Totstandkoming van het besluit
2. Eiser legt aan zijn asielaanvraag het volgende ten grondslag. Eiser is geboren op [geboortedatum] 1994 en bezit de Iraakse nationaliteit. Eiser heeft verklaard dat er twee pogingen zijn geweest om hem te vermoorden, omdat hij online kritiek uitte op het Al-Mahdi leger, Asa’eb Ahl Al Haq en andere politieke partijen. Eiser is gedetineerd geweest, maar hij heeft tegen betaling kunnen ontsnappen. Daarnaast is hij homoseksueel, ook in dit verband heeft hij problemen ondervonden. Hij plaatste content op social media waarin hij opkwam voor rechten van homoseksuelen en denkt dat daardoor zijn tatoeagewinkel werd aangevallen en vernield.
De besluitvorming van de minister
3. Het asielrelaas van eiser bevat volgens de minister de volgende relevante elementen:
1. Identiteit, nationaliteit en herkomst
2. Homoseksuele geaardheid
3. Problemen wegens uw homoseksuele geaardheid en kritiek op milities en politieke partijen
3.1.
De minister acht relevant element 1, eisers identiteit, nationaliteit en herkomst, geloofwaardig. Relevant element 2, eisers homoseksuele geaardheid, acht de minister niet geloofwaardig. De minister concludeert dat eiser geen aannemelijke verklaringen heeft afgelegd als het gaat om zijn homoseksuele geaardheid, nu deze op cruciale punten summier, oppervlakkig, inconsistent en ongerijmd zijn. Daarnaast heeft eiser geenszins laten blijken inhoudelijk voldoende op de hoogte te zijn van de berichten die hij naar eigen zeggen op zijn social media account(s) beheerde anders dan zijn algemeen geformuleerde verklaringen. Tot slot heeft eiser geen blijk gegeven van enige kennis inzake belangenorganisaties, noch Irakese noch Nederlandse, die zich inzetten voor homoseksuelen of, meer in het algemeen, lhbti’ers.
3.2.
Relevant element 3, problemen wegens homoseksuele geaardheid en kritiek op milities en politieke partijen, acht de minister ook niet geloofwaardig. De minister concludeert dat eiser over de gehele linie ongerijmd, inconsistent dan wel wisselend heeft verklaard, over de problemen met Al-Mahdi, Asa’eb Ahl Al Haq en politieke partijen. Zijn verklaringen worden daarnaast verdere overtuigingskracht ontnomen door zijn summiere en algemene verklaringen over zijn activiteiten in dit verband op social media.
3.3.
De minister concludeert dat de relevante elementen 2 en 3 niet geloofwaardig zijn. Vervolgens is het geloofwaardig geachte relevante element 1 door de minister doorgetoetst. De minister concludeert daaruit dat eiser niet in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning asiel op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000), nu zijn identiteit, nationaliteit en herkomst niet te herleiden is tot een van de gronden van het Vluchtelingenverdrag. Evenmin komt eiser in aanmerking voor een verblijfsvergunning asiel op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vw 2000.
“Overige opmerkingen
3a. Staat betrokkene momenteel onder behandeling voor medische omstandígheden
Ja
3b. Gebruikt betrokkene momenteel medicijnen?
Nee
3c. Betrokkene is geadviseerd om de huisarts van de GZA/JCS medische dienst te bezoeken
Ja
3d. Bij het opstellen van dit medisch advies is gebruik gemaakt van medische documenten aangaande de gezondheidssituatie van betrokkene
Nee
3e. Overige relevante opmerkingen al dan niet met betrekking tot de gezondheidssituatie van betrokkene en niet zijnde een beperking (bijvoorbeeld eventuele adviezen dan wel verwijzingen)
Er is sprake van beperkingen die relevant zijn voor het horen en/of beslissen, te weten dat het is geobserveerd dat betrokkene last heeft van een verkorte concentratie. Gelieve betrokkene meer tijd bieden om te verduidelijken of de vragen op een andere manier stellen.
Betrokkene is bekend bij de medische dienst van HTL Hoogeveen.”
10. In de correcties en aanvullingen op het aanmeldgehoor, gedateerd op 6 april 2023, wordt door de gemachtigde van eiser aangegeven dat bij haar ontmoeting met eiser aan alles te merken was dat hij te kampen heeft met evidente psychiatrische klachten. Volgens zijn gemachtigde geeft het medisch advies geen goed beeld van eisers mentale toestand. De gemachtigde van eiser heeft meermaals geconstateerd dat eiser in zichzelf praat, waarvan eiser heeft gezegd dat hij zich bewust is.
11. Vervolgens heeft op 11 april 2023 het nader gehoor plaatsgevonden middels een videoverbinding. In de correcties en aanvullingen op dat gehoor, gedateerd op 12 april 2023, merkt de gemachtigde van eiser op dat het haar verbaast dat niet door de hoorder is opgemerkt dat eiser in zichzelf sprak en dat dit wellicht komt door de videoverbinding. Indien een aanvullend gehoor nodig is, wordt door gemachtigde eiser verzocht dit live te organiseren, dus niet nogmaals via een videoverbinding.
12. Op 14 april 2023 worden medische stukken van eiser ingediend door diens gemachtigde.
13. Op 10 mei 2023 wordt eiser aanvullend gehoord, wederom middels een videoverbinding. De correcties en aanvullingen op dat gehoor dateren van 1 juni 2023.
14. Volgens vaste jurisprudentie is een advies van MediFirst een deskundigenadvies en moet de minister zich er ingevolge artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van vergewissen dat dit advies - naar wijze van totstandkoming - zorgvuldig en - naar inhoud - inzichtelijk en concludent is.
15. Voorts blijkt uit “Werkinstructie 2021/12 Medische problematiek en horen en beslissen in de asielprocedure” (hierna: WI: 2021/12), dat het doel van het medisch advies is om in kaart te brengen wat de medische beperkingen zijn die van invloed kunnen zijn op het horen en beslissen door de IND1. Verder blijkt daaruit dat, wanneer wordt besloten de asielaanvraag in de verlengde asielprocedure te behandelen, de IND overlegt met de gemachtigde over de voortgang en dat in overleg kan worden beslist of en zo ja, welke extra voorzieningen kunnen worden getroffen voor een zorgvuldig gehoor2. Ook blijkt daaruit dat bij de geloofwaardigheidsbeoordeling rekening moet worden gehouden met de persoon van de vreemdeling en diens achtergrond. Onder andere de mentale toestand speelt een rol tijdens het proces van besluitvorming. Er moet rekening worden gehouden met ‘verschonende omstandigheden’, die een bepaald gebrek in de geloofwaardigheid zouden kunnen verklaren (waaronder trauma en gezondheidsproblemen). Tot slot is ook van belang om in de besluitvorming inzichtelijk te maken dat en hoe rekening is gehouden met het referentiekader en de medische/psychische toestand van de vreemdeling.3
16. Blijkens het formulier van Medifirst is het hoofddoel van het medisch advies om de medische omstandigheden in kaart te brengen die van invloed zijn op het vermogen van de asielzoeker om coherent, consistent en gedetailleerd te verklaren tijdens de gehoren bij de IND (oftewel: beperkingen).
Het oordeel van de rechtbank
17. De rechtbank overweegt dat de minister, om invulling te geven aan de verplichting om na te gaan of bijzondere procedurele waarborgen zijn geboden onder meer bij de aanvang van de procedure een medisch advies “horen en beslissen” opvraagt. De rechtbank overweegt dat indien de vreemdeling beperkingen heeft om adequaat te kunnen verklaren, het noodzakelijk is om hiermee rekening te houden in de wijze van horen, maar dat het enkel zorgvuldig horen niet volstaat, omdat dit de beperkingen niet opheft. Indien er beperkingen worden geconstateerd zal de minister hier – kenbaar en dus toetsbaar – niet alleen rekening mee dienen te houden in de wijze waarop hij de gehoren inricht, maar óók bij het verrichten van de geloofwaardigheidsbeoordeling en dus het motiveren van zijn beslissing op de asielaanvraag.
18. Het door Medifirst uitgevoerde onderzoek heeft de titel “medisch advies horen en beslissen”. De rechtbank stelt evenwel vast dat Medifirst zich blijkens de “format van het advies” beperkt tot het adviseren of de vreemdeling kan worden gehoord en op welke wijze tijdens het gehoor rekening gehouden dient te worden met de geconstateerde beperkingen. Dit blijkt niet alleen uit het format, maar ook uit de antwoorden op de vragen, namelijk dat er regelmatig een pauze moet worden geboden, eiser moet op zijn gemak worden gesteld, dat er korte en gerichte vragen moeten worden gesteld en dat die mogelijk moeten worden herhaald of geherformuleerd. Er wordt door Medifirst, in strijd met voormelde WI 2021/12, geen advies uitgebracht aan de minister ten aanzien van het beslissen.
19. Het door Medifirst gegeven advies is daardoor onvolledig en kan niet, zonder nadere motivering, aan het besluit op de asielaanvraag van eiser ten grondslag worden gelegd. In het model van het advies met de titel “Medisch advies horen en beslissen” is niet voorzien in een onderdeel “advies met betrekking het beslissen” met sub-vragen. De minister had dus zelf moeten vaststellen dat hij advies vraagt over het horen en beslissen, maar van Medifirst slechts advies krijgt over het horen. De minister heeft echter in WI 2021/12 aangegeven een advies horen én beslissen te vragen en aangegeven waarom het van belang is om ook geadviseerd te worden over de wijze waarop met beperkingen rekening moet worden gehouden bij het beslissen. De minister moet bij het nemen van een beslissing rekening houden met het referentiekader van de vreemdeling en slechts één van de aspecten daarvan is het vermogen om te kunnen verklaren. De minister handelt dus in wezen in strijd met voormelde WI als hij deze wijze van advisering van Medifirst accepteert en aan zijn besluit ten grondslag legt. De rechtbank acht dit onzorgvuldig.
20. Medische beperkingen kunnen een verschonende omstandigheid vormen waarmee rekening moet worden gehouden bij de beoordeling van de verklaringen die eiser heeft afgelegd. De minister heeft dit ook zo in voormelde WI benoemd. De rechtbank is van oordeel dat de vraag op welke wijze met beperkingen om coherent, consistent en gedetailleerd te verklaren rekening dient te worden gehouden in het verrichten van een geloofwaardigheidsbeoordeling en dus het beslissen op de asielaanvraag, een medische beoordeling door een deskundige vergt. Deze beslissing en de beoordeling van na het medisch advies door de vreemdeling ingebrachte medische gegevens (in dit geval van 14 april 2023) overlaten aan een beslismedewerker die - zoals de minister ter zitting heeft verklaard - een of meer lezingen van een psychiater heeft gevolgd en heeft geleerd om te gaan met mensen met medische klachten, is naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende om tot een zorgvuldig oordeel te komen op dit punt.
21. De rechtbank is van oordeel dat in het huidige bestreden besluit niet, danwel onvoldoende, tot uitdrukking komt op welke wijze rekening is gehouden met de beperkingen van eiser in verhouding tot zijn verklaringen, en wat dat voor gevolg heeft voor het beslissen. Dat het nemen van het bestreden besluit is overgenomen door een medewerker van het Team Medische Zaken en door hem is besproken met een senior medewerker, hetgeen overigens oncontroleerbaar is, is daarvoor volstrekt ontoereikend. Immers, nog altijd is niet het door WI 2021/12 noodzakelijke inzicht verschaft dat en hoe bij het beslissen rekening is gehouden met de psychische toestand van eiser. Het feit dat ambtshalve artikel 64 Vw 2000 is toegepast leidt niet tot een ander oordeel. Artikel 64 Vw 2000 ziet immers enkel op uitstel van vertrek en niet op de beoordeling in de asielprocedure.
22. Naar het oordeel van de rechtbank is verder relevant dat de minister ook anderszins de eigen WI 2021/12 niet heeft gevolgd. De gemachtigde van eiser heeft meermaals aangegeven dat er sprake is van psychische klachten bij eiser en onder andere aangegeven dat, mede gelet daarop, een live gehoor meer wenselijk is4. Niet blijkt dat de minister iets met de signaleringen van de gemachtigde van eiser heeft gedaan, noch dat er overleg heeft plaatsgevonden over de voortgang en de mogelijkheden om eiser zorgvuldig te kunnen horen. Ook dit is naar het oordeel van de rechtbank onzorgvuldig. Bij een nieuw uit te brengen medisch advies dient naar het oordeel van de rechtbank dan ook eveneens te worden ingegaan op de invloed van de hier gehanteerde hoormethode in relatie tot het horen en beslissen in eisers zaak gelet op eisers beperkingen.
23. De rechtbank concludeert dat het uitgebrachte Medifirst-advies niet voldoende zorgvuldig, inzichtelijk en concludent tot stand is gekomen. Nu eiser in het bestreden besluit wordt tegengeworpen dat hij summier/vaag verklaart, had meer duiding moeten worden gegeven aan wat zijn psychische beperkingen betekenen, niet alleen voor het verklaren, maar in het verlengde daarvan ook voor het beslissen. Hier is niet inzichtelijk rekening mee gehouden bij de besluitvorming, wat tot gevolg heeft dat het bestreden besluit onzorgvuldig voorbereid tot stand is gekomen. Tevens heeft dit tot gevolg dat het bestreden besluit onvoldoende is gemotiveerd. De rechtbank overweegt dat, nu de minister een advies van Medifirst over ‘horen en beslissen’ noodzakelijk heeft geacht, enkel een advies kreeg over ‘horen’ en zich daar niet van heeft vergewist, in dit geval niet aan eiser kan worden tegengeworpen dat hij degene is die nader zou moeten onderbouwen wat zijn psychische beperkingen voor gevolgen hebben voor het beslissen.
24. De rechtbank voegt, met het oog op een nieuw te nemen besluit, aan het voorgaande nog het volgende toe. Naar het oordeel van de rechtbank is het medisch advies ook om andere redenen niet voldoende zorgvuldig, inzichtelijk en concludent. Uit het Medifirst advies blijkt niet waaruit het dossier bestaat dat is bestudeerd, althans welke informatie zich daarin bevindt. Bovendien wordt in het Medifirstrapport van 8 maart 2023 vermeld dat eiser bekend is met een psychische aandoening en medicatie heeft, maar in het geheel wordt niet toegelicht wat dit voor aandoening is, noch welke medicatie hij daarvoor krijgt en wat daarvan de gevolgen zijn. Vervolgens wordt in het Medifirstrapport van 24 maart 2023 niet meer gemeld dan dat eiser bekend is met een psychische aandoening, maar wel dat hij medische klachten heeft. Nog altijd wordt niet duidelijk wat die klachten zijn. Hoewel een rechtergeen medicus is, kan het zeer wel relevant zijn om de aard van de problemen en klachten te benoemen zodat het advies inzichtelijk wordt en kan worden beoordeeld of het concludent is. Verder is de rechtbank van oordeel dat, nu de constateringen in de rapportages van 8 maart 2023 en 24 maart 2023 zodanig van elkaar verschillen, terwijl daar maar twee weken tussen zit, het evenmin voldoende zorgvuldig is om eiser vervolgens zonder nader medisch advies veel later aanvullend te horen op 10 mei 2023. Dit geldt te meer, nu eiser in de tussentijd op 14 april 2023 nog medische informatie heeft overgelegd. Het medisch advies van 24 maart 2023 is, onder die specifieke omstandigheden, dan niet meer voldoende actueel. De rechtbank zegt hiermee niet dat er een nieuw gehoor moet plaatsvinden, maar is wel van oordeel dat in ieder geval aan de hand van de door eiser overgelegde medische stukken van 13 april 2023 door een deskundige moet worden beoordeeld of de medische situatie is gewijzigd ten opzichte van de eerdere medische adviezen en zo ja, in welke zin. Ook moet duidelijk worden wat dit betekent voor het horen en beslissen. De beoordeling van die medische gegevens van 14 april 2023 overlaten aan de beslismedewerker, die enkele lezingen van bijvoorbeeld een psychiater heeft gevolgd, acht de rechtbank in ieder geval onvoldoende zorgvuldig, zoals hiervoor ook al is overwogen.
25. Bij het nieuw te nemen besluit dient bij de geloofwaardigheidsbeoordeling, conform WI 2021/12, rekening te worden gehouden met de persoon van eiser en diens achtergrond. Onder andere de (mentale, fysieke, intellectuele etc.) toestand van eiser speelt een rol tijdens het proces van besluitvorming. Er moet rekening worden gehouden met ‘verschonende omstandigheden’, die een bepaald gebrek in de geloofwaardigheid zouden kunnen verklaren.” In het nieuw te nemen besluit dient inzichtelijk te worden hoe hier rekening mee wordt gehouden.
26. De rechtbank geeft de minister daarnaast in overweging om eventueel ook het fysieke letsel van eiser, waarover eiser vertelt in zijn asielrelaas, nader medisch te laten onderzoeken, gelet op de zinsnede in de inleiding van het Medifirst advies “Naast het vorenstaande hoofddoel van het medisch advies, informeert het medisch advies ook over de verklaring van betrokkene over het bestaan van eventuele littekens.”
27. Gelet op het voorgaande, behoeven de overige beroepsgronden geen verdere bespreking.