Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBDHA:2025:2528

Rechtbank Den Haag
19-02-2025
04-03-2025
NL23.37900
Vreemdelingenrecht
Eerste aanleg - enkelvoudig

Dublin Kroatië. Uitspraak na tussenuitspraak. Gegrond.

Rechtspraak.nl

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht

zaaknummer: NL23.37900 (beroep)


uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen


[eiseres], V-nummer: [V-nummer], eiseres

(gemachtigde: mr. A. Jankie),

en

de Minister van Asiel en Migratie, voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

(gemachtigde: mr. M.A.F.J. Smeulders)

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen het niet in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Verweerder heeft de aanvraag met het bestreden besluit van 1 december 2023 niet in behandeling genomen omdat Kroatië verantwoordelijk is voor de aanvraag.

1.1.

De rechtbank heeft het beroep en het verzoek om een voorlopige voorziening op 6 februari 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, de gemachtigde van eiseres, Y. He als tolk en de gemachtigde van verweerder. Na afloop heeft de rechtbank het onderzoek gesloten. De voorzieningenrechter heeft vervolgens een voorlopige voorziening getroffen en de rechtbank heeft op 15 februari 2024 het onderzoek heropend.

1.2.

Op 23 juli 2024 heeft Bureau Medische Advisering een advies uitgebracht. Verweerder heeft op 29 juli 2024 een nader standpunt ingenomen. Eiseres heeft op 30 september 2024 een nadere reactie ingediend en aangegeven behoefte te hebben aan een zitting. Op 3 februari 2025 heeft eiseres nadere stukken ingediend.

1.3.

De rechtbank heeft het beroep op 4 februari 2025 opnieuw op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, de gemachtigde van eiseres, Q. Lin als tolk en [naam]. Verweerder was met voorafgaande kennisgeving afwezig.

Beoordeling door de rechtbank

Waar gaat de zaak over?

2. Eiseres heeft de Chinese nationaliteit en is geboren op [geboortedatum] 1990. Eiseres is transgender en wordt niet geaccepteerd door haar familie. Zij is daarom China ontvlucht. Eiseres vreest gedwongen te worden opgenomen in een psychiatrische instelling. Verweerder heeft de asielaanvraag van eiseres buiten behandeling gesteld omdat Kroatië verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag. Kroatië is op 24 augustus 2023 akkoord gegaan met het claimverzoek. Eiseres is hier niet mee eens en heeft beroep ingesteld.

3. De rechtbank heeft bij tussenuitspraak van 15 februari 2024 verweerder de gelegenheid geboden om nader onderzoek te doen naar de psychische gesteldheid van eiseres. Uit het onderzoek dat is verricht door Bureau Medische Advisering (hierna: het BMA-onderzoek) volgt dat eiseres onder voorwaarden overgedragen kan worden aan Kroatië. Deze voorwaarden zijn – kort samengevat – dat eiseres tijdens de reis begeleid wordt door een psychiatrisch verpleegkundige en bij aankomst in Kroatië overgedragen wordt aan een psychiater die ter plaatse het risico op suïcide kan inschatten.

4. Onder verwijzing naar het BMA rapport stelt verweerder zich op het standpunt dat eiseres onder voorwaarden kan reizen. Op grond van artikel 32 van de Dublinverordening zal Kroatië worden geïnformeerd indien sprake is van bijzondere medische behoeften en dat daarmee voldoende is gewaarborgd dat eiseres de benodigde voorzieningen zal ontvangen. Daarbij komt dat de feitelijke overdracht wordt opgeschort als niet aan de voorwaarden kan worden voldaan. Verder wijst verweerder erop dat eiseres in december 2023 is gezien door de crisisdienst en dat de psychiater aangaf dat eiseres mogelijk suïcidaliteit instrumenteel inzette om in Nederland te kunnen blijven.

Wat vindt eiseres?

