[eiser] vordert - kort en zakelijk weergegeven -:
1. Prostelko te verbieden om het tussen partijen in kort geding gewezen vonnis van 11 maart 2014 voor wat betreft de verbeurte van dwangsommen ten uitvoer te leggen;
2. Prostelko te veroordelen de ten laste van [eiser] gelegde beslagen op te heffen;
3. Prostelko te veroordelen tot betaling aan [eiser] van al hetgeen zij ingevolge reeds gelegde executoriale beslagen heeft ontvangen en er zorg voor te dragen dat de deurwaarder al hetgeen nog uit gelegde beslagen zal worden ontvangen eveneens aan [eiser] af zal dragen, deze bedragen te vermeerderen met wettelijke rente;
4. te bevelen dat Prostelko ieder gebruik van het merk Prostelko, alsmede ieder andere inbreuk op het merkrecht van [eiser] zal staken en gestaakt zal houden;
5. te bevelen dat Prostelko de registratie van de domeinnamen waarin het merk Prostelko voorkomt op eigen kosten aan [eiser] zal overdragen;
6. Prostelko te veroordelen om een door een registeraccountant gecontroleerd overzicht aan [eiser] te verstrekken van alle aangegane inkoop- en verkoopverplichtingen over de periode 2011 tot en met heden ten aanzien van de verkoop van het product vallende onder de licentieovereenkomst tussen partijen;
7. Prostelko te bevelen zich te houden aan het non-concurrentie beding (artikel 10 van de licentieovereenkomst)
8. te bevelen dat Prostelko aan [eiser] een dwangsom verbeurt van € 7.500,00 voor elke dag of gedeelte daarvan dat door Prostelko in strijd wordt gehandeld met een of meer van de bevelen als genoemd onder de nummers 1 tot en met 7;
9. Prostelko te veroordelen in de buitengerechtelijke kosten en de proceskosten, beiden te vermeerderen met de handelsrente daarover.