[eiser] vordert, na wijziging van zijn eis tijdens de mondelinge behandeling, dat de voorzieningenrechter bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, op de minuut en op alle dagen en uren:
Primair
I. het onderhavige executoriale beslag op de woning van [eiser] opheft, dan wel [gedaagde] veroordeelt om dit beslag met onmiddellijke ingang op te heffen, op straffe van een dwangsom van € 500,--, dan wel een dwangsom door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen, voor elke dag dat zij in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen en:
II. de op basis van het vonnis van 5 juni 2008 en het herstelvonnis van 3 november 2008 voor verhaal vatbare vordering van [gedaagde] begrenst tot een bedrag van € 23.040,--, te vermeerderen met de daarmee gepaard gaande en op [eiser] verhaalbare executiekosten van € 99,17 en te verminderen met de door [eiser] verrichte betalingen van € 2.000,-, dan wel tot een bedrag door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen;
Subsidiair
III. de tenuitvoerlegging tegen de woning van [eiser] schorst totdat in een bodemvonnis zal zijn beslist over de rechtsgeldigheid van de executie, althans totdat voldaan is aan de voor de tenuitvoerlegging tegen de woning van [eiser] vereiste formaliteiten;
IV. de geplande executieveiling, op 29 juni 2023 vanaf 13.30 uur op de locatie Fletcher Hotel-Restaurant Jagershof te Leende, verbiedt op straffe van een door [gedaagde] verschuldigde dwangsom van € 100.000,--, dan wel een dwangsom door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen, zulks voor het geval de executieveiling, in weerwil van van het oordeel van de voorzieningenrechter, alsnog op genoemde datum en locatie mocht plaatsvinden;
V. de op basis van het vonnis van 5 juni 2008 en het herstelvonnis van 3 november 2008 voor verhaal vatbare vordering van [gedaagde] begrenst tot een bedrag van € 23.040,--, te vermeerderen met de daarmee gepaard gaande en op [eiser] verhaalbare executiekosten van € 99,17 en te verminderen met de door [eiser] verrichte betalingen van € 2.000,-, dan wel tot een bedrag door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen;
Meer subsidiair
VI. voor het overige een zodanige voorziening treft die de voorzieningenrechter – met het oog op de belangen van partijen – in goede justitie geraden acht;
Zowel primair, subsidiair als meer subsidiair
VII. [gedaagde] veroordeelt in de proceskosten van [eiser] , zulks met inbegrip van de nakosten, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis, en – voor het geval voldoening van de proceskosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt – te vermeerderen met de wettelijke rente over de proceskosten, te rekenen vanaf de bedoelde termijn voor voldoening.