Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBDHA:2025:4658

Rechtbank Den Haag
20-03-2025
26-03-2025
C/09/681698 / FT RK 25/264, C/09/681699 / FT RK 25/265
Insolventierecht
Eerste aanleg - enkelvoudig,Beschikking

Afwijzing voorlopige voorziening ex artikel 287 lid 4 Fw: het spoedeisend belang bij de voorziening is onvoldoende aangetoond. Verzocht is om de opschorting van één gelegd loonbeslag, terwijl sprake is van meerdere gelegde loonbeslagen. Ook zonder de beslagen zou de financiële situatie niet stabiel zijn. In het maandelijks budgetplan zou nog steeds sprake zijn van een tekort.

Rechtspraak.nl

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK DEN HAAG

Team Insolventies

rekestnummers: C/09/681698 / FT RK 25/264, C/09/681699 / FT RK 25/265

beschikking op grond van artikel 287 lid 4 van de Faillissementswet van 20 maart 2025

[verzoeker] ,

wonende te [adres] , [postcode] [woonplaats 1] ,

hierna: verzoeker,

tegen

[verweerder] ,

wonende te [woonplaats 2] ,

hierna: verweerder,

gemachtigde: Swier cs Gerechtsdeurwaarders.

Waar deze zaak over gaat

Op 24 april 2024 heeft verweerder beslag gelegd op het inkomen van verzoeker. Volgens verzoeker is hierdoor voor hem een spoedeisende situatie ontstaan. Verzoeker heeft de rechtbank verzocht om een voorlopige voorziening uit te spreken, waarbij de tenuitvoerlegging van het gelegde beslag wordt opgeschort totdat op het verzoek om toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP-verzoek) is beslist. Verzoeker is daardoor in de gelegenheid om de periode tot aan behandeling van zijn WSNPverzoek te overbruggen. De rechtbank wijst het verzoek af en legt hierna uit waarom zij zo beslist. Eerst volgt informatie over het verloop van de procedure tot nu toe.

1 De procedure

1.1.

Op 14 maart 2025 heeft verzoeker gevraagd om een voorlopige voorziening als bedoeld in artikel 287 lid 4 van de Faillissementswet (Fw). Daarbij heeft verzoeker ook een WSNP-verzoek ingediend.

1.2.

Het verzoek houdt in dat verweerder wordt geboden het gelegde beslag op het inkomen van verzoeker op te schorten totdat op het WSNP-verzoek is beslist.

1.3.

Mevrouw Slot, werkzaam bij Noordzij Insolventie, heeft de rechtbank op 17 maart 2025 aanvullende stukken gezonden.

1.4.

Verweerder heeft op 17 maart 2025 schriftelijk verweer ingediend.

1.5.

Het verzoek tot het afgeven van de voorlopige voorziening is behandeld op de zitting van 18 maart 2025. Op deze zitting verschenen:

- verzoeker,

- mevrouw [naam] , echtgenote van verzoeker,

- mevrouw S.C.A. Slot, schuldhulpverlener van Noordzij Insolventie,

- mevrouw G.G.F. Snoijl, beschermingsbewindvoerder van OnFinance,

- verweerder.

1.6.

De rechtbank heeft de schuldhulpverlener in de gelegenheid gesteld om uiterlijk op 19 maart 2025 aanvullende stukken in te dienen, waaruit blijkt of sprake is van een of meer gelegde loonbeslagen. Die stukken heeft de rechtbank op diezelfde datum ontvangen.

1.7.

Tijdens de behandeling van de zaak tussen verzoeker en verweerder is ook de zaak tussen mevrouw [naam] en Dunea N.V. (rekestnummers C/09/681701 / FT RK 25/266, C/09/681702 / FT RK 25/267) behandeld. Deze gezamenlijke behandeling vond plaats vanwege de samenhang tussen beide zaken. Verzoeker en mevrouw [naam] zijn gehuwd in gemeenschap van goederen en beide zaken betreffen een verzoek om een voorlopige voorziening. Daarbij wordt verzocht om opschorting van de tenuitvoerlegging van het gelegde loonbeslag totdat is beslist op het WSNPverzoek dat verzoeker en mevrouw [naam] gezamenlijk hebben ingediend bij deze rechtbank.

2 Standpunten van partijen

2.1.

Verzoeker stelt, samengevat, dat sprake is van een spoedeisende situatie. Door het loonbeslag is verzoeker niet in staat zijn lopende verplichtingen te voldoen, wat tot nieuwe schulden en een onstabiele (financiële) situatie zal leiden. Het verzoek strekt tot opschorting van het door verweerder gelegde loonbeslag totdat is beslist op het WSNPverzoek.

2.2.

Verweerder heeft schriftelijk verweer gevoerd en dit ter zitting mondeling toegelicht. De rechtbank zal de punten uit dit verweer, voor zover relevant, in de beoordeling behandelen.

3 De beoordeling

3.1.

Op grond van artikel 287 lid 4 Fw kan de rechtbank in spoedeisende zaken een voorlopige voorziening geven. Er moet dan sprake zijn van een spoedeisend belang bij de voorziening.

3.2.

De rechtbank is van oordeel dat verzoeker de noodzaak van zijn verzoek, en daarmee de spoedeisendheid, onvoldoende heeft aangetoond. De rechtbank overweegt hiertoe als volgt. Verzoeker heeft wel aangevoerd dat het door verweerder gelegde loonbeslag een ontwrichtende werking heeft en dat daardoor nieuwe schulden zullen ontstaan, maar dit betekent nog niet dat op dit moment sprake is van een acute noodsituatie waar de gevraagde voorziening voor is bedoeld. Op de zitting is besproken en uit de stukken blijkt dat sprake is van meerdere gelegde beslagen op zowel het inkomen van verzoeker als op het inkomen van zijn echtgenote. Mocht de gevraagde voorziening worden toegewezen, dan zou dat niet leiden tot een verbeterde financiële situatie voor verzoeker en zijn echtgenote. Zij zullen dan nog steeds moeten rondkomen van de beslagvrije voet. Daar komt bij dat de rechtbank is gebleken dat de financiële situatie van verzoeker en zijn echtgenote ook zonder de beslagen niet stabiel zou zijn. In hun maandelijks budgetplan zou in dat geval nog steeds sprake zijn van een tekort. Een en ander maakt dat er op dit moment geen sprake van een spoedeisende situatie in de zin van artikel 287 lid 4 Fw.

3.3.

De schuldhulpverlener heeft op 19 maart 2025 een gewijzigd verzoek ingediend en primair verzocht om de in dat verzoek vermelde loonbeslagen op te schorten. Subsidiair is verzocht om het gewijzigde verzoek op een nieuwe datum verder te behandelen, zodat de overige beslagleggers ook de mogelijkheid krijgen om verweer te voeren.

3.4.

De rechtbank gaat voorbij aan zowel het primaire als het subsidiaire verzoek van de schuldhulpverlener. Zij ziet geen aanleiding om het oorspronkelijke verzoek aan te houden en zal daarop beslissen. Indien verzoeker wil dat ook voor de overige gelegde loonbeslagen een voorlopige voorziening wordt getroffen, kan hij daartoe een nieuw verzoek om een voorlopige voorziening indienen.

3.5.

Nu vast staat dat onderhavig verzoek niet voldoet aan de in artikel 287 lid 4 Fw gestelde voorwaarden, dient het verzoek te worden afgewezen.

3.6.

De (verdere) behandeling van het WSNP-verzoek zal plaatsvinden op 10 april 2025 om 10:30 uur, onder de voorwaarde dat één week voor voornoemde datum een compleet WSNP-verzoek is overgelegd. Deze termijn is langer wanneer met het WSNP-verzoek ook een verzoek tot het opleggen van een dwangakkoord (inclusief bijlagen), wordt ingediend. In dat geval dienen beide verzoeken drie weken voor voornoemde datum te zijn aangeleverd.

4 De beslissing

De rechtbank:

- wijst af het verzoek van [verzoeker] om opschorting van het beslag gelegd door [verweerder] ;

- bepaalt dat de (verdere) behandeling van het WSNP-verzoek zal plaatsvinden op 10 april 2025 om 10:30 uur, onder de voorwaarde dat één week voor voornoemde datum een compleet WSNP-verzoek is ingediend. Als dat verzoek gepaard gaat met een verzoek tot het opleggen van een dwangakkoord (inclusief bijlagen), moeten deze verzoeken drie weken voor voornoemde datum te zijn aangeleverd.

Dit is een beslissing van mr. L. Mundt, rechter, in samenwerking met C. Groesbeek, griffier. Deze beslissing is in het openbaar uitgesproken op 20 maart 2025.

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.