maken. De rechtbank begroot deze kosten tot op heden op nihil.

8 De vordering tot tenuitvoerlegging

8.1.

De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft bij vordering van 31 oktober 2023 gevorderd dat de bij parketnummer 09/126895-21 door de politierechter van de rechtbank Den Haag op 15 maart 2023 voorwaardelijke opgelegde geldboete van € 350,00, ten uitvoer wordt gelegd wegens het niet naleven van de algemene voorwaarden.

8.2.

Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft zich namens de verdachte gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.

8.3.

Het oordeel van de rechtbank

De rechtbank acht termen aanwezig voor toewijzing van de vordering van de officier van justitie van 31 oktober 2023 tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde geldboete, waartoe de verdachte werd veroordeeld bij onherroepelijk geworden vonnis van de politierechter in deze rechtbank d.d. 15 maart 2023, nu uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat verdachte de algemene voorwaarde niet heeft nageleefd, doordat deze zich voor het einde van de proeftijd die bij voormeld vonnis was opgelegd, wederom heeft schuldig gemaakt aan strafbare feiten.

9 De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen:

- 14 a, 14b, 14c, 45, 46, 57 en 420bis van het Wetboek van Strafrecht;

- 8 en 176 van de Wegenverkeerswet 1994;

- 9, 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.

Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak rechtens gelden.

10 De beslissing

De rechtbank:

verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 4 primair ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;

verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte de onder 1, 2, 3 en 4 subsidiair ten laste gelegde feiten heeft begaan, zoals hierboven onder 3.7 bewezen is verklaard en dat het bewezen verklaarde uitmaakt:

ten aanzien van feit 1:

handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd;

ten aanzien van feit 2:

witwassen;

ten aanzien van feit 3:

overtreding van artikel 8, vijfde lid, van de Wegenverkeerswet 1994;

ten aanzien van feit 4, subsidiair:

voorbereiding van handelen in strijd met artikel 9 lid 1 van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II, of een vuurwapen van categorie II, strafbaar gesteld bij artikel 55 lid 3, onderdeel a van de Wet wapens en munitie;

verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;

verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;

strafoplegging ten aanzien van de feiten 1, 2 en 4:

veroordeelt de verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 30 (dertig) MAANDEN;

bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk gedeelte van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;

bepaalt dat een gedeelte van die straf, te weten 10 (tien) MAANDEN, niet zal worden tenuitvoergelegd onder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op twee jaren vastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;

en onder de bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:

meldplicht bij de reclassering

- zich binnen drie dagen na het ingaan van de proeftijd meldt bij Reclassering Nederland op het adres [adres 1] te Den Haag. De veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;

gedragsinterventie cognitieve vaardigheden

- actief deelneemt aan de gedragsinterventie CoVa of een andere gedragsinterventie die gericht is op cognitieve vaardigheden. De reclassering bepaalt welke training het precies wordt. De veroordeelde houdt zich aan de afspraken en aanwijzingen van de trainer/begeleider;

Meewerken aan middelencontrole

- meewerkt aan controle van het gebruik van alcohol en drugs om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak de veroordeelde wordt gecontroleerd;

geeft opdracht aan Reclassering Nederland tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;

voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:

  • -

    ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;

  • -

    medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zo lang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;

strafoplegging ten aanzien van feit 3:

veroordeelt verdachte voorts tot:

- ontzegging van de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen voor 9 (negen) MAANDEN;

de vordering van de benadeelde partij;

bepaalt dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk is in de vordering tot schadevergoeding;

veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen die vordering gemaakt, tot op heden begroot op nihil;

de vordering tenuitvoerlegging van een voorwaardelijk opgelegde straf;

gelast de tenuitvoerlegging van de straf, voorwaardelijk opgelegd bij voormeld vonnis van de politierechter in deze rechtbank d.d. 15 maart 2023, gewezen onder parketnummer 09/126895-21, te weten een geldboete van € 350,00 subsidiair 7 dagen vervangende hechtenis.

Dit vonnis is gewezen door

mr. N.F.R. de Rooij, voorzitter,

mr. F.X. Cozijn, rechter,

mr. M.H.J. Doornink, rechter,

in tegenwoordigheid van mr. M.C. Witte-de Vries, griffier,

en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 17 januari 2024.

Bijlage I: tekst tenlastelegging

Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging op de terechtzitting van 3 januari 2024 - ten laste gelegd dat:

1

hij op of omstreeks 30 en/of 31 augustus 2023 te 's-Gravenhage (telkens) een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten:

- pistool, van een onbekend merk en/of type, kaliber 7.65mm en/of

- semi-automatisch pistool, van het merk Mauser, type P38, kaliber 9mm en/of

- hagelgeweer, van het merk Mossberg, type 500A, kaliber 12GA en/of

- omgebouwd gaspistool, van het merk Ekol, type Gediz, kaliber 9 mm kort

zijnde telkens (een) vuurwapens in de vorm van een geweer, revolver en/of pistool - telkens met bijbehorende munitie - voorhanden heeft gehad;

2

hij op of omstreeks 31 augustus 2023, te 's-Gravenhage (van) een fiets (merk: Cannondale Tessoro, framenummer: [framenummer] ), althans een of meer voorwerpen

Sub a

- de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of heeft verhuld, dan wel

- heeft verborgen en/of heeft verhuld wie de rechthebbende(n) op dat /die voorwerp(en) was/waren, en/of

- heeft verborgen en/of heeft verhuld wie dat/die voorwerp(en) voorhanden had(den)

Sub b

- heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen, heeft omgezet,

en/of

- gebruik heeft gemaakt

terwijl hij, verdachte, wist althans redelijkerwijs moest vermoeden dat dat/die voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf;

3

hij op of omstreeks 30 augustus 2023 te ’s-Gravenhage een voertuig, te weten een volkswagen polo (kenteken: [kenteken] ), heeft bestuurd of als bestuurder heeft doen besturen, na gebruik van een of meer in artikel 2, van het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer, aangewezen stoffen als bedoeld in artikel 8, eerste lid van de Wegensverkeerswet 1994, te weten alcohol en/of cannabis, terwijl ingevolge een onderzoek in de zin van artikel 8 van genoemde Wet, het gehalte in zijn bloed bij iedere aangewezen stoffen vermelde meetbare stoffen 2,10 milligram per milliliter ethanol en/of 2,3 microgram per liter THC bedroeg, in elk geval (telkens) zijnde hoger dan de in artikel 3 van het genoemd Besluit, bij die stoffen afzonderlijk vermelde grenswaarde;

4

hij in of omstreeks de periode van 13 augustus 2019 tot en met 30 augustus 2023 te

's-Gravenhage, althans in Nederland, meermalen, zonder erkenning één of meer wapens van categorie II en/of categorie III en/of munitie van categorie II en/of III, heeft vervaardigd en/of heeft getransformeerd en/of in de uitoefening van een bedrijf heeft uitgewisseld en/of heeft verhuurd en/of anderszins ter beschikking heeft gesteld en/of heeft hersteld en/of heeft beproefd en/of heeft verhandeld, van welk feit verdachte een beroep of gewoonte heeft gemaakt.”

hij (op een of meer tijdstippen) in of omstreeks de periode van 13 augustus 2019 tot en met 30 augustus 2023 te Den Haag, in elk geval in Nederland, ter voorbereiding van een/het misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, te weten het zonder erkenning ter beschikking stellen aan een ander en/of het verhandelen van één of meer wapens van categorie II en/of categorie III en/of munitie van categorie II en/of III, als bedoeld in de Wet Wapens en Munitie, van welk feit verdachte een beroep of gewoonte maakt/heeft gemaakt, (telkens) opzettelijk voorwerpen, stoffen, informatiedragers, ruimten en/of vervoermiddelen, te weten een of meer mobiele telefoons en/of een of meer vuurwapens en/of onderdelen daarvan en/of munitie bestemd tot het begaan van dat misdrijf, heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad.

Bijlage II: de bewijsmiddelen ter zake van feit 2 en 4

Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL1500-2023271165 en PL1500-2023271173, van de politie eenheid Den Haag, districtsrecherche Den Haag-Zuid, met bijlagen (doorgenummerd pagina 1 t/m 401).

