Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBNHO:2023:10588

Rechtbank Noord-Holland
20-10-2023
24-10-2023
23/6057 en 23/6094
Omgevingsrecht
Eerste aanleg - enkelvoudig,Voorlopige voorziening+bodemzaak

Verkeersbesluit over de herinrichting van de Rommelpot in Den Hoorn (Texel).

Rechtspraak.nl
Omgevingsvergunning in de praktijk 2023/8985

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Zittingsplaats Haarlem

Bestuursrecht

zaaknummers: HAA 23/6057 en 23/6094


uitspraak van de voorzieningenrechter van 20 oktober 2023 op het beroep en het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen

[eiser] , uit [plaats] , eiser

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Texel, verweerder

(gemachtigden: mr. E.H.D. Lindenbergh en ing. P.H.G. Conijn).

Inleiding

1.1

In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter op het verzoek om een voorlopige voorziening van eiser tegen het verkeersbesluit van verweerder over de herinrichting van de Rommelpot in Den Hoorn (Texel). Omdat de voorzieningenrechter na afloop van de zitting tot de conclusie is gekomen dat nader onderzoek niet kan bijdragen aan de beoordeling van de zaak beslist hij ook op het beroep van eiser daartegen. Artikel 8:86 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.

1.2

Verweerder heeft het verkeersbesluit op 30 maart 2023 genomen. Met het bestreden besluit van 13 september 2023 op het bezwaar van verzoeker is verweerder bij dit besluit gebleven.

1.3

De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 16 oktober 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser en de gemachtigde van verweerder.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

2.1

De voorzieningenrechter beoordeelt of verweerder het verkeersbesluit in redelijkheid heeft kunnen nemen. Hij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiser.

2.2

Het beroep is ongegrond. Omdat het beroep ongegrond is, is er geen aanleiding om een voorlopige voorziening te treffen. Hierna legt de voorzieningenrechter uit hoe hij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.

Feiten en omstandigheden

3. De gemeenteraad heeft in 2020 een Plan van Aanpak vastgesteld voor de reconstructie van fietspaden op Texel. Het doel hiervan is het realiseren van een upgrade van de fietsinfrastructuur op Texel, zodat deze berekend is op het huidige en toekomstige fietsverkeer. De Rommelpot is een smalle weg in het buitengebied van Den Hoorn die per 1 januari 2023 in de 60 km/uur zone ligt. Er ligt naast de weg een vrijliggend fietspad van twee meter breed, wat te smal is voor het hedendaagse snelle en brede fietsverkeer. Het fietspad is onderdeel van de route om van veerhaven langs de duinen te fietsen tot de vuurtoren.

Bestreden besluit

4. Verweerder heeft, voor zover van belang, besloten het onverplichte fietspad langs de Rommelpot op te heffen, eenrichtingsverkeer in te stellen op de Rommelpot van 100 meter na de kruising met Jan Ayeweg tot Lagewegje met de rijrichting naar Jan Ayeweg door het plaatsen van de borden C2, C3 en C4, bijlage 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990) en een verplicht fietspad in te stellen voor het nieuw gemaakte fietspad langs de Rommelpot tussen Jan Ayeweg en Lagewegje door het plaatsen van de borgen G11 en G12, bijlage 1 van het RVV 1990.

Aan dit besluit heeft verweerder ten grondslag gelegd dat deze maatregelen worden genomen in verband met het verzekeren van de veiligheid op (en de bruikbaarheid van) de weg, evenals het beschermen van weggebruikers (artikel 2 van de Wegenverkeerswet 1994 (Wvw 1994)), in het bijzonder de veiligheid voor het fietsverkeer, maar ook de leefbaarheid op Texel en de toeristische waarde op Texel. Het huidige vrijliggende fietspad van circa twee meter breed is te smal voor het hedendaagse snelle en brede fietsverkeer, waardoor de fietsers nu ook gebruik maken van de rijweg, wat leidt tot een onduidelijke en onveilige situatie. Het fietspad grenst aan Natura 2000-gebied met een gekwalificeerd habitat (grijs duin) waardoor het niet mogelijk is om over de gehele lengte een breder fietspad te maken op de bestaande locatie van het fietspad (richting duingebied). Door de verbreding van het fietspad wordt de Rommelpot voor autoverkeer te smal om het tweerichtingsverkeer te handhaven. Het is daarom noodzakelijk om hier eenrichtingsverkeer voor auto’s in te stellen. Deze maatregel strekt mede tot het voorkomen en beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade alsmede gevolgen voor het milieu (waaronder natuur). Langs de Rommelpot liggen relatief gezien weinig woon- en/of bedrijfspercelen. De belangen van aanwonenden en aanliggende bedrijven/bedrijfspercelen liggen op het vlak van bereikbaarheid en veiligheid. Door de reconstructie neemt de verkeersintensiteit voor wat betreft autoverkeer niet toe, maar eerder af. Er zijn voldoende alternatieve toegangswegen, waaronder de Westerweg, het Lagewegje en de Oudeweg, waardoor de bereikbaarheid van de woningen en percelen middels autoverkeer niet onevenredig wordt belemmerd.

Wettelijk kader

5. Volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, zie bijvoorbeeld de uitspraak van 16 maart 2022, ECLI:NL:RVS:2022:759, komt een bestuursorgaan bij het nemen van een verkeersbesluit beoordelingsruimte toe bij de uitleg van de in artikel 2, eerste en tweede lid, van de Wvw 1994 genoemde begrippen. De rechter toetst of het bestuursorgaan geen onredelijk gebruik heeft gemaakt van die beoordelingsruimte. Nadat het bestuursorgaan heeft vastgesteld welke verkeersbelangen in welke mate naar zijn oordeel bij het besluit dienen te worden betrokken, dient het die belangen tegen elkaar af te wegen. Daarbij komt het bestuursorgaan beleidsruimte toe. De bestuursrechter toetst of de voor een of meer belanghebbenden nadelige gevolgen van het verkeersbesluit niet onevenredig zijn in verhouding tot de met dat besluit te dienen doelen.

Wat is in geschil?

6. Tussen partijen is niet in geschil dat het verkeersbesluit de hiervoor genoemde verkeersbelangen dient. In geschil is of de nadelige gevolgen van het verkeersbesluit voor eiser onevenredig zijn in verhouding tot de verkeersbelangen en of er een alternatief mogelijk is. Ook is in geschil of belanghebbenden voldoende bij de voorbereiding van het verkeersbesluit zijn betrokken.

Zijn de nadelige gevolgen van het versmallen van de Rommelpot voor eiser onevenredig in verhouding tot de met dat besluit te dienen doelen?

7.1

Eiser voert aan dat het instellen van het eenrichtingsverkeer op de Rommelpot grote gevolgen heeft voor zowel aanwonende particulieren als bedrijven. De andere wegen, zoals de Jan Ayeweg, Fonteinsweg en de Oudeweg zijn niet berekend op extra verkeer. De Rommelpot is in de huidige situatie in beide richtingen een veel gebruikte weg voor auto’s en landbouwvoertuigen. Verweerder heeft niet aangegeven om hoeveel voertuigen het gaat, en of de voornoemde wegen de extra vervoersbewegingen vanwege de instelling van eenrichtingsverkeer over kunnen nemen. Ook is het bij eenrichtingsverkeer nodig om als aanwonende en/of bezoeker grote stukken om te rijden, wat ongewenst en niet nodig is.

7.2

Verweerder stelt zich op het standpunt dat de Rommelpot weliswaar een belangrijke verbinding vormt tussen het zuiden en noorden van Texel, maar parallel aan de Rommelpot, op slechts 500 meter afstand, loopt de Westerweg. Dat is de voornaamste doorgaande weg tussen het noorden en zuiden van Texel. Niet aannemelijk is dat de Westerweg een toenemende verkeersstroom niet zou kunnen afwikkelen. Verweerder acht het verder aannemelijk dat het aantal verkeersbewegingen op de wegen rond de Rommelpot enigszins zal toenemen, maar ook van deze wegen is niet gebleken dat zij een kleine toename van het aantal verkeersbewegingen in redelijkheid niet kunnen afwikkelen. Dat het verkeersbesluit een zodanige toename van het aantal verkeersbewegingen op de omliggende wegen tot gevolg zal hebben dat het belang van de verkeersveiligheid niet met het verkeersbesluit kan zijn gediend, is niet door eiser onderbouwd. Verder is het enkele feit dat eiser als gevolg van het instellen van eenrichtingsverkeer op de Rommelpot moet omrijden, onvoldoende voor het oordeel dat de nadelige gevolgen van het verkeersbesluit onevenredig zijn in verhouding tot de met dat besluit te dienen doelen.

7.3

Niet in geschil is dat door het verkeersbesluit de hoeveelheid verkeer toeneemt op de omliggende wegen, zoals de Jan Ayeweg, Fonteinsweg, de Oudeweg en de Westerweg. Volgens verweerder gaat het echter om een kleine toename. Hoewel dit niet nader is geconcretiseerd of is onderbouwd, ziet de voorzieningenrechter geen aanleiding om aan deze stelling van verweerder te twijfelen. Juist doordat er meerdere wegen zijn om het eenrichtingsverkeer van de Rommelpot af te wikkelen zal de toename per weg beperkt blijven. Daarbij is door verweerder gesteld dat de Westerweg – en niet de Rommelpot – de meest gebruikte doorgaande weg is van zuid naar noord. De voorzieningenrechter kan verweerder dus volgen in de stelling dat niet is gebleken dat deze wegen een kleine toename van het aantal verkeersbewegingen in redelijkheid niet kunnen afwikkelen.

Verder is de voorzieningenrechter van oordeel dat het nadelige gevolg van het verkeersbesluit voor eiser, dat hij moet omrijden, niet maakt dat de

belangenafweging zodanig onevenwichtig is dat verweerder niet in redelijkheid tot het verkeersbesluit kon komen. De beroepsgrond slaagt niet.

Is een alternatief mogelijk?

8.1

Eiser voert aan dat het fietspad het beste aan de duinkant met een meter verbreed kan worden. De grens van het Natura 2000-gebied ligt voor het overgrote deel van de Rommelpot ruim naast het huidige fietspad. Op enkele plaatsen zou de uitbreiding van het fietspad met een meter de Natura 2000-grens iets overschrijden. Verweerder heeft niet onderbouwd waarom uitbreiding aan de duinkant onmogelijk is. Dit, terwijl in soortgelijke gevallen elders op het eiland er wel veel mogelijk is.

8.2

Verweerder stelt zich op het standpunt dat de westzijde van het fietspad grenst aan een Natura 2000-gebied. Uit de door verweerder overgelegde kaarten blijkt dat het Natura 2000-gebied op sommige plekken direct aansluit aan het fietspad. In het belang van de bescherming van het Natura 2000-gebied, gecombineerd met het uitgangspunt om natuurwaarden waar mogelijk te vergroten, is ervoor gekozen de verbreding van het fietspad toe te passen in de richting van de rijbaan aan de Rommelpot en niet in de richting van het duingebied. Dat richting Paal 15 recentelijk ook een fietspad is aangelegd en verbreed terwijl dat fietspad geheel in een Natura 2000-gebied ligt is onjuist, omdat dat nieuwe fietspad binnen het bestaande profiel is gebleven. Dat leek slechts anders, omdat een deel van de fundering overgroeid was geraakt.

8.3

De voorzieningenrechter is van oordeel dat verweerder op basis van de overgelegde tekeningen en kleurenfoto’s voldoende heeft toegelicht dat op een aantal punten onvoldoende ruimte is om het fietspad richting het duingebied uit te breiden, omdat het fietspad op die punten direct aansluit op het naastgelegen Natura 2000-gebied, danwel omdat op die punten de afstand tussen het fietspad en het Natura 2000-gebied minder dan een meter is. Verder volgt de voorzieningenrechter het standpunt van verweerder dat het niet mogelijk, of vrijwel onmogelijk, is een stuk Natura 2000-gebied op te offeren voor het verbreden van het fietspad, zeker als er andere mogelijkheden zijn. Ook heeft verweerder voldoende toegelicht dat niet eerder op Texel een uitbreiding van het fietspad in een Natura 2000-gebied is toegestaan. De beroepsgrond slaagt niet.

Is de inspraak voor belanghebbenden voldoende geweest?

9.1

Eiser voert aan dat belanghebbenden onvoldoende zijn gehoord en betrokken bij de voorbereidingen van het verkeersbesluit. In de nazomer van 2022 is het inrichtingsplan door verweerder aan het dorp gepresenteerd waarop veel kritiek kwam. Er zou een vervolgbijeenkomst volgen, maar in plaats daarvan is er een, voor velen totaal onbekend, online participatieplatform “Texel Spreekt’ gebruikt waar een soort keuzemogelijkheid werd voorgehouden. Hierdoor hebben heel weinig bewoners van [plaats] en betrokkenen mee gedaan. Ook was opmerkelijk dat door verweerder direct afwijzend werd gereageerd op ingebrachte alternatieve oplossingen.

9.2

Verweerder stelt zich op het standpunt dat een zeer uitgebreid participatietraject heeft plaatsgevonden. Er is een informatieavond geweest in Dorpshuis De Waldhoorn. Vervolgens hebben alle inwoners van Texel een brief gekregen waarin is aangegeven dat op het online participatieplatform “Texel Spreekt” drie varianten worden getoond waarop men kon reageren en stemmen. Het onderhavige verkeersbesluit betreft de variant die de meeste stemmen heeft gekregen.

9.3

De voorzieningenrechter stelt voorop dat er geen verplichte voorgeschreven wijze voor participatie bestaat. Daarbij is de voorzieningenrechter van oordeel dat belanghebbenden met de door verweerder beschreven wijze van participatie voldoende bij de voorbereiding van het verkeersbesluit zijn betrokken. Dat het participatietraject anders is verlopen dat eiser voor ogen had, maakt niet dat het verkeersbesluit geen stand kan houden. De beroepsgrond slaagt niet.

Conclusie en gevolgen

10. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat het verkeersbesluit in stand kan blijven. Omdat het beroep ongegrond is, is er geen aanleiding om een voorlopige voorziening te treffen. Eiser krijgt daarom het griffierecht niet terug. Hij krijgt ook geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De voorzieningenrechter:

- verklaart het beroep ongegrond;

- wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.

Deze uitspraak is gedaan door mr. M.H. Affourtit-Kramer, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M. van Excel, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 20 oktober 2023.

griffier

voorzieningenrechter

Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak voor zover deze gaat over het beroep, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak voor zover deze gaat over het beroep. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen. Tegen deze uitspraak voor zover deze gaat over de voorlopige voorziening staat geen hoger beroep open.

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.