3.1.
De provincie vordert – samengevat – dat de rechtbank bij vonnis bij vervroeging uit zal spreken de onteigening van het onder 2.2 van dit vonnis genoemde, ter onteigening aangewezen perceelsgedeelte, ten name van de provincie, vrij van alle lasten en rechten en,
indien [gedaagde] het aanbod aanvaardt,
a) het bedrag van de schadeloosstelling vast zal stellen op het bedrag van € 110.803,-- voor alle schaden en kosten hoe ook genaamd doch exclusief de deskundigenkosten en de eventueel door [gedaagde] te lijden belastingschade als rechtstreeks en noodzakelijk gevolg van de onteigening;
b) zal bepalen dat de provincie het bijkomend aanbod vermeld onder 5.2 van de dagvaarding gestand doet;
indien het aanbod door [gedaagde] niet wordt aanvaard,
a. a) het voorschot op de schadeloosstelling zal bepalen op 90% van de aangeboden schadeloosstelling, zijnde (afgerond) € 99.723,--;
b) zal bepalen dat de provincie in plaats van het voorschot van 90% van de aangeboden schadeloosstelling 100% van de aangeboden schadeloosstelling als voorschot mag uitkeren in plaats van de in artikel 54i lid 5 Ow genoemde zekerheid, tenzij [gedaagde] expliciet afstand doet van het recht op zekerheidsstelling;
c) zal bepalen dat de provincie het bijkomend aanbod vermeld onder 5.2 gestand doet,
en voorts:
d) zal bepalen dat het in de procedure met zaak- en rekestnummer C/15/317629 / HA RK 21-114 uit te brengen rapport van deskundigen heeft te gelden als (concept)deskundigenrapport in de onderhavige procedure, en
e) ingevolge artikel 54j lid 2 Ow de data voor nederlegging van het (concept)deskundigenrapport zal vaststellen,
alles kosten rechtens.
3.2.
[gedaagde] betwist de gevorderde vervroegde onteigening niet. Hij kan zich echter niet verenigen met het aanbod tot schadeloosstelling van de provincie. Hij verwerpt het aanbod van € 110.803,--, omdat dit onvoldoende is om de werkelijke schade te vergoeden die hij lijdt door onteigening en/of zal lijden.
verzoekt de rechtbank het voorschot te bepalen op de aan hem toekomende schadeloosstelling ter hoogte van 100%, te vermeerderen met deskundigenkosten en eventuele belastingschade van het door de provincie aangeboden bedrag, een en ander met veroordeling van de provincie in de kosten van dit geding.