3.1.
Bij het bestreden besluit heeft het college verzoekers gelast:
1. de overtreding van artikel 2.1, eerste lid onder c, van de Wabo te beëindigen en
beëindigd te houden door:
a. het gebruik van de panden ten behoeve van kamerverhuur te staken en gestaakt te houden;
b. het gebruik van (een gedeelte van) het pand als tattoo shop te (laten) staken en gestaakt te houden;
2. de overtreding van de artikelen 1a, tweede lid, en 1b, tweede lid en derde lid van de Woningwet te beëindigen en beëindigd te houden door:
a. aangebrachte zachtboard plafonds (op diverse plaatsen in het pand) te verwijderen en verwijderd te houden;
b. rookmelders op de juiste wijze in het pand aan te brengen en te houden en deze aan elkaar te koppelen;
c. de elektriciteitsvoorziening in het pand door een daartoe gecertificeerd bedrijf/persoon te laten aanpassen zodat deze elektriciteitsvoorziening voldoet aan NEN1010;
d. de verbindingskabel in de meterkast aan de zijde met het pand aan de Lage Zandsestraat 2a zodanig aan te passen en te houden dat deze voldoet aan de vereiste weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag van minimaal 20 minuten;
e. de ventilatievoorziening aan de achterzijde van het pand zodanig aan te passen en te houden dat wordt voldaan aan het Bouwbesluit;
f. de rookgasafvoer (afzuigkap) in de keuken aan de achterzijde van het pand zodanig schoon te maken en te houden dat deze brandveilig gebruikt kan worden.
Aan de lastgeving zoals vermeld onder 1a dienen verzoekers te voldoen binnen een termijn van zes maanden na de dag van verzending van het bestreden besluit en aan de lastgeving zoals vermeld onder 1b en 2 binnen een termijn van vier weken na de dag van verzending van het besluit. Indien verzoekers niet of niet tijdig aan deze lastgeving voldoen, verbeuren zij:
- met betrekking tot de overtreding genoemd onder 1a een dwangsom van
€ 12.500,-- ineens;
- met betrekking tot de overtreding genoemd onder 1b een dwangsom van
€ 7.500,-- ineens;
- met betrekking tot de overtredingen genoemd onder 2 a t/m f een dwangsom van € 2.500,-- ineens per afzonderlijk vermelde lastgeving.
De hoogte van de maximale dwangsommen bedraagt € 35.000,--.
Is er een spoedeisend belang?
4. Wil een voorlopige voorziening kunnen worden getroffen dan is onverwijlde spoed
vereist. Dat is bepaald in artikel 8:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Er moet dus niet gewacht kunnen worden op de afhandeling van het geschil in de hoofdzaak. Hierbij valt onder andere te denken aan de onmogelijkheid om de eventuele gevolgen van de uitvoering van het besluit nog te herstellen, oftewel er dient sprake te zijn van de mogelijkheid dat een onomkeerbare situatie ontstaat.
5.4.
Als enkel het bestemmingsplan “Kom Haalderen” van toepassing is, zoals het college meent, is op voormelde locaties dienstverlening toegestaan. In artikel 1.26 van het bestemmingsplan is dienstverlening gedefinieerd als: het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten welke bestaan uit het verlenen van diensten aan derden met een baliefunctie. Verzoekers hebben er terecht op gewezen dat hun tattooshop in de Kamer van Koophandel staat ingeschreven als dienstverlenend bedrijf. Daar komt bij dat een tattooshop volgens het CBS valt onder de Standaard Bedrijfsindeling (SBI-)code 9609, “overige dienstverlening”. De voorzieningenrechter is het, gelet op het voorgaande, met verzoekers eens dat een tattooshop onder de categorie dienstverlening valt. Vervolgens is de vraag of sprake is van het “verlenen van diensten aan derden met een baliefunctie”. Op de zitting heeft het college niet toegelicht wat onder baliefunctie moet worden verstaan en ook niet waarom daarvan bij een tattooshop geen sprake is. Dit moet in bezwaar dus nader worden onderzocht. Naar voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter houdt een baliefunctie echter in dat sprake is van een publieksaantrekkende werking, in tegenstelling tot een dienstverlenend bedrijf waarbij slechts een gering deel van de klanten naar het bedrijf zelf komt. Uitgaande van deze voorlopige uitleg lijkt een tattooshop onder “verlenen van diensten aan derden met een baliefunctie” te vallen.
Dit houdt in dat naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter onvoldoende is gemotiveerd dat het gebruik van het pand als tattooshop in strijd is met het bestemmingsplan “Kom Haalderen”.
Is de kamerverhuur in strijd met het bestemmingsplan?
6. Verzoekers hebben ter zitting aangevoerd dat er al 22 jaar kamerverhuur plaatsvindt in het pand. Hierbij wijzen ze op de vele inschrijvingen in het BRP, het gegeven dat door de belastingdienst huurtoeslag wordt verstrekt aan de bewoners en de WOZ aanslagen die zij ontvangen. De voorzieningenrechter begrijpt het standpunt van verzoekers als een beroep op het overgangsrecht van het door het college toegepaste bestemmingsplan “Kom Haalderen”. Dat overgangsrecht2 bepaalt namelijk dat het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is mag worden voortgezet, tenzij het gebruik reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan.