Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBNHO:2023:11433

Rechtbank Noord-Holland
11-10-2023
14-11-2023
C/15/343781 / HA ZA 23-490
Verbintenissenrecht
Verstek

Verstek. Rechtsmacht. Bevoegdheid ex artikel 18 lid 1 Brussel I bis Vo. Toepasselijk recht ex artikel 6 Rome I Vo. Kansspelovereenkomst is niet nietig, maar wel vernietigbaar

Rechtspraak.nl
NJF 2024/111

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie

Zittingsplaats Haarlem

zaaknummer / rolnummer: C/15/343781 / HA ZA 23-490

Vonnis van 11 oktober 2023

in de zaak van

[eiser] ,

wonende te [plaats],

eiser,

advocaat mr. B.Z. Loonstein te Amsterdam,

tegen

de vennootschap naar buitenlands recht

N1 INTERACTIVE LIMITED,

gevestigd te Valletta, Malta

gedaagde,

niet verschenen.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    de dagvaarding met producties 1 t/m 4

  • -

    het tegen gedaagde verleende verstek.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De beoordeling

Rechtsmacht

2.1.

De rechtbank stelt voorop dat gedaagde in Valetta, Malta, gevestigd is, zodat het geschil daarmee een internationaal karakter heeft. Voor het bepalen van de rechtsmacht is de Verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (hierna: Brussel I bis Vo) van toepassing, zowel materieel, temporeel als formeel. Aangezien gedaagde gevestigd is op het grondgebied van een lidstaat van Brussel I bis Vo, namelijk Malta, betekent dat dat de internationale bevoegdheid van deze rechtbank alleen maar kan volgen uit een bevoegdheidsregel van Brussel I bis Vo.

2.2.

Afdeling 4 van Hoofdstuk II van Brussel I bis Vo (artikelen 17 tot en met 19) houdt een aparte bevoegdheidsregeling in voor door consumenten gesloten overeenkomsten. Ingevolge artikel 17 lid 1 Brussel I bis Vo is deze afdeling van toepassing indien er voldaan is aan drie voorwaarden, namelijk dat:

  • -

    een van de contractanten een consument is die handelt in een kader dat als niet bedrijfs- of beroepsmatig kan worden beschouwd,

  • -

    er daadwerkelijk een overeenkomst is gesloten tussen deze consument en een bedrijfs- of beroepsmatig handelende persoon, en

  • -

    deze overeenkomst onder een van de in artikel 17 lid 1 sub a) tot en met c) Brussel I bis Vo bedoelde categorieën valt.

Bovenstaande voorwaarden zijn cumulatief, zodat aan al deze drie voorwaarden moet zijn voldaan om de bevoegdheid te kunnen vaststellen volgens de regels die gelden voor overeenkomsten die zijn gesloten door consumenten (HvJEU 2 april 2020, ECLI:EU:C:

2020:264, r.o. 45).

2.3.

De rechtbank is van oordeel dat aan de bovenstaande cumulatieve voorwaarden is voldaan, zodat zij op grond van artikel 18 lid 1 Brussel I bis Vo bevoegd is van de vordering van eiser jegens gedaagde kennis te nemen.

Toepasselijk recht

2.4.

De vraag naar het toepasselijk recht moet worden beantwoord aan de hand van de regels die daarvoor zijn gegeven in de Verordening (EG) nr. 593/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (hierna: Rome I Vo). Eiser heeft immers een overeenkomst met gedaagde gesloten en zijn primaire vorderingen zien op nietigheid c.q. vernietiging van die overeenkomst en terugbetaling van de door hem betaalde bedragen. De vordering van eiser heeft daarmee duidelijk een contractuele grondslag, ook al baseert eiser deze vorderingen mede op de stelling dat gedaagde zich bij de totstandkoming en de uitvoering van die overeenkomst heeft bediend van oneerlijke handelspraktijken, wat naar Nederlands recht een vorm is van onrechtmatig handelen. De overige vorderingen zijn ook onlosmakelijk verbonden met de overeenkomst die eiser sloot met gedaagde. Naar het oordeel van de rechtbank is hier dan ook sprake van een zaak die betrekking heeft op een of meer verbintenissen uit overeenkomst als bedoeld in Rome I Vo.

2.5.

Volgens de hoofdregel van artikel 3 van Rome I Vo wordt een overeenkomst beheerst door het recht dat de partijen hebben gekozen. Voor consumentenovereenkomsten zijn in artikel 6 van Rome I Vo echter bijzondere regels gegeven.

2.6.

Hiervoor heeft de rechtbank al geoordeeld dat eiser de overeenkomst met gedaagde heeft gesloten als consument. Er is aldus sprake van een consumentenovereenkomst als bedoeld in artikel 6 van Rome I Vo. Volgens de hoofdregel van het eerste lid van artikel 6 van Rome I Vo wordt de overeenkomst tussen gedaagde en eiser beheerst door Nederlands recht, kort gezegd omdat eiser in Nederland woont en gedaagde zich richt op de Nederlandse markt en in dat verband de overeenkomst met eiser ook tot stand is gekomen.

Het Nederlandse recht is daarom het toepasselijke recht.

Inhoudelijke beoordeling

2.7.

Eiser vordert primair te verklaren voor recht dat de kansspelovereenkomst die is gesloten tussen eiser en gedaagde nietig is en/of de kansspelovereenkomst te vernietigen.

Artikel 3:40 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) bepaalt dat een rechtshandeling die door inhoud of strekking in strijd is met de goede zeden of de openbare orde nietig is.

Artikel 3:40 lid 2 BW bepaalt vervolgens dat strijd met een dwingende wetsbepaling leidt tot nietigheid van de rechtshandeling, doch, indien de bepaling uitsluitend strekt ter bescherming van één van de partijen bij een meerzijdige rechtshandeling, slechts tot vernietigbaarheid, een en ander voor zover niet uit de strekking van de bepaling anders voortvloeit.

2.8.

Naar het oordeel van de rechtbank is de tussen eiser en gedaagde gesloten kansspelovereenkomst niet nietig, maar wel vernietigbaar. Dit wordt hierna toegelicht.

2.9.

Allereerst zal beoordeeld worden of sprake is van nietigheid. Daarvoor moet vastgesteld worden of sprake is van strijd met fundamentele beginselen van de rechtsorde of algemene belangen van fundamentele aard. Vast staat dat het op grond van artikel 1 lid 1 onder a van de Wet op de Kansspelen (hierna: WOK) verboden is gelegenheid te geven om mede te dingen naar prijzen of premies, indien de aanwijzing der winnaars geschiedt door enige kansbepaling waarop de deelnemers in het algemeen geen overwegende invloed kunnen uitoefenen, tenzij daarvoor ingevolge de WOK een vergunning is verleend. De omstandigheid dat voor het aanbieden van kansspelen een vergunning kan worden verkregen brengt met zich dat de rechtshandeling an sich geen strijd oplevert met de goede zeden of de openbare orde. Weliswaar is het belang van controle op organisaties die kansspelen aanbieden duidelijk, maar dit is naar het oordeel van de rechtbank niet van dusdanige fundamentele aard, dat dit leidt tot nietigheid.

2.10.

Vervolgens moet beoordeeld worden of de kansspelovereenkomst vernietigbaar is.

Zoals hiervoor is overwogen is de rechtshandeling, het aanbieden van een kansspel zonder vergunning, in strijd met een dwingende wetsbepaling (artikel 1 WOK). De wet beoogt enkel de belangen van de consument te beschermen, waaronder gokverslaving en de onevenwichtigheid in voorwaarden en transparantie. In de Memorie van Toelichting heeft de wetgever de maatschappelijke onwenselijkheid van illegale kansspelen (her)bevestigd. Weliswaar heeft voornoemde wettelijke bepaling mede tot doel het tegengaan van criminaliteit, een kwestie van openbare orde, maar het betreft hier geen fundamentele beginselen van de rechtsorde. Een aanbieder van kansspelen kan immers dezelfde rechtshandeling verrichten indien hij beschikt over een vergunning, zonder dat dit strijd met de openbare orde oplevert. Dit heeft tot gevolg dat de kansspelovereenkomst slechts vernietigbaar is.

2.11.

Gelet op het voorgaande zal de rechtbank de tussen eiser en gedaagde gesloten kansspelovereenkomst vernietigen. Het gevorderde bedrag zal als onweersproken worden toegewezen. De rechtbank komt niet meer toe aan de beoordeling van de door eiser (meer) subsidiair ingestelde vorderingen.

Proceskosten

2.12.

Gedaagde zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van eiser worden begroot op:

- dagvaarding € 129,14

- griffierecht 2.277,00

- salaris advocaat 2.645,00 (1,0 punt × tarief € 2.645,00)

Totaal € 5.051,14

2.13.

Eiser vordert daarnaast veroordeling van gedaagde in de nakosten. Volgens vaste rechtspraak (zie HR 10 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:853) levert een kostenveroordeling ook voor de nakosten een executoriale titel op. Een veroordeling tot betaling van de proceskosten omvat dus een veroordeling tot betaling van de nakosten. De rechtbank zal daarom de nakosten niet afzonderlijk in de proceskostenveroordeling vermelden.

3 De beslissing

De rechtbank

3.1.

vernietigt de kansspelovereenkomst die is gesloten tussen eiser en gedaagde,

3.2.

veroordeelt gedaagde om aan eiser te betalen een bedrag van € 207.983,62 (tweehonderdzevenduizendnegenhonderddrieëntachtig euro en tweeënzestig eurocent), zijnde het totaal van de door gedaagde van eiser ontvangen bedragen na aftrek van de aan eiser uitbetaalde bedragen, en deze bedragen te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW steeds met ingang van de datum van storting tot aan de dag van volledige betaling,

3.3.

veroordeelt gedaagde in de proceskosten, aan de zijde van eiser tot op heden begroot op € 5.051,14, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,

3.4.

verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,

3.5.

wijst het meer of anders gevorderde af.

Dit vonnis is gewezen door mr. W.S.J. Thijs en in het openbaar uitgesproken op 11 oktober 2023.1

1 type: 1589 coll:

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.