5.1.
Als eerste moet worden vastgesteld of [verzoeker] ontvankelijk is in zijn verzoek. De kantonrechter verwerpt het verweer van Holland Casino dat [verzoeker] zijn vorderingen tot wedertewerkstelling en doorbetaling van loon had dienen in stellen door middel van een dagvaarding. Artikel 7:686a lid 2 BW bepaalt dat gedingen die op het in, bij of krachtens afdeling 9 van titel 10 van boek 7 BW bepaalde zijn gebaseerd, worden ingeleid met een verzoekschrift. [verzoeker] heeft het bepaalde in artikel 7:668a lid 1 onder b BW aan zijn verzoek ten grondslag gelegd. Deze bepaling staat in afdeling 9 van titel 10 van boek 7 BW. Hij is daarom ontvankelijk in zijn verzoek. De vraag of er al dan niet sprake is geweest van een opzegging als bedoeld in artikel 7:681 lid 1 BW, zoals door Holland Casino is betoogd, is voor de ontvankelijkheid van [verzoeker] dan ook niet van belang.
een vierde arbeidsovereenkomst in de zin van artikel 7:668a BW?
5.2.1.
Het gaat in deze zaak om de vraag of tussen Holland Casino en [verzoeker] met ingang van 1 oktober 2016 een vierde schakel in de keten van arbeidsovereenkomsten in de zin van artikel 7:668a lid 1 onder b BW is gesloten. De kantonrechter is van oordeel dat dit niet het geval is, waartoe het volgende wordt overwogen.
5.2.2.
Als bij de beoordeling van die vraag slechts van de brief van Holland Casino van juli 2016 (zie 2.7.) zou worden uitgegaan erkent de kantonrechter dat daar tegenstrijdige informatie instaat die tot verwarring bij een werknemer kan leiden, welke verwarring in beginsel in het voordeel van de werknemer wordt uitgelegd. In de brief staat namelijk enerzijds dat sprake is van "Overgang van Onderneming" zodat de rechten en plichten die voortvloeien uit de arbeidsovereenkomst die [verzoeker] met Compass had van rechtswege overgaan op Holland Casino, maar anderzijds ook dat Holland Casino voornemens is de overkomende medewerkers een nieuwe arbeidsovereenkomst aan te bieden onder de voorwaarden van Holland Casino. In de brief van juli 2016 staat vervolgens echter ook weer dat de arbeidsovereenkomst wordt gesloten met behoud van dienstjaren. De brief is daarmee dus niet eenduidig in zijn strekking. De betreffende brief kan evenwel niet los worden gezien van de overige informatie die aan [verzoeker] is verstrekt ter gelegenheid van de beëindiging van het contract tussen Compass en Holland Casino, waaronder de personeelsbijeenkomsten die Compass en Holland Casino hebben georganiseerd en hetgeen tijdens die bijeenkomsten aan de werknemers is verteld over de gevolgen voor de werknemers.
5.2.3.
Uit de sheets van de door Compass en Holland Casino ter gelegenheid van die bijeenkomsten gegeven presentaties blijkt dat [verzoeker] duidelijk is geïnformeerd over het feit dat er sprake was van een overgang van onderneming in de zin van artikel 7:663 BW en dat de tussen [verzoeker] en Compass bestaande arbeidsovereenkomst daardoor van rechtswege overging op Holland Casino. Uit de sheets van de presentaties en uit de brief van juli 2016 blijkt tevens dat, in het kader van de overgang van de arbeidsovereenkomst van rechtswege, een schriftelijke arbeidsovereenkomst zou worden getekend. Zo staat in de sheets van de door Compass in maart 2016 gehouden presentatie dat alle werknemers van rechtswege overgaan en dat indien de werknemer niet over wil gaan naar Holland Casino, de arbeidsovereenkomst zal worden beëindigd op het moment van de overgang. Daarnaast staat in de sheets van de door Holland Casino, na de door haar in juli 2016 aan [verzoeker] gezonden brief, gehouden presentatie dat er sprake is van overgang van onderneming ex artikel 7:662 e.v. BW en dat dit betekent dat men van rechtswege overgaat naar Holland Casino. Tevens staat in deze sheets dat de arbeidsvoorwaarden van Compass en van Holland Casino zijn vergeleken en dat arbeidsvoorwaarden van Holland Casino in de meeste gevallen beter zijn. Daarnaast staat er dat Holland Casino, onder de garantie dat de totale waarde van het pakket niet minder zal zijn (maar mogelijk wel op elementen anders), een nieuwe arbeidsovereenkomst aanbiedt per 1 oktober 2016.
