4.1.
kondigt af een afkoelingsperiode als bedoeld in artikel 376 Fw voor de periode van twee maanden, ingaande 17 december 2021, die inhoudt:
- dat elke bevoegdheid van Rabobank tot verhaal op goederen die tot het vermogen van [verzoekster sub 2] c.s. behoren of tot opeising van goederen die zich in de macht van [verzoekster sub 2] c.s. bevinden, niet kan worden uitgeoefend dan met machtiging van de rechtbank, mits Rabobank geïnformeerd is over de afkondiging van de afkoelingsperiode,
- dat een tweewekelijks betaalsysteem, zoals omschreven in de akte van 14 januari 2022, wordt gehanteerd waardoor de zekerheidspositie van Rabobank na 5 november 2021 niet zal verslechteren omdat [verzoekster sub 2] c.s. – voor zover noodzakelijk – vervangende zekerheid in de zin van artikel 376 lid 7 Fw stelt in de vorm van:
a. (toename) verpanding van alle huidige en toekomstige vorderingen, die op 5 november 2021 bestonden of daarna zijn ontstaan;
b. verpanding van alle huidige en toekomstige kunstwerken, die op 5 november 2021 aanwezig waren of daarna zijn verkregen;
c. (toename van) creditsaldi op de bij Rabobank aangehouden rekeningen van [verzoekster sub 2] c.s. vanwege bijschrijvingen verricht vanaf 5 november 2021; terwijl [verzoekster sub 2] c.s. gedurende de afkoelingsperiode ten laste van deze creditsaldi betalingen kan blijven verrichten indien en voor zover de zekerheidspositie van Rabobank niet verslechtert, conform het hiervoor omschreven betaalsysteem.
- dat [verzoekster sub 2] c.s. gehouden is om de lopende kosten- en renteverplichtingen vanwege de leningen en de faciliteiten tijdig en volledig te voldoen, bij gebreke waarvan Rabobank tot verrekening met de creditgelden kan overgaan;
- dat Rabobank gedurende de afkoelingsperiode zich – anders dan hiervoor omschreven – niet kan verhalen op de creditsaldi die aanwezig zijn op de bij haar aangehouden bankrekeningen(en) van [verzoekster sub 2] c.s., daaronder begrepen verhaal door verrekening of door het uitvoeren van (automatische) incasso’s voor aflossingen op de leningen die zien op de periode na 5 november 2021, dan met machtiging van de rechtbank;