Ter zake van feit 2:

1. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 31 augustus 2023, voor zover inhoudende (p. 109-110):

Op 31 augustus 2023 was ik, verbalisant [verbalisant] , belast met een doorzoeking in de woning van de verdachte [de verdachte] welke is gelegen aan de [adres 2] te 's-Gravenhage. Toen ik op 31 augustus 2023 in de woning in de slaapkamer van de verdachte [de verdachte] was en was belast met de zoeking van deze slaapkamer zag ik in de slaapkamer een fiets staan. Het viel mij op dat de fiets niet was voorzien van een normaal fietsslot en dat de fiets niet op slot stond. Ik zag dat de fiets bruin van kleur was en van het merk Tesoro. Ik ben op zoek gegaan naar het framenummer van deze fiets. Ik zag op de onderzijde van de fiets een wit stickertje met een barcode op het stickertje. Op het witte stickertje zag ik onder de barcode de letter en- cijfercombinatie [code] staan. Op 31 augustus 2023 raadpleegde ik de Politiesystemen en voerde in het Politiesysteem de letter en- cijfercombinatie [code] in. Ik zag dat de fiets in de Politiesystemen stond als gesignaleerd als zijnde gestolen.

2. Het proces-verbaal van aangifte door [naam] , opgemaakt op 24 oktober 2022, voor zover inhoudende (p. 162-163):


Op 24 oktober 2022 is door mij de door de aangever via internet aangeboden aangifte verwerkt tot een proces-verbaal.

Aangever: [naam]

Verklaring: mijn fiets is vandaag gestolen, hij stond in de fietsenstalling bij station Den Haag Laan van NOI, op dubbel slot. Het is een hele mooie fiets, en hij was zelfs net helemaal opgeknapt.

Object: fiets

Merk/type: Cannondale Tesoro

Kleur: Bruin

Inhoud/specificatie: opvallend zwart leren BBB stuur

Framenummer: [framenummer]

3. De verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 3 januari 2024, voor zover inhoudende:

Ik heb de fiets gekocht van een oude man. Ik kende hem van de straat. We raakten aan de praat. Ik heb onderhandeld. Hij wilde meer, maar ik heb gezegd 70 euro is de maximale prijs.

Nee, de sleutels kreeg ik er niet bij, ik heb er zelf een slot op gezet.

Hij wilde er 140 euro voor hebben.

Ter zake van feit 4:

1. Het proces-verbaal van aanhouding verdachte, opgemaakt op 31 augustus 2023, voor zover inhoudende (p. 11-15):

Op 30 augustus 2023 bevond ik, verbalisant, mij op de Betje Wolffstraat te ’s-Gravenhage.

Ik heb [de verdachte] onderworpen aan een fouillering volgens de Wet Wapens en Munitie. Ik heb de broek een stukje omlaag gedaan en zag dat [de verdachte] nog een broek aanhad. Ik zag dat er een vuurwapen tussen de 2 broeken in geklemd zat.

2. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 31 augustus 2023, voor zover inhoudende (p. 99-101):

Op 31 augustus 2023 was ik belast met een doorzoeking ter inbeslagname, in de woning gelegen aan de [adres 2] te ’s-Gravenhage. Dit betreft het woonadres van verdachte [de verdachte] .

In de kelderbox werden diverse goederen aangetroffen:

- Eén hagelgeweer;

- Acht hagelpatronen;

- Eén stroomstootwapen;

- Eén gasbusje

- Drie pistoolpatronen van diverse kalibers;

- Eén pistool met patroonmagazijn met ongeveer 6 patronen.

In de slaapkamer van [de verdachte] zijn diverse goederen aangetroffen:

- Eén zwarte tas met opschrift ‘Picca’ met daarin één zwart omgebouwd gaspistool met 9 mm munitie kort.

In de woonkamer is het volgende aangetroffen:

- Een zwart doosje met daarin een plastic zakje met hierin drie patronen 9 mm.

