3.1.
[eiseres] vordert, bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
1. te verklaren voor recht dat [gedaagde] tekort is geschoten in de nakoming van de huurovereenkomst tussen [gedaagde] en [eiseres] ;
2. te verklaren voor recht dat [gedaagde] aansprakelijk is voor de door [eiseres] geleden schade;
3. de door [eiseres] verschuldigde huurprijs gedurende de periode van 1 april 2023 tot en met 31 augustus 2023 te verlagen tot 30% van de overeengekomen huurprijs en gedurende de periode van 1 september 2023 tot en met 31 oktober 2023 te verlagen tot 0%, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen percentage, en [gedaagde] te veroordelen tot betaling aan [eiseres] van het bedrag van € 8.250,00, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag met ingang van 25 november 2023, althans 14 mei 2024, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum, tot en met de datum van volledige betaling;
4. [gedaagde] te veroordelen tot vergoeding van de door [eiseres] geleden schade van
€ 27.921,26, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag met ingang van 25 november 2023, althans 14 mei 2024, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum, tot en met de datum van volledige betaling;
5. [gedaagde] te veroordelen tot vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten, zijnde € 1.275,60;
6. [gedaagde] te veroordelen in de kosten van deze procedure, waaronder begrepen het salaris van de advocaat van [eiseres] , te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van dit vonnis en – indien voldoening niet binnen die termijn plaatsvindt – te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de veertiende dag na dagtekening tot en met de datum van volledige betaling.
3.2.
[gedaagde] heeft gemotiveerd verweer gevoerd en concludeert, bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [eiseres] niet-ontvankelijk te verklaren in haar vordering, althans deze vordering af te wijzen, althans deze te ontzeggen, met veroordeling van [eiseres] in de proceskosten (waaronder de nakosten), te voldoen binnen zeven dagen na het wijzen van dit vonnis, bij gebreke waarvan de proceskosten vanaf de achtste dag worden vermeerderd met de wettelijke rente.
3.3.
Op hetgeen [eiseres] aan haar vordering ten grondslag heeft gelegd en het verweer dat [gedaagde] hiertegen gevoerd heeft, wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.