RECHTBANK LIMBURG
Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: C/03/306168 KG ZA 22/222
Vonnis in kort geding van de kantonrechter van 24 juni 2022
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SAMEN IN BEWIND B.V. in hoedanigheid van bewindvoerster over de goederen van [naam onderbewindgesteld],
gevestigd en kantoor houdend te Gulpen,
eisende partij,
gemachtigde mr. A.J.J. Kreutzkamp,
de stichting
STICHTING WOONPUNT,
gevestigd en kantoor houdend te Maastricht,
gedaagde partij,
gemachtigde mr. P.F.M. Broos.
Partijen worden hierna Samen in Bewind B.V. q.q., [naam onderbewindgesteld] en Woonpunt genoemd.
2 De feiten
2.1.
[naam onderbewindgesteld] huurt sinds 7 april 2011 de woning aan de [adres] te [plaats] (hierna: het gehuurde).
2.2.
Bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis van 1 juni 2022 (hierna: het vonnis) van de kantonrechter te Maastricht (kenmerk 9669903 CV EXPL 22-561) is – samengevat voor zover van belang – de huurovereenkomst ontbonden en is Samen in Bewind B.V. q.q. veroordeeld tot ontruiming van het gehuurde, met veroordeling van Samen in Bewind B.V. q.q. in de proces- en nakosten.
2.3.
Woonpunt heeft dit vonnis bij exploot van 8 juni 2022 aan Samen in Bewind B.V. q.q. betekend en de ontruiming is aangezegd tegen 28 juni 2022 om 12.00 uur.
2.4.
In de door Samen in Bewind B.V. q.q. overgelegde brief van de Korpschef van de politie van 21 december 2021 staat, voor zover van belang:
“Er is geen aangifte opgenomen, omdat geen sprake van brandstichting was.”
2.5.
In een e-mail van 20 juni 2022 van een medewerker van de politie eenheid Limburg staat, voor zover van belang:
“Ik kan niet meer dan via deze email bevestigen dat [naam onderbewindgesteld] uitspraken heeft gedaan naar mijn collega wijkagent [naam wijkagent] . Deze uitspraken hebben erin geresulteerd dat wij ons dusdanig zorgen maken om de situatie, dat wij een AOL (afspraak op locatie) hebben opgemaakt en het advies aan Woonpunt hebben gegeven om het gas af te sluiten, indien dit tot de mogelijkheden behoort.”
3 Het geschil
3.1.
Samen in Bewind B.V. q.q. vordert na vermeerdering van eis bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
- primair de tenuitvoerlegging van het eindvonnis van 1 juni 2022 van de kantonrechter te Maastricht (kenmerk 9669903 CV EXPL 22-561) te schorsen, zolang tegen dat vonnis door Samen in Bewind B.V. q.q. ingestelde hoger beroep bij het Gerechtshof Den Bosch geen eindarrest is gewezen en derhalve Woonpunt te verbieden om over te gaan tot gerechtelijke ontruiming van het gehuurde op 28 juni 2022 om 12.00 uur en op iedere andere datum en/of tijdstip, zolang voornoemd eindarrest door het Gerechtshof Den Bosch niet is gewezen, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 100.000,- per keer en voor iedere keer dat Woonpunt het verbod overtreedt;
- subsidiair de tenuitvoerlegging van het eindvonnis van 1 juni 2022 van de kantonrechter te Maastricht (kenmerk 9669903 CV EXPL 22-561) te schorsen, zolang tegen dat vonnis door Samen in Bewind B.V. q.q. ingestelde hoger beroep bij het Gerechtshof Den Bosch geen incidenteel arrest is gewezen en derhalve Woonpunt te verbieden om over te gaan tot gerechtelijke ontruiming van het gehuurde op 28 juni 2022 om 12.00 uur en op iedere andere datum en/of tijdstip, zolang voornoemd incidenteel arrest door het Gerechtshof Den Bosch niet is gewezen, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 100.000,- per keer en voor iedere keer dat stichting Woonpunt het verbod overtreedt;
- voorwaardelijk voor het geval de primaire of subsidiaire vordering wordt toegewezen Woonpunt te veroordelen om terstond na betekening van dit vonnis, althans binnen een door de kantonrechter te bepalen termijn de bestaande gaslekkage in de woning te herstellen of te laten herstellen, zodanige voorzieningen in het keukengedeelte te treffen dat [naam onderbewindgesteld] in staat wordt gesteld om te kunnen koken, alsmede de gevel in de achtertuin die grenst aan de keuken deugdelijk af te sluiten, een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,- per dag en voor iedere dag dat Woonpunt aan deze veroordeling of een gedeelte daarvan niet voldoet.
3.2.
Samen in Bewind B.V. q.q. legt aan deze vordering ten grondslag dat het vonnis feitelijke en juridische misslagen bevat. Samen in Bewind B.V. q.q. voert ten aanzien van de feitelijke misslag aan dat geen sprake is van brandstichting door [naam onderbewindgesteld] onder overlegging van een brief van 21 december 2021 van de Korpchef van de politie. Tevens voert Samen in Bewind B.V. q.q. aan dat geen sprake kan zijn van een spontane ontbranding aangezien in de achtertuin geen spullen hebben gestaan waarin een batterij aanwezig is geweest. Ten aanzien van de juridische misslag voert Samen in Bewind B.V. q.q. aan dat sprake is van een tegenstrijdig en dus onbegrijpelijk oordeel van de kantonrechter in het bestreden vonnis aangezien de opslag van goederen in de achtertuin, de brand weggedacht, een onvoldoende ernstige tekortkoming opleveren om een ontbinding van de huurovereenkomst te rechtvaardigen, op grond waarvan het onbegrijpelijk is dat dezelfde tuinopslag als mogelijke brandoorzaak wordt beschouwd en een voldoende ernstige tekortkoming oplevert om de huurovereenkomst te ontbinden (rechtsoverwegingen 4.2.4 en 4.2.5 van het vonnis). Tevens is sprake van een juridische misslag aangezien Woonpunt geen nadere bewijsopdracht heeft verkregen omtrent de mogelijke brandoorzaken en is de bewijslast omgedraaid en bij Samen in Bewind B.V. q.q. neergelegd, waarbij is overwogen dat geen tegenbewijs is geleverd aangezien geen contra-expertise is uitgevoerd vanwege gebrek aan financiële middelen. Tevens voert Samen in Bewind B.V. q.q. aan dat geen belangenafweging heeft plaatsgevonden, ondanks het beroep op de tenzij-regel van artikel 6:265 BW hetgeen een juridische misslag oplevert. Het tussentijds toestaan van de executie van het vonnis van 1 juni 2022 zou de zin van aan incidentele procedure bij het Gerechtshof Den Bosch ontnemen en artikel 351 Rv wordt zo een dode letter.
3.3.
Woonpunt voert verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4 De beoordeling
4.1.
Uitgangspunt is dat een uitgesproken veroordeling waartegen een rechtsmiddel is ingesteld of nog openstaat uitvoerbaar dient te zijn en ten uitvoer kan worden gelegd. Afwijking van dit uitgangspunt kan worden gerechtvaardigd door omstandigheden die meebrengen dat het belang van de veroordeelde bij behoud van de bestaande toestand zolang niet op het door hem ingesteld rechtsmiddel is beslist, ook gegeven dit uitgangspunt, zwaarder weegt dan het belang van degene die de veroordeling heeft verkregen bij de uitvoerbaarheid bij voorraad daarvan. Daarbij moet worden uitgegaan van de beslissingen in de ten uitvoer te leggen uitspraak en de daaraan ten grondslag liggende vastgestelde feiten en oordelen. De kans van slagen van het aangewende blijft buiten beschouwing, tenzij sprake is van een kennelijke misslag. Wanneer de beslissing over de uitvoerbaarheid bij voorraad in de ten uitvoer te leggen uitspraak niet is gemotiveerd, moet worden aangenomen dat nog geen afweging van de belangen van partijen heeft plaatsgevonden aan de hand van de daarvoor van belang zijnde feiten en omstandigheden.
4.2.
In het vonnis is de beslissing over de uitvoerbaarheid bij voorraad niet gemotiveerd.
4.3.
De kantonrechter heeft in haar vonnis geoordeeld dat Woonpunt voldoende aannemelijk heeft gemaakt, onder verwijzing naar het rapport van de Elberggroep, dat er twee mogelijke oorzaken zijn van de brand die beide voor rekening en risico van [naam onderbewindgesteld] komen, te weten: “brandstichting dan wel spontane ontbranding van een litium -ion-batterij van een apparaat of iets dergelijks dat in de rotzooi achter de woning aanwezig is geweest.” Samen in Bewind B.V. q.q. voert ten aanzien van de feitelijke misslag aan dat geen sprake is van brandstichting door [naam onderbewindgesteld] onder verwijzing naar een brief van 21 december 2021 van de Korpchef van de politie. Tevens stelt Samen in Bewind B.V. q.q. dat er zich geen apparaten in de achtertuin bevonden ten tijde van de brand waarin een batterij aanwezig was.
4.4.
Van een kennelijke misslag kan alleen sprake zijn als het gaat om een misslag die evident en redelijkerwijs niet voor discussie vatbaar is. Er dient op het eerste gezicht, dus zonder relevant nader feitelijk en juridisch onderzoek, zonder meer duidelijk te zijn dat het oordeel onjuist is.
4.5.
De door Samen in Bewind B.V. q.q. gestelde feitelijke misslag vergt een inhoudelijke beoordeling (bewijswaardering) en daar leent een executiegeschil zich niet voor. Ten aanzien van de juridische misslag voert Samen in Bewind B.V. q.q. aan dat sprake is van een tegenstrijdig en dus onbegrijpelijk oordeel van de kantonrechter aangezien de opslag van goederen in de achtertuin, de brand weggedacht, een onvoldoende ernstige tekortkoming opleveren om een ontbinding van de huurovereenkomst te rechtvaardigen, op grond waarvan het onbegrijpelijk is dat dezelfde tuinopslag als mogelijke brandoorzaak wordt beschouwd en een voldoende ernstige tekortkoming oplevert om de huurovereen-komst te ontbinden. Ook dit leidt niet tot het oordeel dat sprake is van een kennelijke misslag, reeds omdat het oordeel niet innerlijk tegenstrijdig is. Een brandende opslag is immers ernstiger dan een niet-brandende opslag.
4.6.
Tevens stelt Samen in Bewind B.V. q.q. dat de kantonrechter in het vonnis de zogenaamde tenzij-clausule ex artikel 6:265 BW onbesproken heeft gelaten. Ook dat levert geen kennelijke misslag op, nog daargelaten dat Samen in Bewind B.V. q.q. niet uitlegt waar en wanneer zij op die bepaling een beroep heeft gedaan. Dit is een kwestie die in hoger beroep aan de orde kan komen.
4.7.
Voorts is door Samen in Bewind B.V. q.q. gesteld dat de bewijslast onjuist is verdeeld, in die zin dat Woonpunt geen nadere bewijsopdracht heeft verkregen omtrent de mogelijke brandoorzaken en de bewijslast is omgedraaid door deze bij Samen in Bewind B.V. q.q. neer te leggen, waarbij is overwogen dat geen tegenbewijs is geleverd aangezien geen contra-expertise is uitgevoerd door Samen in Bewind B.V. q.q. vanwege gebrek aan financiële middelen. Tevens stelt Samen in Bewind B.V. q.q. dat het inmiddels onmogelijk is de contra-expertise uit te voeren aangezien de woning kort na de brand is afgesloten vanwege asbestgevaar en de spullen in de tuin uiterlijk 1 december 2021 zijn verwijderd.
Het gaat hier om een waardering van bewijs, waarin de rechter vrij is. Kennelijk en niet onbegrijpelijk heeft de kantonrechter de betwisting door Samen in Bewind B.V. q.q. van het rapport van de Elburggroep onvoldoende gemotiveerd gevonden. Dat levert hoe dan ook geen kennelijke juridische misslag op. Ook dit is een kwestie die in hoger beroep kan worden besproken. Een executiegeschil mag immers niet dienen als verkapt hoger beroep.
4.8.
[naam onderbewindgesteld] heeft zeker een groot belang bij het behoud van zijn woning. Het verlies van een woning is een zeer ingrijpende gebeurtenis en heeft veel impact op het dagelijks leven. [naam onderbewindgesteld] is reeds elf jaar woonachtig in het gehuurde, er is geen sprake van huurachterstand ondanks zijn financieel precaire situatie. [naam onderbewindgesteld] moet worden beschouwd – zo stelt Samen in Bewind B.V. q.q. – als een uiterst kwetsbaar persoon, die over een beperkt sociaal netwerk beschikt en geen alternatief onderdak heeft. Hiertegenover staat het belang van Woonpunt die aanvoert het gehuurde opnieuw te willen verhuren aan een verhuurder die in staat is zich al goed huurder te gedragen. Er is veel vraag naar woningen en er zijn flinke wachtlijsten. Er is volgens Samen in Bewind B.V. q.q. reeds drie maal brand geweest, maar [naam onderbewindgesteld] blijft weigerachtig om het gehuurde op te ruimen, ondanks de diverse pogingen die Woonpunt heeft ondernomen om hem hierbij behulpzaam te zijn. Dit maakt ook dat de herstelwerkzaamheden vanwege de ontstane brandschade geen aanvang kunnen nemen. Tevens heeft [naam onderbewindgesteld] gedreigd met het tot ontploffing brengen van het gehuurde hetgeen [naam onderbewindgesteld] tijdens de mondelinge behandeling van 20 juni 2022 heeft erkend. Uit een e-mail van de politie eenheid Limburg van 20 juni 2022 blijkt dat naar aanleiding van uitspraken van [naam onderbewindgesteld] is besloten tot het afsluiten van het gas. Daarbij komt dat sprake is van intimidatie van de buurtcoördinator en een wijkagent.
4.9.
Al deze omstandigheden in aanmerking genomen en tegen elkaar afwegende is de kantonrechter van oordeel dat het belang van Woonpunt prevaleert, waarbij met name gewicht toekomt aan het waarborgen van een veilige woonomgeving voor de andere huurders in de wijk.
4.10.
Slotsom is dat het primair en subsidiair gevorderde niet voor toewijzing in aanmerking komen.
4.11.
Samen in Bewind B.V. q.q. zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld tot betaling van de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van Woonpunt worden tot de uitspraak van dit vonnis begroot € 747,- aan salaris gemachtigde.