Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBMNE:2024:5827

Rechtbank Midden-Nederland
27-06-2024
18-10-2024
C/16/574851 / FV RK 24-1105
Personen- en familierecht
Beschikking

Verweer van advocaat t.a.v. de medische verklaring/ in strijd met het vereiste van doelmatigheid en wilsbekwaam verzet.

Rechtspraak.nl

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND


Afdeling familierecht

Locatie Utrecht

Zaaknummer: C/16/574851 / FV RK 24-1105

Externe referentie: […]

Machtiging tot verlenen van verplichte zorg

Beschikking van 27 juni 2024, naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz),

ten aanzien van:

[betrokkene] ,

geboren op [1980] te ’ [geboorteplaats] ,

wonende en verblijvende te [woonplaats] ,

hierna te noemen: betrokkene,

advocaat: mr. I.L. Ortelee.

1 Procesverloop

1.1.

Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 8 mei 2024, heeft de officier van justitie verzocht om een zorgmachtiging. Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift.

Bij het verzoekschrift zijn onder meer de volgende bijlagen gevoegd:

- de medische verklaring van 30 april 2024;

- de zorgkaart;

- het zorgplan;

- de bevindingen van de geneesheer-directeur;

- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wvggz en strafvorderlijke en justitiegegevens.

1.2.

Op 23 mei 2024 heeft een eerste mondelinge behandeling van dit verzoek plaatsgevonden. Betrokkene was niet aanwezig en de rechtbank kon niet vaststellen dat betrokkene uitdrukkelijk afstand had gedaan van zijn recht om met de rechter te spreken. De zorgmachtiging is daarop verleend tot en met 23 juni 2024 en het verzoek is voor het overige aangehouden. Omdat betrokkene inmiddels met ontslag was gegaan is de behandeling van het resterende verzoek gepland op een zitting op de rechtbank van 17 juni 2024. Opnieuw verscheen betrokkene niet. De rechtbank heeft niet kunnen vaststellen dat betrokkene op de hoogte was van de zitting. Ook was er geen beoordeling door een onafhankelijk psychiater van de actuele toestand van betrokkene; de medische verklaring was opgesteld bij aanvang van opname van betrokkene, maar hij was inmiddels al weer enige tijd met ontslag. Ook was onduidelijk wat de beoogde inzet van de zorgmachtiging was; dat betrokkene inmiddels was ontslagen sloot niet aan op de beschreven aanpak in het zorgplan. Om die reden is op 17 juni 2024 de zorgmachtiging opnieuw voor korte tijd afgegeven, onder aanhouding van het resterende verzoek.

1.3.

De behandeling van dat resterende bezoek heeft plaatsgevonden op 27 juni 2024 bij betrokkene thuis in [woonplaats] .

Daarbij heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:

- mr. I.L. Ortelee, advocaat van betrokkene;

- mevrouw [A] , psychiater;

- de heer [B] , sociaal psychiatrisch verpleegkundige (hierna: spv).

Betrokkene heeft ondanks herhaaldelijk aanbellen de deur niet open gedaan. In verband met het zorgelijke toestandsbeeld van betrokkene en het feit dat hij erg zorgmijdend is heeft de rechtbank daarom in overleg met de advocaat, de psychiater en de spv besloten de behandeling van het verzoek voort te zetten zonder dat betrokkene daarbij aanwezig was. Uit het feit dat betrokkene tot driemaal toe niet aanwezig is bij de zitting, ondanks het feit dat hij correct is opgeroepen, en in het laatste geval ook thuis is bezocht, concludeert de rechtbank dat bij betrokkene de bereidheid om zich te doen horen ontbreekt.

1.4.

De officier van justitie heeft van tevoren laten weten dat hij niet voornemens is bij de mondelinge behandeling te verschijnen.

1.5.

De rechtbank heeft na de mondelinge behandeling direct uitspraak gedaan en per beveiligde mail aan de advocaat van betrokkene, de zorgaanbieder en de officier van justitie een kennisgeving mondelinge uitspraak verstrekt.

2 Beoordeling

2.1.

In het verzoekschrift is, op grond van het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur, verzocht om aan betrokkene de volgende vormen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:2 Wvggz te mogen verlenen. Het gaat dan om:

a. toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;

b. beperken van de bewegingsvrijheid;

c. insluiten;

d. uitoefenen van toezicht op betrokkene;

e. onderzoek aan kleding of lichaam;

f. onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;

g. controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;

h. aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;

j. opnemen in een accommodatie.

De officier verzoekt deze vormen van verplichte zorg voor de duur van zes maanden.

De standpunten

2.2.

De psychiater heeft toegelicht dat betrokkene vanuit de persoonsgerichte aanpak (PGA) bij de gemeente is aangemeld voor, en ook aangenomen bij, de Levensloopaanpak van Inforsa. Dit is een traject dat zich kenmerkt door een langdurige, op de persoon toegespitste, brede aanpak. Dit kan zowel klinisch als ambulant zijn. Inforsa blijft langdurig en breed betrokken, dat is passender dan wat vanuit [instelling] aan betrokkene geboden kan worden. Het doel is te werken naar beschermd wonen.

2.3.

De spv vertelt dat er meerdere pogingen zijn ondernomen om contact met betrokkene te leggen. Er zijn diverse huisbezoeken afgelegd. De situatie is ook vaak besproken in verschillende overleggen. In verband met de situatie van betrokkene is opgeschaald naar de Levensloopaanpak. Dat is een beslissing geweest van de gemeente en het OM.

2.4.

De advocaat voert de volgende verweren:

1. De medische verklaring is niet in orde;

a. deze is opgesteld zonder dat er contact is geweest met betrokkene en geeft daarom geen actueel beeld van de gezondheidstoestand van betrokkene (ECLI:HR:2023:191)

b. de verklaring is opgesteld door [C] en [D] en is ondertekend door [E] . Het is niet duidelijk of degene die heeft onderzocht ook degene is die heeft ondertekend.

c. de diagnose is uitgebreider dan in de medische verklaring van 30 april 2024.

2. De aanvullende informatie van het OM is een aanvulling op de medische verklaring en een medische verklaring mag alleen worden opgesteld door een onafhankelijk psychiater, niet door het OM, onder verwijzing naar (ECLI:HR:2021:885).

3. Betrokkene is uit de kliniek ontslagen. Momenteel is er geen contact. De zorgmachtiging loopt al een tijdje maar wordt dus niet gebruikt om ernstig nadeel af te wenden. Het is daarom niet te verwachten dat de gevraagde zorgmachtiging verschil zal maken in het afwenden van ernstig nadeel. Het verzoek is daarmee in strijd met het vereiste van doelmatigheid.

4. Betrokkene verzet zich wilsbekwaam. Hij wil niets met hulpverleners te maken hebben. Hij wil zijn eigen gang kunnen gaan en staat niet open voor overleg. Omdat niet is vastgesteld dat betrokkene wilsonbekwaam is moet hij als wilsbekwaam worden aangemerkt.

De beoordeling

2.5.

De rechtbank bespreekt eerst de verweren van de advocaat.
De medische verklaring is opgesteld zonder dat de onafhankelijk psychiater betrokkene heeft kunnen spreken. Daarmee is de medische verklaring nog niet ondeugdelijk; voldoende gebleken is dat is geprobeerd contact te leggen met betrokkene. Er is een afspraak gepland waar betrokkene niet is verschenen. Hij nam op dat moment ook zijn telefoon niet op. De volgende dag is betrokkene thuis bezocht. Ondanks herhaaldelijk bellen deed hij de deur niet open. De medische verklaring is daarom opgesteld op basis van het dossier en informatie van behandelaren. De medische verklaring is opgemaakt en ondertekend door [E] , (BIG geregistreerd psychiater) bijgestaan door [C] , eveneens BIG geregistreerd psychiater. De medische verklaring bevat een diagnose die aansluit bij eerder gestelde diagnoses en die wordt bevestigd door de behandelend psychiater. De medische verklaring voldoet aan de eisen die de wet daaraan stelt. Het eerste verweer slaagt niet.

De aanvullende informatie van het OM ziet op strafrechtelijke informatie: het OM licht daarin toe dat en waarom betrokkene is aangemeld voor de Top-X Levensloopaanpak Zorg- en Veiligheidshuis regio Utrecht (hiervoor ook kort aangeduid met levensloopaanpak). Dit is geen aanvulling op de medische verklaring. Het tweede verweer slaag niet.

Uit het dossier en de toelichting op zitting komt voldoende naar voren dat sprake is van ernstig nadeel. Betrokkene is meermaals agressief geweest naar anderen, zowel in de kliniek als daarbuiten, zowel verbaal als fysiek. Zijn buren hebben last van hem en zijn bang. Daar is ook reden voor; de relatie met zijn onderbuurman is dermate gespannen dat het tot handgemeen heeft geleid. Betrokkene heeft een keer alle aquaria in zijn huis kapot geslagen waardoor er lekkage ontstond bij de onderbuurman. Ook heeft hij uit het niets mensen geslagen (in zijn flat en op straat). De Woningbouw is alleen bereid om op voorwaarde van woonbegeleiding bereid hem een laatste kans te geven. Dat met de zorgmachtiging niets wordt gedaan, zodat het verzoek in strijd komt met proportionaliteit en subsidiariteit, klopt niet. Betrokkene is immers aangemeld voor en aangenomen bij de zeer intensieve Levensloopaanpak. Betrokkene is ook thuis bezocht door diverse zorgaanbieders. Dat betrokkene niet opgenomen is betekent niet dat de zorgmachtiging niet wordt gebruikt. Ook het feit dat hulpverleners nauwelijks contact krijgen met betrokkene op dit moment rechtvaardigt die conclusie niet. De verwachting is dat, met de huidige forensische zorgpartij en met behulp van de moeder van betrokkene voor toegang, binnenkort kan worden gestart met de Levensloopaanpak. De zorgmachtiging is daarmee doelmatig. Het derde verweer slaagt niet.

In de medische verklaring is toegelicht dat geen sprake is van wilsbekwaam verzet tegen de inzet van verplichte zorg. Het lukt betrokkene niet om zich te uiten of aan te geven wat voor zorg hij nodig heeft. Hij houdt zorg af, terwijl hij in gedrag laat zien onvoldoende in staat te zijn voor zichzelf te zorgen. De advocaat stelt desondanks dat betrokkene zich wilsbekwaam verzet, maar zij motiveert dat niet (voldoende). Ook de advocaat heeft, naar eigen zeggen, betrokkene niet kunnen spreken. Uit het feit dat betrokkene niemand wil spreken en met rust gelaten wil worden kan niet worden geconcludeerd dat hij zich wilsbekwaam verzet. Ook heeft de advocaat niet aangegeven ten aanzien van welke zorgvormen het verzet van betrokkene wilsbekwaam is. Onder die omstandigheden gaat de rechtbank uit van de juistheid van het oordeel van de onafhankelijk psychiater dat het verzet van betrokkene niet wilsbekwaam is. Bovendien is uit de stukken gebleken dat als gevolg van de stoornis van betrokkene ernstig nadeel in de vorm van ernstig lichamelijk lesten voor anderen dreigt, zodat een eventueel gedaan wilsbekwaam verzet kan worden gepasseerd. Het vierde verweer slaagt niet.

2.6.

Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat betrokkene lijdt aan een autismespectrumstoornis, een psychotisch toestandsbeeld (bekend met schizofrenie) een posttraumatische stressstoornis en persoonlijkheidsproblematiek. Deze stoornis leidt bij betrokkene tot ernstig nadeel, voornamelijk gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstig lichamelijk letsel bij anderen en maatschappelijke teloorgang. Om het ernstig nadeel af te wenden heeft betrokkene zorg nodig.

2.7.

Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. De rechtbank verleent daarom een zorgmachtiging voor de verzochte vormen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:2 Wvggz.

2.8.

Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief, zoals hiervoor in 2.5 is toegelicht. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.

2.9.

Gelet op het voorgaande is naar het oordeel van de rechtbank voldaan aan de criteria voor en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de resterende termijn van het verzoek, namelijk tot en met
23 november 2024.

3 Beslissing

De rechtbank:

verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [betrokkene], geboren op [1980] te’ [geboorteplaats] , voor de volgende vormen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:2 lid 2 Wvggz:

a. toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;

b. beperken van de bewegingsvrijheid;

c. insluiten;

d. uitoefenen van toezicht op betrokkene;

e. onderzoek aan kleding of lichaam;

f. onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende

middelen en gevaarlijke voorwerpen;

g. controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;

h. aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;

j. opnemen in een accommodatie.

bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 23 november 2024.

Deze beschikking is op 27 juni 2024 mondeling gegeven door mr. F.C. Burgers, rechter en in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van M.M.A.J. Jagt als griffier, en schriftelijk uitgewerkt en ondertekend op 12 juli 2024.

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.