uitspraak op grond van artikel 288 lid 1 van de Faillissementswet
( “toepassing schuldsanering”)
enkelvoudige kamer
[verzoekster] ,
wonende [adres]
[postcode 1] [woonplaats] ,
verzoekster,
heeft een verzoekschrift met bijlagen ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling.
Het verzoekschrift is behandeld ter zitting van 11 november 2024. Daarbij is verzoekster gehoord. Bij deze zitting was verder mw. [A] , beschermingsbewindvoerder, aanwezig.
Het verzoekschrift voldoet aan de daaraan gestelde eisen.
Ten aanzien van verzoekster is voldaan aan het bepaalde in artikel 288 lid 1 van de Faillissementswet. Van een grond voor afwijzing van het verzoek is niet gebleken.
Gelet op artikel 349a lid 1 van de Faillissementswet duurt de schuldsaneringsregeling normaal 18 maanden. In dit geval is verzoekster al eerder begonnen met geld te sparen voor haar schuldeisers (de afdrachtverplichting) en heeft zij gedurende 11 maanden haar afloscapaciteit afgedragen aan de schuldhulpinstantie. Van deze 11 maanden heeft verzoekster in ieder geval 7 maanden niet voldaan aan de verplichting om zoveel mogelijk te sparen, door fulltime te werken of te solliciteren naar een fulltime baan (de inspanningsverplichting), omdat zij in april van 2024 is begonnen met een MBO-opleiding, waar zij fulltime mee bezig is. Om deze reden zal de duur van de schuldsaneringsregeling niet worden verkort met de volledige termijn waarin is gespaard van 11 maanden, maar zal deze worden verkort met 6 maanden.
Om vast te stellen of verzoekster voldoende heeft gespaard, is informatie nodig over haar (financiële) situatie. Het staat niet vast dat alle relevante informatie er is. Daarom wordt in deze uitspraak een bewindvoerder benoemd. De bewindvoerder gaat, onder toezicht van de rechter-commissaris, onderzoeken of verplichtingen werden nageleefd. Hiervoor is een aantal maanden nodig.
Het gevolg is dat verzoekster vanaf vandaag nog 12 maanden verplicht is te voldoen aan de inspannings- en afdrachtverplichting. Verzoekster moet gedurende de gehele looptijd van de schuldsaneringsregeling voldoen aan de verplichting om informatie te geven. Wat verzoekster vanaf vandaag aan bezittingen heeft of zal krijgen, moet worden gebruikt om de schulden af te lossen.
Verzoekster volgt momenteel een MBO-opleiding, naar verwachting zal zij die over acht maanden afronden. Vast staat dat verzoekster niet aan de inspanningsverplichting kan voldoen terwijl zij deze opleiding volgt. De rechtbank laat de beslissing om de schuldsaneringsregeling te verlengen met de duur van de opleiding aan de rechter-commissaris over (op grond van artikel 349a lid 2 Fw.), omdat vooralsnog niet bekend is wat de daadwerkelijke duur van de door verzoekster gevolgde opleiding zal zijn.
Gelet op artikel 295 lid 3 van de Faillissementswet.
Beslissing
De rechtbank:
- spreekt de toepassing van de schuldsaneringsregeling uit ten aanzien van:
[verzoekster] ,
geboren op [geboortedatum] -1995 te [geboorteplaats] ,
wonende [adres] , [postcode 1] [woonplaats] ,
- benoemt tot rechter-commissaris mr. G. Konings,
en tot bewindvoerder M. van Dijk-Middelweerd,
Postbus [postbusnummer] ,
[postcode 2] [plaats] ;
- stelt de looptijd van de schuldsaneringsregeling vast op 12 maanden;
- stelt bij wijze van voorschot, bij toereikend boedelactief, het salaris van de bewindvoerder vast op het op grond van artikel 2 van het Besluit salaris bewindvoerder schuldsaneringsregeling geldende bedrag;
- geeft last aan de bewindvoerder tot het openen van aan de schuldenares gerichte brieven.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.J. Neijt en is in het openbaar uitgesproken op
12 november 2024.
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: