Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBGEL:2021:5862

Rechtbank Gelderland
03-11-2021
27-12-2024
C/05/388065 / HZ ZA 21-170
Civiel recht
Eerste aanleg - enkelvoudig,Op tegenspraak,Tussenuitspraak

Arhanta Yoga handboek en auteursrecht. Schending geheimhoudingsbeding? Bewijs van het versturen van lasterlijke e-mails.

Rechtspraak.nl

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht

Zittingsplaats Zutphen

zaaknummer / rolnummer: C/05/388065 / HZ ZA 21-170

Vonnis van 3 november 2021

in de zaak van

1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

[eiser 1] ,

gevestigd te [vestigingsplaats] ,

2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

[eiser 2] ,

gevestigd te [vestigingsplaats] ,

3. [eiser 3],

wonende te [woonplaats] ,

eisers,

advocaat mr. M. van Olden te Nijmegen,

tegen

[gedaagde] ,

wonende te [woonplaats] ,

gedaagde,

advocaat mr. C.W. Langereis te Arnhem.

Eisers zullen hierna ieder afzonderlijk [eiser 1] , [eiser 2] respectievelijk [eiser 3] genoemd worden. Samen zullen zij [eisers] genoemd worden. Gedaagde zal hierna worden aangeduid als [gedaagde] .

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    het tussenvonnis van 21 juli 2021

  • -

    de mondelinge behandeling van 28 september 2021 en de daarbij door [eisers] genomen akte vermeerdering eis, tevens akte overlegging producties, en de door [gedaagde] genomen akte uitlating vermeerdering van eis en overgelegde producties.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten

2.1.

[eiser 2] drijft een onderneming gericht op het verzorgen van yoga en meditatie en daaraan gerelateerde lessen, cursussen, workshops en opleidingen.

2.2.

[eiser 1] is enig aandeelhouder en bestuurder van [eiser 2] . [eiser 3] is medebestuurder van [eiser 1] . Spirituele naam van [eiser 3] is [eiser 3] .

2.3.

In 2014 heeft [gedaagde] een 200 uur durende opleiding tot yogadocente gevolgd bij [eiser 2] .

2.4.

Vanaf eind 2014 is [gedaagde] gedurende tien maanden als vrijwilligster werkzaam geweest bij [eiser 2] . In deze periode is een affectieve relatie ontstaan tussen [gedaagde] en [naam 1] , de broer van [eiser 3] .

2.5.

In september/oktober 2015 heeft [eisers] een 300 uur durende specialisatieopleiding “Advanced Yoga Teacher Training” georganiseerd in India. [gedaagde] beschikt over een certificaat van [eiser 1] waarop vermeld staat dat zij deze specialisatieopleiding met goed gevolg heeft doorlopen. Het certificaat is gedateerd 25 oktober 2015 en bevat een handtekening en stempel met daarnaast de naam van “ [eiser 3] ” als “director” (productie 10 bij dagvaarding).

2.6.

Vanaf 1 april 2016 is [gedaagde] in dienst getreden bij [eiser 1] als docente/administratief medewerkster.

2.7.

In mei 2016 is [gedaagde] een geregistreerd partnerschap aangegaan met [naam 1] . Dat geregistreerd partnerschap is in mei 2018 omgezet naar een huwelijk in gemeenschap van goederen.

2.8.

Medio oktober 2018 heeft [gedaagde] haar werkzaamheden voor [eisers] beëindigd.

2.9.

Bij verzoekschrift van 29 november 2018 heeft [gedaagde] de rechtbank Gelderland verzocht om tussen haar en [naam 1] de echtscheiding uit te spreken. De echtscheiding is uitgesproken bij beschikking van 31 januari 2020.

2.10.

Vanaf januari 2020 verzorgt [gedaagde] samen met haar huidige partner 200-uur yogadocentenopleidingen in [plaats] onder de naam [bedrijf 1] . Op haar website is onder meer vermeld dat zij een yogadocentenopleiding heeft gevolgd van 200 uur in Nederland en 300 uur in India.

2.11.

Bij brief van 21 augustus 2020 (productie 36 bij akte vermeerdering van eis van [eisers] ) heeft [eiser 1] [gedaagde] aansprakelijk gesteld op grond van het maken van inbreuk op auteursrecht en onrechtmatig handelen. In de brief is - kort samengevat - vermeld dat [gedaagde] een yogahandboek van [eiser 1] heeft gekopieerd en bij de docentenopleiding van de [bedrijf 1] gebruikt, alsmede dat zij als ex-werkneemster schade toebrengt aan het bedrijfsdebiet van [eiser 1] . [gedaagde] is gesommeerd om haar inbreukmakend en onrechtmatig handelen te staken en gestaakt te houden.

2.12.

Op 8 oktober 2020 heeft [eiser 3] namens [eiser 2] aangifte gegaan van oplichting en valsheid in geschrifte, gepleegd door [gedaagde] (productie 23 bij dagvaarding). [eiser 3] heeft daarbij onder meer verklaard dat [gedaagde] niet de 300-uur durende training bij [eisers] heeft gevolgd, dat zij het certificaat onder valse voorwendselen heeft verkregen en dat zij door gebruik te maken van het certificaat ten onrechte bij [bedrijf 2] is geregistreerd als trainer die een 500-uur training heeft afgerond.

2.13.

In november 2020 hebben verschillende voormalig cursisten van [eisers] aan [eisers] laten weten dat zij een e-mailbericht hadden ontvangen vanaf de e-mailadressen [e-mailadres 1] , [e-mailadres 5] of [e-mailadres 4]. De e-mailberichten hadden allemaal - voor zover relevant - de volgende inhoud (productie 16 bij dagvaarding):
“Dear [eiser 2] Yoga Graduate,

1 am sending you this e-mail because I want to warn you about [eiser 2] Yoga. I am myself a graduate, and I was absolutely shocked when I discovered that [eiser 2] is not who they appear to be. Through a friend of mine who graduated at a [bedrijf 3] ashram I found out that the manual of [eiser 2] and the one of [bedrijf 3] are exactly the same. Even the first page in which [eiser 2] presents the course and the organization is word by word the same, only the name [bedrijf 3] has been changed to [eiser 2] .

When I did more research, I found out that [eiser 2] Yoga Ashrams , both branches in the

Netherlands and India, are currently being sued by [bedrijf 3] Yoga Vedanta Ashram &

Centres for copyright infringement. [eiser 2] Yoga Ashrams has copied and used the entire

[bedrijf 3] Yoga Teacher Training manual without permission for well over 10 years now!
[eiser 3] proudly claims during the course that the course is developed on his years of experience, and that he has designed the correction techniques himself. This doesn’t appear to be true at all. The complete course is an exact copy of the [bedrijf 3] training. For more than 10 years, they have capitalized on [bedrijf 3] knowledge and experience, and claiming it to be their own creation.

This goes completely against all of the Yamas and Niyamas and is not only dishonest and

disrespectful towards [bedrijf 3] but also towards all their students and graduates.

I have doubted for a long time what to do with this information. I find it completely unfair that they continue their charade and pretend to be all yogi-minded whereas the opposite is the case. The impression I had during the course (and many other students in my group) of [eiser 3] as being rather a money minded person appears to be correct. Therefore I have decided to contact other duped graduates to inform them of this situation.

I have included a few pages of the [bedrijf 3] Yoga Teacher Trainings manual for you to compare with your own [eiser 2] Yoga manual. As you will notice, it is almost an exact copy. The overall similarities continue throughout the whole [eiser 2] Yoga manual and this will no doubt have far exceeding consequences for [eiser 2] Yoga .

My main worry is that this will also have consequences for our certificate issued by [eiser 2] Yoga .

[bedrijf 2] is already informed about the ongoing legal procedures against [eiser 2] Yoga and are closely monitoring the situation. However I would advise you to contact [bedrijf 2] at your earliest convenience for more information and to inform them of the number of duped graduates.

(…)
For my own protection, I have not used my real name.

(…)

[naam 4] ”
2.14. Op 26 november 2020 heeft [eiser 3] een e-mailbericht ontvangen vanaf het e-mailadres [e-mailadres 1] , waarin - voor zover relevant - is vermeld (productie 21 bij dagvaarding):
“Hello ‘Yogi’

By now you must know that I’ve sent the emails about the [bedrijf 3] manual and legal case to your graduates. My little mistake is forcing me to face you now already. But I don’t want to hide anymore. You have underestimated me from the first moment onward and I am sure that after this email you are going to regret ever messing with me. (…)

I have copied a lot of stuff that I can use against you, when I was still working in your office. Me and [naam 2] have just gotten started sending the email with the proof of your fraud and legal battle with [bedrijf 3] to your graduates. We have more than 2000 email addresses still remaining. Imagine that all these people will start to demand their money back.

Unlike you, we are not greedy people. We are only asking what is rightfully mine. 50’000 Euros: 25’000 Euros, that’s what you tried to extort from me to stay married to your stupid brother (biggest mistake of my life) and 25’000 for underpaying me for the 3 years I‘ve worked my ass off for you. It’s a drop in the bucket for you, and will stop us from further destroying your reputation. I have much more sensitive stuff to share about you, that’s the only benefit of ever having been part of your rotten family. Stop all the legal procedures immediately. Send me a signed statement that you hold no Intellectual Property or any other

claim against me and transfer the money and we can close this sorry chapter of our life and never meet or hear from each other again.

I‘ve tried my luck with the police making a fraud complaint when [naam 3] frauded the Axis bank statement. They do not do anything in these matters. I’m sure you know that too. But should you go to them anyway, I’ll release all the damaging information in just one click. So think carefully what is good for you.

You know my bank account, and you can send the letter signed and scanned to my email. You have until 28 November 12 in the night. If we have not received the money and the letter we will continue to destroy your reputation on a whole new level.”
2.15. Op 3 december 2020 heeft de echtgenote van [eiser 3] namens [eiser 2] en [eiser 3] aangifte gedaan van smaad en afdreiging, gepleegd door [gedaagde] in verband met de in 2.13 en 2.14 bedoelde e-mailberichten (productie 24 bij dagvaarding).)

2.16.

Op 16 december 2020 heeft [gedaagde] bij de politie aangifte gedaan van identiteitsfraude in verband met het in 2.13 bedoelde e-mailbericht (productie 39 bij conclusie van antwoord).

2.17.

In een kort gedingvonnis van 9 februari 2021 (productie 1 bij dagvaarding) zijn de wederzijdse vorderingen van partijen, die onder meer betrekking hadden op het certificaat en de aan de voormalig cursisten en [eiser 3] gestuurde e-mailberichten, afgewezen.

2.18.

In maart 2021 heeft [gedaagde] de rechtbank verzocht een voorlopig deskundigenonderzoek te bevelen. Bij beschikking van 7 juli 2021 (productie 32 van [eisers] ) is dit verzoek afgewezen.

3 De vordering

3.1.

[eisers] vordert na vermeerdering van eis - samengevat - dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
1. voor recht verklaart dat [gedaagde] onrechtmatig jegens [eisers] heeft gehandeld door:
a. in de periode 25 november 2020 tot en met 15 december 2020, althans begin 2021, voormalig cursisten van [eisers] per e-mail te benaderen met onjuiste informatie en beweringen,

b. het verzenden van het e-mailbericht van 26 november 2020 aan [eisers] althans [eiser 3] , zulks vanaf het e-mailadres [e-mailadres 1] ,

c. het uitgeven van een vals yoga certificaat en dit valse certificaat vervolgens middels gebruik van listige kunstgrepen te doen registreren bij [bedrijf 2] ,

d. zich met het valse certificaat en valse registratie uit te geven als yogatrainer die een opleiding van 500 uur bij [eisers] heeft gevolgd,

2. [gedaagde] verbiedt om middellijk en/of onmiddellijk op enigerlei wijze contact te zoeken of te onderhouden met enig persoon waarvan [gedaagde] weet, althans kan weten dat die persoon cursist bij [eiser 1] en/of [eiser 2] is of is geweest, anders dan door verzending van een e-mail zoals vermeld onder de punten 4 en 8, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom,

3. [gedaagde] gebiedt om binnen twee dagen na betekening van dit vonnis aan mr. Van Olden per e-mail een lijst toe te zenden van alle personen en/of organisaties die door [gedaagde] per e-mail zijn benaderd met een e-mail met gelijke of vergelijkbare inhoud als de e-mails die bij dagvaarding als productie 16 zijn overgelegd, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom,

4. [gedaagde] gebiedt om binnen twee dagen na betekening van dit vonnis aan de onder 3 genoemde personen en/of organisaties een e-mail te zenden met de navolgende inhoud:
“Dear [eiser 2] Yoga graduate,
I refer to my previous email which was send to you from the email accounts
[e-mailadres 2] or [e-mailadres 4] or [e-mailadres 1] .
I sincerely apologize for he fact that none of the information in my previous email about [eiser 2] Yoga is correct. The content of my email was unlawful. Therefore there is no reason to worry that anything [eiser 2] Yoga did or didn’t do has any consequences for your certificate issued by [eiser 2] Yoga .
Kind regards,

[gedaagde] ”,
zulks met een cc aan mr. Van Olden en op straffe van verbeurte van een dwangsom,
5. [gedaagde] veroordeelt om aan [eisers] een bedrag te voldoen van € 15.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot de dag der algehele voldoening,
6. [gedaagde] verbiedt om met onmiddellijke ingang op de door haar gebruikte website(s), waaronder in ieder geval [website 1] , [website 2] en [website 3] , het op enigerlei wijze te doen voorkomen alsof zij bij [eisers] , waar ook ter wereld, een 300 uur durende opleiding heeft gevolgd, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom,

7. [gedaagde] gebiedt om binnen twee dagen na betekening van dit vonnis de organisatie [bedrijf 2] per e-mail mede te delen dat zij ten onrechte bij [bedrijf 2] is geregistreerd als yogadocente die bij [eisers] een opleiding heeft gevolgd van 500 uur, met het gelijktijdige verzoek aan [bedrijf 2] om die registratie per omgaande te beëindigen, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom,

8. [gedaagde] gebiedt om binnen twee dagen na betekening van dit vonnis alle personen en/of organisaties die bij haar na 31 december 2019 enigerlei cursus en/of opleiding hebben gevolgd per e-mail te berichten dat zij enkel bij [eisers] een docentenopleiding in Nederland heeft gevolgd van 200 uur en niet een docentenopleiding van 300 uur in India en/of enig ander land, zulks met cc aan mr. Van Olden en op straffe van verbeurte van een dwangsom,
9. [gedaagde] verbiedt om enig (les)materiaal van [eisers] , waaronder in ieder geval de door [eisers] gebruikte powerpoint presentatie, te gebruiken, zowel direct als indirect en in welke vorm dan ook, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom,
10. [gedaagde] veroordeelt in de kosten van de procedure en het nasalaris van de advocaat van [eisers] , te voldoen binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na de datum van dit vonnis tot de dag der algehele voldoening.

3.2.

[eisers] legt aan deze vorderingen de navolgende stellingen ten grondslag.
In strijd met de waarheid vermeldt [gedaagde] op haar website dat zij beschikt over het E-RYT 500 certificaat. Zij heeft alleen 200 uur training gevolgd bij [eisers] en niet ook een 300 uur durende opleiding. [gedaagde] heeft de vader van [eiser 3] middels manipulatie bewogen tot het uitgeven van het certificaat. Zij heeft door deze manipulatie en door het vervolgens door middel van listige kunstgrepen laten registreren van het certificaat onrechtmatig jegens [eisers] gehandeld. Doordat [gedaagde] op slechts zes kilometer afstand met gebruikmaking van het valse certificaat en de valse registratie yogalessen aanbiedt, concurreert zij op oneerlijke wijze met [eisers] Bovendien is sprake van (dreigende) reputatieschade omdat niet valt uit te sluiten dat [eisers] door cursisten van [gedaagde] wordt aangesproken omdat zij zich gedupeerd voelen, nu zij bij hun keuze om les te nemen van [gedaagde] zijn afgegaan op het certificaat dat afkomstig lijkt van [eisers] Op grond hiervan wordt gevorderd dat het [gedaagde] wordt verboden te beweren dat zij een 300 uur durende opleiding bij [eisers] heeft gevolgd en een gebod om de registratie bij [bedrijf 2] te beëindigen.
In de periode van 25 november 2020 tot en met 15 december 2021 heeft [gedaagde] tenminste aan veertig voormalige cursisten van [eisers] een e-mailbericht als omschreven in in 2.13 gestuurd. [gedaagde] heeft onrechtmatig jegens [eisers] gehandeld, omdat de inhoud van het e-mailbericht onjuist, diffamerend en uiterst schadelijk voor [eisers] is. [gedaagde] heeft [eisers] ten onrechte beschuldigd van plagiaat. De uitlating dat [eiser 3] een “moneyminded person” doet schade aan de goede naam en reputatie van [eisers] De bewering in het e-mailbericht dat het kopiëren van het handboek consequenties heeft voor het certificaat is niet juist, omdat de opleidingen van [eisers] aan alle kwaliteitseisen voldoen. Nu [gedaagde] kennelijk het complete cliëntenbestand van [eisers] heeft gekopieerd, vordert [eisers] een gebod tot afgifte van afschriften van alle verzonden e-mails, zodat zij de omvang van de schade in kaart kan brengen. Verder vordert zij een verbod om (voormalige) cursisten van [eisers] te benaderen en een gebod om hen een rectificatie toe te zenden.
Met het e-mailbericht van 26 november 2020 heeft [gedaagde] zich schuldig gemaakt aan (een poging tot) afpersing, waarmee zij onrechtmatig jegens [eisers] heeft gehandeld.
Verder gebruikt [gedaagde] zonder toestemming een PowerPoint presentatie van [eisers] bij haar yogalessen. Hierdoor maakt zij inbreuk op het auteursrecht van [eisers] en handelt zij in strijd met een tussen [eisers] en [gedaagde] gesloten geheimhoudingsovereenkomst. [gedaagde] heeft deze geheimhoudingsovereenkomst ook overtreden door het cliëntenbestand van [eisers] te kopiëren en door (pagina’s of passages uit) het handboek van [eisers] aan cursisten te mailen. In verband met deze drie overtredingen is [gedaagde] een direct opeisbare boete van € 15.000,00 verschuldigd.

4 Het verweer

4.1.

[gedaagde] concludeert dat de vorderingen van [eisers] afgewezen dienen te worden, met de uitvoerbaar bij voorraad verklaarde hoofdelijke veroordeling van [eisers] tot vergoeding van de proceskosten en de nakosten van [gedaagde] , te vermeerderen met de wettelijke rente indien [gedaagde] deze bedragen niet binnen veertien dagen na het wijzen van het vonnis van [eisers] heeft ontvangen.

4.2.

[gedaagde] voert ten verwere het navolgende aan.
Zij heeft haar certificaat “Advanced Yoga Teacher Training” gehaald. Dit stond vanaf 2016 vermeld op de websites van studio’s waar zij les gaf. [eisers] heeft hier niet tegen geprotesteerd. Zij heeft pas veel later ontkend dat [gedaagde] het certificaat had behaald. Zij heeft bij [bedrijf 2] geen bezwaar gemaakt tegen de registratie.
[gedaagde] heeft niet gefraudeerd, afgeperst of valse e-mails gestuurd. Het gaat om vervalste e-mails. Het is ongeloofwaardig dat [gedaagde] in de e-mail volledige openheid zou geven over haar strategie en zou zeggen dat zij bedrijfsinformatie heeft gestolen. Het belang van [eisers] is wraak en geld.
[gedaagde] heeft eigen lesmateriaal. Dat er gelijke afbeeldingen worden gebruikt is niet onrechtmatig, omdat de basis van het menselijk lichaam voor iedereen gelijk is. De teksten zijn zo algemeen dat er geen sprake is van onrechtmatige kopieën. Er is geen auteursrecht op het menselijk lichaam en hoe dat reageert. Betwist wordt dat zij een geheimhoudingsovereenkomst heeft getekend en heeft geschonden. Het enkele feit dat zij afbeeldingen van lichaamsdelen met teksten gebruikt of een gelijkend handboek heeft betekent niet dat zij haar geheimhoudingsverplichting heeft geschonden. Zij heeft geen haar bekende bedrijfsgeheimen geschonden. Daar komt bij dat [eisers] haar handboek zelf al gekopieerd had van [bedrijf 3] Yoga.
Een verbod om voor de rest van haar leven geen cursisten van [eisers] te mogen benaderen is niet toewijsbaar, nu geen relatie- of concurrentiebeding is overeengekomen en [gedaagde] de e-mailberichten niet heeft geschreven.

5 De beoordeling

Het certificaat
5.1. Een aantal vorderingen van [eisers] (de vorderingen 1c, 1d, 6, 7 en 8) heeft betrekking op het zogenaamde E-RYT 500 certificaat. Dit is een bewijs voor het succesvol afronden van een 500 uur durende yogatraining. [gedaagde] heeft op haar website vermeld dat zij over dit certificaat beschikt.

5.2.

