3 De beoordeling
Het oordeel
3.1. De vorderingen van [eiser] moeten worden afgewezen. Hierna wordt uitgelegd waarom de voorzieningenrechter tot dit oordeel is gekomen.
De selectiefase
3.2. Eerst wordt kort ingegaan op de inrichting en het verloop van de selectiefase.
3.3.
De spelregels voor de selectiefase zijn door Gemeente Nieuwegein vastgelegd in de Aanmeldingsleidraad2 (hierna: de Aanmeldingsleidraad) inclusief de bijlagen A tot en met F. Eén van die bijlagen is het “Ontwikkelkader [nummer 1] ” (hierna: het Ontwikkelkader).
Belangstellenden zijn in de gelegenheid gesteld om vragen te stellen over de selectieprocedure. Daarvan is een Nota van Inlichtingen (hierna: NvI) opgemaakt.3 Deze NvI maakt onderdeel uit van de stukken van de selectiefase.
3.4.
In de Aanmeldingsleidraad is vermeld dat moet worden voldaan aan de in de Aanmeldingsleidraad gestelde geschiktheidseisen en uitsluitingsgronden.
Als daaraan niet wordt voldaan dan wordt de aanmelding aan de kant gelegd.
Wordt daaraan wel voldaan dan beoordeelt een beoordelingscommissie aan de hand van twee selectiecriteria of de aanmelder doorgaat naar de biedingsfase. Die selectiecriteria zijn:
- -
Ontwikkelvisie, en
- -
Ontwikkelteam.
Voor deze selectiecriteria kan er op grond van de in 4.1. van de Aanmeldingsleidraad opgenomen scoretabel een score worden gegeven van: i) uitstekend (10), ii) zeer goed (9), iii) goed (8), iv) ruim voldoende (7), v) voldoende (6), vi) matig (5), vii) zeer matig (4), en viii) onvoldoende (3).
De drie aanmelders met de hoogste score gaan door. Er kunnen in totaal 100 punten worden behaald, waarvan 60 voor het selectiecriterium “Ontwikkelvisie” en 40 punten voor het selectiecriterium “Ontwikkelteam”.
3.5.
Er hebben 15 partijen, onder wie [eiser] , een aanmelding ingediend.
3.6.
Gemeente Nieuwegein heeft in een brief van 1 april 20254 aan [eiser] laten weten dat zij als vierde is geëindigd en daarom niet wordt uitgenodigd voor het doen van een bieding (hierna: de selectiebeslissing). Bij deze selectiebeslissing is een geanonimiseerde totaalscore van alle aanmeldingen en een motivatie voor de aan [eiser] toegekende scores voor de twee selectiecriteria gevoegd.
3.7.
[eiser] heeft bezwaar gemaakt tegen de selectiebeslissing. Gemeente Nieuwegein heeft dit bezwaar in een brief van 9 april 2025 van de hand gewezen5.
Kernvraag
3.8. De kernvraag die in dit kort geding moet worden beantwoord, is of de beoordeling van de aanmelding van [eiser] niet deugt en/of niet goed is gemotiveerd.
Toetsingskader
3.9. Deze kernvraag moet niet, zoals [eiser] meent, worden beoordeeld aan de hand van het toetsingskader dat geldt voor de beoordeling van inschrijvingen in een aanbestedings-procedure. Dat komt omdat er geen sprake is van een aanbesteding, en er geen aanwijzingen zijn dat Gemeente Nieuwegein de aanbestedingsregels en de aanbestedingsrechtelijke beginselen op deze verkoopprocedure van toepassing heeft verklaard. Dit wordt als volgt toegelicht.
3.9.1.
Er is, zoals partijen hebben bevestigd, geen sprake van een aanbestedingsplichtige overheidsopdracht voor werken. Gemeente Nieuwegein heeft toegelicht dat in de te sluiten overeenkomst geen verplichting is opgenomen om de gewenste 102 appartementen op de bouwgrond te realiseren/bouwen. Het gaat dus alleen om de overeenkomst tot verkoop van de grond en die overeenkomst valt niet onder de reikwijdte van de Aanbestedingswet 2012 (Aw 2012).
3.9.2.
Er is ook geen reden om de in Deel 1 van de Aw 2012 opgenomen aanbestedings-rechtelijke beginselen toch toe te passen. Dat volgt niet zoals [eiser] meent uit het arrest van de Hoge Raad van 4 april 2003, RZG/ComforMed6. In dat arrest ging het om een vrijwillige aanbestedingsprocedure en dat is hier niet het geval.
[eiser] heeft verder geen argumenten aangevoerd waaruit zou kunnen volgen dat de aanbestedingsrechtelijke beginselen (analoog) op deze verkoopprocedure moeten worden toegepast. Er zijn bijvoorbeeld geen omstandigheden aangevoerd op grond waarvan [eiser] gerechtvaardigd erop mocht vertrouwen dat Gemeente Nieuwegein deze beginselen zou toepassen7. Integendeel, in 2.1. van de Aanmeldingsleidraad is uitdrukkelijk vermeld dat de Aw 2012 of het Aanbestedingsreglement voor Werken 2016 (ARW 2016) niet van toepassing zijn.
3.10.
Het toetsingskader voor de beantwoording van de kernvraag wordt in dit geval bepaald door de invulling van de eisen van redelijkheid en billijkheid en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.
De algemene beginselen van behoorlijk bestuur die in dit geval een rol spelen zijn:
- -
het gelijkheidsbeginsel,
- -
het zorgvuldigheidsbeginsel,
- -
het vertrouwensbeginsel,
- -
het rechtszekerheidsbeginsel, en
- -
het motiveringsbeginsel.
3.11.
De eisen van redelijkheid en billijkheid, en de hiervoor genoemde algemene beginselen van behoorlijk bestuur, brengen mee dat Gemeente Nieuwegein:
- -
zich moet houden aan het vooraf door haar bekend gemaakte beoordelingskader,
- -
de in het kader van de beoordeling gegeven motivering niet mag baseren op feitelijke onjuistheden,
- -
de selectiebeslissing moet motiveren, waarbij de motivering van de selectiebeslissing dragend en duidelijk moet zijn.
Het is aan de beoordelingscommissie van Gemeente Nieuwegein om binnen het hierboven geschetste kader een score toe te kennen. Het is niet aan de rechter om wat dit punt betreft op de stoel van de beoordelingscommissie te gaan zitten en te bepalen dat er bijvoorbeeld in plaats van een “voldoende” een “ruim voldoende” had moeten worden gegeven. De rechter kan wat dit punt betreft alleen beoordelen of de door de beoordelingscommissie gegeven score begrijpelijk/navolgbaar is.
3.12.
Dit toetsingskader komt nagenoeg overeen met het toetsingskader dat geldt bij beoordeling van inschrijvingen in aanbestedingszaken. Het verschil is echter dat het toetsingskader geen uitvloeisel is van de aanbestedingsregels en de aanbestedingsrechtelijke beginselen, maar van de eisen van redelijkheid en billijkheid en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.
Deugt de beoordeling van de aanmelding van [eiser] en/of is die beoordeling goed gemotiveerd?
3.13. Dan wordt nu met inachtneming van het hiervoor genoemde toetsingskader beoordeeld of de beoordeling van de aanmelding van [eiser] deugt en/of voldoende is gemotiveerd. Daarbij wordt eerst ingegaan op de beoordeling van het selectiecriterium “Ontwikkelvisie” en daarna op de beoordeling van het selectiecriterium “Ontwikkelteam”.
Beoordeling van het selectiecriterium “Ontwikkelvisie”
Vraagstelling en beoordelingscriteria (beoordelingskader)
3.14.
De vraagstelling en beoordelingscriteria (beoordelingskader) voor het selectiecriterium “Ontwikkelvisie” zijn vermeld in 4.2.1. van de Aanmeldingsleidraad. Deze paragraaf luidt als volgt:
U voegt bij uw aanmelding een visie op de integrale opgave van de ontwikkeling van de gemeente Nieuwegein. U gaat daarbij tenminste in op architectonische en duurzaamheidsambities. Geef aan: 1. Wat is uw visie op de ontwikkeling op deze plek in de context van het ontwikkelkader (Bijlage B). Wat zijn de daarin volgens u de kritische succesfactoren en wat is uw visie daarop.
2. Wat is uw visie op de duurzaamheidsambitie en welke wijze bent u voornemens om hier invulling aan het geven. Motiveer waaruit blijkt dat u die ambitie kunt realiseren.
3. De wijze waarop warmte in het project duurzaam is gerealiseerd waarbij ervaring met een gebieds-WKO resulteert in een hogere waardering
4. Welke relevante ervaring op het gebied van hoog stedelijk bouwen heeft u die relevant is voor deze ontwikkeling
5. De mate waarin er in het referentieproject sprake was van biobased bouwen (toekomstbestendig, en ontworpen voor meerdere levenscycli). 6. De mate waaruit blijkt dat in uw referentie sprake van afstemming van de architectuur met aanpalende bebouwing en toetsing door kwaliteitsteams of supervisie
7. De mate waaruit blijkt dat in uw referentie sprake was van een gebied dat zich kenmerkt door intensief en meervoudig ruimtegebruik.
Beoordelingsaspect Beoordeling van het door u gegeven referentieproject vindt plaats op basis van bovengenoemde punten en de mate waarin u heeft aangetoond de essentie van de opgave te doorgronden en invulling te geven aan de ambities van de gemeente Nieuwegein.
3.15.
[eiser] heeft voor selectiecriterium “Ontwikkelvisie” een “ruim voldoende” (een 7) gekregen. Dat staat volgens de in de Aanmeldingsleidraad opgenomen scoretabel voor de volgende omschrijving:
De beantwoording voldoet ruimschoots aan de elementen zoals vermeld bij de vraagstelling en geeft ruim voldoende invulling aan de beoordelingscriteria
Motivering van de score
3.16.
In de bij de selectiebeslissing als bijlage gevoegde motivering is deze score als volgt gemotiveerd:
De beoordelaars constateren dat u een duidelijke visie op het gebouw heeft gepresenteerd en dat u beschikt over relevante ervaring met duurzaam bouwen. Allereerst maken de beoordelaars op uit uw beantwoording dat u duidelijk kiest voor een maatschappelijke insteek. Tevens heeft u aangegeven het Open Building-principe toe te passen in uw ontwikkeling, wat positief wordt gewaardeerd. Daarnaast wordt de combinatie met de Lloydpier door de beoordelaars als een goede keuze beschouwd, waardoor er vertrouwen is dat dit een waardevolle bijdrage zal leveren aan het project.
Tegelijk merken de beoordelaars op dat uw visie onvoldoende aansluit op het ontwikkelkader. Ten aanzien van het ontwikkelkader kiest u in uw visie voor een groter percentage betaalbaar dan is voorgeschreven. Hoewel de gemeente waardering heeft voor deze ambitie sluit dit in mindere mate aan bij het ontwikkelkader en daarmee de keuzes die de gemeente heeft gemaakt voor [nummer 1] . De ontwikkel locatie [nummer 1] is onderdeel van een gebiedsontwikkeling waarbij meerdere bouwblokken ontwikkeld zullen worden. In de andere bouwblokken is sociale huur en meer woningen in het betaalbare segment voorzien. Daarmee resulteert uw keuze voor meer woningen in het betaalbare segment in meerwaarde.
Daarnaast geeft u in uw visie aan dat u een klimaathub toevoegt aan de ontwikkeling. U heeft de beoordelaars onvoldoende kunnen overtuigen van hoe een klimaathub zal gaan functioneren, en daarmee wat de meerwaarde hiervan is.
Tot slot wordt opgemerkt dat uw visie op de integrale opgave van de gemeente meer lijkt te verwijzen naar uw referentie SAWA dan naar een visie die daadwerkelijk is gericht op de specifieke context van deze locatie.
Bezwaren van [eiser]
3.17. De bezwaren van [eiser] richten zich tegen het oordeel van de beoordelingscommissie over:
1. het door [eiser] voorgestelde percentage betaalbare woningen,
2. de door [eiser] voorgestelde KlimaatHub,
3. de (onvoldoende) verwijzing naar de specifieke context op “deze locatie”.
Percentage betaalbare woningen
3.18. [eiser] heeft in haar visie vermeld dat zij een inclusieve woonomgeving met minimaal 50% van de woningen in het bereikbare koop of middenhuur segment zal creëren.8
3.19.
De beoordelingscommissie heeft geoordeeld dat dit minder aansluit op het Ontwikkelkader en heeft dit mee laten wegen bij de bepaling van de score door daarvoor punten af te trekken.
3.20.
Volgens [eiser] heeft de beoordelingscommissie daarmee een evidente beoordelingsfout gemaakt. Er had volgens [eiser] vanwege dit punt juist een hogere score aan de visie van [eiser] moeten worden toegekend in plaats van een lagere score. [eiser] voert daarvoor het volgende aan.
Uit de stukken van de selectiefase (pagina 7 van het Ontwikkelkader in relatie met de antwoorden op vraag 21 en 89 van de NvI ) volgt dat het realiseren van 17 betaalbare woningen van de maximaal 102 woningen een minimumvereiste/een ondergrens is. Daaruit volgt dat Gemeente Nieuwegein de wens had om zoveel mogelijk betaalbare woningen te realiseren in bouwblok [nummer 1] . [eiser] mocht er daarom op vertrouwen dat het aanbieden van meer betaalbare woningen tot een hogere score zou leiden. Het is om die reden evident onjuist, onnavolgbaar, en onbegrijpelijk dat de ambitie van [eiser] om minimaal 50% van de woningen in het betaalbare segment te realiseren in mindere mate aansluit op het
Ontwikkelkader.
3.21.
Dit bezwaar van [eiser] gaat niet op. Dit wordt als volgt toegelicht.
3.22.
De beoordelingscommissie is bij de beoordeling van de Ontwikkelvisie van [eiser] binnen het in de Aanmeldingsleidraad genoemde beoordelingskader gebleven. Zij heeft gekeken of in de Ontwikkelvisie van [eiser] een visie wordt gegeven op de ontwikkeling op bouwblok [nummer 1] in de context van het Ontwikkelkader. Dat is precies wat zij volgens het in 4.2.1. van de Aanmeldingsleidraad vermelde beoordelingskader moest doen.
3.23.
De beoordelingscommissie is bij de beoordeling van de visie van [eiser] ervan uitgegaan dat uit het Ontwikkelkader blijkt dat Gemeente Nieuwegein de wens/uitgangspunt heeft dat er 17 betaalbare woningen op de te verkopen grond (bouwblok [nummer 1] ) worden gerealiseerd.
3.24.
Partijen verschillen van mening over de vraag of dit een juiste interpretatie is van het Ontwikkelkader. Of dat zo is, is een kwestie van uitleg van het Ontwikkelkader.
Die uitleg zal anders dan partijen lijken te menen niet moeten worden gedaan aan de hand van de uitlegmaatstaf zoals die in aanbestedingszaken geldt. De aanbestedingsregels en de aanbestedingsrechtelijke beginselen zijn immers niet van toepassing.
Die uitleg zal in dit geval moeten worden gedaan aan de hand van de CAO norm. Deze norm houdt in dat vooral gekeken moet worden naar de objectieve betekenis van de tekst, in relatie met de overige stukken van de selectieprocedure. De bedoeling van Gemeente Nieuwegein speelt daarin geen rol, tenzij deze duidelijk volgt uit de vooraf bekend gemaakte stukken voor de selectiefase.
3.25.
In het Ontwikkelkader is, voor zover van belang, het volgende vermeld:
op pagina 5
1.0 INLEIDING (…) Bouwblok [nummer 1] is onderdeel van [wijk] . [wijk] bestaat uit een vijftal woningbouwlocaties. De ontwikkeling van de bouwblokken [nummer 2] , [nummer 3] en [nummer 4] lopen hierin voorop, waarna [nummer 1] zal volgen. (…) Nieuwegein is op dit moment nog grondeigenaar van de bouwblokken [nummer 1] , [nummer 5] en [nummer 6] . Voor bouwblok [nummer 1] zal in de loop van 2025 een tender worden uitgeschreven. Voorliggend ontwikkelkader heeft als doel vorm en inhoud te geven aan de planvorming van bouwblok [nummer 1] en dient als leidraad bij de uitwerking van ontwerpen voor het bouwblok. De leidraad en kaders komen voort uit eerder vastgesteld beleid. Dit beleid wordt in hoofdstuk 2 op hoofdlijnen beschreven. De beleidsdocumenten kunt u raadplegen via de projectwebsite. (…)9
en op pagina 15
3.1 WONINGBOUWPROGRAMMA Voor [wijk] heeft gemeente Nieuwegein in het Koersdocument en de Gebiedsopgave maar ook in de onlangs vastgestelde Woonvisie 2024 aangegeven een gevarieerd woonmilieu te willen realiseren. Een woonmilieu bestaande uit mix van verschillende huur- en koopwoningen in verschillende segmenten (sociaal, midden en duur). Voor alle doelgroepen moet plaats zijn in het centrum van de stad, maar per bouwblok in City kan de gewenste doelgroep verschillen. Voor blok [nummer 1] is het uitgangspunt appartementengebouwen in een hoge dichtheid. Het betreft de realisatie van maximaal 102 woningen. Zowel vrijesector koopwoningen als woningen in het betaalbare segment. De woningen dragen met de levendige en gevarieerde plinten bij aan het versterken van het binnenstedelijke woonmilieu. Van de 102 woningen is het uitgangspunt dat er 17 in het betaalbare segment gerealiseerd worden.10
Op pagina 7 waarnaar [eiser] verwijst, is niets vermeld over het realiseren van betaalbare woningen. Kennelijk bedoelde [eiser] te verwijzen naar het hiervoor geciteerde deel op pagina 5 van het Ontwikkelkader.
3.26.
In de NvI is over dit onderwerp het volgende vermeld:
Ref.nr. 21 Onderwerp: Bijlage B – Woningbouwprogramma Vraag: Is het mogelijk om 100% van het woonprogramma het middeldure segment te realiseren? Antwoord: Ja. In het ontwikkelkader is opgenomen dat er maximaal 102 woningen worden gerealiseerd, waarvan 17 in het betaalbare segment. Er is geen minimum vastgesteld voor het aantal vrije sector koopwoningen.
Ref.nr. 89 Onderwerp: Woningbouwprogramma 3.0 Vraag: U stelt als uitgangspunt dat er 17 betaalbare koopwoningen gerealiseerd moeten worden. Indien er minder dan 102 woningen worden gerealiseerd hoeveel betaalbare woningen moeten dan nog gerealiseerd worden? 16% van het totaal of is 17 betaalbare woningen een hard getal? Antwoord: 17 betaalbare woningen is een hard getal.
3.27.
[eiser] kan gelet op de hiervoor geciteerde antwoorden in de NvI worden gevolgd in haar standpunt dat er minimaal 17 woningen in het betaalbare segment moeten worden gerealiseerd op bouwblok [nummer 1] , en dat het is toegestaan om meer betaalbare woningen te realiseren, en zelfs alleen maar betaalbare woningen. Dat wordt door Gemeente Nieuwegein ook niet betwist. Hieruit kan echter niet, zoals [eiser] meent, worden opgemaakt dat het een wens van Gemeente Nieuwegein is om zoveel mogelijk betaalbare woningen te realiseren, en dat daarom het aanbieden van meer betaalbare woningen tot een hogere score zou leiden. Dat staat er simpelweg niet. Deze door [eiser] gestelde wens van Gemeente Nieuwegein kan ook niet uit de overige stukken van de selectiefase (de Aanmeldingsleidraad, het Ontwikkelkader en de NvI) worden opgemaakt. Sterker, [eiser] had op basis van het (in 3.26. geciteerde deel uit het) Ontwikkelkader moeten begrijpen dat Gemeente Nieuwegein een gevarieerd woonmilieu in “ [wijk] ” wil realiseren en dat daarom voor haar in bouwblok [nummer 1] als uitgangspunt geldt dat er 17 woningen in het betaalbare segment worden gebouwd. Wat bovendien gelet op het antwoord op vraag 87 NvI een hard getal is. Met het antwoord op vragen 21 en 87 in de NvI heeft Gemeente Nieuwegein geen afstand genomen van wat in het Ontwikkelkader is vermeld. Integendeel, dat is onverkort gehandhaafd, zoals blijkt uit de verwijzing naar het Ontwikkelkader in het antwoord op vraag 21 van de NvI.
3.28.
De beoordelingscommissie is dus terecht op basis van het Ontwikkelkader ervan uitgegaan dat het de wens is van Gemeente Nieuwegein dat er 17 betaalbare woningen in bouwblok [nummer 1] worden gerealiseerd. De beoordelingscommissie heeft daarom kunnen oordelen dat het aanbieden van meer dan 17 woningen in het betaalbare segment geen meerwaarde heeft en tot een mindere score leidt. De beoordelingscommissie is niet buiten het beoordelingskader getreden en van een onjuiste beoordeling is geen sprake. Ook is het oordeel van de beoordelingscommissie niet onnavolgbaar, aangezien de beoordelings-commissie heeft aangesloten bij het Ontwikkelkader wat op grond van het beoordelings-kader zoals vermeld in de Aanmeldingsleidraad ook moest.
De door [eiser] voorgestelde KlimaatHub
3.29. [eiser] heeft in haar visie vermeld dat zij een KlimaatHub wil realiseren.
3.30.
De beoordelingscommissie heeft geoordeeld dat de door [eiser] voorgestelde KlimaatHub minder aansluit op het Ontwikkelkader, omdat [eiser] de beoordelaars onvoldoende heeft kunnen overtuigen hoe een KlimaatHub zal gaan functioneren, en daarmee wat de meerwaarde daarvan is. In haar brief van 9 april 2025 heeft Gemeente Nieuwegein dit nader toegelicht. Die toelichting komt erop neer dat de invulling van de KlimaatHub ontbreekt en met name waaruit de activiteiten van de KlimaatHub zouden bestaan, wie verantwoordelijk is voor de organisatie, bekostiging, instandhouding en de invulling van het programma, hoe en op welke onderwerpen de participatie van de bewoners zou worden bevorderd en wat de looptijd is van het initiatief. Vanwege de ontbrekende onderbouwing over het functioneren van de KlimaatHub is er bij het geven van de score voor het selectiecriterium “Ontwikkelvisie” geen gewicht toegekend aan de door [eiser] voorgestelde KlimaatHub.
3.31.
[eiser] voert daartegen als bezwaar aan dat:
- -
het oordeel van de beoordelingscommissie onnavolgbaar is,
- -
het onbegrijpelijk is dat de meerwaarde van de KlimaatHub niet door de beoordelingscommissie is onderkend,
- -
het oordeel van de beoordelingscommissie gebrekkig is gemotiveerd.
3.32.
Dit bezwaar van [eiser] gaat niet op.
3.33.
Vooropgesteld wordt dat de beoordelingscommissie niet buiten het beoordelings-kader is getreden door mee te wegen dat er geen meerwaarde is voor wat betreft het voorstel van [eiser] over de KlimaatHub. Dit valt binnen het beoordelingskader zoals vermeld in 4.2.1. van de Aanmeldingsleidraad.
3.34.
Er is ook, anders dan [eiser] meent, geen sprake van een onnavolgbare en/of onbegrijpelijk beoordeling. De beoordelingscommissie heeft op basis van de informatie die door [eiser] in haar visie is gegeven over de KlimaatHub kunnen oordelen dat zij informatie miste om meerwaarde aan de KlimaatHub toe te kennen. [eiser] heeft in haar visie slechts één zin over de KlimaatHub opgenomen, namelijk:
We introduceren een KlimaatHub: een buurthuis en kenniscentrum, waar bewoners samenkomen, leren over duurzaamheid en een hechte community vormen – een proces dat al start bij de participatie in de ontwikkeling.
In deze zin wordt nauwelijks informatie gegeven over het functioneren van de KlimaatHub. Er wordt slechts in algemene zin aangegeven waartoe de KlimaatHub dient, maar hoe dat in zijn werk gaat, wordt niet toegelicht. [eiser] voert aan dat deze zin in relatie moet worden gezien met de (in een andere alinea en onder een ander kopje) opgenomen zin:
We creëren niet alleen woningen, maar een klimaatadaptieve en inclusieve leefomgeving. De plint wordt een levendige ruimte met voorzieningen die bijdragen aan de buurt en de ambitie ondersteunen om van City de meest duurzame binnenstad van Nederland te maken.
Als dat al zo is dan nog kan dat [eiser] niet baten. Reden daarvoor is dat in de hierboven geciteerde zin geen informatie wordt gegeven over het functioneren van de KlimaatHub. Er wordt niet eens een link met de KlimaatHub gelegd.
[eiser] stelt zich dan nog op het standpunt dat niet van haar kon worden verlangd dat zij een meer gedetailleerdere uitwerking van haar voorstel voor een KlimaatHub zou hebben gegeven, omdat de visie op 2 A4 pagina’s moest worden weergegeven. Dit standpunt gaat al niet op omdat in de NvI is vermeld dat er 4 A4 pagina’s mochten worden gebruikt. Dat moet voldoende ruimte zijn voor het indienen van een onderbouwde visie.
3.35.
[eiser] wordt evenmin gevolgd in haar standpunt dat sprake is van een gebrekkige motivering. De beoordelingscommissie heeft voldoende gemotiveerd waarom zij geen meerwaarde aan de door [eiser] voorgestelde KlimaatHub kon toekennen, namelijk omdat een onderbouwing over het functioneren van de KlimaatHub ontbrak.
De verwijzing naar de specifieke context op “deze locatie”
3.36.
De beoordelingscommissie heeft geoordeeld dat de Ontwikkelvisie van [eiser] meer lijkt te verwijzen naar de referentie van [eiser] (SAWA) dan naar een visie die daadwerkelijk is gericht op de specifieke context van de locatie. In de brief van 9 april 2025 heeft Gemeente Nieuwegein daarop een nadere toelichting gegeven. Die toelichting komt erop neer dat de Ontwikkelvisie van [eiser] onvoldoende reflecteert op de directe omgeving
van Blok [nummer 1] , de daar reeds aanwezige of geprojecteerde bebouwing, bestaande
voorzieningen en infrastructuur.
3.37.
[eiser] voert daartegen als bezwaar aan dat:
- -
buiten het beoordelingskader is getreden, en/of
- -
de motivering van de beoordelingscommissie feitelijk onjuist en/of onnavolgbaar is.
3.38.
Deze bezwaren van [eiser] gaan niet op.
In de eerste plaats is er niet buiten het beoordelingskader getreden. Het beoordelingskader houdt juist in dat een visie moet worden gegeven op de ontwikkeling op deze plek (lees: op bouwblok [nummer 1] ) in de context van het Ontwikkelkader. Dat staat letterlijk in het in 4.2.1. vermelde beoordelingskader.
De door de beoordelingscommissie gegeven motivering is ook niet feitelijk onjuist of onnavolgbaar. In de ontwikkelvisie van [eiser] is slechts 1 zin vermeld die verband houdt met de locatie (de plek) waarop de woningen gerealiseerd moeten worden. De rest van de tekst gaat in zijn algemeenheid in op welk gebouw er komt, en op de wijze van het bouwen van het gebouw. Dat zijn, zoals Gemeente Nieuwegein ook in haar brief van 9 april 2025 heeft geschreven, geen locatie gebonden gegevens. De beoordelingscommissie heeft daarom tot haar oordeel kunnen komen.
Beoordeling van het selectiecriterium “Ontwikkelteam”
Vraagstelling en beoordelingscriteria (beoordelingskader)
3.39.
De vraagstelling en beoordelingscriteria (beoordelingskader) voor het selectiecriterium “Ontwikkelteam” staan vermeld in 4.2.2. van de Aanmeldingsleidraad.
Deze paragraaf luidt als volgt:
Voor deze opgave vindt de gemeente het van essentieel belang dat alle benodigde rollen in het ontwikkelteam van het consortium stevig zijn ingevuld. Daarom verwacht de gemeente in ieder geval een overzicht van de volgende rollen van het ontwikkelteam: ontwikkelaar/bouwer, belegger, architect en duurzaamheidsadviseur.
Beoordelingsaspect Uw ontwikkelteam en de bijbehorende toelichting worden beoordeeld op de mate waarin u kunt aantonen dat de rollen van uw team goed passen bij deze opgave. Beoordeeld wordt op de volledigheid van het team, individuele kwaliteit, kennis en ervaring van de individuele leden en het team als geheel. Daarnaast wordt u beoordeeld op de mate waarin u kunt aantonen dat sprake is van een goede onderlinge samenwerking binnen uw team (consortium) en de wijze waarop u de continuïteit waarborgt gedurende het gehele proces.
Score [eiser]
3.40.
heeft voor dit selectiecriterium een “voldoende” gekregen. Dat staat volgens de in de Aanmeldingsleidraad opgenomen scoretabel voor de volgende omschrijving:
De beantwoording voldoet aan de elementen zoals vermeld bij de vraagstelling en geeft voldoende invulling aan de beoordelingscriteria
Motivering van deze score
3.41. In de bij de selectiebeslissing als bijlage gevoegde motivering is deze score als volgt gemotiveerd:
De beoordelaars constateren dat uw team volledig is samengesteld, wat als een positief punt wordt gezien. Tegelijkertijd merken de beoordelaars op dat de omvang van het team relatief klein is. Dit roept twijfels op bij de beoordelaars over de waarborging van de continuïteit van de kwaliteit door het team. Daarnaast wordt het feit dat de architect ook als ontwikkelaar binnen één bureau betrokken is, door de beoordelaars gezien als een potentiële risicofactor voor de uiteindelijke kwaliteit van het project. Dit punt had goed onderbouwd kunnen worden met een beheersmaatregel om de zorgen te mitigeren, helaas is deze toelichting niet gegeven. Verder willen de beoordelaars aangeven dat de onderbouwing van de individuele kwaliteit van de ontwikkelaar met slechts één referentie onvoldoende aantoont dat de beoogde kwaliteit daadwerkelijk zal worden gerealiseerd.
De bezwaren van [eiser]
3.42. De bezwaren van [eiser] richten zich tegen het oordeel van de beoordelingscommissie dat:
1. er twijfels zijn over de waarborging van de continuïteit van de kwaliteit door het team, omdat de omvang van het team relatief klein is,
2. sprake is van een potentiële risicofactor voor de kwaliteit van het project, omdat architect en ontwikkelaar één zijn,
3. de individuele kwaliteit onvoldoende is onderbouwd.
3.43.
De bezwaren van [eiser] komen er op neer dat de beoordelingscommissie:
- -
buiten het beoordelingskader is getreden, en/of
- -
is uitgegaan van feitelijke onjuistheden, en/of
- -
een onbegrijpelijke/onnavolgbare beslissing heeft genomen, en/of
- -
de selectiebeslissing niet goed heeft gemotiveerd.
3.44.
Deze bezwaren gaan niet op.
3.45.
De beoordelingscommissie is niet buiten het beoordelingskader getreden door de
in 3.43. genoemde punten mee te wegen bij het geven van de score. Deze punten passen binnen het beoordelingskader zoals genoemd in 4.2.2. van de Aanmeldingsleidraad.
De beoordelingscommissie is ook niet, zoals [eiser] aanvoert, bij de beoordeling van de individuele kwaliteit van de ontwikkelaar buiten het beoordelingskader getreden, omdat er in het kader van die beoordeling de facto om meer dan één referentie wordt gevraagd.
In het kader van het selectiecriterium “Ontwikkelteam” is er niet om een referentie gevraagd, zodat er om die reden niet buiten het beoordelingskader van dat selectiecriterium is getreden. De referentie is gevraagd in het kader van het selectiecriterium “Ontwikkelvisie”.
3.46.
De argumenten van de beoordelingscommissie zoals genoemd in 3.43. zijn niet feitelijk onjuist of onnavolgbaar. [eiser] moest gelet op het bepaalde in 4.2.2. van de Aanmeldingsleidraad bij haar aanmelding aantonen dat:
- -
de continuïteit is gewaarborgd,
- -
er geen potentieel risico is als de ontwikkelaar en architect als één partij moeten worden aangemerkt, en dat
- -
de kwaliteit daadwerkelijk zou worden gerealiseerd.
Op grond van de aanmelding van [eiser] heeft de beoordelingscommissie kunnen oordelen dat [eiser] dat niet heeft aangetoond.
Het is ook niet zo dat, zoals [eiser] aanvoert, ten onrechte is geoordeeld dat de ontwikkelaar en architect als één partij moeten worden aangemerkt. In de aanmelding van [eiser] staat de heer Robert Winkel (hierna: Winkel) vermeld zowel als architect als ontwikkelaar. Op grond daarvan heeft de beoordelingscommissie de ontwikkelaar en architect als “één partij” kunnen aanmerken. Dat er bij het architectenteam nog één andere persoon en bij het ontwikkelaarsteam nog drie andere personen staan genoemd, maakt dit niet anders, omdat dit niet afdoet aan het door de door de beoordelingscommissie geconstateerde potentiële risico.
3.47.
[eiser] voert dan nog aan dat er geen sprake is van een potentieel risico als de ontwikkelaar en de architect aan elkaar gelieerd zijn en dat onvoldoende is gemotiveerd waarom dit het geval is, zodat er sprake is van een motiveringsgebrek. Dit bezwaar gaat ook niet op. Het oordeel van de beoordelingscommissie dat er in dat geval sprake is van een potentieel risico is navolgbaar. Bovendien was het gelet op het beoordelingskader aan [eiser] om in haar aanmelding aan te tonen dat er geen potentieel risico is.
3.48.
Het is verder ook niet onbegrijpelijk dat er “een voldoende” is gegeven.
Uit het beoordelingskader zoals vermeld in 4.1.2. van de Aanmeldingsleidraad volgt dat beoordeeld wordt op:
- -
de volledigheid van het team
- -
individuele kwaliteit,
- -
kennis en ervaring van de individuele leden en het team als geheel,
- -
de mate waarin de aanmelder kan aantonen dat:
- sprake is van een goede onderlinge samenwerking binnen het team,
- de continuïteit gedurende het gehele proces wordt gewaarborgd.
Het gaat hier om, zoals Gemeente Nieuwegein heeft benadrukt, een integrale beoordeling. Alle aspecten spelen een rol bij de toekenning van de score. Het kan best zo zijn dat [eiser] een groot team met veel meer rollen dan is gevraagd heeft gepresenteerd, maar dat betekent nog niet dat dit tot een hogere score dan “een voldoende” moet leiden. Dat hangt af van de mate waarin aan de andere uitgevraagde aspecten wordt voldaan. De stelling van [eiser] dat zij ervan uit mocht gaan dat het aanbieden van een team dat meer rollen vertegenwoordigd dan de uitgevraagde rollen tot een hogere score zou leiden dan “een voldoende” loopt hierop stuk. Het is overigens ook de vraag of [eiser] daarvan kon uitgaan. De stukken die zien op de selectiefase bieden daarvoor onvoldoende aanknopingspunten.
Slotsom
3.49. Alle bezwaren van [eiser] zijn hiervoor besproken. [eiser] heeft op de mondelinge behandeling bevestigd dat haar opmerkingen in 5.6 en 5.7 van de dagvaarding geen zelfstandig bezwaar bevat. De slotsom is dat de vorderingen van [eiser] moeten worden afgewezen.
3.50.
[eiser] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) van Gemeente Nieuwegein betalen. Deze proceskosten worden begroot op:
|
|
|
|
- griffierecht
|
€
|
714,00
|
|
- salaris advocaat
|
€
|
1.107,00
|
|
- nakosten
|
€
|
178,00
|
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
|
Totaal
|
€
|
1.999,00
|
|
3.51.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.