[verzoeker] legt aan zijn verzoek, samengevat weergegeven, het volgende ten grondslag.
Bij de uitvoering van zijn werkzaamheden in dienst van [verweerder 2] is [verzoeker] op 14 april 2020 een ongeval overkomen toen hij markiezen met ieder een gewicht van ongeveer 19,2 kilogram heeft opgetild. De markiezen moesten over een afstand van circa 70 meter over oneffen terrein worden verplaatst alvorens deze aan de gevel van een boerderij te bevestigen. Na het tillen van drie markiezen heeft [verzoeker] rust genomen. Hij heeft de markies even neer gezet om bij te komen. Bij het hervatten van de tilwerkzaamheden voelde [verzoeker] ineens een pijnscheut in zijn linkerarm. Anders dan [verweersters] stelt, heeft [verzoeker] de markies niet over het hekje getild. Ondanks de aanwezigheid van een collega kreeg [verzoeker] (in verband met coronamaatregelen) de instructie afstand te houden en de markiezen alleen te tillen. [verzoeker] en zijn collega zijn niet geïnstrueerd over de wijze waarop de opdracht moest worden uitgevoerd en hen werden geen mechanische hulpmiddelen ter hand gesteld waarmee de onhandelbare markiezen konden worden verplaatst. Het ongeval had voorkomen kunnen worden indien deze middelen wel door [verweerder 2] ter beschikking waren gesteld en zij deugdelijke instructies had gegeven.
[verweerder 2] heeft nagelaten de risico’s ten aanzien van veelal zware tilwerkzaamheden die [verzoeker] uitvoerde in kaart te brengen via een Risico Inventarisatie en Evaluatie (hierna RI&E). [verweerder 2] heeft voorts nagelaten melding te maken van het bedrijfsongeval bij de Arbeidsinspectie.
[verweerder 2] heeft op onvoldoende wijze invulling aan deze op haar rustende zorgplicht gegeven, althans zij is er niet in geslaagd aan te tonen dat zij daaraan heeft voldaan. Op grond van artikel 7:658 BW juncto artikel 7:611 BW is [verweerder 2] aansprakelijk voor door [verzoeker] als gevolg van het ongeval geleden schade. Ingevolge artikel 7:954 BW is verzekeraar Achmea gehouden de als gevolg van het incident geleden en te lijden schade te vergoeden.
[verzoeker] verzoekt de kosten van dit deelgeschil, uitgaande van 22,20 uur en een uurtarief van aanvankelijk € 210,00 en later (in verband met een verkregen NIVRA registratie) € 230,00 (exclusief btw), te begroten op € 6.095,98 (inclusief BTW), welk bedrag de dubbele redelijkheidstoets kan doorstaan en Achmea te veroordelen tot betaling van dit bedrag aan [verzoeker] .