Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBDHA:2025:492

Rechtbank Den Haag
15-01-2025
16-01-2025
NL24.25610
Vreemdelingenrecht
Eerste aanleg - enkelvoudig

Asiel, Syrië, beleid teruggekeerde Syriërs, onvoldoende blijk van zorgvuldige beoordeling omstandigheden, geslaagd beroep op gelijkheidsbeginsel, algemene veiligheidssituatie in Syrië, beroep gegrond

Rechtspraak.nl

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg

Bestuursrecht

zaaknummer: NL24.25610


uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen


[eiseres] , V-nummer: [V-nummer] , eiseres

(gemachtigde: mr. M.B. van den Toorn-Volkers),

en

de minister van Asiel en Migratie, voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. J.R. Vreijsen).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar asielaanvraag. Verweerder heeft deze aanvraag met het bestreden besluit van 24 mei 2024 in de verlengde procedure afgewezen als ongegrond.

1.1.

Verweerder heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.

1.2.

De rechtbank heeft het beroep op 4 december 2024 op zitting behandeld in Breda. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, de gemachtigde van eiseres, [naam 1] als tolk en de gemachtigde van verweerder.

1.3.

Bij sluiting van het onderzoek op zitting heeft de rechtbank meegedeeld binnen zes weken uitspraak te doen.

Beoordeling door de rechtbank

2. Eiseres is geboren op [datum] 1993 en heeft de Syrische nationaliteit. Zij heeft op 5 mei 2023 haar asielaanvraag ingediend, nadat zij samen met haar schoonzus op 3 mei 2023 Syrië heeft verlaten. Eiseres heeft aan haar asielaanvraag ten grondslag gelegd dat zij vreest voor de algemene veiligheidssituatie in Syrië als alleenstaande vrouw. Zij is naar Nederland gevlucht om dichter bij haar kinderen in Duitsland en bij haar familie in België te kunnen zijn.

3. Verweerder heeft de asielaanvraag afgewezen als ongegrond, omdat uit de verklaringen van eiseres niet is gebleken dat zij een gegronde vrees voor vervolging in Syrië heeft. Eiseres heeft namelijk niet verklaard over problemen die zij in Syrië heeft ondervonden vanwege haar ras, godsdienst, nationaliteit, het behoren tot een bepaalde sociale groep of haar politieke overtuiging. Verweerder heeft tevens overwogen dat de herkomst uit Syrië op zichzelf niet genoeg is om als vluchteling te kunnen worden aangemerkt of om een reëel risico op ernstige schade bij terugkeer aan te nemen. Verweerder heeft het bestreden besluit mede gebaseerd op het voor Syriërs vastgestelde landenbeleid voor Syrische terugkeerders en heeft overwogen dat eiseres sinds 2014 Syrië meerdere keren is uitgereisd en dat zij steeds zonder problemen naar Syrië heeft kunnen terugkeren.

4. De rechtbank beoordeelt of verweerder de asielaanvraag van eiseres terecht heeft afgewezen als ongegrond. Zij doet dat aan de hand van de argumenten die eiseres heeft aangevoerd, de beroepsgronden.

De beroepsgronden

5. Eiseres heeft aangevoerd dat verweerder ten onrechte heeft aangenomen dat zij geen problemen heeft gehad in Syrië nadat zij is teruggekeerd. Nadat zij in 2020 in Qatar van haar man is gescheiden en is teruggekeerd naar Syrië, verbleef zij bij haar broer en schoonzus in [plaats 1]. Eiseres stelt dat zij persoonlijke problemen heeft voorkomen door binnen te blijven. Eiseres benadrukt dat het nooit haar keuze is geweest om terug te keren naar Syrië. Dat mag haar dan ook niet worden tegengeworpen. Eiseres doet ook een beroep op het gelijkheidsbeginsel. Eiseres stelt dat zij samen met haar schoonzus, [naam 2], naar Nederland is gereisd en dat zij tegelijk asiel hebben aangevraagd. De eerdere reizen in 2022 en 2023 hebben zij ook samen gemaakt en zij hebben samen vastgezeten in Jordanië. Eiseres stelt dat zij vanaf 2020 samen hebben gewoond in Syrië en dat de persoonlijke omstandigheden van [naam 2] ook de hare zijn. Eiseres begrijpt niet waarom haar aanvraag is afgewezen, terwijl die van [naam 2] is gehonoreerd.

Het terugkeerbeleid

6. In het landenbeleid voor Syrië, paragraaf C7/33.4.1.3 van de Vc,1 is bepaald dat asielaanvragen van Syrische vreemdelingen op individuele merites worden beoordeeld. Het algemene uitgangspunt in het landenbeleid voor Syrië is dat bij terugkeer vanuit het buitenland in beginsel een reëel risico op ernstige schade wordt aangenomen en dat een vreemdeling uit Syrië om die reden in beginsel in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Er geldt echter een uitzondering voor Syrische vreemdelingen bij wie uit de individuele feiten en omstandigheden is gebleken dat de vreemdeling bij of na terugkeer naar Syrië geen reëel risico (meer) loopt op ernstige schade. Hiervan is in het bijzonder sprake indien de vreemdeling na een eerder vertrek uit Syrië is teruggereisd naar Syrië.

7. De rechtbank acht het landenbeleid voor Syrië niet kennelijk onredelijk of anderszins onjuist. De rechtbank sluit zich in dat verband aan bij de uitspraak van de Afdeling2 van 14 augustus 2024,3 waarin is geoordeeld dat verweerder in zijn beleid uitgaat van een juiste bewijslastverdeling in de individuele beoordeling van het reële risico op ernstige schade voor vreemdelingen met de Syrische nationaliteit die na een eerder vertrek uit Syrië opnieuw naar en van dat land zijn gereisd, de zogenoemde teruggekeerde Syriërs.

8. Tussen partijen is niet in geschil dat eiseres eerder Syrië heeft verlaten en weer naar Syrië is teruggekeerd. Eiseres heeft namelijk in 2014 met haar toenmalige partner Syrië verlaten en heeft tot 2020 met hem in Qatar gewoond. In 2020 is eiseres teruggekeerd naar Syrië, nadat de relatie is verbroken. Niet in geschil is verder dat eiseres in 2022 en 2023 meerdere keren Syrië is uitgereisd en dat terugkeer naar Syrië voor eiseres kennelijk niet heeft geleid tot vervolging of ernstige schade.

9. Dat betekent dat verweerder op grond van zijn landenbeleid niet zonder meer heeft hoeven uitgaan van de presumptie dat eiseres bij terugkeer naar Syrië een reëel risico loopt op ernstige schade. Wel geldt dat de aanvraag van eiseres op de individuele merites moet worden beoordeeld, met andere woorden, dat een zorgvuldige beoordeling moet plaatsvinden waarin rekening wordt gehouden met alle omstandigheden van het individuele geval. Uit de hiervoor vermelde uitspraak van de Afdeling (rechtsoverweging 3.3) volgt dat deze individuele beoordeling inhoudt dat verweerder de beoordeling moet verrichten aan de hand van de persoonlijke kenmerken van een vreemdeling, diens individuele omstandigheden en wat die vreemdeling verder heeft aangevoerd. Die omstandigheden moeten worden bezien tegen de achtergrond van de algemene veiligheidssituatie in het land van herkomst. Als uit de individuele beoordeling van wat een vreemdeling in het verleden is overkomen, de algemene situatie in het land van herkomst of een combinatie hiervan, blijkt dat er duidelijke aanwijzingen zijn dat de vreemdeling een reëel risico loopt op ernstige schade, dan is het aan verweerder om dat te weerleggen.

Beoordeling aanvraag

10. De rechtbank is van oordeel dat het bestreden besluit onvoldoende blijk geeft van een zorgvuldige beoordeling van de individuele omstandigheden van eiseres en van de algemene veiligheidssituatie in Syrië, zoals hiervoor omschreven. Niet onderzocht is bijvoorbeeld of en in hoeverre eiseres persoonlijke problemen heeft voorkomen door zichzelf beperkingen op te leggen in haar bewegingsvrijheid. Anderzijds kan uit het asielrelaas van eiseres en uit de beroepsgronden ook niet worden afgeleid dat eiseres in de periode 2020 tot haar vertrek in 2024 in de negatieve belangstelling van de Syrische autoriteiten heeft gestaan. Verweerder heeft – bijvoorbeeld – niet ten onrechte overwogen dat eiseres in 2020 zonder problemen haar paspoort heeft kunnen laten vernieuwen. Maar ook daaruit kan niet zonder meer de conclusie worden getrokken dat er geen reëel risico op ernstige schade bestaat bij terugkeer naar Syrië. In dat verband is ook de actuele situatie in Syrië van belang: de huidige individuele omstandigheden van eiseres en de actuele algemene veiligheidssituatie in Syrië.

