Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBDHA:2025:11349

Rechtbank Den Haag
27-06-2025
27-06-2025
C/09/683673 / KG ZA 25-342
Verbintenissenrecht
Eerste aanleg - enkelvoudig,Kort geding

Kort geding; onrechtmatige daad, VMware. RWS is voor het beheer van vitale infrastructuur afhankelijk van VMware, waarvoor RWS eeuwigdurende licenties heeft aangeschaft en waarvoor zij steeds voor drie jaar een Support-overeenkomst heeft gesloten. Na afloop van de de laatste Support-overeenkomst heeft Broadcom RWS een aanbod gedaan voor zowel gebruikslicenties als Support, tegen hogere prijzen dan voorheen. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter dient Broadcom RWS in de gegeven omstandigheden in staat te stellen afscheid te nemen van de VM-ware-producten. In dat kader dient Broadcom ervoor te zorgen dat RWS ook na afloop van de laatste verlenging nog Support ontvangt om de deugdelijke werking van de VMware-producten voorlopig te continueren. Door dat na te laten handelen Broadcom c.s. in strijd met de zorgvuldigheid.

Rechtspraak.nl

Uitspraak

RECHTBANK Den Haag

Team handel - voorzieningenrechter

Zaaknummer: C/09/683673 / KG ZA 25-342

Vonnis in kort geding van 27 juni 2025

in de zaak van

DE STAAT DER NEDERLANDEN (Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, meer in het bijzonder Rijkswaterstaat) te Den Haag,

eiser,

hierna te noemen: RWS,

advocaten: mr. J.I. Krikke, mr. F.E.G.A. van der Voort en mr. A.J.P. de Boer,

tegen

1 VMWARE NETHERLANDS B.V.te Nieuwegein,
2. VMWARE LLCte Palo Alto (Californië, Verenigde Staten van Amerika),
3. BROADCOM INC.te Palo Alto (Californië, Verenigde Staten van Amerika),

gedaagden,

hierna afzonderlijk te noemen VMware Netherlands, VMware LLC en Broadcom Inc. en samen: Broadcom c.s.,

advocaten: mr. J.L. Jonker, mr. J.W. Leedekerken, mr. Lepatska.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding van 28 april 2025, met producties;

- de conclusie van antwoord, met producties;

- de akte uitlating na conclusie van antwoord, tevens houdende overlegging aanvullende producties, met producties.

1.2.

RWS heeft Broadcom c.s. op 28 april 2025 doen dagvaarden om op 2 juni 2025 te verschijnen ter terechtzitting van de voorzieningenrechter van deze rechtbank. Op 20 mei 2025 hebben Broadcom c.s. in verband met persoonlijke omstandigheden van een van hun advocaten verzocht de zaak te verplaatsen, bij voorkeur naar de periode 16 tot en met 25 juni 2025. RWS heeft hiertegen bezwaar gemaakt en heeft daarbij gewezen op het spoedeisende karakter van de zaak (de deadline van 22 juli 2025) en het tijdsverloop vanaf de aanvraag van het kort geding. De voorzieningenrechter heeft de advocaten uitgenodigd voor een regiezitting via Teams, op welk verzoek de advocaten zijn ingegaan, waarna deze zitting op 21 mei 2025 heeft plaatsgevonden. Tijdens die regiezitting heeft de voorzieningenrechter na overleg met partijen bepaald dat de zaak wordt behandeld op 6 juni 2025 en hij heeft daarbij een nieuwe termijn voor het indienen van de conclusie van antwoord bepaald.

1.3.

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 6 juni 2025. De advocaten van partijen hebben ter zitting het woord gevoerd aan de hand van pleitnotities. Deze pleitnotities maken deel uit van het dossier. Vonnis is bepaald op vandaag.

2 De feiten

Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting wordt in dit geding van het volgende uitgegaan.

Inleiding

2.1.

RWS is de uitvoeringsorganisatie van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. RWS is onder meer verantwoordelijk voor het beheren en ontwikkelen van rijkswegen, vaarwegen en -wateren, zoals tunnels, sluizen en bruggen. Voor het beheer en de bediening van deze infrastructurele werken maakt RWS gebruik van IT-systemen. RWS maakt gebruik van zogenoemde virtualisatiesoftware, die het mogelijk maakt om hardware efficiënter in te zetten. De virtualisatiesoftware werkt in de tussenlaag tussen de hardware en de softwareapplicaties. Sinds meer dan 15 jaar maakt RWS hiervoor gebruik van producten van (softwarebedrijf) VMware.

2.2.

Broadcom is een groep van vennootschappen met aan het hoofd Broadcom Inc., een Amerikaans technologiebedrijf. VMware Netherlands is gevestigd in Amsterdam. VMware LLC, een dochteronderneming van VMware Inc., is gevestigd in de Verenigde Staten. Een andere, niet in dit kort geding betrokken, entiteit van Broadcom is VMware International Unlimited Company (hierna: VMware International), een vennootschap naar Iers recht. Daar waar het niet duidelijk is om welke entiteit het gaat, worden de verschillende entiteiten van Broadcom hierna gemakshalve aangeduid als “Broadcom”.

2.3.

Eind 2023 heeft Broadcom de VMware-activiteiten overgenomen, door middel van een aandelentransactie.

2.4.

In de loop van de jaren heeft RWS verschillende VMware-producten aangeschaft. Een deel hiervan betreft producten waarop RWS een eeuwigdurend gebruiksrecht (perpetual licenses) heeft. Een ander deel betreft producten in abonnementsvorm (subscriptions). Tot de producten waarop RWS een eeuwigdurend gebruiksrecht heeft behoort het kernproduct VMware vSphere en de daarbij passende aanvullende producten VMware NSX, VMware vSAN, VMware vCenter Server, Aria Automation/Operations (voorheen: vRealize) en Site Recovery Manager. In de loop der jaren heeft RWS voor vele miljoenen aan eeuwigdurende licenties aangeschaft. De meest recente aanschaf dateert van november 2023.

Support, Lifecycle policy

2.5.

Voor zijn VMware-producten heeft RWS steeds onderhoud en support (General Support, hierna: Support) afgenomen. Deze Support omvatte i) het verlenen van ondersteuning bij vragen over de werking, (ii) het oplossen van storingen en fouten in en aan de software, (iii) het voortdurend patchen en updaten van de software om deze goed te laten blijven functioneren en zo goed mogelijk beschermd te houden tegen cyberdreigingen; en (iv) het van tijd tot tijd leveren van een nieuwe versie van de software.

Tot in 2024 stond op de website van VMware het volgende:

During the General Support phase, for customers who have purchased VMware support, VMware offers maintenance updates and upgrades, bug and security fixes, and technical assistance.

(…)

Maintenance updates and upgrades, new security patches, new bug fixes, new hardware support, Server, Client and Guest OS updates, File a support Request (Phone and Web), Existing security patches

2.6.

Tot en met in ieder geval 2023 voerde VMware een zogenoemde ‘lifecycle policy’. Hierbij werd onderscheid gemaakt tussen twee fases: de General Support Phase en de Technical Guidance Phase. Na die fases werd voor een product hoogstens nog minimale Support geboden (End of Support Life). Op de website van VMware stond hierover het volgende:

General Support Phase

The General Support phase begins on the date of general availability of a Major Release

("GA") and lasts for a fixed duration. During the General Support phase, for customers who

have purchased VMware support, VMware offers maintenance updates and upgrades, bug

and security fixes, and technical assistance.

Technical Guidance Phase

Technical Guidance, if available, is provided from the end of the General Support phase and lasts for a fixed duration. Support Services available are reduced where products are in the Technical Guidance Phase. Customers are encouraged to use the Self-Help portal as

priority. If required, customers can open a support request online via their Customer Connect portal to receive support and workarounds for low-severity issues on supported

configurations only.

During the Technical Guidance phase, VMware does not offer new hardware support,

server/client/guest OS updates, new security patches or bug fixes unless otherwise noted.

This phase is intended for usage by customers operating in stable environments with

systems that are operating under reasonably stable loads (See Lifecycle Support Summary

Table).

End of Support Life (EOSL)

A product has reached its end of support life when it is no longer generally supported by

VMware. End of support life for a specific product is either end of General Support or end of Technical Guidance, if available for that specific product.

2.7.

Voor de producten vSphere, vCenter en ESX(i) vermeldde de website van VMware tot in juli 2024 het volgende:

VMware will offer 7 years of support from the general availability of a new Major Release. Starting with vSphere 7, every numbered release will be a Major Release of vSphere represented by a change to the x.y version (e.g., vSphere 7.0>>8.0 or 7.0>>7.5)

2.8.

De laatste overeenkomst met betrekking tot de Support (hierna: Support-overeenkomst en ook wel: ELA), gesloten tussen (de reseller van) RWS en VMware, dateert van 23 juli 2021 en had een looptijd van drie jaar. De Support voor de eeuwigdurende licenties van RWS zou daarmee eindigen op 22 juli 2024.

Inkoop door RWS

2.9.

RWS heeft de producten van VMware en de Support daarvoor (net als andere standaardsoftware) betrokken door middel van vaste tussenpersonen (resellers), die inkopen bij de softwareleveranciers of bij een distributeur. De resellers kunnen na een uitvraag van RWS (of andere deelnemende overheidsorganisaties) in een minicompetitie een aanbieding doen voor de uitgevraagde software en Support. RWS contracteert door middel van een mantelovereenkomst met de resellers en niet rechtstreeks met de leveranciers. RWS heeft strikt genomen dus geen overeenkomsten rechtstreeks gesloten met Broadcom.

Overname VMware door Broadcom en aankondiging wijzigingen

2.10.

Kort na de overname van VMware, heeft Broadcom in december 2023 publiekelijk aangekondigd dat zij ging overstappen op een licentiemodel op basis van abonnementen (met prijzen per core).

2.11.

Op 7 december 2023 heeft er een bespreking plaatsgevonden tussen RWS en (representanten van) VMware/Broadcom. Op de agenda stond onder meer het volgende:

De huidige ELA verloopt per 21 juli 2024. Belangrijk om hier nu al met elkaar mee te gaan starten. Zowel intern als samen met VMware.

2.12.

Bij e-mail van 8 december 2023 heeft [naam 1] (hierna: [naam 1] ) namens Broadcom aan RWS meegedeeld dat VMware by Broadcom in zijn nieuwe hoedanigheid (de voorzieningenrechter begrijpt: na de overname) bestaat uit een viertal divisies, waaronder VMware Cloud Foundation (VCF).

2.13.

Bij brief van 22 juli 2024 heeft de Europese Commissie aangekondigd dat zij een marktonderzoek heeft gestart naar Broadcom Inc. naar aanleiding van klachten dat Broadcom Inc. na de overname van VMware de door VMware gehanteerde voorwaarden heeft veranderd en probeert klanten ertoe te bewegen om akkoord te gaan met prijsstijgingen, grotere productbundels of ongewenste diensten.

Onderhandelingen tussen RWS en Broadcom

2.14.

In het voorjaar van 2024 heeft RWS bij zijn resellers een uitvraag gedaan voor de verlenging van de Support-overeenkomst per juli 2024. Hierop hebben de resellers aan RWS meegedeeld dat zij geen passende aanbieding konden doen.

2.15.

RWS is met (vertegenwoordigers van) Broadcom in gesprek gegaan over de verlenging van de Support-overeenkomst. Hierbij heeft Broadcom te kennen gegeven dat zij de Support-overeenkomst niet wenste te verlengen. In plaats daarvan heeft Broadcom een “indicatief aanbod” gedaan voor zowel het gebruik van de door RWS gebruikte producten als het aanvullend Support. Dit aanbod betrof onder meer VCF en VCF Edge en kwam neer op een bedrag van € 18,65 miljoen voor drie jaar.

2.16.

Naar aanleiding van de die dag gehouden bespreking heeft [naam 1] , namens Broadcom, bij e-mail van 14 juni 2024 het volgende geschreven aan RWS:

Nogmaals dank voor het gesprek vanochtend. Wij zijn ervan overtuigd dat we een zeer attractieve calculatie hebben voorgelegd, uitgaande van jullie huidige installed base en de door jullie opgegeven aantallen. Echter ik heb ook jouw opmerking, dat je de voorgestelde prijsverhoging niet in Den Haag uit kan leggen, gehoord. Ik heb over je opmerking, en hoe wij je hierin zouden kunnen ondersteunen, nagedacht.

(...)

Daarnaast wil ik terugkomen op hetgeen is besproken m.b.t. de einddatum van het huidige contract. 21 juli dit jaar loopt jullie huidige overeenkomst, en daarmee het support af. Jij gaf aan het risico van het uit support lopen te accepteren. Als businesspartner van RWS voel ik de verantwoordelijkheid om je erop te wijzen dat er risico's kunnen ontstaan bij een onverhoeds niet (optimaal) werkende VMware omgeving.

Graag hoor ik of je gebruik wilt maken van ons aanbod!

2.17.

Bij e-mail van 14 juni 2024 heeft RWS hierop het volgende geantwoord:

Dank voor deze follow-up. Ik zal intern bespreken of deze behoefte er nu is en kom er komende week op terug. M.b.t. het verlopen van support: dit risico erken, maar accepteer ik ook. Wij hebben de afgelopen jaren weinig support nodig gehad. Daarnaast hebben wij eeuwig geldige licenties, dus onze operatie valt niet stil. geen ideale situatie uiteraard, maar dat geeft mij wel meer tijd mijn opties verder te verkennen.

2.18.

Bij brief van 12 juli 2024 heeft RWS Broadcom met klem verzocht de resellers in staat te stellen een passende aanbieding te doen voor de verlenging van de Support. In deze brief heeft RWS zich op het standpunt gesteld dat hij de prijswijziging onacceptabel vindt en niet wenst te betalen voor nieuwe proposities terwijl RWS producten heeft gekocht van VMWare waarop hij levenslange licenties heeft. In deze brief heeft RWS verder geschreven dat de offertes pas sinds begin juli 2024 voor (de resellers van) RWS opvraagbaar zijn en dat RWS daaruit opmaakt dat Broadcom had moeten weten dat RWS voor die tijd geen passende offertes heeft kunnen ontvangen.

2.19.

Kort voor de afloop van de Support-overeenkomst heeft Broadcom deze overeenkomst verlengd tot 30 september 2024. In een e-mail van 18 juli 2024 heeft [naam 2] (hierna: [naam 2] ), namens Broadcom, het volgende meegedeeld:

Zoals aangegeven (h)erkennen wij ons niet in een groot aantal punten benoemd in de brief die wij van jullie op 12 juli 2024 hebben ontvangen. Echter erkennen wij wel de bedrijfskritische waarde van onze software voor RWS en de risico's die RWS loopt zonder actieve support op de software, mede gezien de activiteiten van RWS rondom

de vitale infrastructuur van Nederland.

Vanuit strategisch partnership hebben wij daarom, eenmalig, extended support voor RWS aangevraagd voor de VMware Vsphere en VCF omgeving tot 30 september 2024. Deze aanvraag wordt gehonoreerd onder voorwaarden dat wij uiterlijk 13 september tot een getekende overeenkomst komen en we vanuit RWS, de periode naar de nieuwe

overeenkomst, alle benodigde management buy-in krijgen.

2.20.

Bij brief van 23 juli 2024 heeft RWS bezwaar gemaakt tegen de door Broadcom gestelde voorwaarden. In deze brief heeft RWS zich op het standpunt gesteld dat Broadcom ervoor heeft gezorgd dat de resellers van RWS nog geen passend aanbod hebben kunnen doen, dat Broadcom onvoldoende transparant is geweest over de aangeboden producten en prijzen en dat de aangeboden verlenging te kort is.

2.21.

Vervolgens is de Support-overeenkomst verlengd tot 1 november 2024. Dit staat vermeld in een overeenkomst met als opschrift Product Renewal Notification and/or Software ("Order") gesloten tussen een reseller van RWS en VMware International.

2.22.

Op 1 augustus 2024 heeft RWS voor het eerst offertes ontvangen van haar resellers. Deze offertes bestonden niet uit verlenging van de Support-overeenkomst, maar uit abonnementen bestaande uit zowel gebruiksrechten als het recht op Support. De geoffreerde prijzen hiervoor waren tussen € 16,5 en € 16,9 miljoen voor een periode van drie jaar, af te nemen op jaarbasis. In een nadien gehouden Q&A heeft Broadcom toegelicht dat in de prijsstelling rekening is gehouden met de nog in 2023 door RWS aangeschafte eeuwigdurende licenties en dat daarvoor een korting is toegepast van € 5,3 miljoen.

2.23.

In een ongedateerde vertrouwelijke rapportage heeft onderzoeksbureau Leadout Solutions op verzoek van RWS een kostenberekening gemaakt van de wijzigingen in het licentiemodel van Broadcom. De conclusie van de analyse is dat de kosten voor het gebruik van de onderzochte producten stijgen van € 2.146.446,03 naar € 3.966.220,00 per jaar, wat volgens het rapport neerkomt op een jaarlijkse kostenstijging van 85%.

2.24.

Kort voor 31 oktober 2024 heeft Broadcom RWS conform de door VMware gehanteerde voorwaarden een beperkte tijdelijke verlenging van de Support aangeboden, die door RWS is geaccepteerd. Hiermee is de Support-overeenkomst verlengd tot één jaar na de oorspronkelijke einddatum. Dit betreft een zogenoemde Stated Out Year Renewal (hierna: SOYR), die afloopt op 23 juli 2025. De Support die RWS sindsdien ontvangt is geen volledige Support: de SOYR omvat geen innovatie in de vorm van de ontwikkeling van nieuwe versies. In de toelichting bij deze verlenging heeft Broadcom geschreven dat de verlenging partijen in staat moet stellen om tot een nieuwe overeenkomst te komen op basis van het abonnementsmodel.

2.25.

Vanaf 31 oktober 2024 zijn partijen opnieuw met elkaar in gesprek gegaan. Hierbij heeft RWS verzocht om een nadere verlenging van de Support voor een periode van drie jaar. Hiertegenover heeft Broadcom RWS opnieuw voorgesteld abonnementen af te nemen, en wel tegen een hogere prijs dan de € 16,5 tot € 16,9 miljoen, die eerder was aangeboden.

2.26.

Bij e-mail van 5 maart 2025 heeft RWS aan Broadcom meegedeeld dat RWS het zich niet kan permitteren om afhankelijk te zijn van een partij die hem dwingt over te stappen naar hun nieuwe licentiemodel en dat RWS de producten van VMware op een termijn van twee à drie jaar wil ‘uitfaseren’. In deze e-mail schrijft RWS dat hij tot die tijd afhankelijk zal blijven van de VMware-producten en de daarbij horende Support en dat RWS erop rekent dat Broadcom die Support op basis van een SOYR blijft bieden. Hierbij heeft RWS twee voorstellen gedaan. Het eerste betrof het voorstel om het beste aanbod van Broadcom te middelen met het maximale bod van RWS. Het tweede voorstel was om voor de Support op de VMware-producten waarop RWS eeuwigdurende licenties heeft per jaar maximaal € 2,2 miljoen aan kosten te rekenen, mede omdat er geen productontwikkeling meer plaatsvindt, die voorheen wel in die kosten was begrepen.

2.27.

Bij e-mail van 10 maart 2025 heeft [naam 2] , namens Broadcom, het voorstel van RWS afgewezen. In deze e-mail heeft Broadcom zich op het standpunt dat verdere verlenging van de SOYR geen optie is, omdat de SOYR een eenmalige verlenging betrof van een inmiddels verlopen overeenkomst, een verdere, onbeperkte, verlenging commercieel gezien niet realistisch is en Broadcom is overgegaan op een abonnementsmodel.

2.28.

Na verdere correspondentie tussen (de advocaten van) partijen heeft Broadcom geweigerd om RWS enige vorm van exit-ondersteuning te bieden. Daarnaast heeft Broadcom geweigerd om RWS broncodes ter beschikking te stellen waarmee RWS zelf in haar Support zou kunnen voorzien of daarvoor een derde partij zou kunnen inschakelen.

Aanloop naar dit kort geding

2.29.

Bij e-mail van 11 april 2025 heeft een advocaat van RWS aan een advocaat Broadcom aangekondigd dat RWS voornemens is een kort geding aanhangig te maken tegen VMware Netherlands, Broadcom Netherlands B.V., VMware LLC en Broadcom Inc. De advocaat van RWS heeft hierbij het volgende opgemerkt:

Mochten er entiteiten zijn die voor dit geschil niet relevant zijn, dan vernemen we dat graag.

2.30.

Bij e-mail van 14 april 2025 heeft de advocaat van Broadcom c.s. het volgende geantwoord:

Op jullie verzoek berichten we nog graag dat in ieder geval VMware Netherlands B.V. en Broadcom Netherlands B.V. niet relevant zijn voor het onderhavige geschil. Zoals ook blijkt uit diverse publiek beschikbare bronnen (website, statutaire doelstelling, jaarstukken etc.), is de rol van deze entiteiten als volgt:

  • -

    VMware Netherlands B.V. verricht alleen ondersteunende administratieve en marketing- en communicatiediensten aan de VMware-softwarebusiness op de Nederlandse markt, en verleent zelf geen licenties en/of support op VMware-producten aan klanten, en dus ook niet aan Rijkswaterstaat.

  • -

    Broadcom Netherlands B.V. is onderdeel van de (Avago Technologies) halfgeleider-business van Broadcom, en is derhalve helemaal niet betrokken bij de VMware-softwarebusiness.

In hoeverre Rijkswaterstaat VMware LLC (voorheen: VMware, Inc.) en/of Broadcom, Inc. (als ultieme moedermaatschappij) relevant acht voor het onderhavige geschil, laat Broadcom graag aan Rijkswaterstaat. Broadcom acht in ieder geval geen juridische rol voor deze entiteiten weggelegd in het onderhavige geschil met RWS.

3 Het geschil

3.1.

RWS vordert, samengevat:

primair:

Broadcom c.s. te gebieden om RWS ook na 22 juli 2025 Support te blijven verlenen als exit-ondersteuning – dat wil zeggen “maintenance updates and upgrades, bug and security fixes, and technical assistance” zoals door VMware beschreven in Productie 5 bij dagvaarding – voor de VMware Producten (zoals gespecificeerd in Productie 3 bij dagvaarding onder “eeuwigdurende licenties” voor de daar genoemde versies) die RWS in gebruik heeft, totdat RWS het gebruik volledig heeft uitgefaseerd en uiterlijk voor de duur van drie jaar vanaf 23 juli 2025, een en ander tegen betaling door RWS (via de reseller) van EUR 1.765.191,36 per jaar, met jaarlijkse indexering van dat bedrag volgens het verloop van het definitieve consumentenprijsindexcijfer als gepubliceerd door het CBS (2015 =100), althans conform andere in goede justitie vast te stellen voorwaarden;

subsidiair:

Broadcom c.s., althans Broadcom Inc., te gebieden om met ingang van 23 juli 2025 toegang te verlenen aan RWS of een door RWS aangewezen derde tot de volledige, werkende, leesbare en bruikbare broncode(s) van de VMware Producten (zoals gespecificeerd in Productie 3 bij dagvaarding onder “eeuwigdurende licenties” voor de daar genoemde versies) uitsluitend ten behoeve van onderhoud en support van deze VMware-producten door of ten behoeve van RWS totdat RWS het gebruik volledig heeft uitgefaseerd en uiterlijk voor de duur van drie jaar van 23 juli 2025; althans conform andere in goede justitie vast te stellen voorwaarden;

zowel primair als subsidiair:

een en ander op straffe van een dwangsom en met veroordeling in de proceskosten.

3.2.

RWS legt aan de vordering het volgende ten grondslag.

Zonder Support zoals beschreven in productie 5 bij dagvaarding is de veilige en correcte werking van de VMware-producten waarop RWS een eeuwigdurende licentie heeft niet gegarandeerd. Broadcom c.s. handelen onrechtmatig door de lifecycle van de VMware- producten af te kappen, RWS vervolgens niet in staat te stellen om afscheid te nemen van die VMware-producten en RWS in plaats daarvan dwingen om tegen fors hogere prijzen het nieuw productportfolio van Broadcom af te nemen. Daarmee handelen Broadcom c.s. in strijd met de op hen rustende zorgplicht van IT-leveranciers en maken zij misbruik van hun machtspositie. Daarbij hebben Broadcom c.s. RWS klem gezet door de Support steeds kort voor het verstrijken van de termijn voor een korte periode te verlengen en door aanvankelijk geen melding te maken van de SOYR.

RWS heeft er recht op en belang bij dat Broadcom c.s. RWS na afloop van 22 juli 2025 gedurende maximaal drie jaar in staat stellen de VMware-producten uit te faseren door deze producten te blijven onderhouden en ondersteunen, althans RWS in staat te stellen zelf in haar onderhoud en support te kunnen (laten) voorzien door toegang te bieden tot de relevant broncodes. Aangezien de Support op 22 juli 2025 afloopt en het wegvallen van de Support tot grote schade kan leiden aan vitale infrastructuur, heeft RWS bij zijn vorderingen een spoedeisend belang.

3.3.

Broadcom c.s. voeren verweer. Broadcom c.s. concluderen tot niet-ontvankelijkheid van RWS, dan wel tot afwijzing van de vorderingen van RWS, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van RWS in de kosten van deze procedure.

3.4.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4 De beoordeling

Bevoegdheid en toepasselijk recht

4.1.

Aangezien VMware LLC en Broadcom Inc. hun woonplaats buiten Nederland hebben, dient de voorzieningenrechter ambtshalve zijn internationale bevoegdheid vast te stellen. Aangezien RWS aan zijn vordering ten grondslag heeft gelegd dat VMware LLC en Broadcom Inc. onrechtmatig handelen en dat RWS daarvan in Nederland schade ondervindt, volgt die bevoegdheid uit artikel 6 aanhef en onder e Rv. Daarnaast is op grond van artikel 4 lid 1 Rome II Nederlands recht van toepassing. De bevoegdheid en het toepasselijk recht zijn tussen partijen overigens niet in geschil.

Geschil

4.2.

Gelet op het partijdebat over de vraag tot de welke Broadcom-entiteit de vordering van RWS zou moeten worden gericht, worden gedaagden hierna gemakshalve aangeduid als Broadcom. De vraag of RWS de juiste partijen in dit kort geding heeft betrokken, komt hierna nog aan de orde.

4.3.

Tussen partijen is niet in geschil dat RWS vitale infrastructuur beheert, dat RWS op dit moment afhankelijk is van VMware-producten en dat deze producten niet op korte termijn kunnen worden vervangen. Partijen verwijzen in dit verband naar een rapport van onderzoeks- en adviesbureau Gartner1, waarin wordt uitgegaan van een migratieperiode van 18 tot 48 maanden. Verder is niet in geschil dat RWS voor een deel van deze producten eeuwigdurende licenties heeft aangeschaft en dat voor de goede werking van die producten Support noodzakelijk is. Vast staat dat RWS deze Support de afgelopen vijftien jaar heeft afgenomen door middel van Support-overeenkomsten, die elke drie jaar opnieuw werden afgesloten. De laatste Support-overeenkomst liep af op 22 juli 2024, waarna de looptijd van die overeenkomst in drie stappen is verlengd tot 22 juli 2025.

4.4.

Broadcom c.s. hebben verklaard dat Broadcom na die datum voor de eeuwigdurende licenties nog wel kritieke beveiligingspatches voor kwetsbaarheden blijft aanbieden. Ter zitting heeft RWS onweersproken gesteld dat deze vorm van Support onvoldoende is voor de veilige werking van de infrastructuur. Op grond hiervan neemt de voorzieningenrechter tot uitgangspunt dat RWS een groot belang heeft bij voortzetting van een vorm van Support die meer inhoudt dan alleen kritieke beveiligingspatches voor kwetsbaarheden.

4.5.

Vanaf het voorjaar van 2024 heeft Broadcom aan RWS aanbiedingen gedaan voor producten uit haar nieuwe portfolio en niet is in geschil dat de jaarprijzen voor de nieuwe producten – ook met de door Broadcom gegeven kortingen – aanzienlijk hoger liggen dan wat RWS voorheen betaalde voor de verlening van Support voor de producten waarvoor RWS al eerder eeuwigdurende licenties heeft aangeschaft.

4.6.

Tussen partijen staat niet ter discussie dat Broadcom in beginsel bevoegd is haar productaanbod te wijzigen en in plaats van eeuwigdurende licenties met Support deze licenties met Support in abonnementsvorm aan te bieden. Dit kort geding gaat erom of Broadcom RWS in staat moet stellen om dat nieuwe (en duurdere) aanbod niet te accepteren door – bij wijze van exit-ondersteuning – nog gedurende een zekere tijd Support te blijven bieden voor de VMware-producten waarop RWS een eeuwigdurende licentie heeft, dan wel door RWS in staat te stellen zelf in die Support te (laten) voorzien. Bij de beoordeling van deze vraag is van belang of Broadcom de wijzigingen tijdig heeft aangekondigd, of Broadcom RWS in de gegeven omstandigheden passende aanbiedingen heeft gedaan en of RWS in een eerder stadium stappen had moeten nemen om VMware uit te faseren.

Aankondiging van de wijzigingen

4.7.

Op zichzelf is juist dat de opeenvolging van de Support-overeenkomsten niet zonder meer meebrengt dat RWS erop mocht vertrouwen dat de in 2021 gesloten Support-overeenkomst na afloop van de looptijd opnieuw onder vergelijkbare voorwaarden voor drie jaar zou worden verlengd. Daar staat tegenover dat RWS op grond van de op de website van VMware vermelde lifecycle policy (zie 2.6 en 2.7) mocht verwachten dat hij, in ieder geval voor bepaalde producten, gedurende zeven jaar Support zou kunnen ontvangen. RWS heeft in dit verband onweersproken gesteld dat dat voor bepaalde (kern)producten zou neerkomen op Support tot en met oktober 2029. Niet is gesteld of aannemelijk geworden dat RWS naar aanleiding van publiekelijke en gerichte mededelingen van VMware dan wel Broadcom er rekening mee had moeten houden dat hij na afloop van de laatste Support-overeenkomst geen adequate Support meer zou kunnen krijgen voor de producten waarvoor hij eeuwigdurende licenties had én dat hij voor de betreffende gebruiksrechten opnieuw een vergoeding zou moeten voldoen.

4.8.

Hoewel partijen kennelijk vanaf december 2023 met elkaar in gesprek waren over de gevolgen van de afloop van de Support-overeenkomst, is RWS pas in mei 2024 bekend geworden met het eerste (overigens nog indicatieve) aanbod van Broadcom, zodat RWS pas vanaf dat moment kon weten met welke prijzen er rekening gehouden moest worden. Mede gelet op de volgens partijen met een migratie gemoeide periode van twee à drie jaar en het feit dat de lopende Support-overeenkomst op 22 juli 2024 zou aflopen, had RWS op dat moment onvoldoende gelegenheid om zich te beraden op een afscheid van de VMware-producten. Gelet op de afhankelijkheid van de VMware-producten, was RWS daarom op dat moment aangewezen op onderhandelingen met Broadcom. Anders dan Broadcom c.s. hebben gesteld, was er dus geen sprake van ‘vrije commerciële onderhandelingen’ tussen twee grote professionele partijen; men kan zeggen dat RWS klem zat.

Het aanbod van Broadcom

4.9.

Naar het oordeel van de voorzieningenrechter stelt RWS terecht dat Broadcom tot op heden geen passend aanbod gedaan aan RWS. Zoals hiervoor is overwogen, is tussen partijen niet in geschil dat de jaarprijzen voor de nieuwe producten – zelfs met de op enig moment door Broadcom aangeboden kortingen (die inmiddels niet meer of in mindere mate aangeboden worden) – aanzienlijk hoger liggen dan wat RWS voorheen betaalde voor de Support. Broadcom c.s. hebben onvoldoende aannemelijk gemaakt dat deze aanbiedingen onder de gegeven omstandigheden, in het licht van de eeuwigdurende licenties van RWS, de eerder door VMware gehanteerde lifecycle policy en de (onbetwist) grote afhankelijkheid van (de deugdelijke werking van VMware-productien) RWS, redelijk zijn. Het argument dat Broadcom nu eenmaal haar portfolio heeft gewijzigd en dat sprake is van een mogelijke toekomstige waardecreatie voor RWS, is in dit verband weinigzeggend en onvoldoende om in dit kort geding de indruk te wekken dat Broadcom met voldoende zorgvuldigheid omgaat met RWS. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter dient Broadcom RWS in de gegeven omstandigheden in staat stellen om afscheid te nemen van VMware. In dat kader dient Broadcom ervoor te zorgen dat RWS voldoende Support ontvangt om de deugdelijke werking van de Vmware-producten voorlopig te continueren. Door dat na te laten handelt Broadcom c.s. in strijd met de zorgvuldigheid die in het maatschappelijk verkeer jegens RWS betaamt.

Eigen schuld RWS

4.10.

Broadcom c.s. kunnen niet worden gevolgd in hun betoog dat RWS het aan zichzelf te wijten heeft dat er na juli 2025 geen overeenkomst meer is voor de Support. Het feit dat RWS in een e-mail van 14 juni 2024 heeft meegedeeld dat het risico op het verlopen van de Support op dat moment wordt erkend en geaccepteerd, neemt niet weg dat RWS in de gegeven omstandigheden naar het oordeel van de voorzieningenrechter nog enige tijd aanspraak moet kunnen maken op Support. Niet valt in te zien dat RWS met die mail (die RWS betitelde als een reactie uit frustratie) zijn rechten op exit-ondersteuning heeft prijsgegeven.

Tussenconclusie

4.11.

Gelet op het voorgaande acht de voorzieningenrechter een ordemaatregel toewijsbaar, waarbij Broadcom wordt gelast om RWS gedurende enige tijd bij wijze van exit-ondersteuning Support moet te verlenen. De periode waarin Broadcom deze Support moet verlenen wordt bepaald op twee jaar na afloop van de lopende Support-overeenkomst, dus twee jaar na 22 juli 2025.

4.12.

Mede gelet op de uiteenlopende visies, met relatief grote verschillen in financiële consequenties, zal een bodemprocedure uitsluitsel moeten bieden, indien partijen na dit vonnis niet alsnog tot een vergelijk komen. Uit het voorgaande blijkt naar het oordeel van de voorzieningenrechter dat, gezien alle in dit geding genoemde feiten en omstandigheden, de weegschaal doorslaat ten gunste van RWS. Welk prijskaartje definitief zal hangen aan de voorzetting van support door Broadcom volgt uit de bodemprocedure (of een alsnog te treffen regeling).

4.13.

Broadcom c.s. hebben geen verweer gevoerd tegen de door RWS voorgestelde jaarlijkse vergoeding van (circa) € 1,7 miljoen met indexatie en deze wordt daarom toegewezen zoals gevorderd.

Verschillende entiteiten Broadcom

4.14.

Broadcom c.s. hebben als verweer aangevoerd dat RWS haar vorderingen had moeten instellen tegen VMware International, omdat die entiteit de softwareleverancier van VMware is. Broadcom c.s. hebben hierbij aangevoerd dat RWS op grond van de toepasselijke voorwaarden hiervoor een arbitrageprocedure moet starten in Ierland. Broadcom c.s. hebben verder aangevoerd dat zij niet de partijen zijn die software en/of Support leveren, zoals door RWS gevorderd.

4.15.

Het verweer van Broadcom c.s. kan niet leiden tot afwijzing van de vorderingen. Hoewel RWS er goed aan had gedaan bij Broadcom c.s. na te vragen welke entiteit RWS had moeten aanspreken, hebben Broadcom c.s. hierover nooit duidelijk gecommuniceerd. RWS heeft in dit verband onweersproken gesteld dat RWS altijd te maken had met werknemers van VMware Netherlands en dat zij nooit te kennen hebben gegeven dat zij handelden namens VMware International en/of een andere entiteit van Broadcom.

4.16.

Aangezien Broadcom c.s. hebben gesteld dat VMware LLC de voormalige licentiegever van VMware in de Verenigde Staten is en dat zij de contractspartij is van lopende overeenkomsten die nog niet zijn verstreken, moet VMware LLC in staat worden geacht om die Support te verlenen, dan wel om het daartoe te leiden dat een andere entiteit van Broadcom die Support verleent. Mocht dat niet zo zijn, dan moet Broadcom Inc., als moedermaatschappij, daartoe in staat worden geacht. Dat dit voor deze vennootschappen feitelijk onmogelijk is, is niet naar voren gebracht. Indien VMware LLC en Broadcom Inc. meenden dat RWS VMware International had moeten aanspreken, hadden zij dat in een eerder stadium aan RWS kenbaar kunnen en moeten maken. In plaats daarvan hebben zij dit in de correspondentie voorafgaand aan het kort geding overgelaten aan de inschatting van RWS en hebben zij dit ook bij de regiezitting niet aan de orde gesteld.

4.17.

De vordering tegen VMware Netherlands wordt afgewezen, omdat tussen partijen niet in geschil is dat deze partij vooral een verkoopkanaal betreft en omdat RWS niet aannemelijk heeft gemaakt dat VMware Netherlands in staat is, direct of indirect, aan een veroordeling te voldoen.

Slotsom, dwangsom en proceskosten

4.18.

De slotsom is dat de primaire vordering van RWS op de hierna te vermelden wijze wordt toegewezen tegen VMware LLC en Broadcom Inc.

4.19.

Oplegging van een dwangsom als prikkel tot nakoming van het gebod acht de voorzieningenrechter passend en geboden. De gevorderde dwangsom zal worden opgelegd zoals in de beslissing vermeld.

4.20.

Aangezien de vordering van RWS tegen VMware Netherlands wordt afgewezen, wordt RWS veroordeeld in de proceskosten van VMware Netherlands. De voorzieningenrechter begroot deze kosten op nihil, aangezien niet aannemelijk is dat VMware Netherlands eigen kosten heeft moeten maken en zij in de onderhandelingen met RWS nooit duidelijk kenbaar heeft gemaakt welke entiteit binnen Broadcom zij vertegenwoordigde.

4.21.

VMware LLC en Broadcom Inc. zijn in het ongelijk gesteld en moeten daarom de overige proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van RWS worden begroot op:

- kosten van de dagvaarding

144,47

- griffierecht

714,00

- salaris advocaat

1.107,00

- nakosten

178,00

(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)

Totaal

2.143,47

4.22.

De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

5 De beslissing

De voorzieningenrechter:

5.1.

gebiedt VMware LLC en Broadcom Inc. om het daartoe te leiden dat aan RWS ook na 22 juli 2025 bij wijze exit-ondersteuning Support verleend wordt – dat wil zeggen “maintenance updates and upgrades, bug and security fixes, and technical assistance” zoals door VMware beschreven in Productie 5 bij dagvaarding – voor de VMware Producten (zoals gespecificeerd in Productie 3 bij dagvaarding onder “eeuwigdurende licenties” voor de daar genoemde versies) die RWS in gebruik heeft, totdat RWS het gebruik volledig heeft uitgefaseerd en uiterlijk voor de duur van twee jaar vanaf 23 juli 2025, een en ander tegen betaling door RWS (via de reseller) van € 1.765.191,36 per jaar, met jaarlijkse indexering van dat bedrag volgens het verloop van het definitieve consumentenprijsindexcijfer als gepubliceerd door het CBS (2015 =100);

5.2.

veroordeelt VMware LLC en Broadcom Inc. om aan RWS een dwangsom te betalen van € 250.000,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat zij niet aan de hoofdveroordeling voldoen, tot een maximum van € 25.000.000,00 is bereikt;

5.3.

wijst af de vorderingen van RWS op VMware Netherlands af;

5.4.

veroordeelt RWS in de proceskosten van VMware Netherlands ten bedrage van nihil;

5.5.

veroordeelt VMware LLC en Broadcom Inc. in de overige proceskosten van € 2.143,47, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als VMware LLC en/of Broadcom Inc. niet tijdig aan de veroordelingen voldoen en het vonnis daarna wordt betekend;

5.6.

veroordeelt VMware LLC en Broadcom Inc. tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald;

5.7.

verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;

5.8.

wijst het meer of anders gevorderde af.

Dit vonnis is gewezen door mr. H.J. Vetter en in het openbaar uitgesproken op 27 juni 2025.

WJ

1 Gartner: Manage Your Dependence on VMware vSphere, published 7 February 2024.

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.