Volgens [eisers] beschikt [gedaagde] niet over bedoeld certificaat. Ter verkrijging van dit certificaat had [gedaagde] , naast de 200 uur training die zij in 2014 bij [eisers] volgde, nog een 300 uur durende opleiding dienen te volgen en dat is volgens [eisers] niet gebeurd. [gedaagde] was bij de 300 uur durende opleiding van [eisers] in 2015 in India aanwezig als assistent/vrijwilligster en niet als cursist en zij heeft evenmin elders 300 uur yogatraining gevolgd, aldus [eisers] Volgens [eisers] heeft [gedaagde] het certificaat van de 300-uur durende opleiding verkregen door misleiding/manipulatie, hieruit bestaande dat [gedaagde] de vader van [eiser 3] - die ten tijde van de cursus in India verantwoordelijk was voor de uitgifte van de certificaten - heeft voorgehouden dat zij de 300 uur durende training met goed gevolg had afgerond. [eisers] verwijt [gedaagde] bovendien dat zij dit certificaat door listige kunstgrepen heeft laten registreren bij [bedrijf 2] , een overkoepelende non-profit organisatie die een registratie van yogadocenten bijhoudt. Volgens [eisers] heeft [gedaagde] haar aanvraag om registratie binnen vier minuten weer ingetrokken, waardoor [eisers] niet in de gelegenheid is geweest om tegenover [bedrijf 2] de authenticiteit van het certificaat te betwisten.

5.3.

[gedaagde] heeft gemotiveerd verweer gevoerd tegen de stellingen van [eisers] Zij heeft aangevoerd dat zij het certificaat wel degelijk heeft gehaald. Zij mocht de 300-uur gevorderde yogadocentenopleiding in India volgen in ruil voor het verlenen van hulp bij de organisatie van de training. [gedaagde] heeft verder gesteld dat zij via websites en sociale media altijd openlijk heeft gecommuniceerd dat zij ook de 300-uur opleiding had gevolgd en dat [eisers] hiertegen nooit heeft geprotesteerd. Volgens [gedaagde] doet [bedrijf 2] altijd navraag bij de betreffende yogaschool of diegene die het certificaat registreert de 200- en de 300- uur opleiding daadwerkelijk heeft gevolgd. Dat is in dit geval ook gebeurd, aldus [gedaagde] , maar toen heeft [eisers] geen bezwaar gemaakt tegen registratie, waarna [bedrijf 2] de inschrijving heeft aanvaard en bevestigd.

5.4.

Hieromtrent wordt het volgende overwogen. Vast staat dat [gedaagde] door [eisers] in het bezit is gesteld van een certificaat in verband met het afronden van de 300-uur gevorderde yogadocentenopleiding. Zij had eerder de 200-uur durende opleiding met goed gevolg afgerond. Toen [gedaagde] yogadocentenopleidingen wilde gaan geven, heeft zij zich in september 2019 bij [bedrijf 2] gemeld teneinde zich te laten registreren. Voor registratie is nodig dat men de 200-uur durende en de 300-uur durende yogadocentenopleiding succesvol heeft afgerond en daarvan bewijs aanlevert. Pas na registratie is men gerechtigd om yogadocentenopleidingen te geven.
Uit hetgeen over en weer is aangevoerd blijkt dat [bedrijf 2] bij een verzoek om registratie altijd de school waar men de opleiding heeft gevolgd benadert en twee weken de tijd geeft om bezwaar in te dienen. De rechtbank neemt aan dat dit bij het verzoek van [eisers] ook het geval is geweest.
Er is kennelijk in eerste instantie sprake geweest van een verzoek dat door [gedaagde] vrij snel is ingetrokken (volgens [gedaagde] had zij bij de aanvraag een foutje gemaakt), waarna [bedrijf 2] [eisers] heeft laten weten dat het verzoek was ingetrokken, maar onbetwist is gebleven dat [gedaagde] daarna een nieuw verzoek heeft ingediend. Aangenomen moet worden dat [bedrijf 2] overeenkomstig haar werkwijze hiervan wederom bij [eisers] melding heeft gemaakt. [eisers] heeft hierop niet gereageerd en dus niet weersproken dat [gedaagde] de betreffende opleidingen succesvol heeft gevolgd en afgerond. Hierna heeft [bedrijf 2] de inschrijving van [gedaagde] aanvaard en bevestigd.

5.5.

Nu [eisers] geen bezwaar heeft gemaakt tegen registratie van [gedaagde] bij [bedrijf 2] , moet worden aangenomen dat [gedaagde] terecht door [eisers] in het bezit is gesteld van het certificaat dat behoort bij de 300-uur docentenopleiding en dat zij terecht is geregistreerd bij [bedrijf 2] . Zij is daarom gerechtigd yogadocentenopleidingen te geven en zich ook als zodanig te presenteren.
Dit betekent dat de vorderingen onder 1c, 1d, 6, 7 en 8 zullen worden afgewezen.


Smaad, laster en afpersing
5.6. Aan de vorderingen 1.a, 2, 3 en 4 heeft [eisers] ten grondslag gelegd dat [gedaagde] onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld door het versturen van de in rechtsoverweging 2.13 geciteerde e-mail aan ex-cursisten van [eisers] , omdat de inhoud van die e-mail onjuist, diffamerend en uiterst schadelijk voor [eisers] is. [gedaagde] heeft volgens [eisers] ook onrechtmatig jegens haar gehandeld door het versturen van het e-mailbericht van 26 november 2020, geciteerd in rechtsoverweging 2.14, omdat zij zich hiermee schuldig heeft gemaakt aan (een poging tot) afpersing. Hierop ziet vordering 1.b van [eisers]
Ter onderbouwing van de gestelde smaad/laster heeft [eisers] een aantal e-mails overgelegd die zij doorgestuurd heeft gekregen van ex-cursisten (productie 16 bij dagvaarding). Ter onderbouwing van haar stelling dat de bewuste e-mails van [gedaagde] afkomstig zijn, heeft [eisers] twee rapporten van PSG Recherche overgelegd (producties 27 en 28 bij dagvaarding). [eisers] meent dat zij met deze twee rapporten genoegzaam heeft aangetoond dat [gedaagde] de afzender is van zowel de e-mails aan de (voormalige) cursisten als de afpersingsmail.

5.7.

Blijkens het eerste rapport (productie 27 bij dagvaarding) heeft PSG Recherche onderzoek gedaan naar drie e-mailberichten waarop [e-mailadres 1] als afzender is vermeld, waaronder een e-mailbericht als bedoeld in rechtsoverweging 2.13 en de in 2.14 geciteerde afpersingsmail. Conclusie van PSG Recherche is: “De resultaten van ons onderzoek laten zien dat alle berichten met een hoge mate van waarschijnlijkheid zijn verstuurd vanaf het e-mail account [e-mailadres 1] . Verder blijkt uit onderzoek dat genoemde e-mail berichten onderweg niet zijn aangepast of afgevangen. Door openbronnen onderzoek blijkt ook niet dat genoemd e-mail account en wachtwoord door derden zijn buitgemaakt. (…) Uit onderzoek is niet met hoge mate van waarschijnlijkheid te zeggen dat alle 3 de berichten door dezelfde gebruiker zijn opgesteld, het is mogelijk dat de eigenaar en houder van het account zijn toegang gegevens met derden heeft gedeeld en anderen namens hen berichten heeft verstuurd.”

Blijkens het tweede rapport (productie 28 bij dagvaarding) is aanvullend onderzoek gedaan naar het eigenaarschap van de e-mailadressen [e-mailadres 1] , [e-mailadres 6] en [e-mailadres 3] . In het rapport is vermeld dat drie e-mailberichten die in het kader van het onderzoek naar deze e-mailadressen zijn verstuurd vanaf hetzelfde ip-adres werden geopend. Verder is geconcludeerd: “De resultaten van ons onderzoek geven hoge mate van waarschijnlijkheid dat alle 3 de e-mail adressen door 1 gebruiker worden gebruikt. (…). Uit onderzoek blijkt dat de e-mail adressen [e-mailadres 6] en [e-mailadres 1] op (…) en op (…) met 1 minuut verschil door bovengenoemd ip adres en vanaf hetzelfde type apparaat werd geopend. Dit geeft met een zeer hoge mate van waarschijnlijkheid aan dat beide e-mail adressen door dezelfde gebruiker worden gebruikt.
Tevens is uit onderzoek gebleken dat het zakelijke e-mail adres [e-mailadres 3] op 31 maart 2021 (…) ook vanaf hetzelfde ip adres als ook [e-mailadres 6] en [e-mailadres 1] (…) wordt geopend. Op 6 april 2021 is vanaf [e-mailadres 3] ook geantwoord op de e-mail, ondertekend door [gedaagde] . In deze kan met een zeer hoge mate van waarschijnlijkheid worden gezegd dat alle drie de e-mailadressen door dezelfde persoon worden gebruikt.
Uit bovenstaande blijkt dat alle de 3 e-mail adressen in gebruik zijn bij 1 gebruiker welke vermoedelijk ook alle 3 bovenstaande e-mailadressen vermoedelijk onderhoud vanaf hetzelfde apparaat.”
Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling heeft [eisers] nog een e-mailbericht van PSG Recherche overgelegd (productie 39), waarin onder meer is vermeld dat het IP-adres dat in de eerdere rapporten is genoemd niet, zoals eerder vermeld, bij een computer in Den Haag behoort, maar bij een computer in de regio Doetinchem. Hiermee is volgens [eisers] de betrokkenheid van [gedaagde] bij het verzenden van de e-mailberichten boven iedere redelijke twijfel verheven.

5.8.

[gedaagde] heeft de stellingen van [eisers] gemotiveerd betwist. Zij ontkent dat zij de betreffende e-mailberichten heeft gestuurd. Volgens haar gaat het om vervalste e-mails. Zij heeft erop gewezen dat de e-mailberichten zijn doorgestuurd, zodat deze kunnen worden gewijzigd. [gedaagde] heeft tevens gewezen op onregelmatigheden in de e-mailberichten, zoals verschillende talen in de adressering (‘van’ in plaats van ‘from’ terwijl in de rest van de adressering de Engelse taal wordt gebruikt) en eenzelfde ‘to’ e-mailadres als ‘from’ e-mailadres in een e-mailbericht. [gedaagde] heeft verder opgemerkt dat het bedrag van € 50.000,00 in de afpersingsmail wordt geschreven als € 50’000, een schrijfwijze die niet wordt gebruikt in Nederland of België, en dat [naam 1] in die mail wordt aangeduid met zijn koosnaam, welke naam door haar na de echtscheiding niet meer wordt gebruikt. Het is volgens [gedaagde] bovendien ongeloofwaardig dat zij eerst een mail zou sturen zonder haar naam te noemen en daarin zou zeggen dat zij anoniem wil blijven, en dat zij vervolgens in een e-mail wél haar naam zou vermelden en zou zeggen dat zij bedrijfsinformatie heeft gestolen. Volgens haar is [eisers] uit op wraak en geld, omdat [gedaagde] tegen de wil van [eisers] heeft beslist niet te wachten met het aanvragen van echtscheiding, met als gevolg dat haar ex-man geen zelfstandige verblijfstitel in Nederland kon krijgen. De rapporten van PSG Recherche kunnen volgens haar niet worden gebruikt, omdat [gedaagde] niet betrokken is geweest bij de aanvraag en PSG Recherche geen keurmerk heeft.

5.9.

Naar het oordeel van de rechtbank is met de door [eisers] overgelegde rapporten van PSG Recherche niet afdoende komen vast te staan dat de e-mailberichten aan de (voormalig) cursisten en de afpersingsmail door [gedaagde] zijn verzonden. Hiervoor is met name van belang dat, zoals [gedaagde] heeft aangevoerd, de e-mailberichten onregelmatigheden bevatten en vragen oproepen. In een aanzienlijk aantal van de e-mailberichten aan de (voormalige) cursisten worden in de adressering twee talen gebruikt: ’van’, ‘von’, ‘de’ of ‘da’ in combinatie met de Engelse taal. Dit kan erop duiden dat met de e-mailberichten geknoeid is. Verder is onverklaard gebleven waarom in een aantal e-mailberichten hetzelfde ‘to’ en ‘from’ e-mailadres wordt gebruikt. Naar deze onregelmatigheden heeft PSG Recherche geen onderzoek gedaan. Uit haar brief van 4 augustus 2021 (productie 39) blijkt dat de e-mailberichten waarin voormelde onregelmatigheden in de adressering voorkomt niet aan haar zijn verstrekt en niet door haar zijn onderzocht.

5.10.

Er is dus nadere bewijslevering nodig. De rechtbank is voornemens om hierover een deskundigenbericht te gelasten. Partijen zullen in de gelegenheid worden gesteld om zich uit te laten over het aantal en het specialisme van de te benoemen deskundige(n) en de aan de deskundige(n) voor te leggen vragen. Indien partijen niet slagen in een gezamenlijke voordracht van een deskundige, dienen zij in hun tevoren over en weer aan elkaar toe te zenden akten in te gaan op de persoon of de personen die door de wederpartij zullen worden voorgesteld, waarbij eventuele bezwaren dienen te worden gemotiveerd.

5.11.

Het voorschot op de kosten van de deskundige zal dienen te worden gedeponeerd door [eisers] , die de bewijslast van haar stellingen draagt.

Geheimhoudingsbeding

5.12.

Aan haar vordering tot betaling van het bedrag van € 15.000,00 heeft [eisers] ten grondslag gelegd dat [gedaagde] drie maal een tussen [eiser 1] en [gedaagde] gesloten geheimhoudingsovereenkomst heeft geschonden en daarom drie maal de in die overeenkomst vastgelegde boete van € 5.000,00 verschuldigd is. Ter onderbouwing heeft [eisers] arbeidsovereenkomsten en geheimhoudingsverklaringen overgelegd (producties 25 en 34). In de eerste arbeidsovereenkomst, ingaande per 1 april 2016, is een geheimhoudingsbeding opgenomen, in de twee daarop volgende arbeidsovereenkomsten wordt verwezen naar een bijgevoegde “geheimhoudingsverklaring werknemer”.

5.13.

[gedaagde] heeft onvoldoende gemotiveerd betwist dat zij deze arbeidsovereenkomsten en geheimhoudingsverklaringen heeft getekend. Er is geen aanleiding om te veronderstellen dat de handtekeningen onder deze stukken vervalst zijn. [gedaagde] heeft weliswaar gesteld dat haar handtekening wat raar staat, alsof er geknipt en geplakt is, maar zij heeft deze stelling niet nader toegelicht en de rechtbank ziet niet dat er een handtekening vreemd is geplaatst onder een van de stukken. Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling heeft [gedaagde] bovendien erkend dat in de eerste arbeidsovereenkomst die zij heeft getekend een geheimhoudingsovereenkomst stond en voorts dat zij zich niet kan herinneren dat zij de geheimhoudingsovereenkomst heeft getekend, maar niet uitsluit dat zij dat in goed vertrouwen, zonder alles goed te lezen, wel heeft gedaan.

5.14.

Volgens de “Geheimhoudingsverklaring werknemer” bestaat een geheimhoudingsplicht met betrekking tot bedrijfsinformatie. Bepaald is dat de werknemer zich verplicht tot het onthouden van mededelingen tegenover eenieder die betrekking hebben op (maar zich niet beperkt tot) de “informatie” zoals nader gespecificeerd onder 1:
“1.1 Dagelijkse, maandelijkse, of jaarlijkse omzet dan wel inkomsten van [eiser 1]
1.2 Administratieve gegevens, waaronder alle gegevens worden verstaan van cliënten, cursisten, leerlingen of klachten (…),
1.3 Persoonlijke kenmerken en gegevens (…) van cursisten, leerlingen of klanten.
1.4 Wijze waarop marketingstrategieën worden bepaald, welke marketingstrategieën er worden bepaald, de kosten van marketingstrategieën, en de opbrengsten van marketingstrategieën.
1.5 Documenten die informatie bevatten die betrekking hebben of te herleiden zijn tot [eiser 1] Onder documenten worden tevens digitale documenten en digitale gegevens verstaan.
1.6 Elke informatie waarvan de werknemer weet, kan weten of behoort te weten dat die [eiser 1] kan schaden.”
5.15. Volgens [eisers] heeft [gedaagde] de geheimhoudingsovereenkomst onder meer geschonden door tijdens haar eigen lessen in de 200-uur opleiding een PowerPoint-presentatie van [eisers] te gebruiken. [eisers] heeft een e-mail van een cursiste van [gedaagde] in het geding gebracht, waarbij de door [gedaagde] tijdens haar lessen gebruikte presentatie is gevoegd (productie 21 bij dagvaarding). Die presentatie is volgens [eisers] een selectie, en naar het Nederlands vertaalde versie van de PowerPoint-presentatie die [eisers] gebruikt (productie 22). Als voorbeelden worden genoemd de slides belangrijkste botten (fundamental bones), uitdagingen (challenges), zenuwstelsel (nervous system) en Illiopsoas (Il-e-o-so-us), waarbij volgens [eisers] zowel teksten als afbeeldingen uit [eisers] ’s lesmateriaal zijn gekopieerd.

