Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBMNE:2022:6355

Rechtbank Midden-Nederland
21-12-2022
26-06-2023
9593023 UC EXPL 21-8976
Verbintenissenrecht
Eerste aanleg - enkelvoudig

Infomedics procedeert op grond van een overeenkomst van lastgeving. Tussen partijen is geen maximale prijsafspraak gemaakt, gedaagde moet de volledige factuur voor de tandartsbehandeling betalen.

Rechtspraak.nl

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht

kantonrechter

locatie Utrecht

zaaknummer: 9593023 UC EXPL 21-8976 CMR/51145

Vonnis van 21 december 2022

inzake

de besloten vennootschap

Infomedics B.V., mede handelend onder de namen [handelsnaam 1] , [handelsnaam 2] , [handelsnaam 3] en [handelsnaam 4],

gevestigd in [vestigingsplaats] ,

verder ook te noemen Infomedics ,

eisende partij,

gemachtigde: Yards Deurwaardersdiensten BV,

tegen:

[gedaagde] ,

wonend in [woonplaats] ,

verder ook te noemen [gedaagde] ,

gedaagde partij,

procederend in persoon.

1 De procedure

1.1.

Infomedics heeft [gedaagde] op 17 december 2021 gedagvaard. Op de civiele rolzitting van 2 februari 2022 heeft [gedaagde] mondeling gereageerd. Zijn antwoord is neergelegd in een proces-verbaal. Op 23 mei 2022 heeft Infomedics een aantal aanvullende producties in het geding gebracht.

1.2.

Op 21 november 2022 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat er is besproken.

1.3.

Hierna is bepaald dat vonnis zal worden gewezen.

2 Waar gaat deze zaak over?

2.1.

[gedaagde] heeft op 6 mei 2019 een afspraak gehad bij de [praktijknaam] (hierna: [praktijknaam] ). Tijdens deze afspraak is besproken dat [gedaagde] een behandeling moest krijgen voor het reinigen van zijn gebit. Een deel van die behandeling heeft op 7 juni 2019 plaatsgevonden.

2.2.

[praktijknaam] heeft de vordering met betrekking tot de afspraak van 6 mei 2019 en de behandeling van 7 juni 2019 overgedragen aan Infomedics Finance . Infomedics Finance heeft aan Infomedics de opdracht gegeven om de vordering te innen. Infomedics heeft op 21 juni 2019 een nota gestuurd van € 348,59, waarop de vergoeding van de zorgverzekeraar van € 250,00 in mindering is gebracht. In totaal moet [gedaagde] dus nog een bedrag van € 98,59 betalen aan Infomedics . Omdat [gedaagde] dit bedrag niet heeft betaald, vordert Infomedics in deze procedure betaling van € 98,59, vermeerderd met de wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten.

2.3.

[gedaagde] is het niet eens met de vordering. [gedaagde] stelt dat hij geen opdracht heeft gegeven voor een behandeling die meer dan € 250,00 kost. Hij heeft aan [praktijknaam] uitdrukkelijk gezegd dat de behandeling niet meer dan € 250,00 mocht kosten, omdat dat het maximale bedrag is dat door de zorgverzekeraar wordt vergoed.

3 De beoordeling

3.1.

De vraag die als eerst beantwoord moet worden is of Infomedics wel als eisende partij kan optreden. In de dagvaarding staat dat [praktijknaam] de vordering heeft gecedeerd aan Infomedics Finance , een andere vennootschap dan Infomedics . Niet Infomedics , maar Infomedics Finance is dus de eigenaar van de vordering op [gedaagde] . Infomedics heeft tijdens de mondelinge behandeling uitgelegd dat Infomedics Finance haar op grond van een overeenkomst van lastgeving de bevoegdheid heeft gegeven om tegen een debiteur te procederen, waarbij Infomedics als lasthebber in eigen naam optreedt, maar handelt voor rekening van Infomedics Finance . Infomedics heeft deze overeenkomst ter zitting laten zien en in het geding gebracht. Daarmee heeft Infomedics aangetoond dat zij op grond van deze lastgevingsovereenkomst bevoegd is om als eisende partij op te treden.

3.2.

Tussen partijen is in geschil wat [gedaagde] en [praktijknaam] hebben afgesproken over de prijs voor de behandeling van het reinigen van zijn gebit. [gedaagde] stelt dat hij op 6 mei 2019 mondeling met [praktijknaam] heeft afgesproken dat de behandeling niet meer dan € 250,00 mocht kosten. [gedaagde] onderbouwt deze stelling met een e-mail die hij op 27 mei 2019 naar [praktijknaam] heeft gestuurd, waarin hij vraagt naar een indicatie van de kosten van de behandeling. Uit deze e-mail blijkt weliswaar dat [gedaagde] wil weten wat de behandeling gaat kosten, maar hieruit blijkt niet dat [gedaagde] op 6 mei 2019 heeft gezegd dat de behandeling maximaal € 250,00 mocht bedragen. Dat bedrag wordt niet in de e-mail genoemd. Deze e-mail is dan ook onvoldoende om vast te stellen dat deze afspraak gemaakt is.

3.3.

Ook is niet gebleken dat [praktijknaam] , zoals [gedaagde] stelt, onzorgvuldig heeft gehandeld door [gedaagde] op hoge kosten te jagen. [praktijknaam] heeft op 27 mei 2019 een e-mail gestuurd met daarbij in de bijlage een begroting van de kosten van de behandeling. [gedaagde] stelt dat hij deze e-mail niet heeft ontvangen, maar vaststaat dat [gedaagde] wel op 7 juni 2019 de behandeling heeft ondergaan. Ervan uitgaande dat [gedaagde] de begroting niet heeft ontvangen, dan had hij voorafgaand aan de behandeling alsnog naar de begroting en de kosten kunnen vragen. Nu hij dat (kennelijk) niet heeft gedaan, maar wel de behandeling heeft ondergaan, komt dat voor zijn risico. In de verklaring van [praktijknaam] die Infomedics heeft overgelegd, staat ook dat [gedaagde] ondanks de hoge kosten door wilde gaan met de behandeling. Hieruit blijkt dat [praktijknaam] [gedaagde] op de hoogte heeft gebracht van de (hoge) kosten van de behandeling. Indien [gedaagde] zekerheid wilde over hoeveel hij voor de behandeling moest gaan betalen, dan had hij dit bijvoorbeeld samen met [praktijknaam] op schrift kunnen stellen voordat hij de behandeling onderging.

3.4.

Gezien het voorgaande kan niet vast komen te staan dat [gedaagde] en [praktijknaam] hebben afgesproken dat de behandeling maximaal € 250,00 zou gaan kosten. [gedaagde] moet dan ook de volledige nota betalen, wat na aftrek van de tegemoetkoming van de zorgverzekeraar neerkomt op een bedrag van € 98,59. Dit bedrag zal worden toegewezen.

3.5.

[gedaagde] is in verzuim met betaling van de nota. Hij moet daarom de wettelijke rente betalen. De kantonrechter stelt als niet betwist vast dat de wettelijke rente tot 29 november 2021 € 4,84 bedraagt.

3.6.

Infomedics maakt aanspraak op de buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is. Infomedics heeft aan [gedaagde] een aanmaning gestuurd die voldoet aan de eisen van artikel 6:96 lid 6 BW. Het gevorderde bedrag van € 40,00 aan buitengerechtelijke incassokosten komt overeen met het in het Besluit bepaalde tarief en zal worden toegewezen.

3.7.

De conclusie is dat [gedaagde] aan Infomedics in totaal het volgende bedrag moet betalen:

- hoofdsom € 98,59

- wettelijke rente € 4,84

- buitengerechtelijke incassokosten € 40,00

Totaal € 143,43

3.8.

[gedaagde] heeft ongelijk gekregen en zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Infomedics worden begroot op:

- dagvaarding € 102,08

- griffierecht € 126,00

- salaris gemachtigde € 74,00 (2 punten x tarief € 37,00)

Totaal € 302,08

3.9.

De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten zal worden toegewezen op de hierna te bepalen wijze.

4 De beslissing

De kantonrechter:

4.1.

veroordeelt [gedaagde] om aan Infomedics te betalen € 143,43, vermeerderd met de wettelijke rente over € 98,59 vanaf 29 november 2021 tot de voldoening;

4.2.

veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten aan de zijde van Infomedics , tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 302,08, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na de datum van betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;

4.3.

verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;

4.4.

wijst het meer of anders gevorderde af.

Dit vonnis is gewezen door mr. V. van Dam, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 21 december 2022.

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.