Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBLIM:2023:3010

Rechtbank Limburg
18-04-2023
12-05-2023
ROE 23/87
Bestuursrecht
Voorlopige voorziening

Besluit tot het opleggen van een last onder dwangsom om binnen 1 jaar het in de omgevingsvergunning voor het bouwen van kassen voorgeschreven landschapsplan te realiseren. Verzoeker stelt dat op zijn gronden sprake is van wateroverlast doordat de in het landschapsplan voorziene infiltratiesloot ontbreekt. Hij acht de begunstigingstermijn van 1 jaar daarom te lang en heeft de voorzieningenrechter verzocht het besluit te schorsen. De voorzieningenrechter is van oordeel dat uit de overgelegde foto’s niet blijkt dat de wateroverlast, voor zover aanwezig, het gevolg is van het ontbreken van de infiltratiesloot. Omdat dit causaal verband ontbreekt is er geen spoedeisend belang bij schorsing van het besluit en wordt het verzoek afgewezen.

Rechtspraak.nl

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond

Bestuursrecht

zaaknummer: ROE 23 / 87

Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van 18 april 2023 op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen

[verzoekster] en Profigreen B.V. verzoekers,

(gemachtigde: mr. drs. A.P.G. Hendrix)

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Venlo, verweerder,

(gemachtigde: mr. E.P.B. Moors).

Als derde-partijen hebben aan het geding deelgenomen: ED Beheer B.V. en Brookberries Reuver B.V.,

(gemachtigde: ing. H.N.J.M. Steins).

Procesverloop

Bij besluit van 13 december 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder een verzoek van verzoekers om handhavend op te treden tegen het gebruik van de gebouwen (kassen) van de derde-partijen aan de [adres] in [plaats] gedeeltelijk toegewezen.

Verzoekers hebben tegen het bestreden besluit bezwaar gemaakt. Zij hebben de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen als bedoeld in artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Verweerder heeft de stukken ingezonden die op de zaak betrekking hebben.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 28 februari 2023 en op 24 april 2023. Verzoekers zijn, vertegenwoordigd door [naam 1] ( [verzoekster] ), bijgestaan door hun gemachtigde, verschenen. Verweerder heeft zich op de zittingen laten vertegenwoordigen door de gemachtigde [naam 2] respectievelijk de gemachtigde mr. E.P.B. Moors. De derde-partijen zijn ter zitting vertegenwoordigd door

[naam 3] en [naam 4] , bijgestaan door hun gemachtigde.

Na afloop van de zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan. Daarbij heeft de voorzieningenrechter medegedeeld dat tegen deze uitspraak geen hoger beroep openstaat.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.

Overwegingen

1. De voorzieningenrechter geeft hiervoor de volgende motivering.

2. Verweerder heeft het handhavingsverzoek afgewezen voor zover dit het direct stilleggen van de werkzaamheden door derde-partij Brookberries Reuver B.V. betreft. Verweerder heeft besloten wel handhavend op te treden tegen het nalaten om uitvoering te geven aan de landschappelijke inpassing als bedoeld is het Landschappelijk inpassingsplan Brookberries B.V. [plaats] . Verweerder heeft Brookberries de last opgelegd om binnen 12 maanden uitvoering te geven aan de landschappelijke inpassingsmaatregelen, zoals opgenomen in het inpassingsplan.

3. Verzoeker heeft, kort gezegd, aangevoerd dat door het niet uitvoeren van het landschapsplan er sprake is van een overtreding en dat er geen concreet zicht op legalisering bestaat omdat de grond waarop (een groot deel van) de landschappelijke inpassing gerealiseerd dient worden privaatrechtelijk niet beschikbaar is of komt. Verzoekers hebben namelijk op een deel van de gronden (perceel Belfeld E 1195) het recht van erfpacht en geven geen toestemming om daarop landschapsmaatregelen te treffen. De begunstigingstermijn vinden zij daarom te lang. Ze hebben daarom tegen het bestreden besluit bezwaar gemaakt. Tevens hebben zij de voorzieningenrechter verzocht ten aanzien van het bestreden besluit voor zover het betreft het niet direct stilleggen van de werkzaamheden een voorlopige voorziening te treffen.

4. Verzoekers hebben desgevraagd door de voorzieningenrechter op 10 januari 2023 medegedeeld welk spoedeisend belang zij hebben bij de gevraagde voorlopige voorziening. Zij hebben daarop aangegeven dat zij wateroverlast op hun percelen ondervinden en dat zij daarom graag zien dat de infiltratiesloot die in het inpassingsplan is voorzien (maatregel 3) zo spoedig mogelijk wordt aangelegd.

5. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat het geschil zich beperkt tot de infiltratiesloot die in het inpassingsplan is voorzien en zou moeten worden aangelegd op gronden die verzoekers in erfpacht hebben. Onbetwist is dat verzoekers niet bereid zijn deze gronden beschikbaar te stellen voor aanleg van de infiltratiesloot. Bovendien staat vast dat de infiltratiesloot volgens het inpassingsplan bedoeld is voor afwatering van hemelwater van naastgelegen parkeervoorzieningen van de derde-partij(en). Ook die voorzieningen kunnen vanwege de erfpacht niet worden gerealiseerd.

6. Ter zitting van de voorzieningenrechter van 28 februari 2023 is van de zijde van de derde-partijen toegezegd een andere infiltratiesloot aan te leggen bij de inmiddels gerealiseerde parkeervoorzieningen op een afstand van ongeveer 200 meter van de oorspronkelijk geplande locatie, op eigen terrein van de derde-partij(en).

6. Uit de ter zitting op 18 april 2023 door partijen overgelegde foto’s blijkt naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet dat de wateroverlast op gronden van verzoekers, voor zover die aanwezig is, gerelateerd kan worden aan het niet aanleggen van de in het landschappelijk inpassingsplan voorziene infiltratiesloot, welke sloot bovendien, zoals door partijen is erkend, uitsluitend diende voor afwatering van nog aan te leggen parkeervoorzieningen. Ook de andere stukken van het dossier bieden geen steun voor een relatie daartussen. De afvoer van hemelwater van de kassen verloopt via een apart afvoersysteem zodat de bedoelde infiltratiesloot hierin geen functie kan hebben. Dat geldt ook voor de thans 200 meter oostelijker dan de oorspronkelijke geplande locatie aangelegde parkeervoorzieningen, waarbij inmiddels een andere infiltratiesloot is aangelegd.

7. Omdat niet aannemelijk is dat de volgens het inpassingsplan aan te leggen infiltratiesloot van invloed zou kunnen zijn op de wateroverlast die verzoekers ervaren, bestaat er naar het oordeel van de voorzieningenrechter geen causaal verband tussen de gevraagde voorziening en de gestelde wateroverlast. Daarom ontbreekt een spoedeisend belang bij het treffen van de gevraagde voorziening en wijst de voorzieningenrechter het verzoek af.

8. Er is geen aanleiding voor terugbetaling van het griffierecht of vergoeding van de proceskosten aan verzoekers.

Waarvan door de griffier is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de voorzieningenrechter en de griffier is ondertekend.

mr. A.G.P.M. Zweipfenning mr. R.J.G.H. Seerden

(griffier) (voorzieningenrechter)

Afschrift verzonden aan partijen op: 2 mei 2023

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.