4.3
Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen
1
ten aanzien van feit 1 en 2:
Verklaring van verdachte ter zitting
2
U vraagt mij wat er die dag, 11 september 2022 in Vianen is gebeurd. Ik had haar de dag ervoor gevraagd om eten te maken. Ik kwam naar beneden om te eten. Toen had ik bloed in mijn mond. God heeft gezegd dat ik het moest uitspugen. Ik had stukjes glas in mijn mond. Ik vroeg haar waarom zij dat gedaan had. Zij ontkende. Maar ik wist meteen wat er aan de hand was. Ik was nerveus en heb die nacht niet goed geslapen. Die avond heb ik met Jezus gesproken. Hij zei tegen mij: ‘Die mevrouw heeft geprobeerd om jou te doden.’ Hij zei dat zij heel gevaarlijk was. Hij zei: ‘Als je haar niet met een scherp mes steekt dan gooi ik jou in een donkere kamer en krijg je niets.’ De volgende dag hoorde ik opnieuw de stem van Mohammed. Hij zei: ‘Je weet dat zij gevaarlijk is. God heeft jouw leven gered. Jij moet doen wat ik zeg. Je moet haar neersteken.’
Verhoor van verdachte
3
A: Ik heb haar twee keer gestoken. Drie keer ik heb haar gestoken. En zij probeert, zij probeert die...zij waren met z'n tweeën, ik alleen. Mijn vader is ook groot en die houden mij vast en die proberen die mes uit te pakken. Maar ik dacht; als die mes valt uit mijn hand, dan gaan hun mij dood maken. Dus ik liep zo mogelijk richting buitendeur, in de tuin, buitendeur.
V: Ja.(…)
A: Als ik dat niet had gedaan bij die mevrouw, die mevrouw niet gestoken...profeet Mohammed heeft mij gewaarschuwd...
V: Ja?
A: ... dat jij per direct 20 buisjes bloed wordt afgenomen van jou en jij krijgt 30 prik elke dag in je bil, als jij dat niet doet, als jij niet luistert naar mij...als jij haar niet steekt.
Verhoor getuige [slachtoffer 1] 4
V: Met wie woonde u op de [adres] in [woonplaats] ?
A: Met mijn vrouw. Met die gekke jongen, die zoon, [verdachte] .5
A. (…)Toen kwam hij richting de kamer. Ik dacht, hij komt gewoon net als normaal gesproken naar binnen en dan gaat hij naar boven om zich aan te kleden. Hij liep niet naar de trap naar boven, maar naar de keuken. Hij heeft daar een mes gepakt, kwam naar de woonkamer en toen viel hij mij aan met dat mes.In de huiskamer zaten ik en mijn vrouw tegenover elkaar aan tafel.
V: [verdachte] kwam terug naar de woonkamer?
A: Ja, hij kwam naar binnen en zei 'ik ga je doden'. En hij rende richting mij. Toen zag ik het mes in zijn handen en toen schrokken mijn vrouw en ik. Hij wilde mij steken met dat mes, bij mijn nek. Ik probeerde zijn hand vast te houden. Ik probeerde hem tegen te houden, dat het mes niet mijn nek raakte. En toen raakte het mijn linkerhand. Daarom heb ik nu ook een verband op mijn hand.
V: Heeft [verdachte] u geraakt in uw nek?6
A: Ik pakte het mes met mijn linkerhand om hem tegen te houden. Ik probeerde het mes uit zijn handen te krijgen. Maar ik was net geopereerd dus ik had weinig energie. Het lukte me niet het mes los te krijgen uit zijn handen. Hij probeerde mij weer te steken in mijn nek. Ik probeerde weer tegen te houden en toen raakte het mes mijn schouder.
0: Getuige laat snee zien op schouder, net boven mijn borst.
A: Toen rende hij naar mijn vrouw, mijn vrouw zat tegenover mij en toen...
0: Getuige wordt emotioneel en huilt.
A: Toen heeft hij mijn vrouw gestoken.Wij probeerden hem tegen te houden. Duwen, duwen, duwen richting de tuin. Hij probeerde te steken, ik probeerde te zorgen dat hij mij niet raakte. Anders zou hij mijn buik raken. Maar mijn vrouw geloofde niet dat hij haar zou steken. Zij was heel aardig voor hem en zij geloofde hem niet. En hij heeft haar op haar long of hart gestoken. Ik weet het niet precies. Alles zat onder het bloed. (…)
V: Hoe zag het mes dat [verdachte] gebruikte eruit?
A: Metaal, en het hendel dat je vastpakt dat was blauw van kleur. En dat was een heel scherp mes, met een scherp uiteinde.7
Schouwverslag
Cliënt: [slachtoffer 2]
Evaluatie: Betrokkene is op 11 september 2022 overleden aan de complicaties van
steekverwondingen. Hierbij liep ze lichte verwondingen op aan het hoofd en
linker hand, een zwaardere verwonding aan de rechterzijde van de buik ter
plaatse aan haar buik en een forse (fatale) verwonding aan de linkerlong.
Aanwijzingen voor betrokkenheid van derden zijn geconstateerd.
Conclusie: Niet natuurlijk overlijden.8
NFI Rapport
Conclusie: [slachtoffer 2] , 49 jaar oud, is overleden aan de gevolgen van één steekletsel aan de rug (met perforatie van de linkerlong). Het overige steekletsel en beide snijletsels hebben geen rol van betekenis gespeeld ten aanzien van het overlijden.9
Letselrapportage
10
Naam: [slachtoffer 1]
Datum letselonderzoek: 04-11-2022
Ten aanzien van de ernst van het letsel:
Scherp trauma ter hoogte van de hals en de borstkas dient altijd als levensbedreigend tot potentieel dodelijk beschouwd te worden in verband met de aldaar aanwezige vitale structuren (zoals hart, longen en grote vaten).
Beoordeling
Samenvatting gemelde toedracht:
Betrokkene zou twee maal met een mes ter hoogte van zijn nek en schouder zijn aangevallen. Hij zou daarbij twee maal op zijn linkerhand zijn geraakt bij het afweren van het mes.
Samenvatting Letsel
Concluderend betreft het letsel zoals zichtbaar op de verstrekte foto's:
- Een steekwond op de voorzijde van de borstkas op de overgang naar de schouder, links;
- Een snijwond op de voorzijde van de borstkas net onder het sleutelbeen, links;
- Twee snijwonden op de duimmuis van de linker hand (passend bij afweerletsel);
- Een oppervlakkige huidbeschadiging op de linker zijde van de neus. 11
De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
Bewijsoverwegingen ten aanzien van feit 1 (moord)
Voorbedachte raad
De rechtbank stelt voorop dat voor een bewezenverklaring van het bestanddeel 'voorbedachten rade' moet komen vast te staan, dat verdachte zich gedurende enige tijd heeft kunnen beraden op het te nemen of het genomen besluit en hij niet heeft gehandeld in een ogenblikkelijke gemoedsopwelling, zodat hij de gelegenheid heeft gehad na te denken over de betekenis en de gevolgen van zijn voorgenomen daad en zich daarvan rekenschap te geven.
Bij de vraag of sprake is van voorbedachte raad gaat het bij uitstek om een weging en waardering van de omstandigheden van het concrete geval, waarbij de rechter het gewicht moet bepalen van de aanwijzingen die voor of tegen het bewezen verklaren van voorbedachte raad pleiten. De vaststelling dat verdachte voldoende tijd had om zich te beraden op het te nemen of het genomen besluit vormt weliswaar een belangrijke objectieve aanwijzing, maar behoeft de rechter niet ervan te weerhouden aan contra-indicaties een zwaarder gewicht toe te kennen. Daarbij is in deze zaak van belang dat uit vaste jurisprudentie volgt dat een geestelijke of psychische stoornis niet in de weg hoeft te staan aan voorbedachte raad. Ondanks waanideeën kan een verdachte nog steeds in staat zijn om volgens een vooraf gemaakt plan te handelen. Een stoornis kan mogelijk wel een rol spelen bij de contra-indicaties.
Voor de bewezenverklaring van het bestanddeel 'voorbedachten rade' acht de rechtbank in het bijzonder de volgende feiten en omstandigheden redengevend.
De rechtbank stelt vast dat het idee om zijn stiefmoeder te doden op de zaterdag(avond), de dag voorafgaand aan de dood van zijn stiefmoeder, bij verdachte is ontstaan. Verdachte meende, zoals hij ter zitting heeft verklaard, dat zijn stiefmoeder die zaterdag glas in zijn eten had gedaan en dat hij daardoor bloed in zijn mond had. Verdachte had haar gevraagd waarom ze dit had gedaan, maar ze ontkende het. Verdachte wist meteen wat er aan de hand was, hij heeft toen bedacht dat zijn stiefmoeder hem dood wilde maken. Hij is even gaan wandelen en daarna boos gaan slapen. Die avond heeft hij niet goed geslapen en heeft hij met Jezus gesproken, die hem de opdracht gaf om zijn stiefmoeder te vermoorden. Jezus zei dat zijn stiefmoeder meermalen heeft geprobeerd hem te doden en dat ze dus heel gevaarlijk was. De volgende dag hoorde hij de stem van Mohammed: “Je weet dat ze gevaarlijk is. God heeft jouw leven gered. Jij moet doen wat ik zeg: haar neersteken.” Verdachte heeft bij de politie verklaard dat de profeet Mohammed zei: “Nu loop je in de keuken, pak het keukenmes.”
De rechtbank overweegt dat er een nacht zat tussen het voorval met het vermeende glas in het eten van verdachte en de dood van zijn stiefmoeder. De daadwerkelijke uitvoering was aan het einde van de volgende ochtend, nadat hij opnieuw de opdracht van Mohammed had gekregen om zijn stiefmoeder met een mes te steken. Anders dan de raadsvrouw vindt de rechtbank het aannemelijk dat verdachte al eerder, immers de dag ervoor, opdracht heeft gekregen om zijn stiefmoeder om het leven te brengen en dus al enige tijd met dit idee rondliep. Dit wijst volgens de rechtbank op enige vorm van planmatigheid.
Uit de hiervoor genoemde feiten en omstandigheden leidt de rechtbank af dat verdachte het vooropgezette plan had zijn stiefmoeder van het leven te beroven. Verdachte werd daarbij weliswaar gestuurd door al langer bestaande waanideeën, maar uit zijn verklaringen bij de politie en ter zitting leidt de rechtbank af dat verdachte in staat was om volgens zijn vooraf gemaakte plan te handelen. De rechtbank neemt op grond hiervan als vaststaand aan dat verdachte zich vóór de uitvoering van zijn daad gedurende enige tijd heeft kunnen beraden op het te nemen of genomen besluit zijn stiefmoeder te doden, zodat hij de gelegenheid heeft gehad na te denken over de betekenis en de gevolgen van zijn voorgenomen daad en zich daarvan rekenschap te geven.
Van enige ogenblikkelijke gemoedsopwelling of plotselinge hevige drift waarin verdachte zou hebben gehandeld is naar het oordeel van de rechtbank niet gebleken.
De rechtbank verwijst daarvoor naar de verklaring van vader, waaruit blijkt dat verdachte bij de daadwerkelijke uitvoering kalm overkwam, al hadden ze even ervoor nog wel een woordenwisseling gehad over zijn persoonlijke verzorging, waarbij verdachte zijn vader had uitgescholden. Vader heeft verklaard dat verdachte richting de woonkamer kwam. Hij dacht dat verdachte, als normaal gesproken, naar boven zou gaan om zich aan te kleden. Verdachte liep echter niet naar de trap naar boven, maar naar de keuken. Daar pakte hij een mes, kwam naar de woonkamer en viel toen aan met dat mes.
Nu er ook verder geen contra-indicaties zijn die het aannemen van voorbedachte raad in de weg staan, is de rechtbank dan ook van oordeel dat verdachte met voorbedachte raad heeft gehandeld en acht moord zoals onder 1 ten laste is gelegd bewezen.
Bewijsoverwegingen ten aanzien van feit 2
Voorwaardelijk opzet
Verdachte ontkent dat hij zijn vader iets heeft willen aandoen; hij heeft verklaard dat hij zijn vader niet heeft willen steken, maar dat zijn vader mogelijk gewond is geraakt toen deze probeerde het mes af te pakken op het moment dat hij zijn stiefmoeder wilde steken. Uit de verklaring van vader - anders dan uit de verklaring van verdachte – blijkt wel dat er agressie van verdachte tegen vader was gericht. Verdachte wilde hem steken met het mes en vader probeerde hem tegen te houden.
Aangezien op basis van het dossier niet kan worden vastgesteld hoe de handelingen van verdachte, gericht op het doden van zijn stiefmoeder, exact zijn verlopen, is volgens de rechtbank zowel het scenario van vader als dat van verdachte mogelijk. De rechtbank oordeelt dat, ook als zij - in het voordeel van verdachte - uitgaat van zijn lezing van het gebeurde, namelijk dat hij uit was op de dood van zijn stiefmoeder en zijn vader niets wilde aandoen, verdachte voorwaardelijk opzet heeft gehad op de dood van zijn vader.
In dat scenario stond verdachtes vader immers in de weg toen verdachte het plan om zijn stiefmoeder te steken uitvoerde. Gelet op de aard van de steekwonden en de plaats daarvan op het lichaam van vader, zoals blijkt uit de letselrapportage, acht de rechtbank het aannemelijk dat verdachte zijn vader heeft gestoken toen deze probeerde te voorkomen dat zijn vrouw gestoken zou worden. Tijdens deze confrontatie heeft verdachte zijn vader met het mes op de voorzijde van de borstkas gestoken. Nu verdachte uit was op de dood van zijn stiefmoeder, moet het steken met kracht zijn gebeurd. Volgens de letselverklaring is er onder meer sprake van een steekwond op de voorzijde van de borstkas op de overgang naar de schouder en een snijwond op de voorzijde van de borstkas net onder het sleutelbeen.
Uit het voorgaande leidt de rechtbank af dat verdachte voorwaardelijk opzet op de dood van zijn vader had. Zijn vader was een obstakel dat in de weg stond bij het steken van zijn stiefmoeder. Nu het met kracht met een mes steken in de borstkas, waar zich vitale organen bevinden, een aanmerkelijke kans op de dood oplevert, heeft verdachte met zijn handelen die kans bewust aanvaard. Het steken met een mes in de borst van zijn vader kan naar de uiterlijke verschijningsvorm immers worden aangemerkt als zo zeer gericht op de dood van zijn vader dat het niet anders kan zijn dan dat de verdachte de aanmerkelijke kans op dat gevolg heeft aanvaard.
De rechtbank acht daarom de onder 2 tenlastegelegde poging tot doodslag wettig en overtuigend bewezen.
De rechtbank is – net als de officier van justitie en de raadsvrouw - van oordeel dat verdachte dient te worden vrijgesproken van de onder 2 ten laste gelegde poging tot moord.
Uit de verklaring van verdachte kan worden afgeleid dat op het moment dat verdachte zijn stiefmoeder wilde neersteken, er een confrontatie met zijn vader is ontstaan. Daarbij is zijn vader geraakt en heeft deze steek-en snijwonden in zijn handen en borststreek opgelopen.
Verdachte heeft verklaard dat hij van de profeet Mohammed de opdracht kreeg om zijn stiefmoeder te steken. Zijn vader was dus een obstakel dat in de weg stond om zijn stiefmoeder te kunnen steken. Het bestanddeel voorbedachten rade kan in dat scenario niet worden bewezen.