Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBGEL:2023:3869

Rechtbank Gelderland
07-07-2023
21-07-2023
C/05/420168 / KG ZA 23-181
Burgerlijk procesrecht
Kort geding,Mondelinge uitspraak

Kort geding. Vordering tot opheffing van conservatoir beslag vanwege misleiding van de verlofrechter. De vordering wordt afgewezen in een mondeling vonnis.

Rechtspraak.nl

Uitspraak

proces-verbaal

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht

Zittingsplaats Arnhem

zaaknummer / rolnummer: C/05/420168 / KG ZA 23-181

Proces-verbaal van mondelinge uitspraak van 7 juli 2023

in de zaak van

1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

[eiseres 1] ,

gevestigd te [plaats] ,

2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

[eiseres 2] ,

gevestigd te [plaats] ,

eiseressen,

advocaat mr. J.G. Mahn te Amstelveen,

tegen

de naamloze vennootschap naar Belgisch recht

[gedaagde] ,

gevestigd te [plaats] ,

gedaagde,

advocaten mrs. D.E.M.P.J. Reijnart en F.M.C. van Helmond te Weert.

Partijen zullen hierna enerzijds [eiseres 1] en [eiseres 2] en anderzijds [gedaagde] genoemd worden.

De zitting wordt gehouden in het gebouw van deze rechtbank ter behandeling van een vordering in kort geding.

Tegenwoordig zijn mr. D.T. Boks, voorzieningenrechter, en mr. L.M. van den Berg, griffier.

Na uitroeping van de zaak verschijnen

  • -

    [betrokkene 1] , middellijk bestuurder van [eiseres 1] en [eiseres 2] , bijgestaan door mr. Mahn voornoemd

  • -

    [betrokkene 2] , bestuurder van [gedaagde] , bijgestaan door mrs. Reijnart en Van Helmond voornoemd.

Na sluiting van de zitting wijst de rechter het volgende vonnis.

1 De beoordeling

1.1.

De vordering strekt tot opheffing van de thans nog liggende conservatoire beslagen ten laste van [eiseres 1] en [eiseres 2] . Ter zitting is duidelijk geworden dat het gaat om derdenbeslagen onder N.E.C. Horeca, Exploitatiemaatschappij De Goffert en de Rabobank, uit hoofde van een beslagrekest van 10 mei 2023.

1.2.

In dat rekest is geen sprake van misleiding van de voorzieningenrechter. Indien de voorzieningenrechter ervan op de hoogte zou zijn geweest dat voor [eiseres 1] en [eiseres 2] een advocaat optrad, hetgeen zij [gedaagde] verwijten niet te hebben vermeld, dan zou het verlof zonder meer ook zijn verleend.

1.3.

[eiseres 1] en [eiseres 2] hebben ook gesteld dat sprake is van eerdere misleiding, omdat in het beslagrekest van 28 april 2023 niet is vermeld dat eerder beslag is gelegd en dat dit beslag van rechtswege is vervallen. Dit laatste is niet waar, gelet erop dat het vonnis van de Belgische rechter toen nog niet in kracht van gewijsde was gegaan. En van het eerste is niet gebleken dat [gedaagde] dat opzettelijk heeft gedaan. Dan is er geen grond voor de conclusie dat de beslagen die nu nog liggen vanwege misleiding moeten worden opgeheven.

1.4.

[eiseres 1] en [eiseres 2] werpen verder op dat niet Belgisch recht maar Nederlands recht van toepassing is. Zij verbinden daaraan verder geen conclusies, zodat dit aspect verder geen bespreking behoeft.

1.5.

Dan is er het standpunt van [eiseres 1] en [eiseres 2] dat de vordering waarvoor beslag is gelegd summierlijk ondeugdelijk is. [eiseres 1] en [eiseres 2] zouden niet akkoord zijn gegaan met de voorgestelde hoofdelijke, solidaire en ondeelbare garantstelling voor alle betalingen van de [naam groep] . Daartoe hebben zij verwezen naar de e-mail van [betrokkene 1] van 17 oktober 2022 met daarbij een screenshot. In dat bericht verklaart [betrokkene 1] ‘akkoord te zijn met met onderstaande’, zonder daarbij aan te geven dat dit akkoord enkel ziet op de afbetalingsregeling. [gedaagde] mocht er dan redelijkerwijs vanuit gaan dat [betrokkene 1] akkoord ging met het gehele voorstel, dus inclusief de garantstelling. Het ging daarbij om een garantstelling en niet om borgtocht, wat overigens in beide gevallen tot gevolg heeft dat [eiseres 1] en [eiseres 2] alsnog hoofdelijk moeten betalen wat de Belgische EveY-vennootschappen aan [gedaagde] verschuldigd waren.

1.6.

[eiseres 1] en [eiseres 2] beroepen zich nog op wilsgebreken, op grond waarvan de vernietiging van de garantstelling is ingeroepen. In dat verband hebben zij echter onvoldoende gesteld. Zij beroepen zich op misbruik van omstandigheden, maar hebben niet aangegeven welke omstandigheden daarvoor relevant zijn. Wat betreft de ingeroepen dwaling is van belang dat het om dwaling omtrent het recht gaat, hetgeen voor vernietiging niet voldoende is. Het aannemen van wilsgebreken ligt bovendien niet in de rede nu het gaat om professionele partijen, als niet betwist vaststaat dat [betrokkene 1] een ervaren ondernemer is en de tekst van de overeenkomst met de garantstelling klip en klaar is.

1.7.

Een belangenafweging leidt niet tot een ander oordeel, zeker niet nu [eiseres 1] en [eiseres 2] zelf betalingsproblemen stellen en daarom bij handhaving van het beslag nog meer belang bestaat.

1.8.

[eiseres 1] en [eiseres 2] zullen als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [gedaagde] worden begroot op:

- griffierecht € 676,00

- salaris advocaat 1.079,00

Totaal € 1.755,00

2 De beslissing

De voorzieningenrechter

2.1.

wijst de vorderingen af,

2.2.

veroordeelt [eiseres 1] en [eiseres 2] in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde] tot op heden begroot op € 1.755,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag met ingang van 15de dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,

2.3.

veroordeelt [eiseres 1] en [eiseres 2] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 173,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat [eiseres 1] en [eiseres 2] niet binnen 14 dagen na betekening aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 90,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente over de nakosten met ingang van de 15de dag na betekening van dit vonnis tot aan de algehele voldoening,

2.4.

verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.

De rechter sluit de zitting.

Waarvan proces-verbaal,

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.