[eisende partij] vordert na wijziging van eis dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad vonnis gedaagde zal veroordelen:
I. om met eiseres over te gaan tot verdeling van de gemeenschap, bestaande tussen partijen, waarbij Uw Rechtbank de wijze van verdeling vaststelt zoals onder ‘wijze van verdeling’, is samengevat, inhoudende dat eiseres niet langer mede eigenaar van de echtelijke woning zal zijn en de helft van de overwaarde uitgekeerd kan krijgen na aftrek van de hypotheekschuld en het krediet alsmede dat zij daarbij uit de hoofdelijke aansprakelijkheid zal worden ontslagen;
II. Primair te bepalen dat dit vonnis op grond van artikel 3:300 lid 2 in de plaats treedt van de akte van levering, die zal worden gepasseerd door een nader aan te wijzen notaris (of diens plaatsvervanger) met betrekking tot de levering van de helft van het eigendomsrecht van het pand gelegen te [adres+plaats] zijnde de helft van gedaagde zijn eigendom;
III. dat gedaagde niet langer in de mogelijkheid wordt gesteld de woning over te nemen maar dat deze wordt verkocht aan een derde:
a. dat de termijn waarop de woning geleverd wordt maximaal twee maanden zal zijn;
b. dat Uw Rechtbank de verkopende makelaar aanwijst die vervolgens de verkoopprijs van de woning bepaalt;
c. dat de man een machtiging tekent waarmee de notaris namens de man de akte verkoop kan passeren;
IV. Gedaagde te veroordelen tot het verbeuren van een dwangsom van € 1.000,=, voor iedere dag dat hij zich schuldig maakt aan het niet naleven van iedere bovenstaande vordering indien deze zal worden toegewezen;
V. tot betaling van de kosten van het geding, het salaris van gemachtigde daaronder begrepen;
VI. althans een zodanige beslissing te nemen als Uw Rechtbank in goede justitie vermeent te behoren.