Gelet op het standpunt van het college ziet de rechtbank zich allereerst voor de vraag gesteld of het gebruik van gebouw De Linde voor de opvang van asielzoekers in overeenstemming is met het bestemmingsplan. Hiertoe wordt als volgt overwogen.
5.5.1.1. Op grond van de bestemming ‘Woondoeleinden - uit te werken’ zijn de gronden onder meer bestemd voor maatschappelijke doeleinden. Ingevolge artikel 1.1, lid 39, van de planvoorschriften van het bestemmingsplan dient onder ‘maatschappelijke doeleinden’ te worden verstaan:
‘Doeleinden van onderwijs, opvoeding, religie, verenigingsleven, maatschappelijke dienstverlening, gezondheidszorg, cultuur, congressen, evenementen, sport en recreatie.’
Het geschil spitst zich toe op vraag of het huisvesten van asielzoekers onder het begrip ‘maatschappelijke dienstverlening’ kan worden begrepen, nu niet in geschil is dat de overige onder maatschappelijke doeleinden genoemde doeleinden hier niet van toepassing zijn. Aan de plantoelichting ontleent de rechtbank het volgende ten aanzien van de maatschappelijke doeleinden:
‘Deze bestemming is toegekend aan het (aangepaste) terrein van zorginstelling Spatie6 en is op deze functie afgestemd. De bouwmogelijkheden zijn beperkt zowel in oppervlakte als in hoogte vanwege de parkachtige ligging in een nieuwe woonwijk.’
De rechtbank stelt vast dat het begrip ‘maatschappelijke dienstverlening’ niet in het bestemmingsplan, maar ook niet in de toelichting is beschreven.
5.5.1.2. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen in de uitspraak van 28 augustus 20197 zijn de op de verbeelding aangegeven bestemming en de daarbij behorende planregels bepalend voor het antwoord op de vraag of een bouwplan in strijd is met het bestemmingsplan. Zoals volgt uit de uitspraak van 23 oktober 20198 dienen planregels omwille van de rechtszekerheid letterlijk te worden uitgelegd. De rechtszekerheid vereist immers dat van wat in het bestemmingsplan is bepaald, in beginsel dient te worden uitgegaan. Verder volgt uit de hiervoor genoemde uitspraak van 28 augustus 2019 dat de niet bindende toelichting bij het bestemmingsplan in zoverre betekenis heeft dat deze over de bedoeling van de planwetgever meer inzicht kan geven indien de bestemming en de bijbehorende voorschriften waaraan moet worden getoetst, op zichzelf noch in samenhang (systematiek) duidelijk zijn.
5.5.1.3. De rechtbank is van oordeel dat het huisvesten van asielzoekers niet tot ‘maatschappelijke dienstverlening’ kan worden gerekend, nu de nadruk op het verblijf ligt en niet op het verlenen van diensten door maatschappelijke instanties met name op het gebied van onderwijs, zorg en welzijn9. Het standpunt van het college dat het bouwplan in overeenstemming met het bestemmingsplan is, volgt de rechtbank dan ook niet.