Forte GGZ vordert - na wijziging van eis - bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I (i) Menzis te verbieden om, in geval geen overeenkomst tussen partijen tot stand komt, een korting toe te passen van 30% in de gevallen waarin de zorgkosten van de door Forte GGZ uit te voeren behandeling meer dan € 666,67, althans € 1.400,00, althans een door de voorzieningenrechter te bepalen bedrag te boven gaan;
(ii) Menzis te gebieden om de zorgverlening door Forte GGZ te vergoeden op basis van zodanige tarieven of vergoedingspercentages dat niet méér dan € 200,00, althans € 420,00, althans een door de voorzieningenrechter te bepalen bedrag onvergoed blijft en aldus voor rekening komt van de verzekerde;
(iii) Menzis te gebieden om de zorgverlening door Forte GGZ volledig te vergoeden (dat wil zeggen dat het door de NZa-vastgestelde tarief wordt betaald) in de gevallen als beschreven in productie 32 alsmede in alle andere gevallen waarin Menzis een patiënt die bij Forte GGZ in behandeling wenst te komen niet binnen de vastgestelde Treeknormen en binnen een redelijke afstand van de woonplaats van de patiënt een volwaardig en vergelijkbaar alternatief kan bieden;
II Menzis te gebieden om binnen vijf dagen na de datum van dit vonnis inzichtelijk te maken op welke wijze zij uitvoering geeft aan de hardheidsclausule bij toetsing aan het hinderpaalcriterium;
III Menzis te gebieden om binnen tien dagen na de datum van dit vonnis aan Forte GGZ een redelijk contractaanbod te doen op grond waarvan Forte GGZ een reële mogelijkheid heeft om tegen het gemiddeld gecontracteerd tarief, althans een reëel tarief, zorg te kunnen (blijven) leveren aan verzekerden van Menzis zonder beperkingen van een KPUC, althans binnen genoemde termijn een redelijk contractsvoorstel te doen overeenkomstig dit vonnis, althans in overleg te treden met Forte GGZ ter zake van het sluiten van een contract voor 2023 en daarbij redelijk voorwaarden te hanteren overeenkomstig dit vonnis;
IV Menzis te verbieden om op grond van de overschrijding van de KPUC-afspraak tot incasso van enig bedrag over te gaan en/of enig bedrag te verrekenen met openstaande of toekomstige declaraties of anderszins vorderingen die Forte GGZ op Menzis heeft of in de toekomst zal hebben;
V Menzis te gebieden om haar belofte aan Forte GGZ tot het betalen van een transitieprestatie als bedoeld in de NZa-beschikking BR/REG-22137a gestand te doen en aldus met Forte GGZ in gesprek te gaan om tot vaststelling te komen van een transitieprestatie, met inachtneming van doel en ratio van de transitieprestatie;
VI een en ander (I tot en met III) op straffe van een dwangsom van € 5.000,00, of een bedrag dat de voorzieningenrechter in goede justitie aangewezen acht, voor iedere dag dat Menzis in gebreke blijft met het nakomen van deze geboden met een maximum van
€ 250.000,00;
VII Menzis te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 19.607,11 aan buitengerechtelijke kosten aan Forte GGZ, te betalen binnen veertien dagen na de datum van dit vonnis;
VIII Menzis te veroordelen in de proces- en nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente.