Beschikking naar aanleiding van het door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) ingediende verzoek tot het verlenen van een machtiging voor de duur van zes maanden als bedoeld in artikel 24 van de Wet zorg en dwang (Wzd), ten aanzien van:
[cliënt] ,
hierna te noemen: cliënt,
geboren op [geboortedatum] 1927 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
advocaat: mr. B.S. van Haeften te Den Haag.
Procesverloop
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 6 september 2024.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een indicatiebesluit op grond van artikel 3.2.3 van de Wet langdurige zorg van
25 juli 2024;
- een aanvraag voor een rechterlijke machtiging aan het CIZ van 6 september 2024;
- een op 4 september 2024 ondertekende medische verklaring van een ter zake kundige arts, G.D. de Loor, die cliënt met het oog op de machtiging kort te voren heeft onderzocht, maar niet bij haar behandeling betrokken was.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 25 september 2024. Daarbij zijn de volgende personen gehoord:
- cliënt, bijgestaan door haar advocaat;
- de casemanager, mevrouw [naam 1] .
Standpunten op de zitting
Door en namens cliënt is op de zitting verzocht om afwijzing van het verzoek, waarbij de diagnose van een uitgebreide neurocognitieve stoornis wordt betwist en wordt gesteld dat er onvoldoende sprake is van ernstig nadeel. Zo is het gas afgesloten en komt er dagelijks een vriend van haar langs. Ook is er bewindvoering en mentorschap aangevraagd. Voor het dwalen kan cliënt een tracker krijgen, zodat zij kan worden teruggevonden als dit nodig blijkt.
De casemanager heeft tijdens de zitting verklaard dat het sociale netwerk van cliënt beperkt is. Er komt drie keer per dag thuiszorg, maar cliënt wil geen bemoeienis met haar zelfzorg. Zij wil niet geholpen worden met douchen. Gelet hierop heeft cliënt vaak last van urinewegontstekingen. Verder is haar oriëntatie is plaats en tijd verstoord. Zo is zij een keer midden in de nacht naar buiten gegaan naar het winkelcentrum. Toen zij ontdekte dat de winkels gesloten waren keerde ze terug in de flat. Ook is er sprake van dwaalgedrag. Zij is eerder een keer elders in haar appartementencomplex aangetroffen op een andere galerij, terwijl zij de deur van haar woning open had gelaten. Tevens is zij meerdere keren teruggebracht door vreemde personen, omdat zij de weg naar huis niet meer wist. Daarnaast zorgt cliënt voor haar eigen eten, maar dit is beperkt. Er zijn geen boodschappen in huis aanwezig. Ook heeft cliënt een keer het gas aan laten staan, waardoor het gas inmiddels is afgesloten. Zij heeft toen een magnetron en waterkoker gekregen, maar zij weet niet goed hoe zij deze apparaten moet gebruiken door haar psychogeriatrische aandoening. Daarnaast weet zij door haar aandoening haar pincode niet, waardoor ze deze aan andere mensen geeft om aan geld te komen. Gelet hierop is bewindvoering en mentorschap aangevraagd. Het klopt dat zij een vriend heeft die erg betrokken is. Hij heet [naam 2] . De zorgverleners hebben wel contact met hem gehad maar kunnen niet goed inschatten in hoeverre de door hem geboden hulp voldoende is. Er is vaak met cliënt gesproken over een opname in [tehuis] , maar zij wil daar niet naar toe. Zij wil wel opgenomen worden op een andere plek in [plaatsnaam] maar daar zijn alleen aanleunwoningen en die zijn voor mevrouw niet geschikt.
Beoordeling
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat cliënt lijdt aan een psychogeriatrische aandoening, te weten een uitgebreide neurocognitieve stoornis. De rechtbank ziet geen reden om te twijfelen aan de gestelde diagnose, nu deze is vastgesteld door een ter zake kundige arts. De rechtbank volgt het oordeel van de arts dat sprake is van een neurocognitieve stoornis.
De rechter heeft op de zitting uitgebreid met cliënt gesproken. Mevrouw [cliënt] heeft meegedeeld dat zij niet gedwongen wil worden opgenomen. Zij erkent dat zij zorg nodig heeft maar er is thuiszorg aanwezig. Zij vertelde dat zij zevenennegentig jaar is, veel boeken leest en een jongere vriend heeft die haar helpt met boodschappen doen en die af en toe voor haar avondeten zorgt. Zij heeft niet elke avond behoefte aan warm eten. Zij is inderdaad mager maar eet wel regelmatig. Dat is door de casemanager niet betwist. Dat zij een enkele keer in de nacht naar beneden is gegaan in de veronderstelling dat de winkels open waren, leidt niet zonder meer tot de conclusie dat een opname noodzakelijk is. Het winkelcentrum is voor voetgangers veilig omdat daar geen auto’s rijden. Van levensgevaar is dus (nog) niet gebleken.
Vrijheidsbeneming door een gedwongen opname is een zeer verstrekkende maatregel die diep ingrijpt in het privé leven en in de autonomie van oude mensen. Op de leeftijd van mevrouw [cliënt] zou dat een onomkeerbare maatregel zijn.
De rechtbank ziet wel dat er nadeel is en ziet ook dat zorg noodzakelijk is, maar er moeten strenge eisen zijn vervuld om mevrouw [cliënt] gedwongen op te nemen. Er moet sprake zijn van ernstig nadeel. Nadeel is er wel, te weten een gebrekkige zelfzorg, maar niet zodanig ernstig dat haar vrijheid moet worden ingeperkt. Zij wenst uitdrukkelijk zelfstandig te blijven wonen.
Blaasontstekingen kunnen worden verholpen door antibiotica. Niet gebleken is dat mevrouw [cliënt] die medicatie weigert.
Het onvoldoende douchen in de ogen van de thuiszorg is evenmin een reden om tot opname over te gaan. Weliswaar komt het niet vaak douchen de hygiëne niet ten goede, maar de rechter heeft op de zitting niet de indruk gekregen dat dit bij mevrouw [cliënt] levensbedreigend is.
De financiële risico’s kunnen worden weggenomen doordat er een bewindvoerder wordt benoemd. De bewindvoerder kan er voor zorgen dat mevrouw [cliënt] niet langer haar pincode nodig heeft om over geld te beschikken, of hij/zij kan andere maatregelen treffen om te zorgen dat derden geen misbruik kunnen maken van het gegeven dat zij zelf haar pincode niet kan onthouden.
Al met al is de rechtbank van oordeel dat het nadeel niet ernstig genoeg is om een zorgmachtiging te verlenen.
Beslissing
De rechtbank:
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.J. Don, rechter, bijgestaan door mr. A.A. Does als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 25 september 2024.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 8 oktober 2024.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: