Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBDHA:2024:16664

Rechtbank Den Haag
14-10-2024
14-10-2024
C/09/24/94 R
Insolventierecht
Bodemzaak,Eerste aanleg - enkelvoudig

Toelating tot de Wsnp. Afwijzing verzoek eerdere ingangsdatum. De rechtbank kan niet vaststellen dat de inkomsten boven het vrij te laten bedrag zijn afgedragen (afdrachtverplichting), omdat berekeningen van het Vtlb dan wel de stukken en gegevens die ten grondslag liggen aan die berekeningen ontbreken.

Rechtspraak.nl
Sdu Nieuws Insolventierecht 2024/212

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team Insolventies

insolventienummer: C/09/24/94 R

vonnis van 14 oktober 2024

op het verzoek van:

[verzoeker] ,

wonende te [adres] ,

[postcode] [woonplaats] .

Waar deze zaak over gaat

De heer [verzoeker] bevindt zich in een problematische schuldensituatie. Om tot een oplossing voor zijn schulden te komen heeft de heer [verzoeker] een verzoek gedaan te worden toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). Dit verzoek wordt toegewezen. De rechtbank legt hierna uit waarom zij zo beslist.

1 De procedure

1.1.

De heer [verzoeker] heeft een verzoek ingediend om te worden toegelaten tot de WSNP.

1.2.

De hierna genoemde schuldhulpverlener heeft de rechtbank op 24 en 27 september 2024 aanvullende stukken gezonden.

1.3.

Het verzoek is behandeld op de zitting van 30 september 2024. Met de uitnodiging voor deze zitting is aan de heer [verzoeker] een WSNP-informatieboekje meegezonden. Op de zitting verschenen:

- de heer [verzoeker] ,

- mevrouw C. Haas, schuldhulpverlener van de Financiële Winkel van Delft.

1.4.

Tijdens de zitting heeft de rechtbank bepaald dat de heer [verzoeker] in de gelegenheid wordt gesteld om aanvullende stukken in te dienen. Die stukken heeft de rechtbank ontvangen op 4 en 11 oktober 2024.

2 De beoordeling van het verzoek

Toelating tot de WSNP

2.1.

De heer [verzoeker] kan alleen worden toegelaten tot de WSNP als hij zich in een problematische schuldensituatie bevindt en hij te goeder trouw was bij het ontstaan en onbetaald laten van zijn schulden. De rechtbank kijkt daarbij vooral naar de afgelopen drie jaar. Ook moet de verwachting bestaan dat de heer [verzoeker] aan de verplichtingen van de WSNP zal voldoen.

2.2.

De heer [verzoeker] voldoet aan alle eisen en wordt toegelaten tot de WSNP.

2.3.

De verplichtingen waaraan de heer [verzoeker] tijdens de WSNP moet voldoen staan in het WSNP-informatieboekje beschreven. Samengevat komt dit neer op: een informatieverplichting, een inspanningsverplichting, een verplichting geen nieuwe schulden te laten ontstaan en een afdrachtverplichting.

2.4.

De wet schrijft voor dat de eerste dertien maanden van het traject een postblokkade geldt. Gedurende deze periode zal alle post naar de bewindvoerder gaan. De bewindvoerder stuurt de post na controle weer door aan de heer [verzoeker] .

2.5.

Het WSNP-traject duurt in principe achttien maanden. Als de heer [verzoeker] zich gedurende die periode houdt aan alle verplichtingen die de WSNP met zich brengt, eindigt het traject na verloop van die achttien maanden met de zogenoemde “schone lei”. Dit betekent dat schuldeisers hun vorderingen ten aanzien waarvan de WSNP werkt niet meer op de heer [verzoeker] kunnen verhalen.

Ingangsdatum looptijd van de WSNP

2.6.

Artikel 349a lid 1 van de Faillissementswet (Fw) bepaalt sinds 1 juli 2023 dat de termijn van de WSNP begint te lopen (ingaat) op de dag van de uitspraak tot de toepassing van de WSNP, dan wel de dag waarop de eerste aflossing is gedaan in het kader van een buitengerechtelijke schuldregeling indien die dag eerder is gelegen.

2.7.

De heer [verzoeker] verzoekt om een eerdere ingangsdatum van de WSNP, maar heeft niet gesteld op welke exacte datum of hoeveel maanden voorafgaand aan de datum van een te wijzen toelatingsvonnis de looptijd van de WSNP zou moeten ingaan. De schuldhulpverlener heeft ter zitting meegedeeld dat vanaf augustus 2022 bepaalde bedragen door de heer [verzoeker] zijn afgelost en dat het aldus afgeloste bedrag op de rekening van de budgetbeheerder zou moeten staan.

2.8.

De rechtbank neemt bij de beoordeling van een verzoek om een eerdere ingangsdatum – en daarmee bij de beoordeling van de vraag of sprake is van aflossingen in het kader van een buitengerechtelijke schuldregeling – onder meer het volgende tot uitgangspunt: (1) aflossen is maximaal aflossen, (2) de hoogte van de aflossing wordt vastgesteld aan de hand van het vrij te laten bedrag (Vtlb) zoals berekend met de Vtlb-calculator die via het internet beschikbaar is en (3) invulling van de inspanningsplicht zoals in de WSNP1 waarmee wordt bedoeld:

a. Sollicitatieplicht die op dezelfde wijze wordt ingevuld als in de WSNP.

b. Controle op sollicitatieplicht op vergelijkbare wijze als in de WSNP.

c. Eventuele vrijstelling sollicitatieplicht op vergelijkbare wijze als in de WSNP.

2.9.

Een eerdere ingangsdatum (een ingangsdatum vóór de dag van de WSNP-uitspraak) betekent dat vanaf die eerdere datum de WSNP-regeling met de daaraan verbonden WSNP-verplichtingen gaat gelden. Een van die WSNP-verplichtingen is de afdrachtplicht, die onder meer inhoudt dat maandelijks het verschil tussen de netto inkomsten van een schuldenaar en het Vtlb aan de boedel wordt afgedragen, ofwel – in termen van de wetgever – wordt afgelost. Om voor een eerdere ingangsdatum in aanmerking te komen, moet dus achtereenvolgend maandelijks sprake zijn geweest van aflossingen die ten minste gelijk zijn aan het genoemde verschil tussen de netto inkomsten en het Vtlb.

2.10.

In dit geval blijkt niet dan wel onvoldoende dat de heer [verzoeker] de hiervoor beschreven afdrachtplicht heeft nageleefd. In de eerste plaats ontbreken over de periode voorafgaand aan het WSNP-verzoek met betrekking tot sommige maanden de Vtlb-berekeningen zelf of, als met betrekking tot een bepaalde maand wel een Vtlb-berekening is opgesteld, stukken en gegevens die ten grondslag liggen aan de berekening van dat Vtlb. Uit correspondentie van de budgetbeheerder blijkt dat ook zij niet kan vaststellen welk bedrag door de heer [verzoeker] gereserveerd had moeten worden. Uit door de heer [verzoeker] overlegde stukken lijkt bovendien te volgen dat op enig moment door een schuldeiser loonbeslag is gelegd, maar uit de correspondentie van de budgetbeheerder volgt dat zij niet heeft kunnen vaststellen vanaf wanneer dit beslag ligt. Dit maakt dat de rechtbank niet kan vaststellen dat de heer [verzoeker] in de periode voorafgaand aan zijn WSNP-verzoek zijn inkomsten boven het Vtlb heeft afgedragen. Alleen al om die reden behoort het verzoek om een eerdere ingangsdatum te worden afgewezen. Ten tweede zou volgens een overzicht van de reserveringen een bedrag van € 2.898,40 voor de schuldeisers gereserveerd moeten zijn, maar op de beheerrekening is slechts een bedrag van € 1.938,92 beschikbaar, aldus de budgetbeheerder van de heer [verzoeker] , terwijl de totstandkoming van het laatstgemelde bedrag niet onderbouwd is met bewijsstukken. De rechtbank zal gezien het vorenstaande het verzoek om een eerdere ingangsdatum afwijzen.

3 De beslissing

De rechtbank:

- spreekt de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling uit ten aanzien van:

[verzoeker] ,

geboren op [geboortedag] -1985 te [geboorteplaats] ,

wonende te [adres] , [postcode] [woonplaats] ;

- stelt de termijn van deze regeling vast op achttien maanden, te rekenen vanaf

14 oktober 2024;

- stelt vast dat door deze uitspraak alle gelegde beslagen komen te vervallen;

- benoemt tot rechter-commissaris mr. R. Cats en tot bewindvoerder:

B. van Huessen,

postbus 187

3330 AD Zwijndrecht;

- geeft de bewindvoerder opdracht om de komende dertien maanden de post van de heer [verzoeker] in te zien;

- bepaalt dat de bewindvoerder een voorschot op de vergoeding mag nemen volgens het Besluit vergoeding bewindvoerder schuldsanering. Dit kan alleen:

- zolang de schuldsaneringsregeling loopt en

- voor zover de boedel toereikend is;

- wijst af het meer of anders verzochte.

Dit is een beslissing van mr. J.R. Hagendoorn, rechter, in samenwerking met C. Groesbeek, griffier. Deze beslissing is in het openbaar uitgesproken op 14 oktober 2024.

1 Zie ook: Bijlage III (Landelijk uniforme beoordelingscriteria toelating schuldsaneringsregeling) bij het vanaf 1 juli 2023 geldende Landelijk procesreglement verzoekschriftprocedures insolventiezaken rechtbanken, onder 5.3.6.

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.