3.1.
[eisers gezamenlijk] vorderen dat de voorzieningenrechter voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
1. [gedaagden gezamenlijk] zal veroordelen om de camera’s geplaatst op de grond die door hen in gebruik is te verwijderen en verwijderd te houden, binnen twee dagen na betekening van het in deze te wijten vonnis, althans binnen een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen termijn, zulks op straffe van een dwangsom van € 250,- per camera, per dag dat [gedaagden gezamenlijk] hiermee in gebreke blijven, met een maximum van € 25.000,-, althans een dwangsom die de voorzieningenrechter redelijk acht;
2. [gedaagden gezamenlijk] zal veroordelen om de camera’s geplaatst op de grond die door hen in gebruik is te verplaatsen of verdraaien en verplaatst of verdraaid te houden dusdanig dat deze aantoonbaar niet meer gericht staan op de woning en het perceel van [eisers gezamenlijk] , binnen 2 dagen na betekening van het vonnis, zulks op straffe van een dwangsom van € 250,- per camera, per dag dat [gedaagden gezamenlijk] hiermee in gebreke blijven, met een maximum van € 25.000,-, althans een dwangsom die de voorzieningenrechter redelijk acht;
3. [gedaagden gezamenlijk] zal veroordelen tot het verstrekken van deugdelijk bewijs – door middel van het geven van inzage in de camerabeelden en de instellingen van de app aan [eisers gezamenlijk] dan wel een door hen aan te wijzen deurwaarder c.q. gemachtigde – waaruit afgeleid kan worden dat de camera’s definitief geen beelden (meer) (kunnen) opnemen van de woning en/of het perceel van [eisers gezamenlijk] , binnen 7 dagen na betekening van het vonnis, zulks op straffe van een dwangsom van € 250,- per camera, per dag dat [gedaagden gezamenlijk] hiermee in gebreke blijven, met een maximum van € 25.000,-, althans een dwangsom die de voorzieningenrechter redelijk acht;
Zowel primair als subsidiair
4. [gedaagden gezamenlijk] zal veroordelen geen nieuwe camera’s op de grond die door hen in gebruik is te plaatsen dusdanig dat (de indruk wordt gewekt dat) deze camera’s het perceel van [eisers gezamenlijk] (kunnen) filmen, zulks op straffe van een dwangsom van € 250,- per camera, per dag dat [gedaagden gezamenlijk] hiermee in gebreke blijven, met een maximum van € 25.000,-, althans een dwangsom die de voorzieningenrechter redelijk acht;
5. [gedaagden gezamenlijk] zal veroordelen in de kosten van deze procedure, te vermeerderen met de nakosten en de wettelijke rente over de proceskosten.