Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBNHO:2023:8474

Rechtbank Noord-Holland
23-08-2023
18-09-2023
10568040 \ CV EXPL 23-2810
Civiel recht
Eerste aanleg - enkelvoudig

Ambtshalve toetsing. Sanctie wegens schending van de contractuele informatieplicht van artikel 6:230v lid 7 BW.

Rechtspraak.nl

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind

locatie Alkmaar

Zaaknr./rolnr.: 10568040 \ CV EXPL 23-2810

Uitspraakdatum: 23 augustus 2023

Verstekvonnis van de kantonrechter in de zaak van:

de vennootschap naar buitenlands recht

Alektum Capital AG

gevestigd te Zug (Zwitserland)

de eisende partij

gemachtigde: gerechtsdeurwaarder R. Slagman

tegen

[gedaagde]

wonende te [woonplaats]

de gedaagde partij

niet verschenen

1 De procedure

1.1.

De eisende partij heeft de gedaagde partij gedagvaard. Tegen de gedaagde partij is verstek verleend.

2 De beoordeling

2.1.

De eisende partij vordert veroordeling van de gedaagde partij tot betaling van
€ 59,99, te vermeerderen met de wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. Daarnaast vordert zij veroordeling van de gedaagde partij in de proceskosten.

2.2.

De vordering is gebaseerd op een overeenkomst op afstand tussen een handelaar en een consument. Bij het sluiten van dergelijke overeenkomsten moet de handelaar voldoen aan de wettelijke (pre)contractuele informatieplichten van de artikelen 6:230m lid 1 onder a, b, c, e, f, g, h, i, j, o en p en 6:230v van het Burgerlijk Wetboek (BW). Dit ter bescherming van de consument. De handelaar moet gemotiveerd stellen en onderbouwen dat aan deze plichten is voldaan. De kantonrechter moet er ambtshalve op toezien dat die voorschriften worden nageleefd, dus ook als er geen verweer is gevoerd. Zie, onder meer, het arrest van de Hoge Raad van 12 november 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1677).

De precontractuele informatieplichten

2.3.

Naar het oordeel van de kantonrechter heeft de eisende partij met de door haar overgelegde stukken en toelichting daarop voldoende onderbouwd toegelicht dat bij het sluiten van de overeenkomst is voldaan aan de precontractuele informatieplichten van artikel 6:230m lid 1 BW.

2.4.

De in artikel 6:230m lid 1, onder a, e, o en p, BW genoemde informatie dient op een duidelijke en in het oog springende manier en onmiddellijk voordat de consument zich bestelling plaatst te worden verstrekt (artikel 6:230v lid 2 BW). De eisende partij heeft voldoende gesteld en onderbouwd dat aan deze wettelijke eis is voldaan. Hetzelfde geldt voor de verplichting die uit artikel 6:230v lid 3 BW voortvloeit.

De contractuele informatieplicht

2.5.

De eisende partij vindt dat zij heeft voldaan aan de contractuele informatieplicht van artikel 6:230v lid 7 onder a BW. Zij heeft echter geen bevestiging van de bestelling van de gedaagde partij overgelegd, maar een voorbeeld van een bestelbevestiging en toegelicht dat een dergelijke bevestiging aan de gedaagde partij is verstuurd.

2.6.

De kantonrechter vindt het voorbeeld van de bestelbevestiging niet voldoende. Om te kunnen vaststellen dat is voldaan aan artikel 6:230v lid 7 onder a BW moet een aan de gedaagde partij verzonden bestelbevestiging van de webwinkel van de handelaar worden overgelegd die voldoet aan de eisen van dat artikel. Dat wil zeggen een concrete, daadwerkelijk aan de gedaagde partij verzonden bestelbevestiging. Die ontbreekt in dit geval.

2.7.

De stelling van de eisende partij dat de betreffende informatie (ook) is te raadplegen in het persoonlijke account van de gedaagde partij, is niet (voldoende) onderbouwd met stukken. De kantonrechter is daarom van oordeel dat de eisende partij niet aan de contractuele informatieplicht van artikel 6:230v lid 7 onder a BW heeft voldaan en zal daarvoor een sanctie toepassen.

Welke sanctie hoort hierbij?

2.8.

Gelet op de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ EU) en het arrest van de Hoge Raad van 12 november 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1677) moet de kantonrechter aan de schending van de informatieplichten gevolgen verbinden door passende maatregelen te nemen die de consument effectieve rechtsbescherming bieden. Die maatregelen moeten doeltreffend, afschrikwekkend en evenredig zijn.

2.9.

In deze zaak heeft de eisende partij de contractuele informatieplicht van artikel 6:230v lid 7 BW geschonden. Met het oog op voornoemde Europeesrechtelijke beginselen en jurisprudentie van het HvJ EU en de Hoge Raad, zal de kantonrechter de overeenkomst gedeeltelijk vernietigen, te weten voor 25% van de door de gedaagde partij verschuldigde koopprijs. Daarbij wordt (mede) toepassing gegeven aan de artikelen 3:40 lid 2 en 3:41 BW, en aan de artikelen 6:193b, 6:193d, 6:193f en 6:193j BW, omdat de schending van de informatieplichten ook een oneerlijke handelspraktijk is.

Wat is toewijsbaar?

2.10.

Gelet op het voorgaande is van de oorspronkelijke hoofdsom van € 59,99‬‬ een bedrag van € 44,99 (€ 59,99‬‬‬ x 0.75) toewijsbaar.

Ambtshalve toetsing van de algemene voorwaarden

2.11.

De bedingen die voor de beoordeling van de vordering relevant zijn, te weten artikel 15 lid 4 van de algemene en aanvullende voorwaarden en artikel 3.3 van de Algemene voorwaarden van Zalando, zijn door de kantonrechter getoetst en niet oneerlijk bevonden.

2.12.

De buitengerechtelijke kosten zijn toewijsbaar over deze hoofdsom, tot een bedrag van

€ 40,00.

2.13.

De vordering tot vergoeding van de verschenen rente zal worden afgewezen, omdat de eisende partij die rente (gelet op de toewijsbare hoofdsom) over een te hoog bedrag heeft berekend. De wettelijke rente zal worden toegewezen over de toewijsbare hoofdsom vanaf de dag van de dagvaarding.

2.14.

De gedaagde partij wordt grotendeels in het ongelijk gesteld en zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld.

3 De beslissing

De kantonrechter:

3.1.

veroordeelt de gedaagde partij tot betaling aan de eisende partij van € 84,99‬‬, te vermeerderen met de wettelijke rente over een bedrag van € 44,99 vanaf 14 juni 2023 tot aan de dag van de gehele betaling;

3.2.

veroordeelt de gedaagde partij tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van de eisende partij tot en met vandaag vaststelt op:

€ 106,73 wegens dagvaardingskosten,

€ 128,00 wegens griffierecht en

€ 39,00 wegens salaris gemachtigde;

3.3.

verklaart de veroordeling(en) in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;

3.4.

wijst af het meer of anders gevorderde.

Dit vonnis is gewezen door mr. M.M. Kruithof en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

De griffier De kantonrechter

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.