11. Uit de verklaringen van eiseres kan worden afgeleid dat zij na 2020 op twee plaatsen in Syrië heeft verbleven: bij haar ex-schoonmoeder in [plaats 2] en bij haar broer in [plaats 1]. Voor beide woonplaatsen geldt dat zij daarnaar nu niet meer kan terugkeren. Eiseres stelt geen binding meer te hebben met haar ex-schoonmoeder en/of [plaats 2] en haar broer is vertrokken uit [plaats 1]. In het bestreden besluit is niet gemotiveerd of eiseres als zelfstandige alleenstaande vrouw zonder problemen kan terugkeren naar Syrië. Daarbij overweegt de rechtbank ambtshalve dat de algemene veiligheidssituatie in Syrië op dit moment onzeker is, sinds de val van het Assad-regime op 8 december 2024.

12. De motivering van het bestreden besluit is gelet op het voorgaande ontoereikend.

Gelijkheidsbeginsel

13. Verweerder heeft in zijn verweerschrift op het beroep op het gelijkheidsbeginsel gereageerd en dit is ter zitting nog nader besproken. Verweerder heeft bevestigd dat de aanvraag van de schoonzus van eiseres is gehonoreerd omdat zij het voordeel van de twijfel heeft gekregen. Verweerder heeft aangenomen dat eiseres en [naam 2] na 2020 hebben samengewoond, dat zij samen Syrië zijn uitgereisd en Jordanië zijn ingereisd en dat zij ook samen in Jordanië vast hebben gezeten. Het enige verschil dat verweerder heeft aangenomen is het verblijf van eiseres met haar ex-man in Qatar van 2014 tot 2020 en het feit dat eiseres in 2020 – onvrijwillig – is teruggekeerd naar Syrië. Verweerder heeft echter niet gemotiveerd waarom eiseres gelet op dat enige verschil niet ook het voordeel van de twijfel toekomt. Dit kon ter zitting ook niet worden opgehelderd.

14. Het beroep op het gelijkheidsbeginsel slaagt.

Conclusie en gevolgen

15. Verweerder heeft de aanvraag ten onrechte afgewezen als ongegrond. Het beroep is gegrond omdat het bestreden besluit is genomen in strijd met het zorgvuldigheids- en het motiveringsvereiste, zoals opgenomen in artikel 3:2 en artikel 3:46 van de Awb.4 De rechtbank vernietigt daarom het bestreden besluit. De rechtbank ziet geen reden om de rechtsgevolgen van het besluit in stand te laten of zelf een beslissing over de aanvraag te nemen. Het is aan verweerder om alsnog een deugdelijke en inzichtelijke beoordeling van het reële risico op ernstige schade te maken. Daarbij dient ook de actuele algemene veiligheidssituatie in Syrië te worden betrokken.

16. De rechtbank bepaalt met toepassing van artikel 8:72, vierde lid, van de Awb dat verweerder een nieuw besluit moet nemen en daarbij rekening houdt met deze uitspraak.

17. Omdat het beroep gegrond is krijgt eiseres een vergoeding van haar proceskosten. Verweerder moet deze vergoeding betalen. Deze vergoeding bedraagt € 1.814 omdat de gemachtigde van eiseres een beroepschrift heeft ingediend en aan de zitting heeft deelgenomen. Verder zijn er geen kosten gemaakt die vergoed kunnen worden.

Beslissing

De rechtbank:

- verklaart het beroep gegrond;

- vernietigt het besluit van 24 mei 2024;

- draagt verweerder op een nieuw besluit te nemen op de aanvraag, waarbij rekening wordt

gehouden met deze uitspraak;

- veroordeelt verweerder tot betaling van € 1.814 aan proceskosten aan eiseres.

Deze uitspraak is gedaan op 15 januari 2025 door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, in aanwezigheid van N.A. D’Hoore, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.

De uitspraak is bekendgemaakt op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 4 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

1 Vreemdelingencirculaire 2000.

2 Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

3 ECLI:NL:RVS:2024:3175.

4 Algemene wet bestuursrecht.

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.