[eiseres] vordert dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] zal veroordelen:
- om met ingang van 1 januari 2024, dan wel met ingang van een in goede justitie te bepalen datum, het gehuurde tijdelijk, voor de duur van de voorgenomen werkzaamheden, te ontruimen, alsmede [eiseres] in de gelegenheid te stellen om de werkzaamheden zoals vermeld in de dagvaarding uit te voeren, door toegang te verlenen aan de personen die deze werkzaamheden in opdracht van [eiseres] verrichten, waaronder medewerkers van [eiseres] zelf en (medewerkers van) door haar ingeschakelde derden, en door deze personen op geen enkele wijze te verhinderen of te belemmeren in de uitvoering van de werkzaamheden, in en aan het gehuurde, één en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 voor iedere dag dat [gedaagde] hieraan niet, niet tijdig of niet volledig voldoet, met een maximum van € 50.000,00;
- om, alleen als hij niet tijdig en/of vrijwillig en/of volledig aan bovenstaande veroordeling voldoet, het gehuurde met al zijn spullen, tijdelijk, voor de duur van de in deze dagvaarding opgenomen werkzaamheden, te ontruimen, althans een voor deze werkzaamheden vereist gedeelte van het gehuurde, een en ander ter uitsluitende beoordeling van [eiseres] en de door haar voor de werkzaamheden ingeschakelde derden, te bewerkstelligen door de gerechtsdeurwaarder, overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 558 jo. 556 lid 1 jo. 557 Rv, met veroordeling van [gedaagde] in de daarmee gepaard gaande en/of alle daarmee verband houdende kosten;
- tot betaling van de proces- en nakosten en de wettelijke rente.