Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBNHO:2019:8303

Rechtbank Noord-Holland
04-10-2019
23-10-2019
19_4092
Omgevingsrecht
Voorlopige voorziening

Toewijzing verzoek voorlopige voorziening. Last onder dwangsom tot staken en gestaakt houden van het gebruik van de woning als recreatiewoning. Schorsing van het besluit tot zes weken na bekendmaking van het op bezwaar te nemen besluit.

Rechtspraak.nl

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Zittingsplaats Alkmaar

Bestuursrecht

zaaknummers: HAA 19/4092

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van4 oktober 2019 op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen

[verzoekster] , te [woonplaats 1] , verzoekster

gemachtigde: mr. K. van Driel,

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen, verweerder

gemachtigden: M.R. Becker en mr. T.M.M. van Hooff, medewerkers bij verweerder.

Als derde-partijen heeft de voorzieningenrechter aangemerkt: [naam 1], te [woonplaats 2] en [naam 2], te [woonplaats 3] .

Procesverloop

Bij besluit van 9 augustus 2019 (het bestreden besluit) heeft verweerder verzoekster bij last onder dwangsom gelast het gebruik van de woning aan de [adres] in strijd met het bestemmingsplan vóór 1 oktober 2019 te staken en gestaakt te houden door de woning niet meer als recreatiewoning te (laten) gebruiken.

Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit op 6 september 2019 bezwaar gemaakt. Zij heeft de voorzieningenrechter op 13 september 2019 verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 4 oktober 2019. Verzoekster is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

De derde-partijen zijn met voorafgaand bericht van verhindering niet verschenen.

Na afloop van de zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De voorzieningenrechter:

  • -

    wijst het verzoek om een voorlopige voorziening toe;

  • -

    schorst het bestreden besluit tot zes weken na bekendmaking van het te nemen besluit op bezwaar;

  • -

    draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 174,- aan verzoekster te vergoeden;

  • -

    veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoekster tot een bedrag van
    € 1024,-.

Overwegingen

1. De voorzieningenrechter geeft hiervoor de volgende motivering.

2. In haar verzoekschrift heeft verzoekster de voorzieningenrechter gevraagd onomkeerbare gevolgen van het besluit tegen te gaan en de termijn om aan de last in het in bezwaar bestreden besluit te voldoen minstens 6 maanden op te schorten tot na bekendmaking van het te nemen besluit op bezwaar. Uit hetgeen door verweerder ter zitting naar voren is gebracht, begrijpt de voorzieningenrechter dat verweerder zich tegen de opschorting van de gevolgen van het besluit op bezwaar tot zes weken na de bekendmaking daarvan niet verzet en dat tot een opschorting van de begunstigingstermijn in voorkomend geval, na een daartoe strekkend verzoek van een betrokkene in de bezwaarfase, in beginsel ook altijd wordt overgegaan. De voorzieningenrechter ziet in het voorgaande aanleiding het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening toe te wijzen en de voorziening te treffen die hiervoor onder beslissing is beschreven. De voorzieningenrechter overweegt daarbij dat partijen de bezwaarprocedure kunnen gebruiken om een aantal zaken - waaronder het beroep op het overgangsrecht – nader te onderzoeken.

3. Omdat de voorzieningenrechter het verzoek toewijst, bepaalt de voorzieningenrechter dat verweerder aan verzoekster het door haar betaalde griffierecht vergoedt.

4. De voorzieningenrechter ziet in de omstandigheid dat verzoekster bij verweerder niet expliciet heeft verzocht om opschorting van de begunstigingstermijn geen grond om af te zien van de hoofdregel tot een veroordeling van verweerder in de door verzoekster gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de voorzieningenrechter op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 1024,- (1 punt voor het indienen van het verzoekschrift, 1 punt voor het verschijnen ter zitting, met een waarde per punt van € 512,- en een wegingsfactor 1).

Deze uitspraak is gedaan door mr. R.H.M. Bruin, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. P.C. van der Vlugt, griffier. De uitspraak is in het openbaar gedaan op 4 oktober 2019.

griffier voorzieningenrechter

Een afschrift van dit proces-verbaal is verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.