5. Eiseres voert aan dat verweerder ten aanzien van Kroatië niet meer uit kan gaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel. Eiseres verwijst naar de nare ervaringen die zij eerder heeft gehad met de Kroatische politie. Zo is ze door de Kroatische autoriteiten gedwongen om zich uit te kleden om aan te tonen dat zij een vrouw is. Ook heeft eiseres niet de juiste medicatie gekregen en is zij veel afgevallen. Zij is dan ook niet alleen getraumatiseerd door deze behandelingen, maar vreest dat zij daar opnieuw onvoldoende toegang zal hebben tot de noodzakelijke medicijnen. Daarnaast verwijst eiseres naar uitspraken van zittingsplaatsen die niet meer uitgaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel,1 ondanks het oordeel2 van de hoogste bestuursrechter dat verweerder wel uit mag gaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel ten aanzien van Kroatië. Daarnaast voert eiseres aan dat de maatregelen uit het AIDA-rapport3 waar verweerder naar verwijst niet worden opgevolgd. Ook verwijst eiseres naar een aantal rapporten van organisaties als Danish Refugee Council (DRC), Medicins du Monde (MdM), Center for Peace Studies (CPS), Solidarités Sans Frontières (SOSF) waaruit blijkt dat kwetsbare vluchtelingen zoals eiseres niet goed opgevangen zal worden. Verder voert eiseres aan dat zij suïcidaal is en dat een aanzienlijke en onomkeerbare achteruitgang in haar gezondheidstoestand dreigt als zij wordt overgedragen aan Kroatië. Eiseres verwijst hierbij naar haar medisch dossier en naar haar behandeling bij GGZ Kleur toen zij nog in Amsterdam opgevangen werd. Daarnaast is een aantal meldingen overgelegd die De heer Kortekaas namens eiseres in de afgelopen maanden aan het COA heeft gestuurd. De heer Kortekaas is voorzitter van LGBT Asylum Support en zorgt in die hoedanigheid voor ondersteuning voor eiseres. De meldingen betreffen voornamelijk meldingen waarbij eiseres in psychische nood zit en sprake is van suïcidedreiging. De dreiging van suïcide is in het afgelopen jaar reden geweest van aanhoudende zorg. De eerste melding dateert van 27 december 2023 en de laatste melding van 3 februari 2025. Verder vreest eiseres voor indirect refoulement omdat Kroatië haar genderidentiteit niet zal erkennen. Verweerder had om humanitaire redenen en omdat zij in China gevaar loopt de asielaanvraag op grond van artikel 17 van de Dublinverordening4 aan zich moeten trekken.

Wat is het oordeel van de rechtbank?

Arrest C.K.

6. Uit het arrest C.K. tegen Slovenië volgt – kort gezegd - dat ongeacht de kwaliteit van de opvang en de zorg in de lidstaat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek, de overdracht van een asielzoeker met een bijzonder slechte gezondheidstoestand op zich voor de betrokkene een reëel risico op onmenselijke of vernederende behandeling in de zin van artikel 4 van het Handvest kan inhouden. In omstandigheden waarin de overdracht van een asielzoeker met een ernstige mentale of lichamelijke aandoening een reëel en bewezen risico op een aanzienlijke en onomkeerbare achteruitgang van de gezondheidstoestand van die asielzoeker zou inhouden, zou die overdracht een onmenselijke en vernederende behandeling in de zin van dat artikel vormen.5

7. Naar het oordeel van de rechtbank is onder de zeer specifieke omstandigheden van dit geval een reëel en bewezen risico dat overdracht van eiseres naar Kroatië aanzienlijke en onomkeerbare gevolgen voor haar gezondheid zal hebben.

8. De rechtbank stelt voorop dat eiseres heeft verklaard over haar bijzonder vernederende behandelingen in Kroatië en dat verweerder dit niet in twijfel heeft getrokken.

Uit de medische stukken die namens eiseres zijn overgelegd blijkt dat zij – mede vanwege hetgeen zij heeft meegemaakt in Kroatië – met name mentaal bijzonder kwetsbaar is. De dreiging om teruggestuurd te worden naar Kroatië roept bij haar suïcidale gedachten op. In dergelijke gevallen moet de vraag worden beantwoord of dit een reëel risico is of dat de dreiging met suïcide slechts instrumenteel wordt ingezet om uitzetting te voorkomen. Hoewel verweerder terecht heeft opgemerkt dat de psychiater van de crisisdienst in december 2023 heeft aangegeven dat niet kan worden uitgesloten dan eiseres haar suïcidaliteit instrumenteel inzet is de rechtbank van oordeel dat de ontwikkelingen sindsdien voldoende onderbouwen dat er weldegelijk een reëel risico op suïcide en daarmee een aanzienlijke en onomkeerbare achteruitgang van de gezondheidstoestand van eiseres in voornoemde zin bestaat indien zij wordt overgedragen aan Kroatië.

