De rechtbank zal met analoge toepassing van artikel 817, tweede lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, de toevoeging van deze advocaat aan de moeder bevelen (overeenkomstig rb. Zeeland-West-Brabant d.d. 3 november 2021 ECLI:NL:RBZWB:2021:5692)
Beschikking van de kinderrechter over een vervolg spoeduithuisplaatsing
in de zaak van
Raad voor de Kinderbescherming, regio Midden-Nederland,
gevestigd te [vestigingsplaats 1] ,
hierna: de Raad,
betreffende
[minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2013,
hierna: [minderjarige 1 (voornaam)] ,
[minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2018,
hierna: [minderjarige 2 (voornaam)] .
De kinderrechter merkt als belanghebbende(n) aan:
[belanghebbende] ,
hierna: de moeder,
verblijvende in het [verblijfplaats] , locatie [locatie] , te [plaatsnaam 1] (gemeente [gemeente] ),
de gecertificeerde instelling
Stichting Nidos,
hierna: de GI,
gevestigd te [vestigingsplaats 2] .
Het procesverloop
Het verloop van de procedure blijkt uit de (tussen)beschikking van 30 maart 2022.
Op 12 april 2022 heeft de kinderrechter de zaak tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld.
Verschenen zijn: - mevrouw [A] , namens de Raad; - mevrouw [B] , namens de GI. (via skype)
De feiten
Het ouderlijk gezag over [minderjarige 1 (voornaam)] en [minderjarige 2 (voornaam)] wordt uitgeoefend door de moeder.
De moeder verbleef aanvankelijk (ten tijde van de spoedbeslissing) in een ziekenhuis in de regio [plaatsnaam 2] , maar verblijft inmiddels in het [verblijfplaats] , locatie [locatie] te [plaatsnaam 1] (gemeente [gemeente] ).
[minderjarige 1 (voornaam)] en [minderjarige 2 (voornaam)] verbleven aanvankelijk bij een gastgezin in de [plaatsnaam 3] . Inmiddels verblijven zij bij een gastgezin van Oekraïense afkomst in de regio [gemeente] .
Bij beschikking van 30 maart 2022 zijn [minderjarige 1 (voornaam)] en [minderjarige 2 (voornaam)] voorlopig onder toezicht gesteld tot 30 juni 2022. De kinderrechter heeft bij deze beschikking ook een spoedmachtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige 1 (voornaam)] en [minderjarige 2 (voornaam)] in een gespecialiseerd pleeggezin verleend voor de duur van vier weken. De beslissing op het overige deel van het verzoek is aangehouden.
Het verzoek
De kinderrechter moet nog een beslissing nemen op het aangehouden deel van het verzoek van de Raad om een machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige 1 (voornaam)] en [minderjarige 2 (voornaam)] in een gespecialiseerd pleeggezin te verlenen voor de duur van de voorlopige ondertoezichtstelling.
De beoordeling
Uit de ingediende stukken en verklaringen van de GI en de Raad blijkt dat de moeder ernstige medische problemen heeft waardoor zij in het ziekenhuis ligt. De moeder is recent met de kinderen gevlucht uit Oekraïne. De kinderen verblijven momenteel in een pleeggezin in de buurt van de moeder. De vader van de kinderen is in Oekraïne achter gebleven. De moeder is bekend met de lopende procedure, maar kon niet deelnemen aan de laatste zitting van 12 april 2022 vanwege haar slechte gezondheid, zo verklaarde de GI tijdens die zitting. Ook heeft zich voor haar geen advocaat gesteld.
De rechtbank stelt vast dat het hier om een ingrijpende kwestie gaat, die de belangen van de moeder rechtstreeks raakt. Het is de vraag of de moeder – gelet op haar problematiek en omstandigheden – voldoende begrijpt welk verzoek op dit moment voorligt. De rechtbank vindt het om die reden van belang dat de moeder in deze procedure wordt bijgestaan door een advocaat gelet op het ingrijpende karakter van de verzochte beslissing en de zeer kwetsbare omstandigheden van de moeder.
Op 14 april 2022 heeft mr. K.B. Spoelstra zich telefonisch bereid verklaard om de moeder in de onderhavige procedure bij te staan. Derhalve zal de rechtbank met analoge toepassing van artikel 817, tweede lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, de toevoeging van deze advocaat aan de moeder bevelen (overeenkomstig rb. Zeeland-West-Brabant d.d. 3 november 2021 ECLI:NL:RBZWB:2021:5692).
De rechtbank verzoekt mr. K.B. Spoelstra om het verzoek van de Raad met de moeder te bespreken, voor zover dat gelet op haar gezondheidstoestand mogelijk is, en de rechtbank te informeren wat de moeder vindt van het verzoek. De rechtbank verneemt graag of de moeder nog gehoord wil worden, indien gewenst online, of dat zij akkoord is met het verzoek. De kinderrechter zal het aangehouden deel van het verzoek van de Raad daarom aanhouden tot de zitting van 22 april 2022.
De beslissing
De kinderrechter:
- beveelt de Raad voor Rechtsbijstand te [plaatsnaam 4] , postbus [postbusnummer] , [postcode] :
mr. K.B. Spoelstra, kantoorhoudende te [gemeente] , toe te voegen aan de moeder en de rechtbank van de toevoeging schriftelijk kennis te geven uiterlijk op 19 april 2022 t.a.v. de griffie;
-
met het verzoek aan de advocaat om de rechtbank uiterlijk 21 april te informeren of de zitting doorgang moet vinden dan wel dat de moeder akkoord is met het verzoek zodat een zitting niet hoeft plaats te vinden;
-
houdt de beslissing aan tot de zitting van 22 april 2022 om 11.15 uur, zodat er gelegenheid wordt gecreëerd om moeder te horen.
Deze beslissing is gegeven op 12 april 2022 door mr. G. van de Beek, kinderrechter, in tegenwoordigheid van de griffier.
SLV
Deze beslissing is schriftelijk vastgesteld op 14 april 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden.
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: