De rechtbank laat schuldenares toe tot de schuldsaneringsregeling. De rechtbank kan geen beslissing nemen over het bepalen van een eerder aanvangsmoment van de termijn van de schuldsaneringsregeling, omdat belangrijke informatie daarvoor ontbreekt. De rechtbank bepaalt daarom het aanvangsmoment op de datum van het vonnis. De rechtbank wijst de schuldenares erop zij alsnog een onderbouwd verzoek kan doen aan de rechter-commissaris tot verkorting van de looptijd van de schuldsanering omdat zij in het minnelijk traject heeft gespaard.
in de zaak van: [schuldenares] (hierna: schuldenares) geboren op: [geboortedatum] 1988 te [plaats] wonende te: [plaats]
schuldhulpverlener: [betrokkene 1].
1 Samenvatting
Schuldenares heeft de rechtbank verzocht om toegelaten te worden tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (wsnp). De rechtbank moet beoordelen of schuldenares voldoet aan de wettelijke eisen die daarvoor gelden. Daarnaast moet de rechtbank beoordelen of er aanleiding is om een eerdere ingangsdatum van de wsnp te bepalen.
2 Beslissing van de rechtbank
De rechtbank laat schuldenares met ingang van 23 januari 2025 toe tot de wsnp. De termijn van de wsnp bedraagt 18 maanden, te rekenen vanaf 23 januari 2025, en eindigt daarom op 23 juli 2026.
3 Gevolgen voor schuldenaar
-
Schuldenares moet zich gedurende de komende 18 maanden houden aan de verplichtingen van de wsnp. In de eerder toegestuurde brochure staat wat die verplichtingen zijn.
-
Zo lang de wsnp duurt, mogen schuldeisers geen betaling eisen voor de al bestaande schulden.
-
Als schuldenares zich aan alle verplichtingen houdt, komt zij in aanmerking voor de schone lei. Als schuldenares zich niet aan de verplichtingen houdt, kan de wsnp (eerder) worden beëindigd zonder schone lei. Schuldeisers kunnen schuldenares dan weer tot betaling dwingen.
4 Redenen voor deze beslissing
De rechtbank stelt vast dat schuldenares voldoet aan de toelatingseisen. De rechtbank stelt verder vast dat schuldenares momenteel niet voltijds werkt. De rechtbank wijst schuldenares er nadrukkelijk op haar de verplichting rust om aantoonbaar te solliciteren naar een baan voor minimaal 36 uur per week en dat zij de bewijzen van haar sollicitatie-inspanningen aan de bewindvoerder toe moet sturen. Schuldenares heeft hiermee ingestemd.
Gelet op het arrest van de Hoge Raad van 20 december 20241 zal de rechtbank (ambtshalve) onderzoeken of er aanleiding bestaat om een eerder aanvangsmoment van de termijn van de wsnp te bepalen dan het moment waarop de wsnp met dit vonnis wordt toegepast.
De rechtbank komt tot de conclusie dat hij op dit moment geen beslissing kan nemen over het bepalen van een eerder aanvangsmoment van de termijn van de wsnp omdat belangrijke informatie die nodig is om deze beslissing te nemen ontbreekt. In het verzoekschrift is vermeld dat schuldenares over de maanden juli, augustus en september 2024 in totaal een bedrag van € 176.16 heeft afgedragen. Ook is vermeld dat schuldenares op 12 juni 2024 een eerste aflossing heeft gedaan. Onduidelijk is hoe zich dat verhoudt tot de eerste aflossing die in het aflosschema staat opgenomen voor de maand juli 2024. Concrete informatie over de eerste aflossing ontbreekt. Ook ontbreekt informatie over aflossingen na september 2024. De rechtbank kan daarom niet vaststellen wanneer schuldenares de eerste aflossing in het minnelijk voortraject heeft gedaan, of zij ook na september 2024 is blijven aflossen en of zij zich gedurende dat traject voldoende heeft ingespannen om maximaal te sparen ten behoeve van de schuldeisers. Daarom zal de rechtbank het aanvangsmoment van de wsnp vaststellen op vandaag en looptijd bepalen op de standaardtermijn van 18 maanden.
De rechtbank wijst schuldenares erop dat de bewindvoerder aan de rechter-commissaris alsnog een goed onderbouwd verzoek kan doen tot verkorting van de looptijd omdat schuldenares heeft gespaard in het minnelijk traject. Daarbij zal schuldenares tenminste moeten aantonen wanneer zij de eerste aflossing heeft gedaan, welke bedragen zij vervolgens maandelijks tot het begin van de wsnp heeft afgelost, en in hoeverre zij zich maximaal heeft ingespannen. Voor zover schuldenares zich tijdens het minnelijk voortraject niet maximaal heeft ingespannen om zoveel mogelijk inkomsten te krijgen, zal de rechter-commissaris daarmee rekening houden bij de beoordeling van de vraag of en hoeveel de looptijd van de wsnp kan worden verkort. Als schuldenares dat verzoek zelf wil doen aan de rechter-commissaris, kan dat alleen met behulp van een advocaat.
5 Stukken waarop dit vonnis is gebaseerd
-
Het verzoekschrift met bijlagen dat door schuldenares is ingediend.
-
De aantekeningen van de zitting die op 14 januari 2025 plaatsvond. Op deze zitting zijn schuldenares en [betrokkene 2] (schuldhulpverlener) verschenen.
6 Andere gevolgen van dit vonnis
-
De rechtbank benoemt tot rechter-commissaris: mr. M.P. de Valk
-
De rechtbank benoemt tot bewindvoerder:
[bewindvoerder]
De bewindvoerder mag een voorschot op het salaris nemen volgens het Besluit salaris bewindvoerder. Dit kan alleen:
- zolang de schuldsaneringsregeling loopt en
- als er genoeg geld op de boedelrekening staat.
De bewindvoerder ontvangt de komende dertien maanden de post van schuldenares en mag deze inzien.
7 Mogelijkheden om dit vonnis aan te vechten
Dit vonnis kan, voor zover het betreft de beslissing om geen eerdere ingangsdatum van de looptijd van de wsnp te bepalen, binnen acht dagen na de uitspraakdatum worden aangevochten bij het gerechtshof Amsterdam. Dit kan alleen met behulp van een advocaat.