Holland Casino heeft ten aanzien van de arbeidsovereenkomst met [verzoeker] onbetwist gesteld dat, naast de daarop van toepassing (gebleven) zijnde arbeidsvoorwaarden van Compass, met ingang van 1 oktober 2016 tevens van rechtswege de collectieve arbeidsovereenkomst van de Nationale Stichting tot Exploitatie van Casinospelen in Nederland op de overeenkomst van toepassing is geworden.
5.2.4.
Verder staat in de sheets van de presentatie van Holland Casino dat er in augustus of september 2016 nog een individueel gesprek over de arbeidsovereenkomst zou gaan plaatsvinden. Vast staat dat er ook een individueel gesprek met [verzoeker] heeft plaatsgevonden. [verzoeker] heeft daarin - zo heeft hij ter gelegenheid van de mondelinge behandeling onbetwist verklaard - aan de orde gesteld dat volgens hem de door partijen getekende schriftelijke arbeidsovereenkomst een vierde opeenvolgende arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd was en dat het daarom een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd was geworden. De heer [naam] heeft daarop namens Holland Casino geantwoord dat het niet een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd betreft, maar een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd (bleef).
5.2.5.
Ook is van belang dat in de tussen partijen getekende arbeidsovereenkomst, evenals in de laatstelijk gesloten arbeidsovereenkomst tussen Compass en [verzoeker] , 4 december 2016 als einddatum van de overeenkomst staat. Met andere woorden: de overeenkomst die [verzoeker] met Holland Casino is aangegaan (en die in de visie van [verzoeker] de 'vierde' schakel vormt) kent dezelfde einddatum als [verzoeker] zijn 'derde' schakel met Compass. Het ware weliswaar duidelijker geweest indien in de schriftelijke arbeidsovereenkomst tussen [verzoeker] en Holland Casino was vermeld dat dit slechts een schriftelijke vastlegging was van de arbeidsovereenkomst die van rechtswege van Compass is overgegaan op Holland Casino, maar het enkele feit dat de arbeidsovereenkomst dit niet vermeldt maakt nog niet dat daarmee sprake is van een vierde schakel in de keten van arbeidsovereenkomsten. Dit volgt naar het oordeel van de kantonrechter mede uit het feit dat Compass, ter gelegenheid van de overgang van [verzoeker] naar Holland Casino, niet volledig met [verzoeker] heeft afgerekend. Compass heeft - zo heeft [verzoeker] ter zitting erkend - per 1 oktober 2016 slechts de per die datum opgebouwde aanspraak op vakantiebijslag en tijd-voor-tijduren afgerekend, maar het opgebouwde saldo aan vakantiedagen van [verzoeker] is mee overgegaan naar Holland Casino.
5.2.6.
Het feit dat Compass bij brief van 1 september 2016 aan [verzoeker] heeft bericht dat de arbeidsovereenkomst tussen haar en [verzoeker] is beëindigd en dat de laatste werkdag van [verzoeker] 30 september 2016 zal zijn, betekent naar het oordeel van de kantonrechter evenmin dat de arbeidsovereenkomst zelf is geëindigd en dat de arbeidsovereenkomst met Holland Casino daarom een vierde schakel in de zin van de ketenregeling van artikel 7:668a BW is. Het is namelijk juist dat de arbeidsovereenkomst per 1 oktober 2016 ten aanzien van Compass is beëindigd. De arbeidsovereenkomst is immers op dat moment van rechtswege overgegaan op Holland Casino.
5.2.7.
Uit het geheel van alle hiervoor vermelde omstandigheden had [verzoeker] naar het oordeel van de kantonrechter moeten (kunnen) begrijpen, dat de schriftelijke arbeidsovereenkomst die door Holland Casino en hem is getekend geen nieuwe schakel in de keten van artikel 7:668a lid 1 onder b BW vormde. De arbeidsovereenkomst tussen partijen is daarom niet (op grond van artikel 7:668a lid 1 onder b BW) geconverteerd in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Dat betekent dat de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, conform het bepaalde in de overeenkomst, op 4 december 2016 van rechtswege is geëindigd, zoals correct en tijdig door Holland Casino aan [verzoeker] aangezegd.
5.4.
De proceskosten komen voor rekening van [verzoeker] , omdat hij in het ongelijk wordt gesteld. Tot op heden zijn deze kosten aan de zijde van Holland Casino vastgesteld op:
salaris gemachtigde € 400,00.
De verzochte nakosten zijn toewijsbaar, nu [verzoeker] daartegen geen verweer heeft gevoerd. De kantonrechter begroot de nakosten op een bedrag van € 100,00 (0,5 punt salaris met een maximum van € 100,00) wegens salaris gemachtigde.