Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBDHA:2025:4467

Rechtbank Den Haag
19-03-2025
28-03-2025
C/09/647430
Intellectueel-eigendomsrecht
Eerste aanleg - enkelvoudig

Merkenrecht. Namaak Belvedere wodka en Glenmorangie whisky. Verzoek om terug te komen op de beslissing om een akte niet-dienen te verlenen afgewezen. Inbreukverbod en nevenvorderingen als niet weersproken toegewezen.

Rechtspraak.nl

Uitspraak

RECHTBANK Den Haag

Team Handel

Zaaknummer / rolnummer: C/09/647430 / HA ZA 23-419

Vonnis van 19 maart 2025 (bij vervroeging)

in de zaak van

1. de rechtspersoon naar buitenlands recht

MHCS S.A.,

te Epernay (Frankrijk),
2. de rechtspersoon naar buitenlands recht

MACDONALD & MUIR LIMITED,

te Edinburgh (Schotland),
3. de rechtspersoon naar buitenlands recht

POLMOS ZYRARDOW SP. ZO. O.,

te Zyrardow (Polen),

eiseressen,

advocaat: mr. N.W. Mulder te Amsterdam,

tegen

1. de rechtspersoon naar buitenlands recht

CLAYMONT BRANDS HK LIMITED,

te Hong Kong (Volksrepubliek China),

advocaat: voorheen mr. A. Das Gupta te Amsterdam, daarna mr. M.H. Hamberg te Ouderkerk aan de Amstel, thans mr. I.M.C.A. Reinders Folmer te Amsterdam,
2. TOP LOGISTICS B.V.,

te Spijkenisse,

niet verschenen,

gedaagden,

en

de vennootschap naar buitenlands recht

LEUCANA INVEST S.L.,

te Valencia (Spanje),

advocaat: voorheen mr. O. Huisman te Rotterdam, daarna mr. D.E. Liqui Lung te Amsterdam, daarna C.M. van den Reek te Breda, thans geen,

gevoegde partij.

Eiseressen zullen hierna gezamenlijk MHCS c.s. worden genoemd en afzonderlijk MHCS, M&M en Polmos. Gedaagden zullen afzonderlijk Claymont, TOP Logistics en Leucana worden genoemd. De zaak is voor MHCS c.s. inhoudelijk behandeld door mr. Mulder voornoemd en voor Claymont door mr. J.S. Hofhuis, advocaat te Amsterdam.

1. De procedure

1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding van 2 februari 2023 tegen Claymont en de dagvaarding van 6 februari 2023 tegen TOP Logistics met producties EP01 t/m EP38;

- de rolbeslissing van 17 mei 2023 waarbij tegen TOP Logistics verstek is verleend;

- de incidentele conclusie tot voeging van 19 juli 2023 van Leucana Invest S.L. met producties 1 t/m 4;

- de rolbeslissing van 26 juli 2023 waarbij tegen Claymont verstek is verleend;

- de zuivering van het verstek door Claymont op 9 augustus 2023 waarbij mr. Das Gupta voornoemd zich voor Claymont heeft gesteld;

- de conclusie van antwoord in het voegingsincident van 23 augustus 2023 van MHCS c.s.;

- de stelbrief van 20 september 2023 waarbij mr. Hamberg voornoemd zich voor Claymont heeft gesteld;

- de conclusie van antwoord in het voegingsincident van 20 september 2023 van Claymont;

- het extract uit het audiëntieblad van de openbare terechtzitting van 25 oktober 2023, waaruit blijkt dat de rechtbank de door Leucana ingestelde incidentele vordering tot voeging aan de zijde van Claymont met toepassing van artikel 232 lid 2 Rv aanstonds heeft toegewezen;

- de incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring (van Leucana) van 6 december 2023 van Claymont, met producties GP1-1 t/m GP1-3;

- de conclusie van antwoord in het vrijwaringsincident van 20 december 2023 van MHCS c.s. met productie EP39;

- het vonnis in het incident van 10 juli 2024 waarin de rechtbank Claymont heeft toegestaan om Leucana in vrijwaring te doen dagvaarden en de zaak heeft verwezen naar de rolzitting van 30 oktober 2024 voor conclusie van antwoord aan de zijde van Claymont en Leucana;

- het bericht van 30 oktober waarbij mr. Van den Reek voornoemd zich voor Leucana heeft onttrokken;

- het B4-formulier van Claymont van 30 oktober 2024 waarin zij verzoekt om uitstel voor het nemen van een conclusie van antwoord, de reactie daarop van MHCS c.s. van

1 november 2024 en de e-mail van de rechtbank van 5 november 2024 waarin wordt medegedeeld dat het verzochte uitstel niet wordt verleend;

- de rolbeslissing van 30 oktober 2024 waarbij aan Claymont en Leucana een akte niet-dienen is verleend;

- het vonnis van 4 december 2024 waarin een mondelinge behandeling is bepaald op

7 maart 2025;

- de akte wijziging van eis tevens houdende akte overlegging aanvullende producties EP40 t/m EP43 van 25 februari 2025 van MHCS c.s., waaruit blijkt dat MHCS haar vorderingen jegens Claymont heeft ingetrokken en M&M en Polmos hun vorderingen jegens Claymont hebben gewijzigd;

- het schriftelijke verzoek van Claymont van 4 maart 2025 om terug te komen op de beslissing tot het verlenen van de akte niet-dienen;

- de akte overlegging aanvullende producties EP44 t/m EP48 van MHCS c.s. van 4 maart 2025;

- de akte overlegging aanvullende producties EP49 t/m EP51 van MHCS c.s. van 5 maart 2025.

1.2. Op 7 maart 2025 heeft de mondelinge behandeling van de zaak plaatsgevonden. MHCS c.s. heeft gereageerd op het verzoek om terug te komen op de akte niet-dienen en heeft haar standpunten ten principale nader toegelicht. MHCS c.s. heeft daarbij gebruikgemaakt van spreekaantekeningen, die zij aan de rechtbank heeft overhandigd. De griffier heeft aantekening gemaakt van wat partijen tijdens de zitting hebben gezegd.

1.3. Na afloop van de mondelinge behandeling is bepaald dat vonnis zal worden gewezen op 16 april 2025. Vonnis is nader bepaald op heden.

2 De feiten

Partijen

2.1.

MHCS c.s. maakt onderdeel uit van het Louis Vuitton Moët Hennessy-concern, dat zich wereldwijd bezighoudt met de productie, de verkoop en marketing van een breed scala aan alcoholhoudende dranken, waaronder whisky onder het merk Glenmorangie en wodka onder het merk Belvedere.

2.2.

M&M is houdster van onder meer de volgende merkregistratie (hierna aangeduid als: 'het Glenmorangie-merk'):

- het Uniewoordmerk GLENMORANGIE, geregistreerd op 4 augustus 1998 onder registratienummer 000085316 voor waren in klasse 33 (wijnen, spiritualiën en likeuren);

2.3.

Polmos is houdster van de onder meer volgende merkregistraties (hierna aangeduid als: ‘de Belvedere-merken'):

  • -

    het Uniewoordmerk BELVEDERE VODKA, geregistreerd op 29 augustus 2017 onder registratienummer 016706434 voor onder meer waren in klasse 33 (wodka);

  • -

    het Uniebeeldmerk zoals hieronder weergegeven, geregistreerd op 20 mei 2011 onder registratienummer 009588864 voor waren in klasse 33 (alcoholhoudende dranken (uitgezonderd bieren), wijnen, spiritualiën, wodka):

2.4.

TOP Logistics is een douane-expeditiebedrijf met douane opslagfaciliteiten. TOP Logistics verricht in opdracht van derden logistieke diensten, waaronder de inslag, opslag en uitslag van diverse goederen, waarbij zij zich heeft gespecialiseerd in de op- en overslag van accijnsgoederen, welke diensten plaatsvinden in haar loodsen in Ridderkerk en Spijkenisse.

2.5.

Claymont is een in China gevestigde onderneming die zich bezighoudt met de internationale handel in alcoholische dranken. Claymont slaat de goederen die zij inkoopt en verkoopt onder meer op in de loodsen van TOP Logistics.

Belvedere

2.6.

Op 25 augustus 2022 heeft Polmos onder TOP Logistics (in de loods in Spijkenisse) beslag gelegd op 10.747 dozen met daarin in totaal 64.470 flessen Belvedere-wodka. De deurwaarder die de goederen in beslag heeft genomen, heeft steekproefsgewijs vastgesteld dat de flessen visuele kenmerken van namaak bevatten, onder meer dat de spelling van de op de etiketten van de flessen weergegeven woorden “POLMOS” en “Zyrardów” onjuist is.

2.7.

Uit informatie die TOP Logistics aan Polmos heeft verstrekt, blijkt dat de inbeslaggenomen flessen Belvedere-wodka bij TOP Logistics zijn ingeslagen ten behoeve van Claymont, die deze flessen op 26 maart 2022 heeft gekocht van Leucana Invest S.L.

Uit de informatie van TOP Logistics blijkt dat Claymont betrokken is geweest bij het binnenbrengen, opslaan en verhandelen van in totaal (minimaal) 14.021 dozen met daarin in totaal 84.126 flessen namaak Belvedere-wodka.

2.8.

Bij verklaring van 17 februari 2023 heeft mevrouw [naam 1] van Polmos aan de hand van foto’s en steekproefsgewijs genomen monsters van de inbeslaggenomen flessen bevestigd dat deze visuele kenmerken van namaak bevatten (waaronder voornoemde spelfouten) en dat op de flessen valse lotcodes staan.

2.9.

Bij verklaring van 18 oktober 2022 heeft de heer [naam 2] van IBCS Poland, het bedrijf dat het productmarkeringssysteem bij Polmos heeft ontwikkeld, verklaard dat bij Polmos elke Belvedere-fles een unieke lotcode krijgt en het dus onmogelijk is om twee of meer Belvedere-flessen met dezelfde lotcode te genereren.

2.10.

MHCS c.s. heeft een aantal in beslag genomen flessen laten onderzoeken door twee onafhankelijke laboratoria, SGS en WD Institute, die de inhoud van deze flessen hebben vergeleken met de inhoud van een authentieke Belvedere-fles. De uitkomst van dit onderzoek is dat de onderzochte monsters significante verschillen vertoonden met de inhoud van een authentieke Belvedere-fles.

Glenmorangie

2.11.

Uit informatie die TOP Logistics aan MHCS c.s. heeft verstrekt, blijkt dat Claymont op 6 mei 2019 50 dozen met daarin in totaal 600 flessen Glenmorangie-whisky met douanestatus T1 (niet-Uniegoederen) heeft gekocht van Pesco Trading B.V. en bij TOP Logistics heeft opgeslagen. Claymont heeft deze flessen vervolgens ingevoerd in de EU (door de douanestatus om te zetten naar T2/AGD (Uniegoederen onder schorsing van accijns)) en op 21 oktober 2020 verkocht aan K&K Export – Import SRO met douanestatus T2/AGD.

3 Het geschil

3.1.

M&M en Polmos vorderen – na wijziging van eis – bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:

A. I. Claymont te veroordelen om met onmiddellijke ingang na betekening van dit

vonnis te (doen) staken en gestaakt te (doen) houden, iedere inbreuk op de Belvedere- en Glenmorangie-merken, waaronder begrepen, maar niet beperkt tot:

a) elke verhandeling van namaak Belvedere-producten;

b) het zonder toestemming van Polmos en M&M invoeren in de Europese Unie van producten voorzien van de Belvedere- en Glenmorangie-merken;

c) elke verhandeling in de Europese Unie van producten voorzien van de Belvedere- en Glenmorangie-merken die niet door of met toestemming van Polmos en M&M in de EER1 in de handel zijn gebracht;

waarbij onder a) en c) onder verhandeling in ieder geval moet worden begrepen het (doen) invoeren, (doen) verkopen, het te koop (doen) aanbieden, het (doen) leveren, (doen) uitvoeren, dan wel het in voorraad (doen) houden voor één van deze doeleinden,

zulks op straffe van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van € 10.000,- voor iedere dag, dat Claymont na betekening van dit vonnis het opgelegde bevel geheel of gedeeltelijk overtreedt, met een maximum van € 500.000,- per eiser, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen dwangsom;

I. Claymont te bevelen om binnen 5 dagen na betekening van dit vonnis alle

namaak Belvedere-producten die zich onder Claymont of namens Claymont onder derden bevinden om niet ter vernietiging af te geven aan het door Polmos ingeschakelde vernietigingsbedrijf Demontage Werkplaats Zeeland B.V.,

een en ander op straffe van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van € 10.000,- per dag dat Claymont geheel of gedeeltelijk geen gevolg geeft aan het voor haar geldende bevel, met een maximum van € 100.000,- althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen dwangsom;

II. TOP Logistics te bevelen de afgifte ter vernietiging door Claymont aan Polmos te

dulden voor zover het gaat om namaak Belvedere-producten die zich ten

behoeve van Claymont onder haar bevinden c.q. aan deze afgifte haar

medewerking te verlenen door deze namaak Belvedere-producten aan het door

Polmos ingeschakelde vernietigingsbedrijf Demontage Werkplaats Zeeland B.V.

af te geven;

III. Claymont te veroordelen tot betaling aan Polmos van alle kosten die verband

houden met de vernietiging, welke kosten voor zover het gaat om de namaak

Belvedere-producten van Claymont die bij TOP Logistics in beslag zijn

genomen voorlopig zijn begroot op € 15.000,-;

IV. Claymont te bevelen om binnen één maand na betekening van dit vonnis alle

voorraden inbreukmakende Glenmorangie Unie-producten die zich onder Claymont of namens Claymont onder derden bevinden aan M&M op een door M&M te bepalen plaats om niet af te geven en over te dragen ter vernietiging;

C. I. Claymont te veroordelen om binnen één maand na betekening van dit vonnis aan de raadsman van Polmos en M&M, mr. N.W. Mulder, opgave te doen, vergezeld van kopieën van alle relevante documenten, waaronder facturen, paklijsten, vrachtbrieven, (e-mail)correspondentie, orders, orderbevestigingen, voorraadadministratie, douanestukken of andere bewijsstukken van:

a) de aan Claymont vanaf 1 januari 2021 geleverde aantallen, prijzen en leverdata van namaak Belvedere-producten en door haar vanaf 1 mei 2019 ingevoerde Glenmorangie-producten, zulks afzonderlijk gerangschikt per type product en per leverancier en tijdstip;

b) de op 2 februari 2023 onder Claymont en/of ten behoeve van Claymont onder derden aanwezige voorraad namaak Belvedere-producten en inbreukmakende Glenmorangie Unie-producten, zulks afzonderlijk gerangschikt per locatie en type product;

c) de namen van alle afnemers aan wie Claymont vanaf 1 januari 2021 namaak Belvedere-producten en vanaf 1 mei 2019 inbreukmakende Glenmorangie Unie-producten heeft geleverd, onder mededeling van volledig(e) adres(sen), telefoonnummer(s) en e-mailadres(sen), zulks afzonderlijk gerangschikt per type product en onder vermelding van volledig(e) adres(sen), telefoonnummer(s) en e-mailadres(sen) van de opslagloodsen en/of tussenpersonen;

d) de aan de hiervoor onder d) genoemde afnemers geleverde aantallen en leverdata van namaak Belvedere-producten en inbreukmakende Glenmorangie Unie-producten, zulks afzonderlijk gerangschikt per datum, per type product en per partij, alsmede onder vermelding of het gedecodeerde producten betreft;

e) de nettowinst die Claymont heeft behaald met de verhandeling van namaak Belvedere-producten en met inbreukmakende Glenmorangie Unie-producten onder c), waarbij onder nettowinst dient te worden verstaan de verkoopprijs, enkel na aftrek van aankoopprijs en van belastingen en kosten die rechtstreeks verband houden met de verkoop;

waarbij aan dit bevel een dwangsom wordt verbonden van € 10.000,- voor iedere

dag, een dagdeel daaronder begrepen, dat door Claymont na betekening van dit

vonnis aan de bovenstaande veroordeling in het geheel of gedeeltelijk geen

gevolg is gegeven, met een maximum van € 500.000,- per eiser, althans een door

de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag;

D. I. te verklaren voor recht dat Claymont aansprakelijk is voor alle schade die het

gevolg is van de inbreuk door Claymont op de Belvedere-merken en Claymont te veroordelen om alle geleden schade aan Polmos te vergoeden, te begroten op een bedrag € 10,- per namaak Belvedere-product, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van de dagvaarding, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum, tot aan de dag der algehele voldoening, althans tot betaling van een door de rechtbank in goede justitie te bepalen forfaitair bedrag aan schadevergoeding per namaak Belvedere-product, althans nader op te maken per staat;

II. te verklaren voor recht dat Claymont aansprakelijk is voor alle schade die Polmos en M&M hebben geleden en nog lijden en die het gevolg is van inbreukmakende handelingen van Claymont als beschreven in het lichaam van de dagvaarding, te berekenen aan de hand van de opgave door Claymont als omschreven in vordering C (e), althans nader op te maken bij staat, welke schade moet worden vermeerderd met de wettelijke rente ex art. 6:119 BW2 vanaf het moment waarop de inbreuk een aanvang heeft genomen tot en met de dag der algehele voldoening.

E. Claymont te veroordelen om binnen twee maanden na betekening van dit vonnis de ten gevolge van haar inbreukmakende handelen door haar genoten nettowinst als genoemd onder vordering C e) af te dragen aan M&M en Polmos door overmaking op de derdengeldenrekening van de advocaat van M&M en Polmos;

F. met veroordeling van Claymont in de volledige proceskosten in de zin van artikel 1019h Rv3 vermeerderd met de wettelijke rente.

3.2.

Polmos legt aan haar vorderingen ten grondslag dat Claymont inbreuk heeft gemaakt op de Belvedere-merken in de zin van artikel 9 lid 2 aanhef sub a en lid 4 UMVo4 door flessen (namaak) wodka - die zonder toestemming van Polmos zijn voorzien van de Belvedere-merken - in de EU binnen te brengen, op te slaan, aan te bieden en te verhandelen.

M&M legt aan haar vorderingen ten grondslag dat Claymont inbreuk heeft gemaakt op het Glenmorangie-merk in de zin van artikel 9 lid 2 aanhef sub a en lid 4 UMVo door flessen Glenmorangie-whisky die niet door haar of met haar toestemming in de EER in het verkeer zijn gebracht in te voeren in de EU.

Polmos en M&M leggen aan hun nevenvorderingen ten grondslag dat zij er op grond van artikel 2.22 lid 1 BVIE recht op hebben dat Claymont en TOP Logistics worden bevolen tot vernietiging van de inbeslaggenomen namaakproducten en dat zij op grond van artikel 9 lid 2 sub a jo. 130 UMVo jo. 2.22 lid 4 BVIE5 recht op en belang hebben bij het verkrijgen van informatie van Claymont omtrent de herkomst en de distributiekanalen van de inbreukmakende goederen in verband met de verdere opsporing en bestrijding van de handel in de namaakproducten. Verder stellen Polmos en M&M dat zij schade hebben geleden door het inbreukmakend handelen van Claymont, die Claymont op grond van de artikelen 129 en 130 UMVo jo. 2.21 BVIE jo. 6:96 BW dient te vergoeden. Nu Claymont wist of had moeten weten dat zij namaakproducten verhandelde, is sprake van kwade trouw en is Claymont gehouden tot winstafdracht.

3.3.

Claymont heeft niet binnen de daarvoor gestelde termijn verweer gevoerd. Claymont heeft verzocht om terug te komen van het verlenen van de akte niet-dienen.

3.4.

TOP Logistics is niet in de procedure verschenen, waarna verstek tegen haar is verleend.

3.5.

Leucana heeft niet binnen de daarvoor gestelde termijn verweer gevoerd.

3.6.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4 De beoordeling

Bevoegdheid

4.1.

De rechtbank is internationaal en relatief bevoegd kennis te nemen van de vorderingen jegens Claymont op grond van artikel 123 lid 1, 124 aanhef en onder a en 125 lid 5 UMVo en artikel 3 van de Uitvoeringswet EG-Verordening inzake het Gemeenschapsmerk, aangezien de beweerde merkinbreuk in Nederland heeft plaatsgevonden. Deze bevoegdheid is op grond van artikel 126 lid 2 UMVo territoriaal beperkt tot Nederland.

4.2.

De rechtbank is internationaal en relatief bevoegd kennis te nemen van de vordering jegens TOP Logistics op grond van artikel 123 lid 1, 124 aanhef en onder a en 125 lid 1 UMVo en artikel 3 van de Uitvoeringswet EG-Verordening inzake het Gemeenschapsmerk, aangezien TOP Logistics in Nederland is gevestigd.

Verzoek terugkomen akte niet-dienen

4.3.

Claymont heeft de rechtbank verzocht om terug te komen op de rolbeslissing van

30 oktober 2024 om de akte niet-dienen te verlenen. Claymont heeft daartoe aangevoerd dat naderhand is gebleken dat mr. Hamberg, destijds advocaat van Claymont, op het moment dat de akte niet-dienen werd verleend, geheel was opgehouden te functioneren als advocaat, terwijl Claymont daarvan niet op de hoogte was en dus ook niet de mogelijkheid had om haar te vervangen door een andere advocaat. Claymont acht het onaanvaardbaar dat zij in die omstandigheden het recht op verweer integraal zou verliezen.

4.4.

MHCS c.s. heeft bezwaar gemaakt tegen het verzoek.

4.5.

De rechtbank overweegt als volgt. Zij zet daarbij eerst de gang van zaken uiteen die heeft geleid tot de beslissing tot het verlenen van de akte niet-dienen.

Gang van zaken

4.6.

Bij vonnis in incident van 10 juli 2024 is de roldatum voor het indienen van een conclusie van antwoord door Claymont in de hoofdzaak bepaald op 30 oktober 2024. Nadat op deze datum geen conclusie van antwoord was ontvangen, heeft de rolgriffier van de rechtbank telefonisch contact opgenomen met mr. Hamberg, destijds de advocaat van Claymont.

4.7.

Naar aanleiding daarvan heeft mr. Hamberg op 30 oktober 2024 via een B4-formulier ('Uitstelverzoek rolhandeling') een uitstelverzoek gedaan, waarin zij schreef:

"Door privé omstandigheden zal ik mijn advocatenpraktijk niet langer meer voortzetten en heb ik de conclusie niet kunnen afronden. Ik verzoek uw rechtbank om klemmende reden om een uitstel voor de rechtshandeling in deze procedure, Ik heb aan de Orde van Advocaten vanwege dezelfde klemmende reden mijn aanstaande uitschrijving van het tableau doorgegeven en zou graag voordien deze procedure voor mijn uitschrijving nog goed willen kunnen overdragen. Het voorgaande in combinatie met de klemmende reden vergt iets meer tijd, zodat uw rechtbank om een uitstel wordt verzocht voor de rechtshandeling."

4.8.

MHCS c.s. heeft zich vervolgens verzet tegen het door mr. Hamberg gevraagde uitstel.

4.9.

Bij e-mail van 5 november 2024 heeft de rechtbank het verzoek van mr. Hamberg afgewezen en hiertoe, voor zover relevant, het volgende overwogen:

"lngevolge artikel 2.6 onder b van het Landelijk procesreglement voor civiele dagvaardingszaken bij de rechtbanken kan een partij in het zicht van het verstrijken van de termijn waarbinnen een proceshandeling verricht moet worden, een uitstel verzoeken voor het verrichten van die proceshandeling op grond van klemmende redenen. Zij dient dit verzoek uiterlijk vier dagen voor de roldatum waarop de proceshandeling moet worden verricht in te dienen en te motiveren. In artikel 2.6 onder c is bepaald dat, als een partij door overmacht niet in staat is het verzoek in te dienen binnen de onder b genoemde termijn van vier dagen, zij de rechtbank daarvan bij eerste gelegenheid bericht geeft.

Mr. Hamberg heeft naar aanleiding van een telefoontje van de rolgriffier van de rechtbank, na de roldatum waarop de conclusie van antwoord had moeten worden genomen, een verzoek om uitstel voor het nemen van die conclusie wegens klemmende redenen ingediend. In dit verzoek wordt niet gesteld (of toegelicht) dat sprake was van overmacht om het verzoek om uitstel wegens klemmende redenen in te dienen binnen de onder b van artikel 2.6 genoemde termijn van vier dagen v66r de betreffende roldatum. Reeds daarom zou het verzoek moeten worden afgewezen.

Daarbij komt het volgende. Uit het verzoek om uitstel voor het nemen van de conclusie van antwoord, blijkt niet voldoende dat en waarom daarvoor klemmende redenen bestaan. Mr. Hamberg licht immers niet toe op welk moment de omstandigheden om reden waarvan zij haar praktijk kennelijk zal neerleggen, zijn ontstaan en evenmin waarom zij door die omstandigheden niet in staat is geweest de conclusie van antwoord tijdig te nemen dan wel de zaak tijdig over te dragen. Daarbij weegt mee dat voor het nemen van de conclusie van antwoord al in juli 2024 een datum is bepaald.

Gelet op dit alles zal het verzochte uitstel niet worden verleend. Dit betekent, gelet op artikel 133 lid 4 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de artikelen 1.13 en 2.5 van het Landelijk procesreglement voor civiele dagvaardingszaken bij de rechtbanken, dat het recht om de conclusie van antwoord te nemen voor CLAYMONT BRANDS HK LIMITED is vervallen, omdat dit te laat (na de roldatum) was ingediend en uit het verzoek niet bleek dat en waarom sprake was van klemmende redenen voor uitstel."

4.10.

Bij rolbeslissing van 30 oktober 2024 is op grond van artikel 133 lid 4 Rv aan Claymont een akte niet-dienen verleend.

Toetsingskader

4.11.

In het arrest van 16 december 20226 heeft de Hoge Raad, onder verwijzing naar eerdere uitspraken, geoordeeld dat de beslissing tot het verlenen van een akte niet-dienen een tussenvonnis of tussenarrest is waarbij een bindende eindbeslissing is gegeven, zodat daarop kan worden teruggekomen. Vervolgens heeft de Hoge Raad (in r.o. 3.4) overwogen dat:

"de rechter bevoegd, en ook gehouden, is om terug te komen van het verlenen van akte niet-dienen indien ten tijde van het nemen van die beslissing weliswaar werd voldaan aan de voorwaarden van art. 133 lid 4 Rv, maar naderhand blijkt van feiten of omstandigheden die, als de rechter die had gekend op het moment dat de beslissing werd genomen, tot het oordeel hadden geleid dat het onaanvaardbaar is om akte niet-dienen te verlenen. De beslissing tot het verlenen van akte niet-dienen berustte in dat geval immers op een onjuiste, waaronder is te begrijpen een onvolledige, feitelijke grondslag. Deze gehoudenheid om terug te komen van het verlenen van de akte niet-dienen doet zich bijvoorbeeld voor indien het op grond van een afweging van de aard van de fout die tot het niet nemen van het betrokken gedingstuk leidde en van alle betrokken belangen, feiten en omstandigheden – waaronder de naderhand gebleken feiten en omstandigheden – onaanvaardbaar zou zijn om geen gelegenheid te geven tot herstel van de fout."

De beoordeling

4.12.

De rechtbank oordeelt als volgt. De door Claymont aangevoerde feiten en omstandigheden leiden niet tot het oordeel dat het onaanvaardbaar was om op 30 oktober 2024 de akte niet-dienen te verlenen. Er is immers niet gebleken dat de beslissing tot het verlenen van die akte niet-dienen berustte op een onjuiste of onvolledige feitelijke grondslag. Niet is komen vast te staan dat mr. Hamberg op 30 oktober 2024, zoals Claymont aanvoert, "geheel was opgehouden te functioneren als advocaat". Dat zij op die datum wel als zodanig functioneerde, blijkt reeds uit het feit dat (i) de rechtbank mr. Hamberg, na de vaststelling dat geen conclusie van antwoord was genomen, telefonisch heeft bereikt en (ii) mr. Hamberg vervolgens direct, via het daartoe bestemde rolformulier, een gemotiveerd verzoek tot uitstel voor het nemen van de conclusie van antwoord wegens klemmende redenen heeft ingediend.

4.13.

Gelet op het voorgaande zal de rechtbank niet terugkomen van het verlenen van de akte niet-dienen. Het verzoek van Claymont daartoe wordt afgewezen. Dat betekent dat aan Claymont op grond van artikel 128 lid 3 Rv het recht om verweer te voeren (definitief) is vervallen.

Vorderingen jegens Claymont

4.14.

Claymont heeft in deze procedure de vorderingen van M&M en Polmos niet betwist of anderszins verweer tegen de vorderingen gevoerd. Het gevorderde komt de rechtbank - met uitzondering van een enkel hierna genoemd subonderdeel - niet onrechtmatig of ongegrond voor, zodat de vorderingen worden toegewezen als na te melden en met inachtneming van het volgende.

4.15.

Het onder A gevorderde verbod is toewijsbaar, met dien verstande dat de rechtbank dit zal beperken tot Nederland, gelet op het bepaalde in artikel 126 lid 2 UMVo.

4.16.

De onder B jegens Claymont gevorderde afgifte ter vernietiging van alle namaak Belvedere-producten (en vergoeding van de kosten daarvan) (onder I en III) en alle voorraden inbreukmakende Glenmorangie Unie-producten (onder IV) is toewijsbaar.

4.17.

De onder C gevorderde opgaveverplichting is toewijsbaar. Nu het inbreukverbod tot Nederland is beperkt, zal de vordering tot opgave worden toegewezen voor zover het gaat om inbreuk in Nederland.

4.18.

M&M en Polmos vorderen schadevergoeding (onder D) en winstafdracht (onder E). De rechtbank overweegt dat cumulatie van winstafdracht en schadevergoeding slechts in beperkte zin mogelijk is, in die zin dat niet cumulatief zowel een vergoeding van schade voor winstderving als winstafdracht kan worden gevorderd. Andere vormen van schade kunnen wel samengaan met winstafdracht. De schadevergoedings- en winstafdrachtvorderingen zijn dus slechts toewijsbaar onder de voorwaarde dat ze niet cumulatief als hiervoor bedoeld ten uitvoer worden gelegd.

4.19.

Nu aannemelijk is dat Polmos schade heeft geleden als gevolg van de inbreuk, zal de schadevergoedingsvordering (onder D.I) worden toegewezen. Polmos begroot haar schade op € 10,- per namaak Belvedere-product product. Nu als onweersproken vaststaat dat Claymont 84.126 flessen namaak Belvedere-wodka heeft verhandeld, begroot de rechtbank de schade in redelijkheid op € 841.260,-. Dit bedrag zal worden toegewezen en de wettelijke rente zal worden toegewezen zoals gevorderd. Nu Polmos daarnaast geen belang heeft bij de overig gevorderde schadevergoeding (onder D. II), zal de rechtbank die vordering voor zover die ziet op schade van Polmos afwijzen.

4.20.

Nu aannemelijk is dat M&M schade heeft geleden als gevolg van de inbreuk, zal de schadevergoedingsvordering onder D.II, voor zover die ziet op schade van M&M, toewijzen. Het bedrag dat volgt uit de opgave die Claymont zal doen, zal worden toegewezen en de wettelijke rente zal worden toegewezen zoals gevorderd.

4.21.

Nu als onweersproken vaststaat dat sprake is van kwade trouw aan de zijde van Claymont kan de vordering tot winstafdracht op grond van artikel 2.21 lid 4 BVIE worden toegewezen. De rechtbank wijst de vordering in zoverre toe dat Claymont de door haar genoten nettowinst moet afdragen voor zover dit het bedrag aan schade van Polmos van

€ 841.260,- en het bedrag aan schade van M&M dat uit de opgave volgt, te boven gaat.

4.22.

Nu het inbreukverbod tot Nederland is beperkt, zullen de vorderingen tot schadevergoeding en winstafdracht slechts worden toegewezen voor zover het gaat om schade en genoten winst die samenhangen met de inbreuk in Nederland.

4.23.

De gevorderde dwangsommen zullen worden toegewezen en gemaximeerd als in het dictum is vermeld.

Vordering jegens TOP Logistics

4.24.

De onder B (II) jegens TOP Logistics gevorderde afgifte ter vernietiging van alle namaak Belvedere-producten die zich onder haar bevinden is als niet weersproken eveneens toewijsbaar.

Proceskosten

4.25.

Claymont zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. MHCS c.s. heeft een volledige proceskostenveroordeling op de voet van artikel 1019h Rv gevorderd en daartoe een specificatie overgelegd van minimaal € 20.000,- aan advocaatkosten in de hoofdzaak, € 2.145,90 in het voegingsincident en € 2.500,- in het vrijwaringsincident. Claymont is in de procedure verschenen, maar heeft geen verweer gevoerd. De proceskostenvordering en -specificatie waren kenbaar voor Claymont, zodat de proceskosten naar het oordeel van de rechtbank in dit geval gelet op de eisen van een goede procesorde overeenkomstig het bepaalde in artikel 1019h Rv kunnen worden begroot.

4.26.

Teneinde de redelijkheid en evenredigheid van de opgevoerde kosten te kunnen beoordelen, wordt aansluiting gezocht bij de Indicatietarieven in IE-zaken (versie april 2017). De daarin vermelde tarieven worden geacht redelijk en evenredig te zijn. Onderhavige zaak valt naar het oordeel van de rechtbank onder de categorie normale bodemzaak met een maximumtarief van € 20.000,- en normale incidenten met een maximumtarief van € 2.500,- per incident. In de hoofdzaak zal het bedrag van € 20.000 worden toegewezen; het meer gevorderde wordt afgewezen. De gevorderde bedragen voor het voegings- en vrijwaringsincident overstijgen het maximumtarief niet en zullen worden toegewezen. Het bedrag voor salaris advocaat van € 24.645,90 wordt verhoogd met € 1.352,- aan griffierecht, € 11.866,44 aan deurwaarderskosten en € 5.136,79 aan vertalingskosten, zodat in totaal € 43.001,13 aan proceskosten wordt toegewezen. De gevorderde wettelijke rente wordt op na te melden wijze toegewezen.

4.27.

Tijdens de mondelinge behandeling heeft mr. Mulder namens M&M en Polmos verzocht om een additionele proceskostenveroordeling voor het verweer van M&M en Polmos tegen het verzoek van Claymont om terug te komen op de akte niet-dienen. De rechtbank ziet hiertoe geen aanleiding, nu het bedrag aan proceskosten dat is toegewezen voor de hoofdzaak al voorziet in een vergoeding voor die kosten.

5 De beslissing

De rechtbank

5.1.

veroordeelt Claymont om met onmiddellijke ingang na betekening van dit vonnis iedere inbreuk op de Belvedere- en Glenmorangie-merken in Nederland te (doen) staken en gestaakt te (doen) houden, waaronder begrepen, maar niet beperkt tot:

  1. elke verhandeling van namaak Belvedere-producten;

  2. het zonder toestemming van Polmos en M&M invoeren in de Europese Unie van producten voorzien van de Belvedere- en Glenmorangie-merken;

  3. elke verhandeling van producten voorzien van de Belvedere- en Glenmorangie-merken die niet door of met toestemming van Polmos en M&M in de EER in de handel zijn gebracht;

waarbij onder a) en c) onder verhandeling in ieder geval moet worden begrepen het in Nederland (doen) invoeren, (doen) verkopen, het te koop (doen) aanbieden, het (doen) leveren, (doen) uitvoeren, dan wel het in voorraad (doen) houden voor één van deze doeleinden,

en veroordeelt Claymont tot betaling aan Polmos respectievelijk M&M van een dwangsom van € 10.000,- voor iedere dag dat Claymont dit verbod geheel of gedeeltelijk overtreedt, met een maximum van € 500.000,-;

5.2.

beveelt Claymont om binnen vijf dagen na betekening van dit vonnis alle namaak Belvedere-producten die zich in Nederland onder Claymont of namens Claymont onder derden bevinden om niet ter vernietiging af te geven aan het door Polmos ingeschakelde vernietigingsbedrijf Demontage Werkplaats Zeeland B.V. en veroordeelt Claymont tot betaling aan Polmos van een dwangsom van € 10.000,- voor iedere dag dat Claymont dit verbod geheel of gedeeltelijk overtreedt, met een maximum van € 100.000,-;

5.3.

beveelt TOP Logistics de afgifte ter vernietiging door Claymont aan Polmos te

dulden voor zover het gaat om namaak Belvedere-producten die zich ten behoeve van Claymont onder haar bevinden c.q. aan deze afgifte haar medewerking te verlenen door deze namaak Belvedere-producten aan het door Polmos ingeschakelde vernietigingsbedrijf Demontage Werkplaats Zeeland B.V. af te geven;

5.4.

veroordeelt Claymont tot betaling aan Polmos van alle kosten die verband houden met de vernietiging, welke kosten voor zover het gaat om de namaak Belvedere-producten van Claymont die bij TOP Logistics in beslag zijn genomen voorlopig zijn begroot op

€ 15.000,-;

5.5.

beveelt Claymont om binnen één maand na betekening van dit vonnis alle voorraden inbreukmakende Glenmorangie Unie-producten die zich in Nederland onder Claymont of namens Claymont onder derden bevinden aan M&M op een door M&M te bepalen plaats om niet af te geven en over te dragen ter vernietiging;

5.6.

veroordeelt Claymont om binnen één maand na betekening van dit vonnis aan de raadsman van Polmos en M&M, mr. N.W. Mulder, opgave te doen, vergezeld van kopieën van alle relevante documenten, waaronder facturen, paklijsten, vrachtbrieven,

(e-mail)correspondentie, orders, orderbevestigingen, voorraadadministratie, douanestukken of andere bewijsstukken van:

a) de aan Claymont vanaf 1 januari 2021 in Nederland geleverde aantallen, prijzen en leverdata van namaak Belvedere-producten en door haar vanaf

1 mei 2019 in Nederland ingevoerde Glenmorangie-producten, zulks afzonderlijk gerangschikt per type product en per leverancier en tijdstip;

b) de op 2 februari 2023 in Nederland onder Claymont en/of ten behoeve van Claymont onder derden aanwezige voorraad namaak Belvedere-producten en inbreukmakende Glenmorangie Unie-producten, zulks afzonderlijk gerangschikt per locatie en type product;

c) de namen van alle afnemers aan wie Claymont vanaf 1 januari 2021 in Nederland namaak Belvedere-producten en vanaf 1 mei 2019 in Nederland inbreukmakende Glenmorangie Unie-producten heeft geleverd, onder mededeling van volledig(e) adres(sen), telefoonnummer(s) en

e-mailadres(sen), zulks afzonderlijk gerangschikt per type product en onder vermelding van volledig(e) adres(sen), telefoonnummer(s) en

e-mailadres(sen) van de opslagloodsen en/of tussenpersonen;

d) de aan de hiervoor onder d) genoemde afnemers geleverde aantallen en leverdata van namaak Belvedere-producten en inbreukmakende Glenmorangie Unie-producten, zulks afzonderlijk gerangschikt per datum, per type product en per partij, alsmede onder vermelding of het gedecodeerde producten betreft;

e) de nettowinst die Claymont heeft behaald met de verhandeling van namaak Belvedere-producten in Nederland en met inbreukmakende Glenmorangie Unie-producten onder c) in Nederland, waarbij onder nettowinst dient te worden verstaan de verkoopprijs, enkel na aftrek van aankoopprijs en van belastingen en kosten die rechtstreeks verband houden met de verkoop,

en veroordeelt Claymont tot betaling aan Polmos respectievelijk M&M van een dwangsom van € 10.000,- voor iedere dag, een dagdeel daaronder begrepen, dat Claymont geheel of gedeeltelijk in strijd handelt met deze veroordeling, met een maximum van € 500.000,- per eiser;

5.7.

verklaart voor recht dat Claymont aansprakelijk is voor alle schade van Polmos die het gevolg is van de inbreuk door Claymont op de Belvedere-merken in Nederland en veroordeelt Claymont tot vergoeding van die schade, begroot op een bedrag van

€ 841.260,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van de dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;

5.8.

verklaart voor recht dat Claymont aansprakelijk is voor alle schade van M&M die het gevolg is van inbreuk door Claymont op de Glenmorangie-merken, zoals die blijkt uit de opgave (5.6 onder e), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de inbreuk een aanvang heeft genomen tot en met de dag der algehele voldoening;

5.9.

veroordeelt Claymont om binnen twee maanden na betekening van dit vonnis de door haar met de inbreuk op de Belvedere-merken behaalde nettowinst, zoals die blijkt uit de opgave (5.6 onder e) en voor zover dit het bedrag aan schadevergoeding van € 841.260,-, (5.7) te boven gaat, af te dragen aan Polmos door overmaking op de derdengeldenrekening van haar advocaat;

5.10.

veroordeelt Claymont om binnen twee maanden na betekening van dit vonnis de door haar met de inbreuk op het Glenmorangie-merk behaalde nettowinst, zoals die blijkt uit de opgave (5.6 onder e), en voor zover dit het bedrag aan schadevergoeding (5.8) te boven gaat, af te dragen aan M&M door overmaking op de derdengeldenrekening van haar advocaat;

5.11.

veroordeelt Claymont in proceskosten aan de zijde van MHCS c.s. tot op heden begroot op € 43.001,13, één en ander te voldoen binnen 14 dagen na de datum van dit vonnis en, voor het geval voldoening van de kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over de kosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening tot aan de dag der algehele voldoening;

5.12.

verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;

5.13.

wijst het meer of anders gevorderde af.

Dit vonnis is gewezen door mr. J.B.J. Hoefnagel, rechter, bijgestaan door mr. J.M.N. van Limpt-Schrover, griffier, en bij vervroeging in het openbaar uitgesproken op 19 maart 2025.

1 Europese Economische Ruimte

2 Burgerlijk Wetboek

3 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering

4 Verordening (EU) 2017/1001 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 inzake het Uniemerk

5 Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom (merken en tekeningen of modellen)

6 Hoge Raad 16 december 2022, ECLI:NL:HR:2022:1873 (Marba/Salling Group)

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.