VvE appartementsrecht. Artikel 33 lid 8 en artikel 38 lid 6 Modelreglement 1992. Voorgeschreven termijn van oproeping niet in acht is genomen. Vernietiging besluiten 2e vergadering.
verder ook te noemen [verzoekende partij] , verzoekende partij,
procederende in persoon, tegen:
de vereniging
Vereniging van Eigenaars [verweerder]
gevestigd te [woonplaats] , verder ook te noemen [verweerder] , verweerder,
gemachtigde: mr. H.J.G. Braakhuis.
1 De procedure
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift van [verzoekende partij] met bijlages d.d. IS juli 2014
- aanvullende aktes van [verzoekende partij] van 9 en 15 december 2014
- het verweerschrift van [verweerder]
- de pleitnota van [verzoekende partij]
- de mondelinge behandeling op 17 december 2014, waarvan aantekening is gehouden.
1.2.
Ten slotte is deze beschikking bepaald.
2 De vaststaande feiten
2.1.
[verzoekende partij] , althans mw. [verzoekster sub 2] , is eigenaar van twee appartementsrechten betreffende een woning en een parkeerplaats, gelegen in het complex [complex] aan [adres] te [woonplaats] . Als eigenaar van de appartementsrechten is [verzoekende partij] dan wel mw. [verzoekster sub 2] van rechtswege lid van [verweerder] . Het Modelreglement 1992. (MR 1992) is van toepassing.
2.2.
In artikel 33 lid 8 MR 1992 is bepaald dat de oproeping voor de vergadering plaatsvindt met een termijn van minstens vijftien dagen, de dag van de oproeping en van de vergadering daaronder niet meegerekend. Voor het geval voor het nemen van rechtsgeldige besluiten niet het aantal vereiste stemmen is vertegenwoordigd in een vergadering, bepaalt artikel 38 lid 6 MR 1992 dat een tweede vergadering kan worden uitgeschreven niet vroeger dan twee en niet later dan zes weken na de datum van de eerste vergadering. In deze zogenaamde tweede vergadering kunnen rechtsgeldig besluiten worden genomen ongeacht het aantal vertegenwoordigde stemmen.
2.3.
[verweerder] heeft een vergadering van eigenaars gehouden op 4 juni 2014. Op die vergadering was niet het vereiste aantal stemmen (het quorum) vertegenwoordigd om rechtsgeldig besluiten te kunnen nemen. Daarop is een tweede algemene ledenvergadering gehouden op 19 juni 2014. De uitnodiging voor deze laatste vergadering is gedateerd op 12 juni 2014. [verzoekende partij] was aanwezig op de tweede vergadering maar heeft de presentielijst toen niet getekend.
3 De beoordeling
3.1.
[verzoekende partij] vordert, kort gezegd, de besluiten die genomen zijn op de vergadering van eigenaars van [verweerder] van 19 juni 2014 te vernietigen dan wel nietig te verklaren. Aan het verzoek legt [verzoekende partij] onder meer de stelling ten grondslag dat door [verweerder] is gehandeld in strijd met de regels en de statuten nu de voorgeschreven termijn van oproeping niet in acht is genomen.
3.2.
[verweerder] concludeert tot afwijzing van het verzoek. De onderbouwing van haar stelling zal hierna, voor zover relevant, aan de orde komen.
3.3.
De kantonrechter stelt het volgende voorop. De beantwoording van de door [verweerder] opgeworpen vraag of, naast zijn echtgenote, ook de heer [verzoeker sub 1] eigenaar is van de appartementsrechten, wordt buiten beschouwing van deze procedure gelaten omdat partijen daarbij geen belang hebben gezien de hierna te nemen beslissing.
Het verzoekschrift zal, gelet op het bepaalde in artikel 5:130 lid 1 BW, worden verstaan worden als een verzoek tot vernietiging van de besluiten van [verweerder] .
3.4.
[verzoeker sub 1] heeft aangevoerd dat de statutaire termijn van oproeping niet van toepassing is in het geval van een tweede vergadering. Ten aanzien van de tweede vergadering geldt uitsluitend dat deze dient plaats te vinden binnen de termijn van twee tot zes weken na de eerste vergadering.
3.5.
De kantonrechter volgt [verweerder] niet in deze redenering. Het enkele feit dat in het MR 1992 is bepaald wanneer de tweede vergadering dient plaats te vinden volgt nog niet dat van het bepaalde betreffende de oproeptermijn kan worden afgeweken; 'oproeptermijn' is een wezenlijk andere tijdsaanduiding dan 'termijn waarbinnen de vergadering plaats moet vinden'. Het enkele feit dat de minimum termijn van twee weken zoals bedoeld in artikel 38 lid 6 MR 1992 minder is dan de minimale oproepingstermijn van 17 dagen zoals bedoeld in artikel 33 lid 8 MR 1992, maakt ook niet dat de statutaire oproeptermijn niet geldt in het geval van een tweede vergadering.
3.6.
Ook de stelling van [verweerder] dat het aan de zijde van [verzoekende partij] ontbreekt aan belang bij zijn verzoek omdat [verzoekende partij] aanwezig was op de tweede vergadering, wordt niet gevolgd.
Het belang van [verzoekende partij] is niet alleen gelegen in zijn aanwezigheid en stemrecht op een vergadering maar ook in de aanwezigheid van alle andere appartementsrechteigenaren, die eveneens de oproeping niet tijdig hebben ontvangen. In de in dat verband door [verweerder] geciteerde uitspraak van de rechtbank Dordrecht, sector kanton (LJN: BD994) gaat het om één eigenaar, die stelde de oproeping niet op tijd te hebben ontvangen. De kantonrechter oordeelde in die zaak dat de oproeping wel op tijd was uitgegaan en dat, gezien de omstandigheden van het geval, een mogelijke onjuiste adressering voor rekening en risico van verzoeker komt. Ook in het geval de oproeping verzoeker een dag te laat heeft bereikt, dient vernietiging op grond van artikel 2:8 BW achterwege te blijven, aldus de kantonrechter te Dordrecht.
3.7.
Er is dus sprake van een wezenlijk andere situatie dan aan de orde was in de hiervoor bedoelde beschikking van de kantonrechter te Dordrecht, omdat in de onderhavige zaak alle eigenaren op te korte termijn zijn opgeroepen. Dit rechtvaardigt het oordeel dat niet is voldaan aan de strenge eisen voor het ter zijde stellen van statuten en reglementen volgens het onaanvaardbaarheidscriterium van artikel 2:8 lid 2 BW.
3.8.
Het verzoek van [verzoekende partij] , althans van mw. [verzoekster sub 2] , strekkende tot vernietiging van de besluiten genomen op de vergadering van 19 juni 2014 is, gezien de voorgaande overwegingen met betrekking tot de oproeping voor de vergadering op te korte termijn, derhalve voor toewijzing vatbaar. De overige stellingen van partijen behoeven geen behandeling meer.
[verweerder] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, in de kosten van de procedure aan de zijde van [verzoekende partij] worden veroordeeld op de navolgende wijze.
4 De beslissing
De kantonrechter:
4.1.
vernietigt de besluiten genomen op de vergadering van de [verweerder] van 19 juni 2014;
4.2.
veroordeelt [verweerder] tot betaling van de proceskosten aan de zijde van [verzoekende partij] , tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 77,-- aan griffierecht.
Dit beschikking is gegeven door mr. P.S. Elkhuizen-Koopmans, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 4 februari 2015.
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: