Verstekvonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de vennootschap naar buitenlands recht
Hoist Finance AB (publ), als rechtsopvolger onder algemene titel van Hoist Kredit AB (publ), als rechtsopvolgster onder bijzondere titel van de besloten vennootschap Essent Retail Energie B.V.
Bij tussenvonnis van 29 november 2023 (hierna: het tussenvonnis) heeft de kantonrechter de eisende partij in de gelegenheid gesteld haar vordering nader toe te lichten. Dat heeft zij gedaan bij akte van 3 januari 2024 (hierna: de akte).
2 De verdere beoordeling
2.1.
De kantonrechter blijft bij wat in het tussenvonnis is overwogen en beslist. Er bestaat geen aanleiding om daarop terug te komen.
Bestelknop
2.2.
De eisende partij heeft toegelicht dat in de dagvaarding abusievelijk is vermeld dat op de bestelknop de woorden “bevestig overeenkomst met betalingsverplichting” stonden. Deze woorden zijn pas na het sluiten van de onderhavige overeenkomst op de bestelknop vermeld, zodat deze er ten tijde van het aangaan van deze overeenkomst er nog niet op hebben kunnen staan, aldus de eisende partij.
2.3.
De kantonrechter overweegt als volgt. In de akte heeft de eisende partij, hoewel zij daartoe in de gelegenheid is gesteld, niet aangegeven met welke bestelknop de gedaagde partij de onderhavige overeenkomst op 10 december 2020 is aangegaan. Zij heeft enkel aangegeven dat de woorden “bevestig overeenkomst met betalingsverplichting” niet op de bestelknop stonden. De kantonrechter begrijpt hieruit dat de (onbekend gebleven) tekst op de bestelknop op 10 december 2020 in ieder geval niet volstond, althans dat op de bestelknop geen duidelijke mededeling is gedaan dat de gedaagde partij met het aanklikken van die bestelknop een betalingsverplichting aanging. Gelet op het voorgaande is niet voldaan aan de verplichting van artikel 6:230v lid 3 van het Burgerlijk Wetboek. Als gevolg daarvan is de overeenkomst vernietigbaar.
2.4.
De overeenkomst wordt vernietigd voor wat betreft de betalingsverplichting van de gedaagde partij. Immers, op grond van artikel 8 lid 2 van de Richtlijn consumentenrechten (Richtlijn 2011/83/EU) is (alleen) de consument niet gebonden aan de overeenkomst of bestelling als de bestelknop niet volstaat. De gedaagde partij is de gevorderde hoofdsom daarom niet verschuldigd. De eisende partij zal niet meer in de gelegenheid worden gesteld om te reageren op deze gedeeltelijke vernietiging. Het gebrek aan de bestelknop kan namelijk niet worden gerepareerd en de kantonrechter ziet geen ruimte voor een andere sanctie.
Conclusie en kosten
2.5.
De vordering wordt afgewezen, waarbij overigens wordt opgemerkt dat de eisende partij haar verplichtingen uit de overeenkomst nog wel moet nakomen.
2.6.
De proceskosten komen voor rekening van de eisende partij, omdat zij ongelijk krijgt. Deze worden aan de kant van de gedaagde partij tot en met vandaag vastgesteld op nihil.
3 De beslissing
De kantonrechter:
3.1.
wijst de vordering af;
3.2.
veroordeelt de eisende partij tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor de gedaagde partij worden vastgesteld op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.M. Kruithof en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: