3.1.
[eiser] vordert dat de pachtkamer bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
Primair
1. voor recht zal verklaren dat tussen [eiser] en [gedaagde] geen pachtovereenkomst bestaat in de zin van artikel 7:311 BW;
2. de zaak door zal verwijzen naar de bevoegde rechter van deze rechtbank, te weten de kantonrechter, in welk kader [eiser] vordert dat het de kantonrechter van de rechtbank Gelderland moge behagen om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. te verklaren voor recht dat de huurovereenkomst tussen [eiser] en [gedaagde] met betrekking tot de (op)stallen en het weiland, gelegen op het perceel kadastraal bekend [object 1] , rechtsgeldig door opzegging is geëindigd;
II. te verklaren voor recht dat [gedaagde] de overige gedeelten van c.q. opstallen op perceel [object 1] en [object 2] – zoals weergegeven op de als productie 2 bij dagvaarding overgelegde plattegrond, nummers 1 t/m 7, 10 en 12 t/m 15 – zonder recht of titel gebruikt;
III. de huurovereenkomst tussen [eiser] en [gedaagde] met betrekking tot de woning gelegen te [locatie 2] te ontbinden met ingang van de datum van het door de kantonrechter te wijzen vonnis;
IV. [gedaagde] te veroordelen tot ontruiming van de onder I genoemde (op)stallen en het weiland, de II genoemde perceelsgedeelten en opstallen én/of de onder III genoemde woning, binnen veertien dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis, zulks op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag met een maximum van € 100.000,00;
V. [gedaagde] te veroordelen tot afdracht aan [eiser] van de winst die zij heeft genoten door onderverhuur c.q. ingebruikgeving van (gedeelten van) de woning, gelegen te [locatie 2] , binnen veertien dagen na het in deze te wijzen vonnis;
VI. [gedaagde] te veroordelen in de kosten van de procedure, te vermeerderen met de nakosten en de wettelijke rente over de proceskosten en de nakosten indien betaling binnen veertien dagen na het in deze te wijzen vonnis uitblijft.
Subsidiair
1. de pachtovereenkomst tussen [eiser] en [gedaagde] met betrekking tot het perceel plaatselijk bekend [locatie 1] en [locatie 2] , kadastraal bekend [object 1] en [object 2] en daarop gelegen opstallen, zal ontbinden op grond van artikel 7:376 BW;
2. [gedaagde] zal veroordelen tot ontruiming van het perceel plaatselijk bekend [locatie 1] en [locatie 2] , kadastraal bekend [object 1] en [object 2] , binnen veertien dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis, zulks op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag met een maximum van € 100.000,00;
Primair en subsidiair
[gedaagde] zal veroordelen in de kosten van de procedure, te vermeerderen met de nakosten en de wettelijke rente over de proceskosten en de nakosten indien betaling binnen veertien dagen na het in deze te wijzen vonnis uitblijft.