RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Civiel recht
kantonrechter
zaaknummer: 7246182 AC EXPL 18-3173 ID/963
[eiseres] ,
mede handelend onder de naam [handelsnaam van eiseres],
wonende te [woonplaats] , gemeente Zaanstad,
verder ook te noemen [eiseres] ,
eisende partij,
gemachtigde: Rosmalen Nedland Gerechtsdeurwaarders B.V.,
[gedaagde] ,
mede handelend onder de naam [eenmanszaak 2],
wonende te [woonplaats] ,
verder ook te noemen [gedaagde] ,
gedaagde partij,
procederend in persoon.
1 De procedure
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 25 september 2018 met producties 1 tot en met 6,
- de conclusie van antwoord,
- de conclusie van repliek met producties 1 tot en met 5,
- de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.
2 De feiten
2.1.
[eiseres] exploiteert onder de naam [handelsnaam van eiseres] een onderneming die onder meer online Food & Lifestyle foto’s aanbiedt, waaronder deze foto met nummer [fotonummer] (hierna: de foto):
2.2.
[gedaagde] drijft onder de naam [eenmanszaak 1] een onderneming (een eenmanszaak) die zich bezig houdt met webhosting. [gedaagde] drijft ook een onderneming (een eenmanszaak) onder de naam [eenmanszaak 2] .
2.3.
Een uitsnede van de foto is zonder daartoe strekkende licentie geplaatst op de website www. [naam website] .nl. De domeinnaam [naam website] .nl staat geregistreerd op naam van [eenmanszaak 1] .
2.4.
In een brief van 16 augustus 2016 gericht aan [eenmanszaak 2] heeft Permission Machine BVBA namens [handelsnaam van eiseres] erop gewezen dat de foto auteursrechtelijk beschermd is en dat het gebruik van de foto zonder toestemming van de rechthebbende een auteursrechtinbreuk oplevert. [gedaagde] is in de gelegenheid gesteld alsnog een licentie te kopen voor het gebruik van de foto tot een jaar na de datum van de nota voor een bedrag van € 318,00, vermeerderd met kosten. Daarop is de foto van de website verwijderd. Ondanks sommaties heeft [gedaagde] niets betaald.
2.5.
Bij brief van 22 februari 2018 gericht aan [eenmanszaak 2] heeft Rosmalen Nedland Gerechtsdeurwaarders B.V. namens [handelsnaam van eiseres] gesommeerd de foto niet meer te gebruiken en € 588,00 aan schadevergoeding te betalen wegens auteursrechtinbreuk, bestaande uit € 318,00 aan misgelopen licentievergoeding, € 210,00 aan door Permission Machine BVBA gemaakte kosten en € 60,00 aan door Rosmalen Nedland Gerechtsdeurwaarders B.V. gemaakte kosten. Ondanks sommaties heeft [gedaagde] niets betaald.
3 Het geschil
3.1.
[eiseres] vordert - samengevat - veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 322,50 aan schadevergoeding, te vermeerderen met wettelijke rente, en € 177,50 aan door Permission Machine BVBA en Rosmalen Nedland Gerechtsdeurwaarders B.V. gemaakte kosten, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten ex 1019h Rv.
3.2.
[gedaagde] voert verweer en concludeert tot afwijzing van het gevorderde.
3.3.
Op de stellingen van partijen zal hierna, voor zover van belang, worden ingegaan.
4 De beoordeling
4.1.
Ter beoordeling ligt voor of [gedaagde] jegens [eiseres] schadeplichtig is op grond van een aan hem toe te rekenen inbreuk op auteursrechten op de foto. De kantonrechter beantwoordt deze vraag bevestigend en zal dat hierna toelichten.
4.2.
Tussen partijen is niet in geschil dat de foto auteursrechtelijk beschermd is en dat aan [eiseres] het recht toekomt de auteursrechten op de foto te beheren en te exploiteren, waaronder het recht om op te treden tegen auteursrechtinbreuken. Op grond van artikel 1 Auteurswet (Aw) heeft de auteursrechthebbende het uitsluitend recht om de foto openbaar te maken en te verveelvoudigen. Anderen mogen dit in beginsel alleen met voorafgaande toestemming van de rechthebbende, tenzij zij zich op een beperking van de Auteurswet kunnen beroepen. Dat laatste is in dit geval niet gesteld of gebleken. Verder komt aan de maker van de foto op grond van artikel 25 lid 1 sub a en sub c Aw in beginsel het recht toe op vermelding van zijn naam of een andere aanduiding als maker bij de foto en het recht om zich te verzetten tegen wijziging van de foto.
4.3.
De foto is zonder toestemming van [eiseres] in gewijzigde vorm en zonder naamsvermelding op de website www. [naam website] .nl openbaar gemaakt. Daardoor is er inbreuk gemaakt op de hiervoor genoemde auteurs- en persoonlijkheidsrechten. [eiseres] stelt dat deze website wordt geëxploiteerd door [eenmanszaak 2] . [eiseres] voert in dat verband aan dat de content op de website www. [naam website] .nl in opdracht van [eenmanszaak 2] door een aantal redacteuren wordt verzorgd, onder meer door [A] . Dit wordt ondersteund door de overgelegde producties 3 en 4 bij repliek. Uit de overgelegde screenshot van de LinkedIn-pagina van [A] valt namelijk op te maken dat zij in de periode augustus 2013 - augustus 2017 diverse opdrachten voor [eenmanszaak 2] heeft geschreven en veel blogteksten en webteksten voor o.a. www. [naam website] .nl. Verder staat op de overgelegde screenshot van die website vermeld “Alle rechten voorbehouden © [naam website] .nl” en “Tekst & uitleg door [A] ”. [gedaagde] heeft dit alles onvoldoende weersproken, zodat de kantonrechter uitgaat van de juistheid van het gestelde. Als opdrachtgever is [eenmanszaak 2] mede verantwoordelijk en hoofdelijk aansprakelijk voor de content op de website www. [naam website] .nl. Dit maakt dat [eiseres] [gedaagde] kan aanspreken uit hoofde van onrechtmatige daad voor de ongeoorloofde openbaarmaking van de foto op die website.
4.4.
[eiseres] heeft voldoende feiten en omstandigheden gesteld op grond waarvan kan worden aangenomen dat als gevolg van de geconstateerde inbreuk schade is geleden. Nu de schade niet exact is vast te stellen, zal de kantonrechter deze begroten op een wijze die het meest in overeenstemming is met de aard van de geleden schade.
4.5.
Uitgangspunt bij deze begroting is dat de auteursrechthebbende ten minste aanspraak kan maken op een schadevergoeding gelijk aan de licentievergoeding die verschuldigd zou zijn geweest, als er wel toestemming voor de verveelvoudiging was gevraagd. [eiseres] stelt dat voor de tarieven aansluiting moet worden gezocht bij de tarievenlijst 2015 van de Stichting Foto Anoniem. [gedaagde] heeft dit niet weersproken, zodat de kantonrechter die tarievenlijst zal hanteren. [eiseres] is voor wat betreft het toepasselijke tarief uitgegaan van het gemiddelde van de tarieven die gelden voor het gebruik van een foto in de verschillende pixelmaten voor de kortste plaatsing, te weten tot één week, op een website met een internationale domeinnaam, een Nederlandstalige website met een .nl domeinnaam en een website zonder eigen domeinnaam. Zij becijfert aan de hand daarvan dat [gedaagde] minimaal € 215,00 exclusief btw verschuldigd zou zijn geweest. Nu het gaat om een website met een .nl domeinnaam valt zonder nadere toelichting, die ontbreekt, niet in te zien waarom de tarieven van de andere categorieën bij deze berekening moeten worden betrokken. Dat moet worden uitgegaan van het gemiddelde tarief van de diverse pixelmaten, heeft [gedaagde] niet bestreden. De kantonrechter gaat daarom uit van het gemiddelde van de tarieven die gelden voor gebruik van een foto in de diverse pixelmaten tot één week op een website met een .nl domeinnaam. Dit gemiddelde bedraagt € 198,75 per foto. [gedaagde] dient dat bedrag aan [eiseres] te vergoeden.
4.6.
De kantonrechter acht het in dit geval redelijk om naast het bedrag aan gederfde licentievergoeding een opslag van 25% te hanteren als vergoeding voor geleden schade vanwege het ontbreken van de naamsvermelding en het gebruik in bewerkte vorm. Deze opslag komt neer op een bedrag van € 49,69. De kantonrechter ziet geen aanleiding om schadevergoeding toe te kennen wegens de gestelde afbreuk aan het zelfbeschikkingsrecht oftewel het recht om zelf te bepalen waar, hoe en hoe lang de foto wordt gebruikt. Dit omdat aangenomen kan worden dat de waarde van de exclusiviteit van de foto is verdisconteerd in de licentievergoeding.
4.7.
Op grond van artikel 6:96 lid 2 sub b BW komen gemaakte kosten voor onderzoek naar / opsporing van een auteursrechtinbreuk voor vergoeding in aanmerking voor zover zij in redelijkheid zijn gemaakt. Uit productie 3 bij dagvaarding valt af te leiden dat Permission Machine BVBA daar 15 minuten aan heeft besteed. Uitgaande van het gestelde uurtarief van € 105,00 per uur, komt deze schadepost op een bedrag van € 26,25.
4.8.
Deze procedure ziet op de handhaving van intellectuele eigendomsrechten, zodat artikel 1019h Rv van toepassing is. Op grond van dat artikel wordt de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in redelijke en evenredige gerechtskosten en andere kosten die de in het gelijk gestelde partij heeft gemaakt, tenzij de billijkheid zich daartegen verzet. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft [eiseres] in redelijkheid tot dagvaarden kunnen overgaan, omdat [gedaagde] in het minnelijk traject niet bereid is gebleken om enige schadevergoeding te betalen. Bij de vaststelling van de redelijke en evenredige kosten ex artikel 1019h Rv gaat de kantonrechter uit van de door de rechtbank gehanteerde Indicatietarieven in IE-zaken, versie 1 april 2017. Nu het een eenvoudige inbreukkwestie betreft, met een beperkt feitencomplex en er geen uitgebreid inhoudelijk verweer is gevoerd, beschouwt de kantonrechter deze zaak als een zeer eenvoudige, niet bewerkelijke bodemzaak, waarvoor het liquidatietarief geldt.
4.9.
[gedaagde] zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De proceskosten aan de zijde van [eiseres] worden begroot op:
- dagvaarding € 92,00
- griffierecht 79,00
- salaris gemachtigde 144,00 (2,0 punten × tarief € 72,00)
Totaal € 315,00
4.10.
Een vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke (incasso-)kosten is slechts toewijsbaar, als deze kosten in redelijkheid zijn gemaakt en de omvang daarvan ook redelijk is. [eiseres] heeft voldoende gesteld en onderbouwd dat er buitengerechtelijke (incasso-) werkzaamheden zijn verricht. De gevorderde buitengerechtelijke kosten zullen worden toegewezen tot ten hoogste het bedrag van de wettelijke staffel van het Rapport BGK-integraal, zijnde € 37,27 (15% over de hoofdsom van € 248,44).
4.11.
De gevorderde wettelijke rente over het bedrag aan schadevergoeding zal worden toegewezen zoals gevorderd.
5 De beslissing
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiseres] een bedrag van € 248,44 te betalen aan schadevergoeding, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW daarover met ingang van 25 september 2018 tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiseres] een bedrag van € 37,27 te betalen aan buitengerechtelijke incassokosten,
5.3.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van [eiseres] tot op heden begroot op € 315,00, waarin begrepen € 144,00 aan salaris gemachtigde,
5.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.A. Steenbergen, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 13 maart 2019.