10 BESLISSING
- verklaart het primair ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het onder 5 bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 10 maanden;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- ontzegt verdachte de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van vijf jaren;
- bepaalt dat de duur van de ontzegging wordt verminderd met de tijd gedurende welke het rijbewijs vóór het tijdstip waarop de straf ingaat, ingevorderd en ingehouden is geweest;
Terbeschikkingstelling met voorwaarden
- gelast dat verdachte ter beschikking wordt gesteld en stelt daarbij de volgende voorwaarden betreffende het gedrag van de ter beschikking gestelde:
Verdachte maakt zich niet schuldig aan een strafbaar feit;
Verdachte werkt mee aan het reclasseringstoezicht. Deze medewerking houdt in:
Verdachte meldt zich op afspraken bij de reclassering. De reclassering bepaalt hoe vaak dat nodig is;
Verdachte laat één of meer vingerafdrukken nemen en toont een geldig identiteitsbewijs ten behoeve van de vaststelling van zijn identiteit;
Verdachte houdt zich aan de aanwijzingen die de reclassering geeft ter uitvoering van het toezicht of om verdachte te helpen bij het naleven van de voorwaarden;
Verdachte verstrekt een actuele foto waarop zijn gezicht herkenbaar is aan de reclassering, ten behoeve van de opsporing in geval van ongeoorloofde afwezigheid;
Verdachte werkt mee aan huisbezoeken;
Verdachte geeft de reclassering inzicht in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners;
Verdachte vestigt zich niet zonder voorafgaande toestemming van de reclassering op een ander adres;
Verdachte werkt mee aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact met hem hebben, als dat voor het toezicht van belang is;
- -
Verdachte werkt, als de reclassering dat nodig vindt en verdachte ermee instemt, mee aan een time-out opname in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) of andere instelling. Deze time-out duurt totdat de reclassering of betrokkene deze beëindigt, maar maximaal zeven weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal zeven weken, tot maximaal veertien weken per jaar;
- -
Verdachte gaat niet naar het buitenland of het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden zonder voorafgaande toestemming van de reclassering;
Verdachte laat zich opnemen in een FPK of een soortgelijke zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname start zo spoedig mogelijk. Indien de plaatsing nog niet mogelijk is, laat verdachte zich opnemen in een nader te bepalen overbruggingsplek, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorginstelling dat nodig vindt. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt verdachte mee aan de indicatiestelling en plaatsing;
Verdachte laat zich behandelen door een instelling voor forensische zorg zoals De Waag, Kairos of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start aansluitend op de klinische opname. De behandeling duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt;
Verdachte verblijft, indien de reclassering dat nodig vindt, in een instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf start aansluitend op het klinische verblijf. Het verblijf duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Verdachte zal medewerking verlenen aan ambulante woonbegeleiding bij hem thuis, Indien betrokkene uit zal stromen naar zijn eigen gezin/woning, dient betrokkene zijn medewerking te verlenen aan ambulante woonbegeleiding bij hem thuis;
Verdachte spant zich in voor het vinden en behouden van betaald werk, onbetaald werk en/of vrijetijdsbesteding, passend bij zijn draagkracht en met een vaste structuur. De dagbesteding draagt bij aan het voorkomen van delictgedrag;
Verdachte werkt mee aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. Verdachte geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden.
- geeft het Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering Midden-Nederland (adres Zeehaenkade 30, 3526 LC Utrecht) de opdracht om de ter beschikking gestelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen;
- beveelt dat de bijzondere voorwaarden en het toezicht door de reclassering dadelijk uitvoerbaar zijn;
Gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel
- legt aan verdachte op grond van artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht op de maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of beperking van de vrijheid;
Vordering tot tenuitvoerlegging
- wijst de vordering tot tenuitvoerlegging met parketnummer 05-256407-22 af;
- heft op het bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van het tijdstip waarop de duur van de voorlopige hechtenis gelijk wordt aan de opgelegde vrijheidsstraf.
Dit vonnis is gewezen door mr. N.P.J. Janssens, voorzitter, mr. L.C. Michon en mr. F.H. Schormans, rechters, in tegenwoordigheid van mr. B.J. Mol als griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 21 november 2024.
Mr. L.C. Michon is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 29 februari 2024 te Utrecht,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2]
opzettelijk
zwaar lichamelijk letsel toe te brengen
met zijn personenauto (Peugeot met kenteken [kenteken] ) op de rijbaan van de
Rijksweg A2 tegen de richting van het verkeer heeft ingereden en een
tegemoetkomende personenauto, te weten een Volvo met daarin die [slachtoffer 1] en/of
die [slachtoffer 2] is genaderd en niet is uitgeweken voor deze tegemoetkomende
personenauto, waardoor hij, verdachte, frontaal is gebotst op de hem
tegemoetkomende personenauto met daarin die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] ,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
( art 302 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op of omstreeks 29 februari 2024 te Utrecht als bestuurder van een voertuig
(Peugeot met kenteken [kenteken] ), daarmee rijdende op de Rijksweg A2 te Utrecht,
hectometerpaal 58,4, zich opzettelijk zodanig heeft gedragen dat de verkeersregels
in ernstige mate werden geschonden door met voornoemd voertuig de afrit van de
Rijksweg A2 op te rijden tegen de richting van het verkeer in en hierbij niet uit te
wijken voor een tegemoetkomende personenauto,
door welke verkeersgedraging(en) van verdachte levensgevaar of gevaar voor zwaar
lichamelijk letsel voor (een) ander(en) te duchten was;
( art 5a lid 1 Wegenverkeerswet 1994 )