2.1.
De voorzieningenrechter van de rechtbank Maastricht heeft op 6 december 2010 vonnis gewezen in een kort geding tussen [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] als eiser en [eiser in conventie, verweerder in reconventie] als gedaagde in de zaak met nummer 155248 / KG ZA 10-454.
2.2.
In bedoeld vonnis zijn onder meer de volgende rechtsoverwegingen opgenomen:
- rechtsoverweging 4.2.:
Uit de stellingen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] begrijpt de voorzieningenrechter dat hij met “onheus en/of diskwalificerend en/of onrechtmatig” doelt op uitlatingen van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] waarin hij [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] afschildert als een onbetrouwbaar dan wel bedrieglijk persoon in de context van enerzijds diens (mogelijke) betrokkenheid als kroongetuige van het Openbaar Ministerie in het strafrechtelijk onderzoek tegen “J” en de door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in dat kader (mogelijk) afgelegde zogenoemde kluisverklaringen en anderzijds de (mogelijke) dubbelrol die [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vervolgens zou spelen of zou hebben willen spelen, toen hij op 5 september 2009 samen met “J“ op het kantoor van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zou zijn verschenen, om “J” bij te staan in diens strafzaak. De voorzieningenrechter begrijpt uit het samenstel van de woorden “onheus en/of diskwalificerend en/of onrechtmatig” dat het gevorderde verbod betrekking dient te hebben op uitlatingen waarin woorden worden gebezigd met een uitdrukkelijk negatieve betekenis dan wel lading (“sujet”,“addergebroed”), maar ook op uitingen over de hiervoor aangeduide kwestie waarin de woordkeuze een meer neutraal karakter heeft. De voorzieningenrechter begrijpt verder dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] geen verschil wil maken tussen enerzijds “onheuse” en “diskwalificerende” en anderzijds “onrechtmatige” uitlatingen, dat het gebruik van deze verschillende woorden uitsluitend verband houdt met de dubbele grondslag van de vordering en dat in alle gevallen wordt gedoeld op uitlatingen door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in verband met [gedaagde in conventie, eiser in reconventie]’s persoon, verband houdend met diens (mogelijke) betrokkenheid bij de strafzaak jegens “J”, een en ander zoals hiervoor aangeduid.
- rechtsoverweging 4.5.:
In het kader van zijn contractuele relatie met [eiser in conventie, verweerder in reconventie] mocht [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] verwachten dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zich zou richten naar de voor hem geldende Gedragsregels (voor zover van toepassing op de relatie advocaat-cliënt), en niet dan op zwaarwegende gronden daarvan zou afwijken. Dit betekent dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] mocht verwachten dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] geheimhouding zou betrachten en dat hij zou zwijgen “over bijzonderheden van door hem behandelde zaken, de persoon van zijn cliënt en de aard en omvang van diens belangen” (Gedragsregel 6.1) en dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie], indien een juiste uitvoering van de hem opgedragen taak naar zijn oordeel het gebruik van zijn verkregen kennis naar buiten zou eisen, die kennis alleen zou gebruiken “voor zover de cliënt daartegen geen bezwaar (…) (zou hebben) en voor zover dit in overeenstemming (…) (zou zijn) met een goede beroepsuitoefening(Gedragsregel 6.2).
- rechtsoverweging 4.7.:
Gelet op de aangehaalde gedragsregels en hun belang in het kader van de contractuele relatie tussen [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie] was het [eiser in conventie, verweerder in reconventie] (ook) in de periode na 16 juni 2009 niet toegestaan om zich jegens derden uit te laten over [gedaagde in conventie, eiser in reconventie]’s persoon. De in die periode gedane uitlatingen “onbetrouwbaar sujet” en “addergebroed” hebben niet alleen betrekking op de persoon van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie], maar zijn daarnaast gelet op de woordkeuze negatief tot zeer negatief geladen. (…) Uitlatingen als deze zijn in de relatie tussen advocaat en (ex)cliënt ongepast en leveren - in elk geval als uitgangspunt - een tekortkoming in de nakoming van de op [eiser in conventie, verweerder in reconventie] rustende contractuele verplichting tot geheimhouding op.
2.3.
Het is [eiser in conventie, verweerder in reconventie] op grond van de beslissing onder randnummer 5.1. van bedoeld vonnis verboden:
om vanaf de betekening van dit vonnis zich publiekelijk en/of in de media onheus en/of diskwalificerend uit te laten over [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] op de wijze en in de context als aangeduid in rechtsoverweging 4.2. van dit vonnis, zulks op straffe van verbeurte van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van € 5.000,- per overtreding van bovenstaand verbod, met een maximum van € 50.000,-.
2.5.
Op 26 september 2014 is een boek in de handel verschenen met de titel
“[titel boek]”. Dit boek - geschreven door [naam schrijver] en uitgegeven door Meulenhoff - bevat een biografie van [eiser in conventie, verweerder in reconventie]. Onder verwijzing naar de door hem gevolgde werkwijze, die heeft geresulteerd in een grote en rechtstreekse invloed van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] op de uiteindelijk gepubliceerde tekst, merkt de auteur op pagina 11 op: Het boek dat u nu in handen heeft, vertoont dan ook meer de trekken van een autobiografie dan van een biografie.
Onder “verantwoording en dankwoord” op pagina 297 stelt de auteur nog: Hoewel we er geen harde afspraken over hadden gemaakt, legde ik het manuscript van dit boek voor aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie], hetgeen leidde tot een aantal correcties, aanvullingen en (taalkundige) aanpassingen.
2.6.
Op de pagina’s 162 tot en met 167 heeft de auteur een beschrijving gegeven van gebeurtenissen die zich in 2009 tussen [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie] hebben afgespeeld. Daarin is onder meer opgenomen:
- op pagina 162:
Een schoolvoorbeeld van de geniepige klager die mij uit rancune het leven zuur maakte, diende zich vele jaren later aan: [gedaagde in conventie, eiser in reconventie].
- op pagina 163 laatste alinea en 164 eerste en tweede alinea:
Op 5 september 2009 stond [naam] op de stoep met iemand die zich voorstelde als [gedaagde in conventie, eiser in reconventie]. Ik dacht: verrek, is dat niet de vent die ik gezegd heb dat hij een andere advocaat moest nemen omdat hij een deal met justitie wilde sluiten? Inderdaad, dat was hem. Ik vroeg hem wat hij kwam doen. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie]. legde een dossier op tafel en in een split second zag ik passages waarin duidelijk werd dat hij had geprobeerd kroongetuige te worden. In een flits schoot door mijn hoofd: hij heeft natuurlijk [naam]. proberen te verraden.
Vermoedelijk was de deal met justitie niet doorgegaan en probeerde hij nu maatjes te worden met [naam]. om te kijken of hij daar een slaatje uit kon slaan. [naam]. had niets in de gaten. Onmiddellijk gooide ik die vent de deur uit en zei tegen J.: “Je snapt het niet, maar de man die jij als reddende engel hebt meegenomen, heb je als een stuk addergebroed aan je borst gekoesterd”. (…) Kennelijk was [gedaagde in conventie, eiser in reconventie]. zo beledigd dat ik hem de deur had gewezen, dat hij ging stoken in de pers met de beschuldiging dat ik tegenstrijdige belangen diende. (…..)
- op pagina 164 laatste alinea en het vervolg daarvan op pagina 165:
Vervolgens diende H. een klacht in tegen mij bij de Maastrichtse deken. Hierop heb ik een brief aan de deken gestuurd, die ik tevens verzond aan de media. Daarin schreef ik dat [naam]. een stuk addergebroed aan de borst had gekoesterd en dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie]. een onbetrouwbaar sujet was.
2.7.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft op 3 november 2014 de grosse van voormeld kortgedingvonnis van
6 december 2010 betekend aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] en bevel gedaan om binnen twee dagen € 15.000,00 aan verbeurde dwangsommen te voldoen wegens drie overtredingen van het verbod in voormeld vonnis, te weten een drietal uitlatingen in het boek “[titel boek]”.