In de gangkast werd een zwarte sporttas met daarin een zwart vuurwapen aangetroffen. Na onderzoek bleek dit een zwart palletjes pistool te zijn.

3. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 31 augustus 2023, voor zover inhoudende (p. 87-98):

Op 31 augustus 2023 was ik, verbalisant, op de [adres 2] te 's-Gravenhage. Ik haalde eerst de gitaarhoes uit de kelderbox. Ik keek eerst in het voorvakje van de gitaarhoes. Ik zag een sok welke gevuld was met rondvormige voorwerpen. Bij het openen van deze sok zag ik meerdere patronen liggen. Ik vermoedde dat dit hagelpatronen waren voor een jachtgeweer. Vervolgens maakte ik de gitaarhoes door middel van een rits open. Ik zag bij het opendoen van de gitaarhoes een geweer liggen. Ik vermoedde dat dit een jachtgeweer betrof. Ik deed de Albert Heijn boodschappentas open en ik zag dat er een wit kleurige sok in lag. Ik zag dat de sok gevuld was met een voorwerp. Ik zag dat het voorwerp een vuurwapen gelijkende vorm had. Ik vermoedde dat dit een handvuurwapen betrof. Ook zag ik een zilverkleurige patroonhouder in de tas liggen. Ik zag dat in deze patroonhouder een aantal patronen zaten. Ik vermoedde dat deze patronen voorzien waren van negen millimeter kogelpatronen.

4. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 31 augustus 2023, voor zover inhoudende (p. 118-120):

Aantreffen wapen: de verdachte droeg het vuurwapen in zijn broeksband.

Soort wapen: pistool

Kaliber: 7.65 mm

Categorie wapen: categorie III sub 1 van de Wet wapens en munitie

Aantreffen munitie: bij het wapen zat een patroonmagazijn met munitie

Soort: kogelpatroon

Aantal: 7 stuks

Categorie: categorie III van de Wet wapens en munitie

5. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 31 augustus 2023, voor zover inhoudende (p. 121-123):

Aantreffen wapen: het wapen werd aangetroffen tijdens een doorzoeking in een kelderbox behorende bij perceel [adres 2] te Den Haag

Soort wapen: semi-automatisch pistool

Merk: Mauser

Kaliber: 9mm

Categorie: categorie III sub 1 van de Wet wapens en munitie

In bovengenoemd vuurwapen werd munitie aangetroffen.

Soort: pistoolmunitie

Aantal: 6 stuks

Categorie: categorie III van de Wet wapens en munitie

6. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 21 oktober 2023, voor zover inhoudende (p. 124-126):

Aantreffen wapen: het wapen werd aangetroffen tijdens een doorzoeking in een kelderbox behorend bij perceel [adres 2] te Den Haag.

Soort wapen: hagelgeweer

Merk: Mossberg

Model: 500A

Categorie: categorie III sub 1 van de Wet wapens en munitie

In bovengenoemd vuurwapen werd munitie aangetroffen.

Soort: hagelpatronen

Aantal: 8 stuks

Categorie: categorie III van de Wet wapens en munitie

7. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 31 augustus 2023, voor zover inhoudende (p. 141-144):

Aantreffen wapen: het wapen werd aangetroffen tijdens een doorzoeking in woning, perceel [adres 2] te Den Haag

Soort wapen: omgebouwd gaspistool

Merk: Ekol

Kaliber: 9 mm

Categorie: categorie III sub 1 van de Wet wapens en munitie

8. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 31 augustus 2023, voor zover inhoudende (p. 127-128):

Aantreffen wapen: het wapen werd aangetroffen tijdens een doorzoeking in woning, perceel [adres 2] te Den Haag

Omschrijving wapen: stroomstootwapen

Categorie: categorie II sub 5 van de Wet wapens en munitie

9. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 31 augustus 2023, voor zover inhoudende (p. 131-132):

Aantreffen wapen: het wapen werd aangetroffen tijdens een doorzoeking in woning, perceel [adres 2] te Den Haag

Omschrijving wapen: gasbusje (traangas)

Categorie: categorie II onder 6 van de Wet wapens en munitie

10. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 31 augustus 2023, voor zover inhoudende (p. 135-136):

Aantreffen munitie: het wapen werd aangetroffen tijdens een doorzoeking in woning, perceel [adres 2] te Den Haag

Omschrijving munitie: pistoolmunitie

Categorie: categorie III van de Wet wapens en munitie

11. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 20 oktober 2023, voor zover inhoudende (p. 237-255):

Ik, verbalisant, zag dat het toestel de volgende kenmerken had:

Merk: Samsung

Model: SM-G975F

IMEI: [IMEI]

IMSII: [IMSII]

IMS12: [IMS12]

lk zag dat het volgende telefoonnummer gekoppeld stond aan het whatsapp account dat door de gebruiker van het toestel werd gebruikt: [telefoonnummer 1] .

Op de telefoon zag ik dat er meerdere accounts waren geregistreerd met de volgende

gebruikersnamen:

- Gmail [e-mail 1] [e-mail 2]

- WhatsApp Account Name: [accountnaam 1] Email: [e-mail 3]

- Snapchat Account Name: [gebruikersnaam 1] Name: [gebruikersnaam 2]

- Facebook Account Name: [gebruikersnaam 1] Name: [gebruikersnaam 2]

- Spotify Account Name: [gebruikersnaam 2]

- Instagram Account Name: [instagramnaam] User Name: [gebruikersnaam 3]

- Telegram Account Name: [accountnaam 2]

- WhatsApp Account Name: [accountnaam 3]

In de telefoon trof ik meerdere foto's aan van een man die ik, naar aanleiding van de ID staat foto van [de verdachte] van woensdag 30 augustus 2023, herkende als die van [de verdachte] .

Op de telefoon zijn enkele foto's aangetroffen waarbij [de verdachte] te zien is met hierbij een vuurwapen in zijn hand. Deze foto's zijn waarschijnlijk gemaakt met het toestel in een periode tussen 23 januari 2017 en 6 juli 2023.

Het vuurwapen welke in beslag is genomen tijdens de vervoersfouillering, foto 1, lijkt overeen te komen met een vuurwapen welke [de verdachte] in zijn hand heeft op foto 13, foto 15 en in de video waarvan schermafbeeldingen zijn toegevoegd.

Een vuurwapen welke in beslag is genomen tijdens de doorzoeking aan de [adres 2] , foto 2, lijkt overeen te komen met het vuurwapen welke [de verdachte] in zijn hand heeft op foto 18.

Een geweer welke in beslag is genomen tijdens de doorzoeking aan de [adres 2] , foto 4, lijkt overeen te komen met het geweer welke [de verdachte] in zijn handen heeft of op de foto heeft op foto 9, foto 10, foto 11, foto 20 en foto 21.

Tussen de periode 2 september 2019 en 11 mei 2023 worden er berichten verstuurd en ontvangen via de communicatie app 'Telegram'. Veel van deze gesprekken zijn waarschijnlijk in de taal 'Papiaments'.

Tussen de periode 14 november 2018 en 24 augustus 2021 worden er berichten verstuurd en ontvangen via de communicatie app 'WhatsApp'. Veel van deze gesprekken zijn waarschijnlijk in de taal 'Papiaments'

Ik heb in de telefoon gezocht op de term 'Glock' hier kwamen diverse gesprekken naar voren waarin het woord 'Glock' genoemd was. Deze gespreken zijn waarschijnlijk in de taal 'Papiaments'.

Via de zoekterm 'Glock' zijn er ook enkele contacten in de Telegram account naar voren gekomen met in de naam of Username het woord 'Glock'. Op de telefoon zijn er via de zoekterm 'Glock' ook enkele zoekgeschiedenissen op het web naar voren gekomen.

12. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 21 oktober 2023, voor zover inhoudende (p. 256-265):

lk zag dat het toestel de volgende kenmerken had:

Merk: Samsung

Model: SM-F21B

IMEI I: [1MEII]

IMEI2: [IMEI2]

IMSI: [IMSII]

Ik zag dat het volgende telefoonnummer gekoppeld stond aan het whatsapp account dat door de gebruiker van het toestel werd gebruikt: [telefoonnummer 2] .

In de telefoon trof ik meerdere foto's aan van een man die ik, naar aanleiding van de ID staat foto van [de verdachte] van woensdag 30 augustus 2023, herkende als die van [de verdachte] .

Op het toestel zijn enkele foto's aangetroffen waarbij verschillende vuurwapens te zien zijn als afbeeldingen op een andere telefoon. Deze foto's zijn waarschijnlijk gemaakt met het toestel op 25 mei 2023.

Op de telefoon is er een foto aangetroffen waar vuurwapens te zien zijn en welke waarschijnlijk ontvangen of verzonden zijn via de communicatie app WhatsApp. Deze foto is waarschijnlijk verzonden of ontvangen op 9 juli 2023.

Op de telefoon is een video aangetroffen waarbij een vuurwapen in zijn hand te zien is. Deze video is waarschijnlijk verzonden of ontvangen via de communicatie app 'WhatsApp'. Deze video is waarschijnlijk verzonden of ontvangen op 5 juli 2023. Op de telefoon zijn video's aangetroffen waarbij [de verdachte] te zien is met geld en een vuurwapen in zijn hand. Deze video's zijn waarschijnlijk verzonden of ontvangen via de communicatie app 'WhatsApp'. Deze video's zijn waarschijnlijk verzonden of ontvangen op 26 mei 2023.

Tussen de periode 1 september 2022 en 30 augustus 2023 worden er berichten verstuurd en ontvangen via de communicatie app 'WhatsApp'. Een deel van deze gesprekken zijn waarschijnlijk in de taal 'Papiaments'. In een van de gespreken is te zien dat er foto's van vuurwapens worden verstuurd via de communicatie app WhatsApp'.

13. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 14 november 2023, voor zover inhoudende (p. 266-382):

Bij de aanhouding van verdachte [de verdachte] was deze in bezit van twee Samsung telefoontoestellen. De data van de twee telefoontoestellen werden onderzocht. Hieruit blijkt dat verdachte [de verdachte] de gebruiker is van beide telefoontoestellen.

De data van de beide Samsung telefoontoestellen werd middels speciale software veiliggesteld en onderzocht. Het betreffen de volgende telefoontoestellen:

- Samsung SM-F21B, voorzien van de twee lmei-nummers [1MEII] en [IMEI2] . Voorzien van simkaart, nummer [telefoonnummer 3] .

- Samsung SM-G975F, voorzien van het lmei-nummer [IMEI] . Voorzien van simkaart, nummer [telefoonnummer 4] .

Map " Images."

In de Samsung SM-G975F werden 13 foto's van vuurwapens aangetroffen die in de periode januari 2021 t/m juli 2023 met het toestel (Samsung SM-G975F) zelf waren gemaakt.

In de Samsung SM-F21B werden 7 foto's van vuurwapens aangetroffen. Alle foto's waren met deze Samsung gemaakt op 25 januari 2023. Het betroffen zogenaamde beeldschermfoto's (van wapens) die op een ander toestel afgebeeld waren.

Map " Chats" Handel in wapens

Uit de map " Chats" zijn diverse chatgesprekken van verdachte [de verdachte] met derden aanwezig.

Verschillende chatgesprekken (waaronder vele Whatsapp-spraakberichten) bleken in Papiaments te zijn gevoerd. Deze chats zijn met behulp van tolk RBTVnr. 2942 vertaald. De chatgesprekken betreffen veelal honderden pagina's berichten. Bij de chats-bijlagen wordt een selectie en de vertalingen gevoegd.

Hieronder worden zeven (7) chats weergegeven:

Chat 1 - [codenaam 1]

Start en einde chat: 8-4-2023 t/m 20-8-2023 (111 berichten is 73 pagina's)

Op 3-7-2023 stuurt [codenaam 1] een foto en een filmpje van een vuurwapen. [codenaam 1] biedt deze voor 900 euro te koop aan. [de verdachte] (gebruikersnaam Motherfucker) overlegd, dat hij deze wel kan doorverkopen voor 1400 euro. Beiden pakken dan winst. De details van het wapen wordt besproken. [de verdachte] heeft iemand die het wapen wil kopen. [codenaam 1] zegt dat er ook kogels bij geleverd wordt. De chat-citaten over de vuurwapens zijn bijgevoegd.

Chat 2 - [codenaam 2]

Start en einde chat: 12-12-2021 t/m 4-11-2022 (386 berichten is 88 pagina's)

Op 14-4-2022 en 10-7-2022 stuurt [codenaam 2] een 4-tal foto's van vuurwapens, alsmede twee filmpjes van vuurwapens. In de vuurwapens wordt de werking van de vuurwapens gedemonstreerd. Eén van de vuurwapens heeft een laser op de loop. In de chat worden details en prijzen van de vuurwapens besproken. [codenaam 2] blijkt ook een klant te zijn van [de verdachte] (deze is kapper).

Chat 3 - [codenaam 3]

Start en einde chat: 20-10-2021 t/m 30-10-2021 (19 berichten is 5 pagina's)

Na een whatsapp telefoongesprek appt [de verdachte] enkele uren later "Ik heb een lade met 10 kogels erin die in een Glock of een Luger merk parabell passen." [de verdachte] appt dat het 100 kost.

Chat 4 - [codenaam 4]

Start en einde chat: 27-7-2022 t/m 22-8-2023 (126 berichten is 46 pagina's)

[codenaam 4] vraagt aan [de verdachte] of deze een taser kan leveren. Uit de communicatie blijkt, dat [de verdachte] dit regelt. De vertaalde chat-citaten over de taser zijn bijgevoegd.

Chat 5 - [codenaam 5]

Start en einde chat: 8-10-2021 t/m 18-3-2023 (3355 berichten is 779 pagina's)

Op 16-4-2022 t/m 18-4-2022 appt [codenaam 5] naar [de verdachte] dat hij mensen heeft die "koi man" (=handvuurwapen) nodig hebben. [de verdachte] stuurt terug, dat hij 2 Glocks en één CZ32 heeft. Hierbij noemt [de verdachte] ook de prijzen. [codenaam 5] komt langs waarop [de verdachte] antwoord "Goed maat. Er zijn 2 glocks en een 32CZ. Kom bij mij langs en dan praat ik met je en laat ik ze aan je zien."

Chat 6 - [codenaam 6]

Start en einde chat: 23-6-2023 t/m 3-7-2023 (73 berichten is 17 pagina's)

Op 23-6-2023 zoekt [codenaam 6] contact via de Whatsapp met [de verdachte] . [de verdachte] vraagt vervolgens" He maat, ben je er,... kan je een originele lade voor een glck regelen,.. laat mij meteen weten goed maat,.... Alleen de lade." [codenaam 6] spreekt hierna een voicebericht in "Ja toch,... ik ga voor je kijken en ik laat je weten. Kijk ook naar de dingen voor mij broer,.... Man,.. snelheid. Op 29-6-2023 is er wederom contact tussen de twee. Uit de chat blijkt dat [codenaam 6] iemand wil" pakken" en dat [de verdachte] "scherp en paraat moet blijven." [de verdachte] antwoord "Ja, ik ben er,... ik moet sowieso naar de jungle en daarna heen en weer,.... Juist vandaag heb ik het nog niet meegenomen,.." [codenaam 6] antwoord "Ja,. Blijf in mijn buurt,... hoor je,..."

Chat 7 ----> [telefoonnummer 5]

Start en einde chat: 13-8-2019 Urn 6-10-2019 (79 berichten is 23 pagina's)

Op 29-8-2019 stuurt [de verdachte] drie foto's van vuurwapens naar [telefoonnummer 5] . Dit betreffen foto's van twee pistolen en een machinegeweer. [de verdachte] vraagt hierbij "De bro heeft niet de prijs van alles gestuurd." [telefoonnummer 5] appt hierna is goed mijn broer. Stuur wat je al weet." [de verdachte] stuurt terug "Sowieso heeft hij mij wel gezegd, dat ze allemaal ongeveer 17, 18 zijn,.. eigenlijk is er nog meer maar hij heeft niet alles gestuurd." Vervolgens spreken beide de volgende dag om 5 uur af.

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.