5.16.

[eisers] heeft evenwel niet duidelijk gemaakt waarom de informatie uit de PowerPoint-presentatie van [eisers] aangemerkt zou moeten worden als informatie/bedrijfsinformatie als bedoeld in de geheimhoudingsverklaring. Het gaat om algemene informatie over yoga en de werking van het lichaam. Die informatie is niet onder te brengen bij een van de specifieke omschrijvingen in punt 1 van de geheimhoudingsverklaring. Ook bij een bredere opvatting van het begrip informatie/bedrijfsinformatie kan niet worden aangenomen dat dergelijke informatie onder een geheimhoudingsverplichting valt, althans dat een werknemer dit behoort te begrijpen.

5.17.

Hetzelfde geldt voor (de inhoud van) het handboek van [eisers] Ook het handboek van [eisers] bevat algemene informatie over yoga en de werking van het lichaam. [gedaagde] is opgeleid met dit handboek en draagt de kennis die zij heeft opgedaan thans over in haar eigen docentenopleiding. Dergelijke informatie kan niet worden aangemerkt als informatie/bedrijfsinformatie in de zin van de geheimhoudingsovereenkomst.

5.18.

[eisers] heeft verder gesteld dat [gedaagde] de geheimhoudingsverklaring heeft geschonden door het cliëntenbestand van [eisers] te kopiëren. Dat het cliëntenbestand door [gedaagde] is gekopieerd, blijkt volgens [eisers] uit de afpersingsmail en het feit dat [gedaagde] tenminste veertig cursisten heeft gemaild.
[gedaagde] heeft in dit verband aangevoerd dat alle gegevens van oud-cursisten openbaar zijn en op de website van [eisers] te vinden zijn onder de uitvouwpagina “directory”. Zij heeft de lijsten van voormalig cursisten die op de website van [eisers] te vinden zijn als productie 1 en 2 in het geding gebracht. Het gaat om gegevens van meer dan 1.100 personen. Hiertegen heeft [eisers] geen gemotiveerd verweer gevoerd. Nu het gaat om openbare gegevens, kunnen de gegevens niet worden aangemerkt als informatie/bedrijfsinformatie in de zin van de geheimhoudingsverklaring.

5.19.

Er is dus niet komen vast te staan dat [gedaagde] de geheimhoudingsverklaring heeft geschonden. Daarom zal de vordering tot betaling van het bedrag van € 15.000,00 (vordering 5) worden afgewezen.


Auteursrecht
5.20. [eisers] heeft verder nog gesteld dat [gedaagde] inbreuk maakt op het auteursrecht van [eisers] door het handboek en een PowerPoint presentatie van [eisers] te gebruiken bij haar lessen. De rechtbank begrijpt dat vordering 9 hierop ziet.

5.21.

In dit verband is van belang dat voor het verkrijgen van auteursrecht vereist is dat het werk (dit is ieder voortbrengsel op het gebied van letterkunde, wetenschap of kunst) een eigen, oorspronkelijk karakter bezit en het persoonlijk stempel van de maker draagt (artikel 1 juncto artikel 10 van de Auteurswet (Aw)). Dat het voortbrengsel een eigen, oorspronkelijk karakter moet bezitten, houdt in dat de vorm niet ontleend mag zijn aan het werk van een ander. Het dient te gaan om een intellectuele schepping van de auteur ervan. Om te voldoen aan de eis dat het werk het persoonlijke stempel van de maker moet dragen, dient sprake te zijn van een vorm die het resultaat is van scheppende menselijke arbeid en dus van creatieve keuzes.

5.22.

[eisers] heeft onvoldoende gesteld om aan te kunnen nemen dat het door haar gebruikte handboek voldoet aan de hiervoor genoemde eisen. Zoals blijkt uit die eisen komen ideeën niet voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking. Alleen de vormgeving, die een uiting is van datgene wat de maker tot zijn arbeid heeft bewogen, geniet de bescherming van het auteursrecht (HR 28 juni 1946, NJ 1946, 712, Van Gelder/Van Rijn). Nergens blijkt uit dat het door [eisers] gebruikte handboek oorspronkelijk is, in die zin dat het gaat om een eigen intellectuele schepping van [eisers] De filosofische basis van yoga is altijd hetzelfde. Hetzelfde geldt voor yogaoefeningen en het functioneren van het lichaam. Evenmin is gebleken dat [eisers] creatieve keuzes heeft gemaakt die de vorm van het handboek bepalen. Dit geldt evenzeer voor de PowerPoint-presentatie van [eisers]

5.23.

Nu [eisers] zelf geen auteursrecht heeft, staat het haar niet vrij om [gedaagde] te beschuldigen van inbreuk op het auteursrecht. Vordering 9 zal derhalve worden afgewezen.

Tot slot
5.24. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

6 De beslissing

De rechtbank

6.1.

stelt partijen in de gelegenheid zich gelijktijdig bij akte uit te laten over hetgeen is overwogen in randnummer 5.10,

6.2.

verwijst de zaak hiertoe naar de rol van 1 december 2021,

6.3.

houdt iedere verdere beslissing aan.

Dit vonnis is gewezen door mr. P.F.A. Bierbooms en in het openbaar uitgesproken op 3 november 2021.

GR/PB

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.