3.1.
[eiser] stelt dat de auteursrechten en persoonlijkheidsrechten met betrekking tot het ontwerp dat is gemaakt in het kader van het project [naam 2] geheel dan wel deels bij haar berusten. Zij heeft daartoe een aantal verschillende scenario’s uiteen gezet.
3.1.1.
[eiser] gaat zelf uit van het eerste scenario, waarbij [gedaagde 2] het ontwerp samen met de andere leden van het Woningbouwteam onder de arbeidsovereenkomst heeft gemaakt. [gedaagde 2] heeft de tijd die hij aan het project heeft besteed - het betreft 106 uur - ook in het tijdschrijfsysteem van [eiser] ingeboekt. In dit scenario liggen de (auteurs)rechten op grond van artikel 7 en 8 Auteurswet exclusief bij [eiser] .
3.1.2.
Volgens het tweede scenario heeft [gedaagde 2] het ontwerp gemaakt onder de aanvullende arbeidsovereenkomst. De leden van het Woningbouwteam waren bij [eiser] in dienst, zodat de rechten met betrekking tot hun inbreng op grond van artikel 7 Aw bij [eiser] ligt. Volgens artikel E van de aanvullende arbeidsovereenkomst geldt [eiser] als maker en dus als eigenaar van de auteursrechten en delen partijen het persoonlijkheidsrecht op naamsvermelding (art. 25 lid 1 sub a en b Aw). Ook hier is artikel 8 Aw van toepassing.
3.1.3.
Indien het ontwerp gemaakt is onder de aanvullende arbeidsovereenkomst maar artikel E niet van toepassing is omdat er geen opdracht zou zijn verstrekt en/of geen vergoeding is betaald, geldt dat de aanvullende arbeidsovereenkomst nog steeds een arbeidsovereenkomst is en geen overeenkomst van opdracht. Dit is het derde scenario van [eiser] , die hier eigenaar van alle auteursrechten en persoonlijkheidsrechten is geworden.
3.1.4.
Ten slotte schetst [eiser] scenario vier, waarbij [gedaagde 2] het ontwerp geheel buiten de hoofdovereenkomst en aanvullende overeenkomst heeft gemaakt. Hij zou dan als maker rechthebbende zijn van zijn deel van de auteursrechten. Het auteursrecht van het Woningbouwteam ligt dan alsnog bij [eiser] , die hoe dan ook geheel rechthebbende is geworden op de persoonlijkheidsrechten.
3.3.
De uitkomst van de bodenzaak kan volgens [eiser] niet worden afgewacht. Zij vordert daarom op bovengenoemde gronden in het incident, voor de duur van het geding (ingevolge artikel 223 RV) dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. [gedaagde 2] en [gedaagde 1] zal veroordelen om iedere inbreuk op de auteursrechten van [eiser] te staken en gestaakt te houden, binnen 48 uur na dagtekening van dit vonnis;
II. [gedaagde 2] en [gedaagde 1] zal veroordelen tot het staken en gestaakt houden van de inbreuk op de persoonlijkheidsrechten van [eiser] , binnen 48 uur na dagtekening van dit vonnis;
III. [gedaagde 2] en [gedaagde 1] zal veroordelen tot het staken en gestaakt houden van het schenden van de WBB, binnen 48 uur na dagtekening van dit vonnis;
IV. [gedaagde 2] zal veroordelen tot nakoming van het geheimhoudingsbeding uit de arbeidsovereenkomst, binnen 48 uur na dagtekening van dit vonnis;
V. [gedaagde 1] zal veroordelen tot het staken van het onrechtmatig handelen jegens [eiser] en te veroordelen tot het correct en volledig nakomen van de met [eiser] gemaakte afspraken ten aanzien van de onder 2.9 bedoelde lijst met projecten, binnen 48 uur na dagtekening van dit vonnis;
VI. [gedaagde 2] en [gedaagde 1] zal veroordelen tot het onherroepelijk vernietigen c.q. verwijderen van alle informatie en documenten die de heer [gedaagde 2] via WeTransfer naar zichzelf heeft toegestuurd en van de (overige) informatie ten aanzien van (de onderneming en ontwerpen van) [eiser] die zij op andere wijze onder zich hebben, binnen 72 uur na dagtekening van dit vonnis;
VII. [gedaagde 2] en [gedaagde 1] zal veroordelen om de werken van [eiser] (waaronder begrepen het ontwerp van het project [naam 2] en de overige ontwerpen van projecten op de onder 2.9 bedoelde lijst) op geen enkele wijze openbaar te maken, te verveelvoudigen of anderszins te exploiteren, om het aanpassen van het ontwerp van het project [naam 2] te staken en gestaakt te houden en om de afbeeldingen van dat ontwerp te verwijderen van de website en de social media pagina’s van [gedaagde 1] , binnen 48 uur na dagtekening van dit vonnis;
VIII. [gedaagde 1] zal veroordelen om binnen 48 uur na dagtekening van dit vonnis een rectificatie te plaatsen op haar website -bovenaan de homepage met zwarte letters tegen een witte achtergrond, in een leesba(a)r(e) lettertype en lettergrootte - en op haar Linkedln-, Facebook- en Instagrampagina, met de volgende inhoud en zonder enige wijziging of toevoeging:
“Wij hebben onlangs afbeeldingen getoond van een project genaamd ‘ [naam 2] ’. Wij moeten u tot onze spijt echter mededelen dat wij daarmee de intellectuele eigendomsrechten hebben geschonden van [eiser] , omdat dit ontwerp niet door [gedaagde 1] maar door [eiser] is gerealiseerd. Wij waren niet gerechtigd deze afbeeldingen te tonen.”
IX. [gedaagde 1] zal te veroordelen tot betaling van een dwangsom aan [eiser] ter hoogte van € 50.000 voor iedere (gehele of gedeeltelijke) schending van haar verplichtingen op grond van sub 1, II, III, V, VI, VII en/of VIII en van € 500 per dag dat deze schending voortduurt (waarbij een gedeelte van de dag als hele dag heeft te gelden), met een maximum van € 800.000;
X. [gedaagde 2] zal veroordelen tot betaling van een dwangsom aan [eiser] ter hoogte van € 10.000,-- voor iedere (gehele of gedeeltelijke) schending van haar verplichtingen op grond van sub 1, II, III, IV, VI en/of VII en van € 500,-- per dag dat deze schending voortduurt (waarbij een gedeelte van de dag als hele dag heeft te gelden), met een maximum van € 100.000,--;
XI. [gedaagde 2] en [gedaagde 1] hoofdelijk zal veroordelen tot betaling aan [eiser] van 75% van de volledige proceskosten van de provisionele procedure en 25% van de forfaitaire proceskosten, te voldoen binnen zeven dagen na dagtekening van dit vonnis;
XII. [gedaagde 2] en [gedaagde 1] hoofdelijk zal veroordelen tot betaling aan [eiser] van de overige proceskosten van de provisionele procedure, te vermeerderen met de nakosten, te voldoen binnen zeven dagen na dagtekening van dit vonnis;
XIII. [gedaagde 2] en [gedaagde 1] hoofdelijk zal veroordelen tot vergoeding aan [eiser] van de wettelijke rente over de in de provisionele vordering gevorderde bedragen indien de betaling ervan niet tijdig plaatsvindt, tot aan de dag van algehele voldoening;