De rechtbank betrekt bij dit oordeel dat zowel Kortekaas als de gemachtigde van eiseres persoonlijk hebben aangegeven het afgelopen jaar aanhoudend getuige zijn geweest van haar suïcidale neigingen. Het is dan ook niet een eenmalig dreigement geweest, maar reden voor aanhoudende zorg voor personen en organisaties om haar heen. Alleen al om die reden is de rechtbank van oordeel dat het vereiste risico reëel en bewezen is. Daar komt nog bij dat de BMA arts, die haar overigens zelf niet heeft gezien, heeft aangegeven dat zij zal moeten worden overgedragen aan een psychiater die haar suïcidaliteit zal moeten inschatten. Nog los van dat deze inschatting dan mogelijk al te laat zou kunnen zijn, overweegt de rechtbank dat uit de door eiseres overgelegde rapporten blijkt dat (voortdurende) psychische zorg voor kwetsbare asielzoekers als eiseres in Kroatië allerminst gegarandeerd is.

9. De rechtbank zal het beroep dan ook reeds om deze reden gegrond verklaren. De overige beroepsgronden behoeven dan ook geen bespreking meer.

Conclusie en gevolgen

10. Het beroep is gegrond. De rechtbank zal het besluit vernietigen en verweerder opdragen om opnieuw op de asielaanvraag van eiser te beslissen.

11. De rechtbank veroordeelt verweerder in de gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht vast op € 2.267,50. (1 punt voor het instellen van beroep, 0,5 punt voor het indienen van een schriftelijke zienswijze na een bestuurlijke lus en 1 punt voor het verschijnen op een nadere zitting met een waarde per punt van € 907,- en wegingsfactor 1. Voor de aanwezigheid op de zitting van 6 februari 2024 wordt geen punt toegekend, omdat daarvoor bij uitspraak op de voorlopige voorziening al een punt is toegekend.)6

Beslissing

De rechtbank:

- verklaart het beroep gegrond;

- vernietigt het bestreden besluit;

- draagt verweerder op om met inachtneming van deze uitspraak opnieuw op de asielaanvraag van eiser te beslissen;

- veroordeelt verweerder in de proceskosten tot een bedrag van € 2.267,50.

Deze uitspraak is gedaan door mr. C.I.H. Kerstens-Fockens, rechter, in aanwezigheid van mr. J.R. Froma, griffier.

De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 1 week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

1 Uitspraken van de zittingsplaats Amsterdam van 6 juni 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:8122 (https://pi.rechtspraak.minjus.nl/deeplink/ecli?id=ECLI:NL:RBDHA:2023:8122) en ECLI:NL:RBDHA:2023:8123 (https://pi.rechtspraak.minjus.nl/deeplink/ecli?id=ECLI:NL:RBDHA:2023:8123); uitspraak van de zittingsplaats Haarlem van 25 augustus 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:15093 (https://pi.rechtspraak.minjus.nl/deeplink/ecli?id=ECLI:NL:RBDHA:2023:15093) en uitspraak van de zittingsplaats Rotterdam van 23 augustus 2023 ECLI:NL:RBROT:2023:7453 (https://pi.rechtspraak.minjus.nl/deeplink/ecli?id=ECLI:NL:RBROT:2023:7453).

2 Uitspraak van 13 september 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3411 (https://pi.rechtspraak.minjus.nl/deeplink/ecli?id=ECLI:NL:RVS:2023:3411).

3 AIDA-rapport, juni 2023 (https://asylumineurope.org/wp-content/uploads/2023/06/AIDA-HR-2022-Update.pdf).

4 Verordening EU 604/2013.

5 Uitspraak van 16 februari 2017, ECLI:EU:C:2017:127, punt 73 en 74

6 ECLI:NL:RBDHA:2024:1811, rechtsoverweging 8.

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.